Ontvangen abnormaal of goedgunstig voordeel



Vergelijkbare documenten
Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Uiteenzetting van de winst

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/02 Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling. Advies van 21 maart

Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling.

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN advies 2017/XX Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling

Principe. Daarom heeft de wetgever 2 belangrijke beperkingen ingevoerd. Beperking 1: maximumstand rekening-courant

Spotlights - juni 2014

I. INLEIDING.

Instelling. Onderwerp. Datum

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd

Fairness Tax lijst van nog hangende problemen

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Meerwaarden op aandelen: Vindt u uw weg in de praktijk?

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Bijzondere liquidatiereserve: CBN stelt twee boekingswijzen voor

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan!

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Zevende bewerking: Aftrek vorige verliezen

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Geïntegreerd praktijkproject

Voordeel alle aard woonst, fiscus naar af, wat te doen?

Eerste bewerking: Vaststellen fiscale winst/verlies

Positieve rechtspraak

Derde Bewerking : Aftrek van vrijgestelde verdragswinsten Aftrek van niet-belastbare bestanddelen

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Restaurantkosten. Wanneer overdreven?

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

BEDRIJVENPARK KORTRIJK-NOORD VZW MARKTPLEIN KUURNE RPR Kortrijk Ondernemingsnummer: BALANS PER 31 DECEMBER 2012

Circulaire 2018/C/108 over de investeringsaftrek

EERSTE AANVULLING OP PROSPECTUS LUM.INVEST. Lum.Invest BVBA Hof Ter Mere Gent Ondernemingsnummer:

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Hof van Beroep van Gent - Arrest dd. 5 oktober Rol nr 2001-ar Aanslagjaren 1994 tot 1996

Hof van Cassatie van België

HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting

Hof van Cassatie van België

Instelling. Onderwerp. Datum

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen?

Rolnummer Arrestnr. 20/2017 van 16 februari 2017 ARREST

BEDRIJVENPARK KORTRIJK-NOORD VZW MARKTPLEIN KUURNE RPR Kortrijk Ondernemingsnummer: BALANS PER 31 DECEMBER 2013

Trefwoord(en) Cassatie I-> INKOMSTENBELASTINGEN-> VENNOOTSCHAPSBELASTING-> Vaststelling van het belastbaar nettoinkomen->

BELASTINGKREDIET van toepassing in de PERSONENBELASTING (art. 289bis, 290, 2 en 291, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Aftrek voor innovatie-inkomsten Ontwerpadvies van 13 september 2017

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Instelling. Onderwerp. Datum

Fiscale Actualiteit : Voordeel alle aard woning: toch ambtshalve ontheffing - arrest dat KB ongrondwettelijk bevindt, is 'nieuw feit'

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

CBN adviseert over de boekhoudkundige verwerking van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen

De boekhoudwetgeving vormt het gemene recht voor de fiscale wetgeving, en kan dus een fiscale weerslag hebben.

Een vordering op de vennootschap ingeschreven op R/C, geldlening of niet?

oplossing ingevulde aangifte aj Reserves Belastbare gereserveerde winst 2/11

Valse facturen: voldoende aanwijzing van fraude of niet?

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd

De wijzigingen aan de regelgeving

Ondernemingsgegevens. Identificatiegegevens van de onderneming AANGIFTE IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING AANSLAGJAAR 2015

Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van van het Grondwettelijk Hof inzake het

Hof van Cassatie van België

Wat bij fusie of splitsing binnen de drie jaar vóór of na de schenking of het overlijden?

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2018/01 Aftrek voor innovatie inkomsten Advies van 21 maart

Accountantskantoor de Bot B.V.

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

VERSLAG. van het Rekenhof. over de controle van de rekeningen van Gimvindus nv

Opgelet: opvolging voorafbetalingen vennootschapsbelasting wordt terug belangrijk!!!

Hof van Cassatie van België

Ruling over herstructurering en omzetting van VZW. Ruling over herstructurering en omzetting van VZW

Voorzieningen. Roel Van Hemelen Docent Actuaclub Fiscaliteit

Rolnummer Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T

Hof van Cassatie van België

Ontbinding en vereffening

BNP PARIBAS FORTIS FILM FINANCE NV NAAMLOZE VENNOOTSCHAP

Hof van Cassatie van België

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen dd. 16 december 2005

Hof van Cassatie van België

Rolnummer Arrest nr. 156/2010 van 22 december 2010 A R R E S T

Planning the Year End

ENKELE MOGELIJKHEDEN OM NOG TE GENIETEN VAN VERLAAGDE ROERENDE VOORHEFFING

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Federale Overheidsdienst

Wetgeving inzake het Diamant Stelsel (gecoördineerde wettekst)

Notionele intrestaftrek

TETRALERT - TAX VERVOLG VAN DE FISCALE HERVORMINGEN VAN DI RUPO I : WET VAN 13 DECEMBER EN VAN 27 DECEMBER 2012

Hof van Cassatie van België

Ondernemingsgegevens. Identificatiegegevens van de onderneming AANGIFTE IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING AANSLAGJAAR 2014

De berekening van de 80%-grens gebeurt op basis van verscheidene parameters die hieronder toegelicht worden.

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/

Invloed van het buitengerechtelijk minnelijk akkoord of de gerechtelijke reorganisatie op de schulden en vorderingen. Ontwerpadvies 2010/X

DIVIDEND Wanneer moet u een dividend toekennen? Wanneer mag u geen dividend toekennen? Wanneer fiscaal gezien een goede keuze?

Hof van Cassatie van België

WETGEVER TREEDT OP TEGEN VOORDELEN IN DE VORM VAN AANDELEN DIE EEN BUITENLANDSE VENNOOTSCHAP TOEKENT AAN WERKNEMERS IN BELGIE

Hof van Cassatie van België

BESTEMMING VAN HET RESULTAAT

Hof van Cassatie van België

Aftrek voor risicokapitaal

Analyse van de nieuwe adviezen van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen inzake fusies en (partiële) splitsingen

niet verbeterde kopie

Transcriptie:

Ontvangen abnormaal of goedgunstig voordeel Antwerps hof van beroep verwerpt standpunt fiscus over minimumbelasting Fiscale Actualiteit 2013 nr. 02, pag. I-4, L7.OL.2OI3 Volgens de fiscus vormt een ontvangen abnormaal of goedgunstig voordeel (bv. de uitgespaarde rente doordat men een gratis lening krijgt)alt jd een minimale belastbare basis. Het hof van beroep te Antwerpen verwerpt dat standpunt nu. De redenering is dat artikel2ot van het WIB 92 alleen de aftrekken regelt en dus geen nieuwe belastbaarheid kan instellen (Antwerpen 6 november 2012, L29L/lstsl. Artikel 2O7,lid 2 van het WIB 92 is voor de fiscus een belangrijk wapen in de strijd tegen abnormale winstverschuivingen tussen groepsvennootschappen. Die bepaling vermijdt dat vennootschappen het gedeelte van hun winst dat voortvloeit uit een ontvangen abnormaal of goedgunstig voordeel, kunnen neutraliseren door sommige fiscale aftrekken. Eind 2OO2, met de hervorming van de vennootschapsbelasting, werd het toepassingsgebied van die bepaling op twee vlakken verruimd. Vooreerst werd teruggekomen op de administratieve tolerantie om artikel 2O7,lid 2 niet toe te passen op voordelen die zijn toegekend door buitenlandse vennootschappen (zie Fisc. Act. 2003, 38lLl. Voorts zou het niet meer mogelijk z'tjn om de ontvangen abnormale of goedgunstige voordelen af te zetten tegen het verlies van het belastbare tijdperk zelf (terwijl voordien enkel overgedragen verliezen uitgesloten werden). Minister neemt standpunt in Het aangepaste artikel 2O7,lid 2 van het WIB 92 blinkt echter n et u t in duidelijkheid, voornamelijk in sítuaties waar het onwangen abnormale of goedgunstige voordeel niet bestaat uit een opbrengst maar uit de besparing van een kost. Een kostenbesparing is immers in principe niet opgenomen in het fiscaal resultaat. ln 2004 lichtte de minister van Financiën toe, in antwoord op een parlementaire vraag, dat artikel 2O7,lid 2 volgens hem tot doel heeft dat ontvangen abnormale of goedgunstige voordelen steeds worden belast bij de genieter (zie Fisc. Act. 2OO4,32/Ll. Het ontvangen voordeel wordt in die zienswijze eerst u t de belastbare basis gehaald. Enkel op de overblijvende 'normale'winst worden vervolgens de fiscale aftrekken toegepast. ln de laatste stap wordt dan het voordeel opnieuw bij de belastba re basis gevoegd. ln zijn antwoord illustreerde de minister z'rjn ziensw'rjze aan de hand van vier cijfervoorbeelden Hypothese A B c D Opbrengsten 500 L 510 TL Kosten (s10) (11) (soo) (1)

t:, Resultaat van het belastbare tijdperk (na eerste bewerking) (10) (10) 10 10 Ontvangen voordeel 20 20 20 20 Antwoord van de minister Belastbare grondslag 20 20 20 20 Over te dragen verlies (30) (30) (10) (10) Die zienswijze werd steeds bekritiseerd in de rechtsleer (bv. P. Lion en L. Meeus in Fisc. 2OO4, afl. qq??l ln ziin rntu nr r l ozl {a minicfar r an Einrn iän rrn {rt hai rrlr la ul Jra {nalina vuuvl rr 6 r rn Yqrr la vç rr,^+ñ^r,â' ryuléçyur r,â. ryqj ô6ñ minim Im lral:cflrara h cic +a aä an;.lia ha +aa+ ^m elrqjtvqtç vqjtj rs Lrçrrçrr ute wçjtqql "i+ utl ].^+ ItEL uttlvott6,gt ^h+r,^^â^^ outijt ^L-^--^l^ IItdlE t ^fl goedgunstige voordeel. Dat staat nochtans niet n de wettekst zelf. Daarin is alleen sprake van een verbod om enkele fiscale aftrekken af te zetten tegen het resultaat dat voortkomt uit de ontvangen abnormale of goedgunstige voordelen. Vennootschap krijgt renteloze lening Het hof van beroep te Antwerpen kreeg de volgende casus voorgelegd. Tijdens aanslagjaren 2006 tot 2008 kende vennootschap B een lening toe aan verbonden vennootschap A (die overgedragen verl ezen had). De lening was renteloos, waardoor A een kost bespaarde die zij onder normale omstand gheden had gedragen. De fiscus riep de artikelen 79 en2o7,lid 2 van het WIB 92 in en stelde dat vennootschap A een abnormaal of goedgunstig voordeel ontvangen had van een verbonden onderneming omdat ze renteloos kon lenen. De administratie berekende voor elk aanslagjaar het verkregen voordeel aan de hand van de aard van het krediet, het bedrag en de loopt'rjd ervan en het risico voor de kredietverstrekker. ln casu beschouwde de fiscus de lening als een rekening-courantverhouding en paste de gemiddelde rentetarieven toe zoals gepubliceerd door de Nationale Bank. Voor aanslagjaar 2006 resulteerde dat in een belasting van het ontvangen voordeel, ook al was het boekhoudkundig resultaat in dat jaar lager dan de waarde van het onwangen voordeel. Voor aanslagjaren 2007 en 2008 had vennootschap A een negatief fiscaal resultaat. Ook voor die jaren belastte de fiscus het ontvangen voordeel. Die aanslag is in lijn met het standpunt van de minister van Financiën zoals hierboven verduidelijkt. De rechtbank van eerste aanleg had die aanslag bevestigd (Rb. Antwerpen 29 april 2011, rolnr. 0e/7e73lAl. Hof venuerpt standpunt f scus Maar het Antwerpse hof van beroep kan zich niet vinden in het antwoord van de minister van Fínanciën ((voor zoverre daarin zonder meer gesteld wordt dat minstens een bedrag, gelijk aan het verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel belastbaar moet worden gesteld>. Want artikel 207

van het WIB 92 staat in het hoofdstuk over de <gemene bepalingen betreffende de in artikel 199 tot 206 omschreven aftrekken>. Volgens het hof kan aan dat artikel geen ruimere draagwijdte worden gegeven dan de bepaling van de omvang en de regels van de aftrekken die kunnen worden verricht van de belastbare grondslag die bepaald wordt overeenkomstig artikelen 183 en volgende van het wtb 92. Ontvangen voordeel niet als opbrengst geboekt (kostenbesparing) Zoals het geval was in de voorliggende casus, gebeurt het zeer vaak dat de ontvangen abnormale of goedgunstige voordelen niet geboekt z'rjn als opbrengst. Als de vennootschap het voordeel niet had ontvangen, dan had ze een kost moeten boeken (in casu rentebetalingen), wat geleid had tot een lager fiscaal resultaat. Het arrest bespreekt hoe artikel 2O7,lid 2 van het WIB 92 moet worden toegepast in een geval waar een kost werd uitgespaard (renteloze lening). ln het arrest verduidelijkt het hof hoe artikel 2O7,lid 2 in die situatie toepassing kan vinden in drie hypotheses : als het fiscaal resultaat van het boekjaar positief is, kunnen vorige verliezen niet worden verrekend ten belope van het ontvangen abnormale of goedgunstige voordeel. Toepassing van artikel 2O7,lid 2 heeft dan tot gevolg dat het fiscaal resultaat niet kan worden verminderd met de vorige verliezen in de mate dat het resultaat voortkomt uit een onwangen abnormaal of goedgunstig voordeel; <<indien het positief resultaat van het boekjaar kleiner is dan het bedrag van de vorige verliezen>, dan mag volgens het hof het ontvangen voordeel niet aan de belastbare grondslag worden toegevoegd, ook al suggereert de minister van wel. Het hof overweegt dat het voordeel immers al tot uiting komt in de belastbare grondslag, zoals die uit het boekhoudkundig resultaat blijkt. Als er in die hypothese geen abnormaal of goedgunstig voordeel genoten was, dan zou de vennootschap de betrokken kost wel hebben betaald. Als gevolg daarvan zou het resulaat lager zijn geweest. Als de wetgever de bedoeling zou hebben om dergelijke ontvangen abnormale of goedgunstige voordelen op te nemen in de belastbare grondslag, dan zou - aldus het hof - een aanpassing nodig zijn aan de bepalingen van het wetboek die de belastinggrondslag vastleggen (afdeling 2). Die ingreep is echter nooit doorgevoerd. Dus moeten we terugvallen op de algemene regel, namelijk dat de winsten belastbaar zijn zoals die blijken uit de boekhouding; als het fiscaal resultaat negatief is, komt men niet toe aan de verrekening van fiscale aftrekken. ln dat geval zal het verlies van het boekjaar overgedragen worden naar een volgend boekjaar. Ook in die hypothese kan het ontvangen abnormale of goedgunstige voordeel niet afzonderlijk worden belast. Het enige gevolg van artikel 2O7,lid 2 is dat, als het voordeel niet was ontvangen (maar hetzelfde bedrag onder een andere vorm in het fiscaal resultaat zou zitten), het bedrag aan over te dragen verliezen hoger geweest zou z'rjn, aldus het hof. Die hypotheses kunnen worden geïllustreerd aan de hand van het volgende cijfervoorbeeld :

Hypothese A B c Ontvangen voordeel wegens uitgespaarde kost 20 60 20 Boekhoudkundig resultaat IHoewel er geen concrete boeking aan beantwoordt, zit het voordeel onrechtstreeks wel in het boekhoudkundig resultaat. Het hof gaat ervan uit dat het boekhoudkundig resultaat lager zou zijn als het voordeel niet zou zijn ontvangen (er zou dan een rente opgenomen zijn in kosten, met een lager resultaat tot gevolg).1 110 50 (10) Overgedragen verliezen vorig jaar (100) (1oo) (L00) Verrekenbare verliezen (s0) 0 0 Belastbare basis volgens fiscus 20 60 20 Þalrclhrra slrqjrvs u hrcic vqjrj rrnlaanc uvråv rr hnf rrvr 2A Ef.ì n Over te dragen verliezen volgens fiscus (10) (110) (130) Over te dragen verliezen volgens hof (10) (100) (110) De concrete toepassing op het voorliggende geval van de bovenvermelde principes betekent dat het positief fiscaal resultaat in aanslagjaar 2006 belastbaar blijft (hypothese B hierboven). Het fiscale resultaat kan niet worden verminderd met fiscaal overgedragen verliezen omdat het ontvangen abnormale of goedgunstige voordeel hoger is dan het boekhoudkundige resultaat. Anderzijds wordt het bedrag van de fiscaal overdraagbare verliezen niet gecorrigeerd. ln aanslagjaar 2007 en 2008 wordt het negatieve resultaat van het boekjaar overgedragen naar een volgend boekjaar en blijft het saldo aan vorige verliezen bestaan (hypothese C hierboven). Hof sluit zich aan bij kritiek in rechtsleer Dit arrest is bij ons weten het eerste arrest waarin het standpunt van de minister van Financiën niet wordt b'rjgetreden. Het standpunt van het hof slu t aan bij eerdere kritiek in de rechtsleer, waarbij werd overwogen dat de interpretatie van de fiscus weliswaar aansluit bij de doelstelling van de wetgever, maar niet verenigbaar is met de tekst zelf van de wet en evenmin met de plaats die artikel 207 inneemt in het Wetboek van de lnkomstenbelastingen (zie Fisc. Act. 2004, 32/L). Die auteurs haalden eerder al aan dat het inderdaad moeilijk in te zien valt hoe de toepassing van een wettelijke bepaling die zich in de structuur van het wetboek situeert in het hoofdstuk over de fiscale aftrekposten (en over de gevallen waarin die aftrek geweigerd wordt), kan leiden tot een belastbare grondslag die hoger is dan de grondslag die overblijft vóór de toepassing van deze aftrekposten. Bij het ter perse gaan loopt de term'rjn nog voor het instellen van de cassatievoorziening, zodat nog niet bekend ls of dit een eindarrest is. Tot slot : hoewel dit geval een voordeel betreft dat bestaat in een uitgespaarde kost, gaat het hof ook kort in op het geval van een voordeel dat bestaat in een ontvangen meerprijs. Daar komen we in een volgend artikel op terug.

Nico Demeyere Senior Associate Robin Minjauw Associate Tiberghien Advocaten