Basisfiche Tijdige ambulante opvolging na ontslag... 3. Beschrijving en Achtergrond van de Indicator... 3. Definities... 3. Relatie tot Kwaliteit...



Vergelijkbare documenten
TIJDIGE AMBULANTE OPVOLGING NA ONTSLAG. Jürgen De Fruyt / OG Continuïteit & Coördinatie

BasisFiche Keizersneden Beschrijving en Achtergrond van de Indicator Definitie Relatie tot Kwaliteit Technische Fiche...

Heropname op E-dienst Moeder & Kind

Opname pasgeborenen op N* en NIC Moeder & Kind

Borstvoeding bij ontslag Moeder & Kind

BasisFiche AMI sterfte Beschrijving en Achtergrond van de Indicator Definitie Relatie tot Kwaliteit Technische Fiche...

6/11/2012. Wat is case management? Case management. Case management en ontslagmanagement in algemene en psychiatrische ziekenhuizen

1.2 Nederlandstalige functiebeschrijving van ontslagmanagement in de psychiatrische ziekenhuizen 1

QI Ongeplande heropnames Ziekenhuisbreed

(1) Vragen over de vragenlijst

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q.

Een volledig geneesmiddelenvoorschrift

Een volledig geneesmiddelenvoorschrift

Vlaams Indicatoren Project VIP² GGZ: Vlaamse Patiënten Peiling psychiatrische afdeling

Vlaamse Kwaliteitsindicatoren. Moeder en Kind Dirk De Wachter TTP & Agentschap Zorg en Gezondheid

De Sociale plattegrond

Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes

KWALITEITSINDICATOREN IN DE GGZ: CONCRETE WERKWIJZE. dr. Kris Van den Broeck, data-analist VIP²-GGZ

Aandeel revisies van heupprotheses binnen de vijf jaar na

Vlaamse Patiënten Peiling GGZ

FAQ. (1) Vragen over de vragenlijst

Overleg rond de psychiatrische patiënt in de thuissituatie

2. Identificatiegegevens van de patiënt. Handtekening van de patiënt* De patiënt verklaart akkoord te zijn met de organisatie van dit overleg

SAMENWERKINGSPROTOCOL:

Club 107. voor een vernieuwde GGZ in de regio Mechelen Rupelstreek. een initiatief van GGALIMERO

Een volledig geneesmiddelenvoorschrift

QI Ongeplande heropnames Ziekenhuisbreed

Maxi feedback Alle ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Begeleidingsplan: in het kader van het Overleg rond een Patiënt met een Psychiatrische Problematiek SEL Zorgregio Gent vzw - RIZIV nr.

BasisFiche Indicator: suïcidepreventiebeleid Beschrijving en Achtergrond van de Indicator Definities Relatie tot Kwaliteit...

Aanvraagformulier Multidisciplinair Overleg voor psychiatrische patiënt

Maxi feedback Subacute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren in de palliatieve zorg in Vlaanderen. Kathleen Leemans

Vlaamse Patiënten Peiling GGZ

ONTWIKKELINGSGROEP PATIËNTVEILIGHEID

METHODOLOGIE & TECHNISCHE FICHE KWALITEITSINDICATOR POSTOPERATIEVE MORTALITEIT RECTUMKANKER ( )

Met de zesde staatshervorming is de bevoegdheid voor de moeder-kindeenheden naar Vlaanderen overgeheveld.

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken

INTRODUCTIE: VLAAMS INDICATOREN PROJECT GGZ

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu ~~

PRIT praat INTERSECTORAAL. 12 december 2013

VAN DE ONTWIKKELING VAN KWALITEITSINDICATOREN TOT VERBETERING VAN ZORGKWALITEIT: EEN OVERZICHT

Vlaamse Patie nten Peiling pediatrie ouders 0.1 Ziekenhuisbrede indicatoren

Programma. 1. Historie. Noord Holland Noord. 2. Zorg voor EPA. Kenmerk (toen) 1. Historie. Ambulantiseren

Antibioticaprofylaxe bij implantatie van een (permanente) pacemaker

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Handleiding benchmarkrapport MPG

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken

Antibioticaprofylaxe bij hysterectomie. % verblijven voor een hysterectomie waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen

Netwerk Geestelijke Gezondheid ADS. Situering Netwerkdag 25 januari 2019 Vanessa De Roo Netwerkcoördinator Netwerk GG ADS

MPG DEEL 2 STRUCTUURGEGEVENS EN GEREALISEERDE VERPLEEGDAGEN PER KENLETTER VAN BEHANDELDIENST

Betreft de visie van de thuiszorgsector rond opname en ontslag management

Antibioticaprofylaxe bij het plaatsen van een totale heupprothese

Vlaamse Patiënten Peiling GGZ

Vitaal bedreigde patiënt: de structuur van het spoed interventie systeem

Vlaamse Patiënten Peiling dagziekenhuis. Ziekenhuisbrede indicatoren

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen

Patië ntidëntificatië

Basisvereisten Handhygiëne

Projectinformatie Code Z. Continuïteit van zorg bij Ongeplande opname van mensen met Dementie in het Ziekenhuis

De Sociale plattegrond

De suïcidale patiënt. op de Intensieve Zorgafdeling. van PZ Sint-Camillus.

HANDLEIDING INDICATORENONTWIKKELING

ADVIES BETREFFENDE DE TOEKOMSTIGE ONTWIKKELING VAN DE PSYCHIATRISCHE ZORG IN DE THUISSITUATIE IN DE SECTOR VAN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Begeleidingsplan: in het kader van het Overleg rond een Patiënt met een Psychiatrische Problematiek SEL Zorgregio Gent vzw - RIZIV nr.

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ

Klinisch Pad Suïcidepreventie

BIJGEWERKTE COÖRDINATIE

MPG DEEL 4 STEEKPROEFGEGEVENS

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis

Toegewezen functieclassificatie voor verpleegkundige geestelijke gezondheidzorg in een ziekenhuis

Het begeleidingsplan is het speerpunt van het overleg rond de psychiatrische patiënt. Dit begeleidingsplan:

Triage GR Vangnet of zeef? 12 februari 2016 Aafke de Groot

FAQ. (1) Vragen over de vragenlijst

Inclusie Chronic Care

Dossier kandidaatstelling pilootprojecten thuishospitalisatie

Werkinstructies voor de CQI Spierziekten

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg

Kwaliteitsindicatoren Patientveiligheid. Dr Chris Bervoets

TANDEMplus, het mobiele crisisteam van HERMESplus T REGISTRATIECIJFERS

Parkinsonzorg en behandeling in Groningen, Maartenshof

Goed gebruik van indicatoren

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten

Sonja Pauwels Psychiatrisch verpleegkundige Team psychisch zorgverlenen Witgele Kruis Oost-Vlaanderen

DETECTIE EN BEHANDELING VAN SUÏCIDAAL GEDRAG

Indicatorenset Nierstenen. Uitvraag ziekenhuizen/zbc s over verslagjaar 2018

Werkinstructies voor de CQI Mammacare

De effectieve samenwerking tussen de gespecialiseerde crisisopvang voor middelenmisbruik en de mobiele crisisteams

Kwaliteitsindicatoren in verband met de preventie, diagnostiek en behandeling van hyperbilirubinemie bij de pasgeborene, geboren na een

DE ADMINISTRATEUR-GENERAAL VAN HET AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID,

PATIËNTENPARTICIPATIECULTUUR OP MICRONIVEAU IN ALGEMENE EN PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN

RESULTAAT BIJ 1 JAAR FOLLOW-UP VAN EERSTE PSYCHIATRISCHE OPNAMES IN EENZELFDE VOORZIENING: MPG REGISTRATIEPERIODE

INTERNE INDICATOREN BEHORENDE BIJ DE RICHTLIJN ASPECIFIEKE LAGE RUGKLACHTEN

RESULTATEN VIP² GGZ CGG PRISMA VZW -

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

De ontwikkeling van een heropnamemodel. Corine Penning, Jan van der Laan, Agnes de Bruin (CBS) Landelijke Themabijeenkomst Heropnamen DHD

Begeleidingsplan: in het kader van het Overleg rond een Patiënt met een Psychiatrische Problematiek SEL Zorgregio Gent vzw - RIZIV nr.

Bijlage 5 zorginkoopbeleid Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg

Risico-indicatoren. Basisset Geestelijke Gezondheidszorg, Verslavingszorg en Forensische zorg. Utrecht, december 2013

Transcriptie:

Tijdige ambulante opvolging na ontslag Continuï teit en coo rdinatie TABEL 1 INFORMATIE Naam Tijdige ambulante opvolging na ontslag Domein Continuïteit en coördinatie Identificatie Procesindicator Auteur Kris Van den Broeck Datum 18/09/2015 Versie 1.1 Status Concept INHOUD Basisfiche Tijdige ambulante opvolging na ontslag... 3 Beschrijving en Achtergrond van de Indicator... 3 Definities... 3 Relatie tot Kwaliteit... 4 Technische Fiche... 5 Type Indicator... 5 Bron... 5 Inclusie... 5 Exclusie... 5 Noemer... 5 Teller... 5 Detailindicatoren... 6 Meetprotocol Tijdige ambulante opvolging na ontslag... 7 Welke variabelen worden gevraagd?... 7 Hoe worden de gegevens gemeten of bepaald?... 7 Meetfrequentie... 7 Eenmaal per jaar... 7 Meetperiode... 7 De meetperiode beslaat een gans kalenderjaar.... 7 Meetmethode... 7 Wie is de doelgroep?... 7 Hoe wordt de steekproef geselecteerd?... 7 Wie registreert de variabelen?... 8 Hoe worden de gegevens ingevoerd of gecodeerd?... 8 Hoe wordt de kwaliteit van registratie gecontroleerd?... 8

2 Tijdige ambulante opvolging na ontslag Continuïteit en coördinatie Wanneer en Hoe worden de gegevens aan de TTP bezorgd?... 8 Verwerking Tijdige ambulante opvolging na ontslag... 9 Formaat Gegevensbestand... 9 Aanmaak Basisset voor verwerking... 9 (Kleine Cellen Analyse)... 9 Statistische Verwerking... 9 Risico Aanpassingen (risk adjustment)... 9 Feedback Tijdige ambulante opvolging na ontslag... 10 Rapportagefrequentie... 10 Inhoud van de Rapportage... 10 Formaat Rapportage... 10 Validatie Tijdige ambulante opvolging na ontslag... 11 Aanpak Inhoudelijke Validatie... 11 Resultaat Inhoudelijke Validatie... 11 Aanpak Validatie en Haalbaarheid Meetprotocol... 11 Resultaat Validatie en Haalbaarheid Meetprotocol... 11 Contacten Tijdige ambulante opvolging na ontslag... 12 Samenstelling Ontwikkelingsgroep... 12 Samenstelling Kerngroep... 12 Samenstelling Validatieteam... 12 Literatuur en Referenties Tijdige ambulante opvolging na ontslag... 13 Overzicht van Bijlagen Tijdige ambulante opvolging na ontslag... 14

Continuïteit en coördinatie Basisfiche Tijdige ambulante opvolging na ontslag 3 BASISFICHE BESCHRIJVING EN ACHTERGROND VAN DE INDICATOR Ontslag na een opname in een psychiatrisch ziekenhuis (PZ) of op een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (PAAZ) is niet zelden destabiliserend. Immers, patiënten worden dan geacht opnieuw zelfstandig(er) het leven aan te kunnen, soms met net aangeleerde vaardigheden en in een oude, suboptimale context. Patiënten blijken in die periode tevens minder medicatietrouw (Tiihonen, Haukka, Taylor, Haddad, Patel, & Korhonen, 2011). Dat kortelings ontslagen patiënten meer suïcidaal gedrag stellen (Hermann & Mattke, 2004; Meehan et al., 2006) illustreert hoe lastig de overgang kan zijn. Kwalitatief goede zorg gaat dan ook verder dan de begeleiding aangeboden in het PZ of op de PAAZ. Ontslagmanagement maakt daar integraal deel van uit, en dat start best al bij het begin van de opname (Goossens, César, Collard, Gosset, & Moons, 2010). De bedoeling is om tijdig te voorzien in zorgprocessen op maat van de patiënt die naadloos aansluiten op het zorgproces in het ziekenhuis. Voor veel patiënten is een ambulante zorgverlener uitermate geschikt om een vinger aan de pols te houden na ontslag en om ondersteuning te bieden bij het verdere behandeltraject. Inderdaad, een goede ontslagregeling verkleint de kans op een snelle heropname (Steffen, Kösters, Becker, & Puschner, 2009). Een snel ambulant contact na ontslag werkt verder therapietrouw in de hand (Steffen et al., 2009), en kan vermoedelijk suïcides voorkomen (Meehan et al., 2006). In de lijn met internationale voorbeelden (Fisher, Spaeth-Rublee, & Pincus, 2013), beoogt de indicator beschreven in deze fiche een idee te geven van de continuïteit van zorg, gerealiseerd bij patiënten die ontslagen worden uit een psychiatrische ziekenhuisdienst naar de thuissituatie of een thuisvervangende situatie. Concreet brengt deze indicator jaarlijks het aandeel patiënten per deelnemende voorziening in kaart dat binnen de 30 dagen volgend op ontslag uit een PZ of PAAZ contact heeft met een ambulante zorgverlener. In een eerste fase (2016) kijken we enkel naar contacten bij huisartsen en psychiaters. In een volgende fase (vanaf 2017) worden ook contacten met medewerkers van centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG s) in rekening gebracht. In functie van de ontwikkelingen op het terrein (toegevoegde nomenclatuurnummers, meer volledige en meer compatibele registraties, ) kunnen eventueel later ook andere vormen van ambulante psychiatrische zorg (bijvoorbeeld: vrijgevestigde psychologen-psychotherapeuten, psychiatrische thuiszorg, andere ambulante contacten in het kader van artikel 107, ) worden geïncludeerd. DEFINITIES Ambulante zorgverlener: Binnen het bestek van deze indicator hebben we het over een GGZ-hulpverlener die ambulante nomenclatuurprestaties aanrekent en/of tewerkgesteld is in een CGG. Latere uitbreidingen zijn mogelijk. Prestaties op een dienst spoedgevallen van een AZ worden niet beschouwd als ambulante contacten. Continuïteit van zorg: De mate van verwantschap tussen voorgaande en huidige zorg, in overeenstemming met de

4 Basisfiche Tijdige ambulante opvolging na ontslag therapeutische en persoonlijke behoeften van de patiënt (vrij vertaald naar Bass & Windle, 1972; Haggerty, Reid, Freeman, Starfield, Adair, & Mckendry, 2003). Ontslagmanagement: De fasische en gestructureerde ontslagvoorbereiding die start bij opname in het ziekenhuis, waarbij voor patiënten met een complexe of continuïteitsproblematiek en hun mantelzorger(s) een geïndividualiseerd zorgpakket, interdisciplinair en in overleg met externe hulpverleners wordt samengesteld en uitgevoerd. Dit zorgpakket omvat zowel klinische, organisatorische als financiële aspecten, en beoogt een optimale re-integratie in het thuismilieu. De methodiek van dit zorgproces wordt gecoördineerd en opgevolgd door de ontslagmanager (Moons et al., 2005). Binnen het bestek van deze indicator gaat het in essentie over een klinische opvolging, eerst bij een huisarts of een psychiater, en later ook in een CGG. Ontslag uit een psychiatrische ziekenhuisdienst: Hiermee bedoelen we een daadwerkelijk ontslag (en geen interne transfer) uit het ziekenhuis, gekoppeld aan de administratieve kennisgeving van het ontslag aan de verzekeringsinstelling middels document 727. Psychiatrische ziekenhuisdienst: De diensten met bedden met kenletter A (observatie en behandeling volwassenen), T (behandeling volwassenen), K (observatie en behandeling kinderen), IB (intensieve behandeling), of Tfb (gezinsplaatsing intra-muros). Voor de definitie van een psychiatrische ziekenhuisdienst wordt verwezen naar de omschrijvingen in de Gecoördineerde Wet op de Ziekenhuizen dd 10/7/2008; de Bijzondere normen toepasselijk op de dienst neuropsychiatrie: kenletters A, T, K en Tfb (resp. bijlagen art. N18, art. N19, art. N17 bij KB dd 23/10/1964 en het KB dd 10/4/1991 houdende de vaststelling van de normen waaraan de functie van de psychiatrische gezinsverpleging moet voldoen om te worden erkend); en de Bijzondere normen toepasselijk op de dienst voor intensieve behandeling van psychiatrische patiënten: kenletter IB (KB dd 10/3/2008, art. 2). Binnen het bestek van deze indicator zijn bedden of plaatsen met kenletters Sp, a, t en k zijn uitgesloten (voor argumentatie, zie verder, bij exclusie). Thuissituatie: Het thuismilieu van de patiënt (eigen woning of inwonend bij) Thuisvervangende situatie: Een collectieve woonvorm, waar de patiënt verblijft na een residentieel verblijf in het ziekenhuis: een woonzorgcentrum, een voorziening voor personen met een handicap, een klooster, een gevangenis, een voorziening in het kader van jongerenwelzijn, een initiatief beschut wonen, een psychiatrisch verzorgingstehuis, RELATIE TOT KWALITEIT De overgang van residentiële naar ambulante zorg is een kritische periode (cfrcf. supra). Het is dan ook belangrijk dat er vanuit de opname regelingen getroffen worden opdat de zorg verdergezet kan

Continuïteit en coördinatie Basisfiche Tijdige ambulante opvolging na ontslag 5 worden bij een ambulante zorgverlener. Deze ambulante zorgverlener evalueert de patiënt periodiek na de ziekenhuisopname (met bijzondere aandacht voor het suïciderisico, bijwerkingen van de behandeling en therapietrouw). Op die manier wordt geprobeerd terugval (met risico op heropname of suïcide) te voorkomen. Verder levert hij/zij ondersteuning bij het verdere behandeltraject. Wanneer de overgang niet optimaal verloopt, kan dit een negatieve impact hebben op (het behoud van) iemands herstel. Continuïteit van zorg is tevens een marker van patiëntgerichtheid; het draagt bij aan patiënttevredenheid (Jenkinson, Coulter, Bruster, Richards, & Chandola, 2002). TECHNISCHE FICHE TYPE INDICATOR Procesindicator BRON Intermutualistisch Agentschap (IMA; nomenclatuurcodes voor huisartsen en psychiaters) Vanaf 2017: + EPD-bestanden van de CGG s INCLUSIE Patiënten, ontslagen binnen het betreffend kalenderjaar van de betreffende psychiatrische ziekenhuisdienst. EXCLUSIE Patiënten bij wie de reden tot ontslag overlijden betreft, of die binnen de 30 dagen na ontslag overleden zijn Patiënten voor wie ontslag uit het PZ of de PAAZ gelijk staat aan een verwijzing naar een (ander) PZ, een (andere) PAAZ of een somatische afdeling. Patiënten bij wie het eerste ambulant contact een niet-gepland spoedcontact betreft. Patiënten die ingeschreven staan bij een wijk- of buurtgezondheidscentrum (reële huisartsencontacten zijn dan niet traceerbaar). Verblijven met kenletters a, t, en k zijn uitgesloten, gezien er veel onvolledige registraties (en dus missing values) zijn in de dataset. Ook de opnames in Sp-bedden worden uitgesloten, gezien de rol die andere specialisten dan psychiaters soms opnemen in deze behandelingen. NOEMER Het aantal patiënten, ontslagen binnen het betreffend kalenderjaar uit het betreffend PZ of de betreffende PAAZ, verminderd met de geëxcludeerde patiënten. TELLER Indicator 1: Het aantal patiënten, eveneens behorend tot de noemer, voor wie binnen de 30 dagen na ontslag (naar de thuissituatie of thuisvervangende situatie) een ambulant contact doorging bij hetzij de huisarts, hetzij de psychiater, hetzij een CGG (vanaf 2017).

6 Basisfiche Tijdige ambulante opvolging na ontslag Indicator 2: Indicator 3: Indicator 4: Het aantal patiënten, eveneens behorend tot de noemer, voor wie binnen de 30 dagen na ontslag (naar de thuissituatie of thuisvervangende situatie) een ambulant contact doorging bij de huisarts. Het aantal patiënten, eveneens behorend tot de noemer, voor wie binnen de 30 dagen na ontslag (naar de thuissituatie of thuisvervangende situatie) een ambulant contact doorging bij de psychiater. (Vanaf 2017) Het aantal patiënten, eveneens behorend tot de noemer, voor wie binnen de 30 dagen na ontslag (naar de thuissituatie of thuisvervangende situatie) een ambulant contact doorging bij een CGG. DETAILINDICATOREN /

Continuïteit en coördinatie Meetprotocol Tijdige ambulante opvolging na ontslag 7 MEETPROTOCOL WELKE VARIABELEN WORDEN GEVRAAGD? TABEL 2 INPUTFORMAAT Naam Beschrijving Dataformaat Variabele 1 Erkenningsnummer voorziening IMA (+CGG) Variabele 2 Code patiënt (Matching op) rijksregisternummer (IMA + CGG, daarna) gecodeerd Variabele 3 Ontslagdatum Datum (IMA) Variabele 4 Datum eerste contact bij een huisarts, volgend op ontslag Datum (IMA) Variabele 5 Datum eerste contact bij een psychiater, volgend op Datum (IMA) ontslag Variabele 6 Datum eerste contact bij een CGG, volgend op ontslag Datum (CGG) Variabele 7 Datum eerste contact bij een andere GGZ-hulpverlener, volgend op ontslag Datum (? / IMA?) HOE WORDEN DE GEGEVENS GEMETEN OF BEPAALD? MEETFREQUENTIE MEETPERIODE MEETMETHODE Eenmaal per jaar De meetperiode beslaat een gans kalenderjaar. De meting wordt retrospectief uitgevoerd aan de hand van de data van het IMA, in een latere fase gecombineerd met de bestanden van de CGG s (en evt. nog andere). De eerste outputgegevens voor deze indicator (2016, data 2013) worden volledig door het IMA aangeleverd. Voor latere berekeningen neemt de TTP 1x per jaar contact met het IMA en de databeheerders van de CGG-bestanden (en evt. van andere aanleverende organisaties). De afzonderlijke bestanden worden dan gecodeerd door een externe instantie, en vervolgens samengevoegd aan de hand van deze codes door de TTP, waarna de patiënten worden geselecteerd door toepassing van de exclusiecriteria. WIE IS DE DOELGROEP? Alle PZ s of PAAZ-en. HOE WORDT DE STEEKPROEF GESELECTEERD? Nvt

8 Meetprotocol Tijdige ambulante opvolging na ontslag WIE REGISTREERT DE VARIABELEN? Nvt - TTP HOE WORDEN DE GEGEVENS INGEVOERD OF GECODEERD? Nvt - TTP HOE WORDT DE KWALITEIT VAN REGISTRATIE GECONTROLEERD? Nvt - TTP WANNEER EN HOE WORDEN DE GEGEVENS AAN DE TTP BEZORGD? Nvt - TTP

Continuïteit en coördinatie Verwerking Tijdige ambulante opvolging na ontslag 9 VERWERKING FORMAAT GEGEVENSBESTAND Nvt. AANMAAK BASISSET VOOR VERWERKING Verschillende datasets worden samengevoegd, waarbij het gecodeerd rijksregisternummer (variabele 2) als sleutelvariabele dient. Na toepassing van de exclusieregels wordt de dataset als volgt verder voorbereid. Variabelen 8 duur tot huisartsenconsult en 9 duur tot psychiaterconsult worden berekend door het verschil te nemen tussen variabelen 4, resp. 5 en 3. Variabelen 10 tijdig contact huisarts en 11 tijdig contact psychiater zijn binaire variabelen met waarde 1 indien variabele 8, resp. 9 < 31 (dagen). Variabele 12 tijdig contact huisarts of psychiater is een binaire variabele met waarde 1 indien variabele 10 of 11 waarde 1 heeft. Per voorziening worden dan volgende indicatoren berekend: Indicator 1 = # cases waarvoor (variabele 12 = 1) / # cases totaal Indicator 2 = # cases waarvoor (variabele 10 = 1) / # cases totaal Indicator 3 = # cases waarvoor (variabele 11 = 1) / # cases totaal (KLEINE CELLEN ANALYSE) Nvt; elke voorziening zal beschikken over voldoende ontslagen op jaarbasis. STATISTISCHE VERWERKING Gemiddelde wordt berekend over alle soortgelijke (deelnemende) voorzieningen bij wijze van benchmark. RISICO AANPASSINGEN (RISK ADJUSTMENT) Nvt.

10 Feedback Tijdige ambulante opvolging na ontslag FEEDBACK RAPPORTAGEFREQUENTIE 1x per jaar INHOUD VAN DE RAPPORTAGE Indicator op niveau van de deelnemende voorziening, benchmark op basis van gemiddelde van soortgelijke voorzieningen. In een latere fase mogelijk trendanalyse. FORMAAT RAPPORTAGE /

Continuïteit en coördinatie Validatie Tijdige ambulante opvolging na ontslag 11 VALIDATIE AANPAK INHOUDELIJKE VALIDATIE In samenspraak met het IMA werden explorerende analyses uitgevoerd op de cijfers van 2013 om een idee te krijgen van het gebruik van ambulante zorg (in eerste instantie enkel huisartsen en psychiaters) na ontslag uit een PZ of een PAAZ. RESULTAAT INHOUDELIJKE VALIDATIE Aan de hand van deze analyses werd de cut-off voor tijdigheid op 30 dagen vastgelegd. Verder hebben we naar aanleiding van deze analyses besloten om (1) ontslagen patiënten die overlijden binnen de kritische periode niet te includeren, en (2) patiënten met een opname van 1 dag wel te includeren. AANPAK VALIDATIE EN HAALBAARHEID MEETPROTOCOL Idem aanpak inhoudelijke validatie. De matching-procedure werd uitgewerkt (maar nog niet getest). RESULTAAT VALIDATIE EN HAALBAARHEID MEETPROTOCOL De afgesproken werkwijze is in de eerste fase zeker haalbaar; de haalbaarheid van de matchingprocedure vormt vermoedelijk geen probleem. Een oefening hieromtrent is pas mogelijk na goedkeuring van het protocol door de Privacycommissie.

12 Contacten Tijdige ambulante opvolging na ontslag CONTACTEN SAMENSTELLING ONTWIKKELINGSGROEP Vicky Beyaert, Jan Bogaerts, Jan De Clercq, Jürgen De Fruyt, Eddy Deproost, Elke Desnyder, Frederick Dumarey, Bart Durnez, Heidi Erkens, David Fransen, Kaat Ghyselen, Birgit Gielen, Kim Jansen, Gülsah Kapsiz, Jessica Kellner, Gilbert Lemmens, Geert Lombaert, Lieven Lust, Vicky Matthysen, Marcia Poelman, Ragna Préal, Wannes Rambour, Bart Reynders, Leen Romme, Katrien Sorgeloos, Evert Speeckaert, An Staels, Anja Stijnen, Herwig Uytterlinde, Kris Van den Broeck, Guido Van Hamme, Ignace Van Neste, Jan Vandenberghen, Veronique Vercruyssen, Piet Vinken, Isabelle Voorspoels, Elies Vos, Jan Wouters, Yves Wuyts SAMENSTELLING KERNGROEP Jan De Clercq, directeur, Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg (FDGG); Jürgen De Fruyt, psychiater, Dienst Psychiatrie, AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV (voorzitter); Eddy Deproost, directeur patiëntenzorg, Kliniek Sint-Jozef Pittem (coördinator); Birgit Gielen, program manager, Intermutualistisch Agentschap; Lieven Lust, netwerkcoördinator, Netwerk Geestelijke Gezondheidszorg PRIT; Vicky Matthysen, hoodarts, ZNA PZ Stuivenberg Antwerpen; Ragna Préal, senior researcher, Intermutualistisch Agentschap; Wannes Rambour, psycholoog, voorzitter Stuurgroep Kwaliteit, CGG Noord-West-Vlaanderen; Herwig Uytterlinde, algemeen coördinator, initiatief Beschut Wonen Antwerpen; Kris Van den Broeck, psycholoog, data-analist VIP²-GGZ; Jan Vandenbergen, medische directe, CM; Veronique Vercruyssen, algemeen directeur, PSC Sint-Alexius Elsene; Jan Wouters, stafmedewerker patiëntenzorg, PC Broeders Alexianen Boechout; Yves Wuyts, stafmedewerker geestelijke gezondheidszorg, Zorgnet-Icuro. SAMENSTELLING VALIDATIETEAM Id. kerngroep

Continuïteit en coördinatie Literatuur en Referenties Tijdige ambulante opvolging na ontslag 13 LITERATUUR EN REFERENTIES Bass, R. D., & Windle, C. (1972). Continuity of care: An approach to measurement. American Journal of Psychiatry, 129, 110-115. Fisher, C. E., Spaeth-Rublee, B., & Pincus H. A. (2013). Developing mental health-care quality indicators: Toward a common framework. International Journal for Quality in Health Care, 25, 75-80. doi: 10.1093/intqhc/mzs074 Goossens, E., César, A., Collard, J., Gosset, C., & Moons, P. (2010). Ontslagmanagement in psychiatrische ziekenhuizen: eindrapport 2009 [Discharge management in psychiatric hospitals: Final report 2009]. Brussel: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu. Haggerty, J. L., Reid, R. J., Freeman, G. K., Starfield, B. H., Adair, C. E., & McKendry, R. (2003). Continuity of care: A multidisciplinary review. BMJ, 327, 1219-1221 Hermann, R., & Mattke, S. (2004). Selecting indicators for the quality of mental health care at the health systems level in OECD countries. OECD Health Technical Papers, n 17. doi: 10.1787/388745076135 Jenkinson, C., Coulter, A., Bruster, S., Richards, N., & Chandola, T. (2002). Patients experiences and satisfaction with health care: Results of a questionnaire study of specific aspects of care. Quality & Safety in Health Care, 11, 335-339. doi: 10.1136/qhc.11.4.335 Meehan, J., Kapur, N., Hunt, I. M., Turnbull, P., Robinson, J., Bickley, H., et al. (2006). Suicide in mental health in-patients and within 3 months of discharge. The British Journal of Psychiatry, 188, 129-134. doi: 10.1192/bjp.188.2.129 Moons, P., Cnuts, R., Decat, W., Goeminne, D., Halans, N., Verbeke, J., et al. (2005). Performantiemaatstaven voor ontslagmanagement. Een aanzet tot kwaliteitstoetsing [Performance measures for discharge management. A step towards quality assessment]. Acta Hospitalia, 54, 51-64. Moons, P., Steeman, E., Wouters, B., Indenkleef, S., Bollen, S., Manhaeve, D., et al. (1999). Effectiviteit van ontslagmanagement in de Belgische gezondheidszorg: Onderzoeksresultaten uit de algemene ziekenhuizen [Discharge management in belgian health care: Research data of general hospitals]. Acta Hospitalia, 39, 45-56. Steffen, S., Kösters, M., Becker, T., & Puschner, B. (2009). Discharge planning in mental health care: A systemic review of the recent literature. Acta Psychiatrica Scandinavica, 120, 1-9. doi: 10.1111/j.1600-0447.2009.01373.x Tiihonen, J., Haukka, J., Taylor, M., Haddad, P. M., Patel, M. X., & Korhonen, P. (2011). A nationwide cohort study of oral and depot antipsychotics after first hospitalization for schizophrenia. The American Journal of Psychiatry, 168, 603-609. doi: 10.1176/appi.ajp.2011.10081224

14 Overzicht van Bijlagen Tijdige ambulante opvolging na ontslag OVERZICHT VAN BIJLAGEN