Rolnummer Arrest nr. 156/2010 van 22 december 2010 A R R E S T

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rolnummer 4878. Arrest nr. 156/2010 van 22 december 2010 A R R E S T"

Transcriptie

1 Rolnummer 4878 Arrest nr. 156/2010 van 22 december 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 289bis, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey en P. Nihoul, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter M. Melchior, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, wijst na beraad het volgende arrest : * * *

2 2 I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 15 februari 2010 in zake de nv «De Zeven Linden» tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 februari 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : «Schendt artikel 289bis, 2, WIB 1992, zoals ingevoegd door artikel 15 van de wet van 20 december 1995 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen (B.S. 23 december 1995) en gewijzigd bij artikel 28 van de wet van 4 mei 1999 houdende diverse fiscale bepalingen (B.S. 12 juni 1999), het gelijkheidsbeginsel zoals verwoord in de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat vennootschappen die beantwoorden aan de kenmerken van een KMO, maar wiens aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen voor ten minste de helft in het bezit zijn van één of meer andere vennootschappen (zijnde geen door de Nationale Raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen), worden uitgesloten van de toepassing van het belastingkrediet van artikel 289bis, 2, WIB 1992, terwijl vennootschappen die eveneens beantwoorden aan de kenmerken van een KMO, maar waarvan minder dan de helft van de aandelen in handen zijn van één of meer andere vennootschappen, wel kunnen genieten van het belastingkrediet van artikel 289bis, 2, WIB 1992?». Memories zijn ingediend door : - de nv «De Zeven Linden», met zetel te 8200 Brugge, Graaf Pierre de Brieylaan 17; - de Ministerraad. Op de openbare terechtzitting van 24 november 2010 : - zijn verschenen :. Mr. B. Westen loco Mr. A. Verbist, advocaten bij de balie te Gent, voor de nv «De Zeven Linden»;. Mr. J. Van der Perre, advocaat bij de balie te Brugge, voor de Ministerraad; - hebben de rechters-verslaggevers E. De Groot en J. Spreutels verslag uitgebracht; - zijn de voornoemde advocaten gehoord; - is de zaak in beraad genomen. De bepalingen van voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989 met betrekking tot de rechtspleging en het gebruik van de talen werden toegepast.

3 3 II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil De vordering voor de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge heeft betrekking op een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2006 die werd gevestigd ten name van de nv «De Zeven Linden», eisende partij in het bodemgeschil. De eisende partij voor de verwijzende rechter had voor dat aanslagjaar tijdig een aangifte ingediend en de aanslag werd gevestigd overeenkomstig de aangifte. In navolging van het arrest nr. 162/2006 van het Grondwettelijk Hof van 8 november 2006 diende de eisende partij een bezwaarschrift in omdat zij meende dat zij, overeenkomstig het voormelde arrest, thans in aanmerking kwam voor het belastingkrediet. Voormeld bezwaarschrift werd evenwel afgewezen. Het is tegen die afwijzigingsbeslissing dat de vordering wordt ingesteld. Overeenkomstig artikel 289bis, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) wordt een belastingkrediet verrekend met de op grond van artikel 215, tweede lid, van het WIB 1992 berekende vennootschapsbelasting. Evenwel werd de belasting van de eisende partij voor de verwijzende rechter niet berekend overeenkomstig artikel 215, tweede lid, van het WIB 1992, maar overeenkomstig artikel 215, eerste lid, van het WIB 1992, omdat de eisende partij niet beantwoordde aan de bijkomende voorwaarde van artikel 215, derde lid, 2, van het WIB De verwijzende rechter merkt evenwel op dat de vragen die door het Grondwettelijk Hof werden beantwoord in het arrest nr. 162/2006 het grensbedrag betroffen van de belastbare winst als voorwaarde voor het verlaagde tarief in artikel 215, tweede lid, van het WIB 1992, waarnaar wordt verwezen in artikel 289bis, 2, van het WIB Artikel 215, derde lid, van het WIB 1992 schrijft evenwel nog andere criteria voor om het verlaagde tarief van artikel 215, tweede lid, van het WIB 1992 te kunnen genieten. De verwijzende rechter is van oordeel dat de pertinentie van het bijkomende criterium van artikel 215, derde lid, 2, van het WIB 1992 dient te worden beoordeeld door het Grondwettelijk Hof en stelt dienvolgens de bovenvermelde prejudiciële vraag. III. In rechte - A - A.1.1. De eisende partij voor de verwijzende rechter merkt allereerst op dat om te bepalen welke vennootschappen voor de toepassing van artikel 289bis, 2, van het WIB 1992 in aanmerking komen, de wetgever verwijst naar de voorwaarden van het verlaagde opklimmende tarief in de vennootschapsbelasting (artikel 215, tweede lid, van het WIB 1992). Om het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting te kunnen genieten, is vereist dat het belastbaar inkomen niet meer dan euro bedraagt en dat de vennootschap niet onder de uitsluitingen van artikel 215, derde lid, van het WIB 1992 valt. Overeenkomstig artikel 215, derde lid, 2, van het WIB 1992 is het verlaagde belastingtarief niet van toepassing op vennootschappen waarvan de aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen voor ten minste de helft in het bezit zijn van een of meer andere vennootschappen, die geen door de Nationale Raad voor de Coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen zijn. A.1.2. Rekening houdend met het arrest nr. 162/2006 van het Grondwettelijk Hof dient te worden vastgesteld dat de verwijzing naar artikel 215, tweede lid, geen pertinent criterium is om na te gaan of een vennootschap beantwoordt aan de kenmerken van een kmo. Evenwel wordt door het Hof in voormeld arrest tevens vastgesteld dat er sommige kmo s zijn die, hoewel zij een belastbare winst hebben verwezenlijkt die minder bedraagt dan dat grensbedrag, het verlaagde tarief niet genieten omdat zij niet voldoen aan de andere voorwaarden van artikel 215 van het WIB Het criterium «al dan niet het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting genieten» (artikel 215, tweede lid, van het WIB 1992) is, volgens de eisende partij voor de verwijzende rechter, geen pertinent criterium voor het al dan niet verlenen van een belastingkrediet, ongeacht het feit dat het verlaagde tarief geweigerd wordt omdat de winst een bepaald bedrag overschrijdt of omdat de andere voorwaarden van artikel 215 van het

4 4 WIB 1992 niet vervuld zijn. De doelstelling van de wetgever was immers de aangroei van het eigen vermogen van de kmo s te bevorderen en de autofinanciering ervan aan te moedigen. De beperking van het belastingkrediet tot de vennootschappen die het verlaagde tarief inzake de vennootschapsbelasting genieten, werd evenwel slechts verantwoord door loutere budgettaire bekommernissen. Het aandelenbezit van een vennootschap is niet pertinent om na te gaan of het al dan niet een vennootschap met de kenmerken van een kmo betreft. De toepassing van het in de wet gehanteerde onderscheidingscriterium leidt ertoe dat sommige kmo-vennootschappen het belastingkrediet niet kunnen genieten, hoewel zij vanuit economisch oogpunt en met toepassing van de criteria van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen kmo s zijn. A.1.3. Als laatste element voert de eisende partij voor de verwijzende rechter aan dat ook de Ministerraad in zijn memorie te kennen geeft dat het toegepaste onderscheidingscriterium niet pertinent is ten aanzien van de doelstelling om kmo s te begunstigen en dat artikel 289bis, 2, van het WIB 1992 in die mate de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. A.2.1. Volgens de Ministerraad is de eerste vraag die dient te worden beantwoord, de vraag of de uitsluitingsgrond betreffende het bezit van aandelen in handen van een of meer vennootschappen pertinent en relevant is voor het doel van de wetgever dat erin bestaat het oneigenlijke gebruik van de vennootschapsvorm te verhinderen dat zuiver door fiscale redenen is ingegeven. In tweede instantie kan de vraag worden gesteld of de uitsluitingsgrond tevens pertinent is ten aanzien van het doel van artikel 289bis, 2, van het WIB De Ministerraad voert aan dat om budgettaire redenen het toepassingsgebied van het belastingkrediet diende te worden beperkt. De uitsluitingsbepalingen waarin artikel 215, derde lid, 1 tot 6, van het WIB 1992 voorziet, werden ingevoerd om ervoor te zorgen dat vooral de kleine en middelgrote ondernemingen in aanmerking kwamen voor het verlaagde tarief. A.2.2. Het is, volgens de Ministerraad, de wetgever toegestaan het oprichten van vennootschappen uit hoofdzakelijk fiscale overwegingen te ontmoedigen. Maar of dat criterium tevens als pertinent en relevant kan worden beschouwd voor het al dan niet toestaan van het belastingkrediet overeenkomstig artikel 289bis, 2, van het WIB 1992, is zeer de vraag. Teneinde een gelijke behandeling voor alle belastingplichtigen te verzekeren heeft de belastingadministratie besloten een instructie te laten verschijnen waarin het standpunt zou worden uiteengezet dat in het kader van de hangende geschillen, het belastingkrediet zou worden toegestaan aan vennootschappen die voldoen aan de criteria van kleine vennootschappen zoals bedoeld in artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen. - B - B.1.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 289bis, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992), zoals ingevoegd bij artikel 15 van de wet van 20 december 1995 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen en gewijzigd bij artikel 28 van de wet van 4 mei 1999 houdende diverse fiscale bepalingen. Artikel 289bis, 2, zoals het van toepassing was in het geschil voor de verwijzende rechter, bepaalt : «Met de overeenkomstig artikel 215, tweede lid, berekende vennootschapsbelasting wordt een belastingkrediet verrekend van 7,5 %, met een maximum van EUR, van het positieve verschil tussen :

5 5 - het in geld gestorte kapitaal op het einde van het belastbare tijdperk; - en het hoogste bedrag van het op het einde van enig belastbaar tijdperk in geld gestorte kapitaal dat vroeger werd weerhouden om het verlenen van het belastingkrediet te bepalen, of bij het ontbreken daarvan het op het einde van één van de drie voorafgaande belastbare tijdperken bereikte hoogste bedrag ervan. In geval van overdracht door de aandeelhouders, bestuurders, zaakvoerders of vennoten van de vennootschapcessionaris van hetzij goederen die voorheen werden aangewend voor hun beroepswerkzaamheid, hetzij aandelen die deel uitmaken van hun vermogen, hetzij goederen die hebben toebehoord aan een vennootschap waarvan zij aandeelhouders, bestuurders, zaakvoerders of vennoten zijn of geweest zijn, wordt enkel het bedrag van het in geld gestorte kapitaal dat de overdrachtprijs overschrijdt in aanmerking genomen voor de toepassing van het eerste lid. Hetgeen voorafgaat is eveneens van toepassing op de overdracht gedaan door een natuurlijke of rechtspersoon die in eigen naam maar voor rekening van een hiervoor vermelde persoon handelt». B.1.2. Artikel 289bis, 2, van het WIB 1992 is bij artikel 15 van de wet van 22 juni 2005 tot invoering van een belastingaftrek voor risicokapitaal opgeheven. Die opheffing, die pas in werking is getreden vanaf het aanslagjaar 2007, is zonder belang voor de onderhavige zaak. B.2. Met artikel 289bis, 2, van het WIB 1992 heeft de wetgever een stelsel van belastingkrediet ingevoerd met als doel «de autofinanciering van de kleine en middelgrote ondernemingen te begunstigen» (Parl. St., Kamer, , nr. 208/1, p. 2) en aldus een antwoord te bieden op «een aanbeveling van de Europese Commissie waarin de Lid-Staten worden verzocht de toename van het eigen vermogen van de K.M.O. s aan te moedigen» (Parl. St., Senaat, , nr /4, p. 8). Tijdens de parlementaire voorbereiding is verklaard : «Het reserveren van winst geeft reeds aanleiding tot toepassing van progressieve verlaagde tarieven inzake vennootschapsbelasting. Enkel de inbrengen van nieuw kapitaal dienden nog te worden aangemoedigd. Dit is het doel van de maatregel» (Parl. St., Senaat, , nr /4, p. 8)». «Tegenwoordig gaat iedereen ermee akkoord dat de kleine en middelgrote ondernemingen een beslissende rol kunnen spelen in het kader van de heropleving van de economische activiteit en van de werkgelegenheid.

6 6 Dit is de reden waarom de regering meent dat het aangewezen is de autofinanciering van deze ondernemingen te begunstigen en dit zowel in hoofde van individuele ondernemingen (handels-, nijverheids- of landbouwondernemingen, vrije beroepen, ) als in hoofde van bepaalde vennootschappen (vennootschappen die recht hebben op de toepassing van de verlaagde tarieven in de vennootschapsbelasting)» (Parl. St., Kamer, , nr. 208/1, p. 2). B.3.1. Het door de in het geding zijnde bepaling ingevoerde belastingkrediet kan enkel worden toegekend aan die vennootschappen waarvan de vennootschapsbelasting wordt berekend overeenkomstig artikel 215, tweede lid, van het WIB 1992, te weten overeenkomstig het verlaagde tarief inzake vennootschapsbelasting. Artikel 215 van het WIB 1992, zoals toegepast in het geschil voor de verwijzende rechter, bepaalt : «Het tarief van de vennootschapsbelasting bedraagt 33 pct. Wanneer het belastbare inkomen niet meer dan EUR bedraagt, wordt de belasting evenwel als volgt vastgesteld : 1 op de schijf van 0 tot EUR : 24,25 pct.; 2 op de schijf van EUR tot EUR : 31 pct.; 3 op de schijf van EUR tot EUR : 34,5 pct. Het tweede lid is niet van toepassing : 1 op vennootschappen, andere dan door de Nationale Raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen, die aandelen bezitten waarvan de beleggingswaarde meer bedraagt dat 50 pct., hetzij van de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal, hetzij van het gestort kapitaal verhoogd met de belaste reserves van de geboekte meerwaarden. In aanmerking komen de waarde van de aandelen en het bedrag van het gestorte kapitaal, de reserves en de meerwaarden op de dag waarop de vennootschap die de aandelen bezit haar jaarrekening heeft opgesteld. Om te bepalen of de grens van 50 pct. overschreden is, worden de aandelen, die ten minste 75 pct. vertegenwoordigen van het gestorte kapitaal van de vennootschap die de aandelen heeft uitgegeven, niet in aanmerking genomen; 2 op vennootschappen waarvan de aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen voor ten minste de helft in het bezit zijn van één of meer andere vennootschappen en die geen door de Nationale Raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen zijn; 3 op vennootschappen waarvan de dividenduitkering hoger is dan 13 pct. van het gestorte kapitaal bij het begin van het belastbare tijdperk;

7 7 4 op vennootschappen, andere dan door de Nationale Raad voor de coöperatie erkende coöperatieve vennootschapen, die ten laste van het resultaat van het belastbare tijdperk niet aan ten minste één van hun bedrijfsleiders een bezoldiging hebben toegekend die gelijk is aan of hoger is dan het belastbare inkomen van de vennootschap, wanneer die bezoldiging minder bedraagt dan EUR; 5 op vennootschappen die deel uitmaken van een groep waartoe een coördinatiecentrum behoort als vermeld in het koninklijk besluit nr. 187 van 30 december 1982 betreffende de oprichting van coördinatiecentra; [ ]». Enkel vennootschappen waarvan de jaarlijks belastbare winst niet meer bedraagt dan euro en die niet uitdrukkelijk zijn uitgesloten op basis van artikel 215, derde lid, van het WIB 1992, komen in aanmerking voor het verlaagde tarief inzake vennootschapsbelasting en kunnen derhalve de maatregel van het belastingkrediet genieten. B.3.2. De prejudiciële vraag heeft betrekking op het toepassingscriterium zoals bepaald in artikel 215, derde lid, 2, van het WIB 1992, omdat dit niet op adequate wijze ertoe zou kunnen leiden kmo s te onderscheiden van de andere vennootschappen. Aldus zullen vennootschappen die beantwoorden aan de kenmerken van een kmo, niet in alle gevallen het belastingkrediet genieten maar alleen wanneer het vennootschappen betreft waarvan de aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen voor minder dan de helft in het bezit zijn van een of meer andere vennootschappen, die geen door de Nationale Raad voor de Coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen zijn. B.4.1. Met betrekking tot de doelstelling, zoals beschreven in B.2, vermeldt de parlementaire voorbereiding : «[De wetgever heeft,] met ingang van het aanslagjaar 1997, [ ] aan de vennootschappen die recht hebben op de in artikel 215, tweede lid, W.I.B vermelde verlaagde tarieven, een nieuw fiscaal voordeel verleend dat verbonden is met de toename van het eigen vermogen en dat de vorm aanneemt van een belastingkrediet van 7,5 %, met een maximum van frank. Met de toename van het eigen vermogen wordt de verhoging bedoeld van het in geld gestorte maatschappelijke kapitaal op het einde van het belastbare tijdperk, ten opzichte van het hoogste bedrag bereikt door het in geld gestorte kapitaal op het einde van één van de drie voorafgaande belastbare tijdperken» (Parl. St., Kamer, , nr. 208/1, pp. 2-3).

8 8 Dat belastingkrediet is verrekenbaar met de vennootschapsbelasting. Een eventueel overschot is niet terugbetaalbaar, maar kan worden overgedragen, om te worden verrekend met de vennootschapsbelasting van de volgende drie aanslagjaren (artikel 292bis van het WIB 1992, zoals van toepassing in het geschil voor de verwijzende rechter). B.4.2. De beperking van het belastingkrediet tot de vennootschappen die het verlaagde tarief inzake vennootschapsbelasting genieten, werd verantwoord door budgettaire bekommernissen : «De minister stipt aan dat de geplande maatregel oorspronkelijk, ook voor de middelgrote ondernemingen, een veel grotere aansporing was om het eigen vermogen te versterken. De weerslag op de begroting moest worden gecompenseerd door de afschaffing van de verlaagde tarieven voor de vennootschapsbelasting. Zodra de optie voor het behoud van die verlaagde tarieven een feit was, werd om voor de hand liggende budgettaire redenen, het toepassingsgebied van de maatregel beperkt en werd de financiële weerslag gecompenseerd [ ]» (Parl. St., Kamer, , nr. 208/8, p. 27). B.5. Ook al is het gerechtvaardigd dat de wetgever voor de kmo s in een afwijkend stelsel voorziet op grond van de doelstellingen die hij nastreeft, het Hof dient niettemin te onderzoeken of het criterium dat hij daarvoor gekozen heeft een onverantwoord verschil in behandeling tot gevolg heeft. Om bestaanbaar te zijn met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet moet het criterium waarop het in het geding zijnde verschil in behandeling berust, pertinent zijn ten opzichte van het onderwerp van de betrokken maatregel en het doel dat ermee wordt nagestreefd. B.6.1. Het verschil in behandeling berust op een objectief criterium, namelijk de vaststelling of het al dan niet een vennootschap betreft waarvan de aandelen voor ten minste de helft in het bezit zijn van een of meer andere vennootschappen, die geen door de Nationale Raad voor de Coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen zijn. B.6.2. Dat criterium is relevant ten aanzien van het in B.2 beschreven doel van de maatregel. De wetgever vermocht immers te oordelen dat de vennootschappen waarvan de aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen, voor ten minste de helft in het bezit zijn van andere vennootschappen, die niet door de Nationale Raad voor de Coöperatie zijn erkend, dochter- of zusterondernemingen zijn van andere industriële of financiële

9 9 vennootschappen en geen deel uitmaken van de kmo s waarvan hij, binnen de perken van de in B.4.2 vermelde budgettaire middelen en rekening houdend met de vaststelling dat de mogelijkheden tot autofinanciering doorgaans veel beperkter zijn voor kmo s dan voor andere vennootschappen (Parl. St., , DOC /001, p. 41), de autofinanciering wil begunstigen. De erkenning door de Nationale Raad voor de Coöperatie (in de veronderstelling dat de statuten en de werking van de vennootschappen «met de coöperatiebeginselen [ ] overeenstemmen» die zijn bedoeld in artikel 5 van de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor de Coöperatie) en het feit dat andere vennootschappen niet de meerderheid van hun kapitaal bezitten, kunnen vennootschappen die niet als kmo s zouden kunnen worden beschouwd, immers weren. Die twee voorwaarden kunnen aantonen dat de vennootschappen die eraan voldoen, deel uitmaken van de categorie van kmo s die de wetgever wou begunstigen. B.6.3. Rekening houdend met de doelstelling van de wetgever en met het feit dat hij maatregelen kan nemen om belastingontwijking, die zou kunnen bestaan in het gebruik van de vennootschapsvorm om zuiver fiscale redenen, tegen te gaan, is het niet onevenredig de gunst van het belastingkrediet uit te sluiten voor vennootschappen waarvan de aandelen voor ten minste de helft in het bezit zijn van een of meer andere vennootschappen, die geen door de Nationale Raad voor de Coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen zijn. Zo wilde de wetgever vermijden dat bepaalde vennootschappen zich zouden splitsen met de uitsluitende bedoeling het belastingkrediet te kunnen genieten. B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.

10 10 Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 289bis, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 schendt de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet niet, in zoverre het belastingkrediet niet wordt toegekend aan vennootschappen waarvan de aandelen voor ten minste de helft in het bezit zijn van één of meer andere vennootschappen, die geen door de Nationale Raad voor de Coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen zijn. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 22 december De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux M. Bossuyt

Rolnummer 5541. Arrest nr. 159/2013 van 21 november 2013 A R R E S T

Rolnummer 5541. Arrest nr. 159/2013 van 21 november 2013 A R R E S T Rolnummer 5541 Arrest nr. 159/2013 van 21 november 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 218, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op

Nadere informatie

Rolnummer 5942. Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T

Rolnummer 5942. Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T Rolnummer 5942 Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 218, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T Rolnummer 4100 Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 12, 1, en 253 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 2978 Arrest nr. 37/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 215, derde lid, 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4452 Arrest nr. 65/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vanaf het aanslagjaar

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T Rolnummer 5633 Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 «houdende invoering van een sociale

Nadere informatie

Rolnummer 4533. Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer 4533. Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T Rolnummer 4533 Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 3859 Arrest nr. 191/2006 van 5 december 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 728, 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

Rolnummer 4967. Arrest nr. 68/2011 van 5 mei 2011 A R R E S T

Rolnummer 4967. Arrest nr. 68/2011 van 5 mei 2011 A R R E S T Rolnummer 4967 Arrest nr. 68/2011 van 5 mei 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 3, eerste lid, 3, van het decreet van het Waalse Gewest van 27 mei 2004 tot invoering van

Nadere informatie

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T Rolnummer 4255 Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij artikel 29 van de wet

Nadere informatie

Rolnummer 5059. Arrest nr. 121/2011 van 30 juni 2011 A R R E S T

Rolnummer 5059. Arrest nr. 121/2011 van 30 juni 2011 A R R E S T Rolnummer 5059 Arrest nr. 121/2011 van 30 juni 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 46bis, derde lid, 1, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten,

Nadere informatie

Rolnummer 2138. Arrest nr. 118/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T

Rolnummer 2138. Arrest nr. 118/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T Rolnummer 2138 Arrest nr. 118/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 115bis van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, zoals ingevoegd bij de

Nadere informatie

Rolnummer 5552. Arrest nr. 161/2013 van 21 november 2013 A R R E S T

Rolnummer 5552. Arrest nr. 161/2013 van 21 november 2013 A R R E S T Rolnummer 5552 Arrest nr. 161/2013 van 21 november 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 378 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals vervangen bij artikel 380 van

Nadere informatie

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T Rolnummer 5726 Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd

Nadere informatie

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T Rolnummer 5847 Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 347-2 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. Het

Nadere informatie

Rolnummer 2576. Arrest nr. 146/2003 van 12 november 2003 A R R E S T

Rolnummer 2576. Arrest nr. 146/2003 van 12 november 2003 A R R E S T Rolnummer 2576 Arrest nr. 146/2003 van 12 november 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145/1, 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

Rolnummer 5606. Arrest nr. 43/2014 van 13 maart 2014 A R R E S T

Rolnummer 5606. Arrest nr. 43/2014 van 13 maart 2014 A R R E S T Rolnummer 5606 Arrest nr. 43/2014 van 13 maart 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1022, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek (vóór de wijziging ervan bij de wet van

Nadere informatie

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T Rolnummer 4418 Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 301, 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van

Nadere informatie

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T Rolnummer 4834 Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 82/2015 van 28 mei 2015 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 82/2015 van 28 mei 2015 A R R E S T Rolnummer 6141 Arrest nr. 82/2015 van 28 mei 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 171, 5, b), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Rolnummer 2268 Arrest nr. 29/2002 van 30 januari 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T Rolnummer 3677 Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 14bis, 3, van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

Rolnummer 5091. Arrest nr. 190/2011 van 15 december 2011 A R R E S T

Rolnummer 5091. Arrest nr. 190/2011 van 15 december 2011 A R R E S T Rolnummer 5091 Arrest nr. 190/2011 van 15 december 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 49 en 53, 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door

Nadere informatie

Rolnummer 5133. Arrest nr. 182/2011 van 1 december 2011 A R R E S T

Rolnummer 5133. Arrest nr. 182/2011 van 1 december 2011 A R R E S T Rolnummer 5133 Arrest nr. 182/2011 van 1 december 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 3, 5, derde lid, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk

Nadere informatie

Rolnummers 4293, 4294, 4295 en 4296. Arrest nr. 138/2008 van 22 oktober 2008 A R R E S T

Rolnummers 4293, 4294, 4295 en 4296. Arrest nr. 138/2008 van 22 oktober 2008 A R R E S T Rolnummers 4293, 4294, 4295 en 4296 Arrest nr. 138/2008 van 22 oktober 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 3, 1, b), en 9, 1, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke

Nadere informatie

Rolnummer 3284. Arrest nr. 169/2005 van 23 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3284. Arrest nr. 169/2005 van 23 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3284 Arrest nr. 169/2005 van 23 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 191, 14, 15, 15 quater en 15 quinquies, van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

Rolnummer 4604. Arrest nr. 143/2009 van 17 september 2009 A R R E S T

Rolnummer 4604. Arrest nr. 143/2009 van 17 september 2009 A R R E S T Rolnummer 4604 Arrest nr. 143/2009 van 17 september 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 90, 9, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

Rolnummer 5815. Arrest nr. 8/2015 van 22 januari 2015 A R R E S T

Rolnummer 5815. Arrest nr. 8/2015 van 22 januari 2015 A R R E S T Rolnummer 5815 Arrest nr. 8/2015 van 22 januari 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 145 24, 1, 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals het van toepassing

Nadere informatie

Rolnummer 4724. Arrest nr. 9/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4724. Arrest nr. 9/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4724 Arrest nr. 9/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 931, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 2499 Arrest nr. 20/2003 van 30 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

Nadere informatie

Rolnummer 4300. Arrest nr. 87/2008 van 27 mei 2008 A R R E S T

Rolnummer 4300. Arrest nr. 87/2008 van 27 mei 2008 A R R E S T Rolnummer 4300 Arrest nr. 87/2008 van 27 mei 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 104, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van

Nadere informatie

Rolnummer 4790. Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4790. Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4790 Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 73 van de programmawet (I) van 27 december 2006, gesteld door de Vrederechter van het

Nadere informatie

Rolnummer 2652. Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2652. Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2652 Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, 1, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Rolnummer 3958. Arrest nr. 13/2007 van 17 januari 2007 A R R E S T

Rolnummer 3958. Arrest nr. 13/2007 van 17 januari 2007 A R R E S T Rolnummer 3958 Arrest nr. 13/2007 van 17 januari 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Aarlen.

Nadere informatie

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T Rolnummer 4499 Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals dat artikel

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T Rolnummer 4725 Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel

Nadere informatie

Rolnummer 4024. Arrest nr. 42/2007 van 15 maart 2007 A R R E S T

Rolnummer 4024. Arrest nr. 42/2007 van 15 maart 2007 A R R E S T Rolnummer 4024 Arrest nr. 42/2007 van 15 maart 2007 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 102 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, ingesteld door Réginald

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T Rolnummer 2881 Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, eerste lid, a), van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 1924 Arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het

Nadere informatie

Rolnummer 3134. Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T

Rolnummer 3134. Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T Rolnummer 3134 Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 3, 2, van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst, vóór de opheffing

Nadere informatie

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T Rolnummer 2847 Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de

Nadere informatie

Rolnummer 4880. Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T

Rolnummer 4880. Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T Rolnummer 4880 Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij

Nadere informatie

Rolnummer Arrestnr. 20/2017 van 16 februari 2017 ARREST

Rolnummer Arrestnr. 20/2017 van 16 februari 2017 ARREST Rolnummer 6359 Arrestnr. 20/2017 van 16 februari 2017 ARREST In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 82 en 83. eerste lid, van de programmawet van 10 augustus 2015, ingesteld door de nv

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

Rolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5855 Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13, tweede lid, van de wet van 3 juli 1967 betreffende preventie van of de schadevergoeding

Nadere informatie

Rolnummer 6260. Arrest nr. 80/2016 van 25 mei 2016 A R R E S T

Rolnummer 6260. Arrest nr. 80/2016 van 25 mei 2016 A R R E S T Rolnummer 6260 Arrest nr. 80/2016 van 25 mei 2016 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 132bis en 136 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

Rolnummer 5076. Arrest nr. 173/2011 van 10 november 2011 A R R E S T

Rolnummer 5076. Arrest nr. 173/2011 van 10 november 2011 A R R E S T Rolnummer 5076 Arrest nr. 173/2011 van 10 november 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 15 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T Rolnummer 4550 Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel.

Nadere informatie

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4237 Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 34, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T Rolnummer 5297 Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 38, 5, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Vrederechter van het kanton Eupen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Vrederechter van het kanton Eupen. Rolnummer 6119 Arrest nr. 39/2016 van 10 maart 2016 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Vrederechter van het kanton Eupen. Het

Nadere informatie

Rolnummer 4875. Arrest nr. 144/2010 van 16 december 2010 A R R E S T

Rolnummer 4875. Arrest nr. 144/2010 van 16 december 2010 A R R E S T Rolnummer 4875 Arrest nr. 144/2010 van 16 december 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 329bis, 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 5264. Arrest nr. 24/2012 van 16 februari 2012 A R R E S T

Rolnummer 5264. Arrest nr. 24/2012 van 16 februari 2012 A R R E S T Rolnummer 5264 Arrest nr. 24/2012 van 16 februari 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 38, 5, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk

Nadere informatie

Rolnummer 4717. Arrest nr. 15/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4717. Arrest nr. 15/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4717 Arrest nr. 15/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 50 van het Wetboek der successierechten, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

Nadere informatie

Rolnummer 5148. Arrest nr. 38/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T

Rolnummer 5148. Arrest nr. 38/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T Rolnummer 5148 Arrest nr. 38/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145/24, 1, vijfde lid, eerste streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992,

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T Rolnummer 5127 Arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T Rolnummers 6797 en 6800 Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel III.26 van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Vrederechter

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie

Rolnummer 1448. Arrest nr. 10/2000 van 2 februari 2000 A R R E S T

Rolnummer 1448. Arrest nr. 10/2000 van 2 februari 2000 A R R E S T Rolnummer 1448 Arrest nr. 10/2000 van 2 februari 2000 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 51, 1, 3, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, gesteld door

Nadere informatie

Rolnummer 4495. Arrest nr. 49/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T

Rolnummer 4495. Arrest nr. 49/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T Rolnummer 4495 Arrest nr. 49/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 128, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 8 van de wet

Nadere informatie

Rolnummer 4285. Arrest nr. 86/2008 van 27 mei 2008 A R R E S T

Rolnummer 4285. Arrest nr. 86/2008 van 27 mei 2008 A R R E S T Rolnummer 4285 Arrest nr. 86/2008 van 27 mei 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 7, 1, 2, c), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T Rolnummer 2704 Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende

Nadere informatie

Rolnummer 5007. Arrest nr. 124/2011 van 7 juli 2011 A R R E S T

Rolnummer 5007. Arrest nr. 124/2011 van 7 juli 2011 A R R E S T Rolnummer 5007 Arrest nr. 124/2011 van 7 juli 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 361 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 69/2014 van 24 april 2014 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 69/2014 van 24 april 2014 A R R E S T Rolnummer 5621 Arrest nr. 69/2014 van 24 april 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 36/24 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de

Nadere informatie

Berekening van de belasting

Berekening van de belasting Berekening van de belasting Gewoon stelsel van aanslag Afzonderlijke aanslagen Berekening van de belasting HOOFDSTUK III : BEREKENING VAN DE BELASTING Art. 215-219bis Afdeling I : Gewoon stelsel van aanslag

Nadere informatie

Rolnummer 4035. Arrest nr. 61/2007 van 18 april 2007 A R R E S T

Rolnummer 4035. Arrest nr. 61/2007 van 18 april 2007 A R R E S T Rolnummer 4035 Arrest nr. 61/2007 van 18 april 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 44, tweede lid, van de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord, gesteld door

Nadere informatie

Rolnummer 2005. Arrest nr. 121/2001 van 10 oktober 2001 A R R E S T

Rolnummer 2005. Arrest nr. 121/2001 van 10 oktober 2001 A R R E S T Rolnummer 2005 Arrest nr. 121/2001 van 10 oktober 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van de titel en van het beroep

Nadere informatie

Rolnummers 5482, 5507 en 5519. Arrest nr. 100/2013 van 9 juli 2013 A R R E S T

Rolnummers 5482, 5507 en 5519. Arrest nr. 100/2013 van 9 juli 2013 A R R E S T Rolnummers 5482, 5507 en 5519 Arrest nr. 100/2013 van 9 juli 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 134 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de

Nadere informatie

Rolnummer 3966. Arrest nr. 29/2007 van 21 februari 2007 A R R E S T

Rolnummer 3966. Arrest nr. 29/2007 van 21 februari 2007 A R R E S T Rolnummer 3966 Arrest nr. 29/2007 van 21 februari 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1410, 1, 4, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding

Nadere informatie

Rolnummer 4496. Arrest nr. 50/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T

Rolnummer 4496. Arrest nr. 50/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T Rolnummer 4496 Arrest nr. 50/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 57, 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T Rolnummer 5401 Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 6 van de wet van 19 januari 2012 tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen. Rolnummer 5607 Arrest nr. 40/2014 van 6 maart 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen. Het Grondwettelijk

Nadere informatie

Rolnummer 2192. Arrest nr. 67/2002 van 28 maart 2002 A R R E S T

Rolnummer 2192. Arrest nr. 67/2002 van 28 maart 2002 A R R E S T Rolnummer 2192 Arrest nr. 67/2002 van 28 maart 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep

Nadere informatie

Rolnummer 4101. Arrest nr. 20/2008 van 21 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4101. Arrest nr. 20/2008 van 21 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4101 Arrest nr. 20/2008 van 21 februari 2008 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 12 en 14 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 mei 2006 houdende diverse

Nadere informatie

Rolnummer 2460. Arrest nr. 90/2003 van 24 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2460. Arrest nr. 90/2003 van 24 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2460 Arrest nr. 90/2003 van 24 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 308, eerste lid, en 309, eerste lid, 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T Rolnummer 1144 Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de gecoördineerde wetten van 12 juli 1978 betreffende het accijnsregime van alcohol, gesteld door de Correctionele

Nadere informatie

Rolnummer 2661. Arrest nr. 121/2004 van 7 juli 2004 A R R E S T

Rolnummer 2661. Arrest nr. 121/2004 van 7 juli 2004 A R R E S T Rolnummer 2661 Arrest nr. 121/2004 van 7 juli 2004 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 18, eerste lid, 2 en 3, van de wet van 22 augustus 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg,

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 579, 1, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 579, 1, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. Rolnummer 5056 Arrest nr. 144/2011 van 22 september 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 579, 1, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. Het

Nadere informatie

Rolnummer 5084. Arrest nr. 194/2011 van 22 december 2011 A R R E S T

Rolnummer 5084. Arrest nr. 194/2011 van 22 december 2011 A R R E S T Rolnummer 5084 Arrest nr. 194/2011 van 22 december 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 353ter, eerste lid, 3, van de programmawet (I) van 24 december 2002, ingevoegd bij

Nadere informatie

Rolnummer 4958. Arrest nr. 95/2011 van 31 mei 2011 A R R E S T

Rolnummer 4958. Arrest nr. 95/2011 van 31 mei 2011 A R R E S T Rolnummer 4958 Arrest nr. 95/2011 van 31 mei 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 152 en 185 van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de Correctionele Rechtbank

Nadere informatie

Rolnummer 4430. Arrest nr. 14/2009 van 5 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4430. Arrest nr. 14/2009 van 5 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4430 Arrest nr. 14/2009 van 5 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 82, 5, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld door het Arbeidshof

Nadere informatie

Rolnummer 4995. Arrest nr. 86/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T

Rolnummer 4995. Arrest nr. 86/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T Rolnummer 4995 Arrest nr. 86/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Rolnummer 5864. Arrest nr. 39/2015 van 19 maart 2015 A R R E S T

Rolnummer 5864. Arrest nr. 39/2015 van 19 maart 2015 A R R E S T Rolnummer 5864 Arrest nr. 39/2015 van 19 maart 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 7, 2, 4, van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde

Nadere informatie

Rolnummer 1602. Arrest nr. 6/2000 van 19 januari 2000 A R R E S T

Rolnummer 1602. Arrest nr. 6/2000 van 19 januari 2000 A R R E S T Rolnummer 1602 Arrest nr. 6/2000 van 19 januari 2000 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 38 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door de Arbeidsrechtbank te

Nadere informatie

Rolnummers 4519 en 4522. Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T

Rolnummers 4519 en 4522. Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T Rolnummers 4519 en 4522 Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : - de prejudiciële vraag betreffende artikel 4, derde tot vijfde lid, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande

Nadere informatie

Rolnummer 3781. Arrest nr. 125/2006 van 28 juli 2006 A R R E S T

Rolnummer 3781. Arrest nr. 125/2006 van 28 juli 2006 A R R E S T Rolnummer 3781 Arrest nr. 125/2006 van 28 juli 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 42, 1, tweede lid, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent. Rolnummer 2926 Arrest nr. 186/2004 van 16 november 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 2525. Arrest nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 A R R E S T

Rolnummer 2525. Arrest nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 A R R E S T Rolnummer 2525 Arrest nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 371 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4055 Arrest nr. 16/2007 van 17 januari 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties,

Nadere informatie

Rolnummers 4545 en 4546. Arrest nr. 112/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummers 4545 en 4546. Arrest nr. 112/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T Rolnummers 4545 en 4546 Arrest nr. 112/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 366 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vóór de

Nadere informatie

Rolnummer 5263. Arrest nr. 151/2012 van 13 december 2012 A R R E S T

Rolnummer 5263. Arrest nr. 151/2012 van 13 december 2012 A R R E S T Rolnummer 5263 Arrest nr. 151/2012 van 13 december 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 334 van de programmawet van 27 december 2004, zoals gewijzigd bij artikel 194 van

Nadere informatie

Rolnummer 4247. Arrest nr. 34/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4247. Arrest nr. 34/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4247 Arrest nr. 34/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 250 en 275, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 88 van

Nadere informatie