SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP 08-06-2016 Toets brandveiligheid Toets brandveiligheid van het gebouw ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning Definitief.
Schiphol Hotel badhoevedorp T O E T S B R A N D V E I L I G H E I D 0 8. 0 6. 2 0 1 6 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 2 1.1 Uitgangspunten Bouwbesluit... 2 2. CONSTRUCTIEVE BRANDVEILIGHEID... 3 Hoofddraagconstructie... 3 Vluchtroutes... 3 Ontwerp Schiphol Hotel... 3 3. INDELING IN (SUB)BRANDCOMPARTIMENTEN... 4 3.1 Indeling (sub)brandcompartimenten... 4 3.2 Omvang (sub)brandcompartimenten... 4 3.3 Brandoverslag... 5 4 VLUCHTEN... 7 4.1 Vluchtroutes en loopafstanden... 7 4.2 Inrichten vluchtroutes... 9 Brand- en rookklasse... 9 5 OPVANG- EN DOORSTROOMCAPACITEIT... 10 5.1 Eisen opvang- en doorstroomcapaciteit... 10 Opvangcapaciteit... 10 Doorstroomcapaciteit... 10 5.2 Beoordeling opvangcapaciteit... 11 5.3 Beoordeling doorstroomcapaciteit... 11 Doorstroomcapaciteit hotelverdiepingen... 11 Doorstroomcapaciteit restaurant begane grond... 11 6 BRANDVEILIGHEIDSINSTALLATIES... 12 6.1 Brandmeld- en ontruimingsinstallatie... 12 6.2 Vluchtrouteaanduiding... 12 6.3 Noodverlichting... 13 6.4 Brandslanghaspels en blusmiddelen... 13 6.5 Panieksluiting... 13 7 BRANDVEILIGHEIDSVOORZIENINGEN TERREIN... 14 7.1 Opstelplaats en aanrijdroute brandweervoertuigen... 14 7.2 Bluswatervoorziening... 14 7.3 Droge blusleidingen... 15 8 CONCLUSIE... 16 Page 1
1 INLEIDING Dit rapport gaat in op de brandveiligheid van Schiphol Hotel te Badhoevedorp. Het rapport wordt opgesteld in het kader van de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen. Het gebouw wordt getransformeerd naar een logiesgebouw. Het ontwerp en de indeling in brandcompartimenten, overeenkomstig de bouwaanvraag tekeningen van IDEA Ontwerp BV, volgens de tekeningenlijst van 08-06-2016, zijn getoetst aan het Bouwbesluit. In dit rapport zijn tevens de volgende onderwerpen opgenomen uit de brief van Omgevingsdienst noordzeekanaalgebied, d.d. 8 juni 2016, met verzoek aanvullende gegevens: Gegevens m.b.t. brandveiligheid en rookproductie van materialen: indeling vluchtroutes in 4.1 en brand- en rookklassen materialen in 4.2. Gegevens m.b.t. brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduiding: zie hoofdstuk 6. Opstelplaats brandweer en plaats bluswatervoorzieningen: zie hoofdstuk 7. 1.1 Uitgangspunten Bouwbesluit Volgens het Bouwbesluit 2012 valt dit project onder de definitie verbouw. In het nieuwe Bouwbesluit mag voor verbouw vaak uitgegaan worden van het rechtens verkregen niveau, dat is het niveau van technische voorschriften of bouwvergunning van het bouwwerk (bij oprichting of verandering), met een minimum van de eisen voor bestaande gebouwen. Het gebouw dateert uit 2000, waarvoor de eisen uit het Bouwbesluit 1992 van kracht zijn. Afdeling 1, paragraaf 3, van dit Bouwbesluit gaat over brandveiligheid, waarbij grotendeels verwezen wordt naar de ministeriele regelingen. Stukken met betrekking tot de omgevingsvergunning ten tijden van de nieuwbouw zijn niet verstrekt; uit de bestaande tekeningen is op te maken dat het gebouw voorzien is van 3 trappenhuizen (2 aan de uiteinden en 1 in het midden), die hoogstwaarschijnlijk alle drie als vluchtroute dienden. Vanuit de kantoorruimten kon men via de gangen twee kanten op vluchten. De indeling van het gebouw (hotelkamers met een lange gang) en vluchtmogelijkheden blijven ongewijzigd, waarmee in de nieuwe situatie ook voldoen aan het niveau van de bouwvergunning bij oprichting. Voor de Bouwbesluit toets worden de eisen voor bestaande gebouwen als uitgangspunt aangehouden. Uitgangspunten met betrekking tot de indeling in brandcompartimenten en vluchtwegen, conform de eisen uit het Bouwbesluit 2012 voor bestaande gebouwen: Iedere hotelkamer is een beschermd subbrandcompartiment. Vanuit iedere hotelkamer moet men in 2 richtingen kunnen vluchten; indien maximaal 60 personen op een vluchtroute zijn aangewezen mag worden volstaan met 1 (beschermde) vluchtroute. Een brandcompartiment voor logiesfuncties is maximaal 1000m 2, voor overige functies maximaal 2000m 2. Installatieruimte met een vermogen >160kw is een apart brandcompartiment. Opslagruimten met brandbare stoffen (zoals linnenkamers) zijn aparte brandcompartimenten. Loopafstanden vanaf uitgang beschermd subbrandcompartiment tot uitgang brandcompartiment/buiten is max 30 meter, of max 70 meter wanneer uitgevoerd als beschermde route. Trappenhuis met een hoogte > 12,5 meter is een extra beveiligde vluchtroute. Page 2
2. CONSTRUCTIEVE BRANDVEILIGHEID Dragende constructie-onderdelen moeten zodanig zijn dat ze voldoende lang hun dragende functie blijven behouden in geval van een brand in een ander compartiment. Hoofddraagconstructie In afdeling 2.2 van het Bouwbesluit 2012 worden eisen gesteld aan de brandwerendheid tegen bezwijken van een bouwconstructie. Onder artikel 2.12 staat dat voor verbouw mag worden uitgegaan van het rechtens verkregen niveau. Er mag daarom worden uitgegaan van de mate van brandwerendheid van de huidige constructie, met een minimum van 30 minuten brandwerendheid voor bestaande gebouwen (artikel 2.14, lid 4). Aangezien het gebouw is opgedeeld in brandcompartimenten met een WBDBO van 60 minuten, wordt er van uitgegaan dat de hoofddraagconstructie ook 60 minuten brandwerend is. Vluchtroutes Vloeren en trappen waarover en vluchtroute voert mogen niet binnen 30 minuten bezwijken in het geval van een brand in een ander compartiment. Ontwerp Schiphol Hotel Het huidige gebouw is opgebouwd uit betonnen binnenspouwbladen 200 mm (met natuurstenen gevelplaten) en kanaalplaatvloeren 300 mm. Er worden geen wijzigingen aangebracht aan de hoofddraagconstructie. Hiermee zal zeker voldaan worden aan minimaal 60 minuten brandwerendheid. Page 3
3. INDELING IN (SUB)BRANDCOMPARTIMENTEN De indeling in (sub)brandcompartimenten is aangegeven op de tekeningen met kenmerk VSCB BA-51. 3.1 Indeling (sub)brandcompartimenten Op de tekeningen is te zien dat het gebouw is onderverdeeld in brandcompartimenten, iedere besloten ruimte ligt in een brandcompartiment. Ieder brandcompartiment is vervolgens ingedeeld in één of meer (beschermde) subbrandcompartimenten of verkeersruimten waardoor een beschermde vluchtroute voert. Verder is iedere hotelkamer een apart subbrandcompartiment. Daarnaast wordt het trappenhuis inclusief de liftschacht, techniekruimten en linnenkamers 60 minuten brandwerend afgescheiden. De schachten die door meerdere brandcompartimenten lopen, zijn eveneens 60 minuten brandwerend afgescheiden. Tevens is de keuken een apart brandcompartiment. Zie aanduiding in onderstaande figuur. Hiermee wordt aan de eisen voldaan. liften schacht linnenkamer keuken Figuur 1. (links) Uitsnede uit VSCB BA-51, 1e verdieping Figuur 2. (rechts) Uitsnede uit VSCB BA-51, begane grond 3.2 Omvang (sub)brandcompartimenten Volgens het Bouwbesluit, artikel 2.85, mag worden uitgegaan van het rechtens verkregen niveau. Volgens artikel 2.89 is de maximale oppervlakte van een brandcompartiment 1.000 m 2 voor logiesfuncties en 2.000 m 2 voor de overige functies in het gebouw. Ieder (beschermd) subbrandcompartiment is maximaal 1.000 m 2, conform artikel 2.99. Hier wordt aan voldaan; alle brandcompartimenten hebben een oppervlakte < 1.000 m 2. Alle doorvoeringen door een brandwerende scheiding dienen brandwerend afgewerkt te worden. Page 4
3.3 Brandoverslag Tussen (sub)brandcompartimenten mag geen brand over- of doorslaan via ramen, kieren, en dergelijke. Er is een aantal situaties waar een risico is op brandoverslag zonder brandwerende voorzieningen, zoals hieronder aangeduid. Situatie 1 Horizontaal van hotelkamers nummers #-10 naar naastgelegen lifthal (alle verdiepingen). De ramen van de hotelkamers bevinden zich dichtbij de lifthallen. De lifthallen zijn uitgerust als extra beschermde vluchtroute, er mag geen brand overslaan van de hotelkamers naar de lifthal. De kans op brandoverslag is in deze situatie groot. Om brandoverslag te voorkomen, worden de ramen van de betreffende hotelkamers uitgevoerd met een WBDBO > 30 minuten (zie paars in figuur hiernaast). Indien uit de brandoverslagberekeningen (nog uit te voeren) blijkt dat de huidige situatie voldoet, zijn er geen brandwerende voorzieningen (ramen in dit geval) nodig. Figuur 3. Uitsnede uit VSCB BA-51, 1 e verdieping Situatie 2 Horizontaal van hotelkamers nummers #-12 naar naastgelegen trappenhuis. Hiervoor geldt hetzelfde als situatie 1. Alle ramen van de betreffende hotelkamers (inclusief kozijnen) worden uitgevoerd met een WBDBO > 30 minuten (zie paars in figuur hiernaast), tenzij dit niet nodig blijkt uit de nog uit te voeren brandoverslagberekeningen. Figuur 4. Uitsnede uit VSCB BA-51, 1 e verdieping Situatie 3 Verticaal van de hotelkamers op de begane grond met balkon (0.02, 0.03, 0.05 t/m 0.08), BC-3, naar de bovengelegen hotelkamer (BC-4). Hier wordt de gevel met ramen vervangen door een doorlopende glaspui. Er wordt een dicht paneel geplaatst als borstwering, van minimaal 1m hoog, met een WBDBO van > 30 minuten (zie paars in figuur hiernaast). Hiermee wordt voldaan aan de eisen. Aandachtspunt is de aansluiting van de vloer op de puien/panelen; deze dient brandwerend afgedicht te worden i.v.m. risico op branddoorslag. Figuur 5. Uitsnede uit VSCB BA-31, doorsnede C-C Page 5
Situatie 4 Figuur 6 (links). Uitsnede uit VSCB BA-31, doorsnede C-C Figuur 7 (rechts). Uitsnede uit VSCB BA-45, detail V2 Verticaal van brandcompartiment 7 (4e) naar brandcompartiment 8 (5e verdieping). Gezien het oppervlakte van deze hotelkamer vleugel (568 m2) zijn de 4e en 5e verdieping aparte brandcompartimenten. De andere hotelvleugel op de 4e en 5e verdieping behoort tot hetzelfde brandcompartiment (BC-9). Het dichte deel tussen de openingen (inclusief aluminium kozijnen) is ca. 720 mm, wat een risico geeft op verticale brandoverslag. Om aan de eisen te voldoen wordt het dichte deel tussen de openingen aangepast naar 1,0 m hoogte. Indien uit de (nog uit te voeren) brandoverslagberekeningen blijkt dat in de nu ontworpen situatie aan de eisen wordt voldaan, dan zijn er geen aanpassingen nodig. Situatie 6 Verticale brandoverslag ter plaatse van de bestaande ramen. De borstwering van de bestaande situatie (die gehandhaafd blijft) is ca. 1.500 mm. Hier is geen risico op brandoverslag. Er zijn geen maatregelen nodig. Figuur 8. Uitsnede uit VSCB BA-31, doorsnede C-C Page 6
4 VLUCHTEN 4.1 Vluchtroutes en loopafstanden Voor de logiesfuncties mogen de loopafstanden vanaf het subbrandcompartiment tot de uitgang max 70 meter zijn wanneer uitgevoerd als beschermde vluchtroute, en anders max. 30 meter. Voor de bijeenkomstfuncties is deze maximale loopafstand 60 m. Aan deze loopafstanden wordt vanaf ieder subbrandcompartiment voldaan. Binnen de brandcompartimenten is de werkelijke loopafstand vanaf het punt in de ruimte tot de uitgang van het brandcompartiment nergens meer dan 30 m. Per verdieping is gekeken naar de vluchtmogelijkheden: Begane grond Vanaf het restaurant op de begane grond zijn er 2 vluchtmogelijkheden: één via de keuken, waarbij de vluchtroute vrij gehouden dient te worden, en één via lobby/hal naar buiten toe. De lobby/hal wordt uitgevoerd als extra beschermde vluchtroute, aangezien één van de vluchttrappen zich hier bevindt. Hiermee zijn er twee onafhankelijke vluchtroutes gecreëerd. Figuur 9. Uitsnede uit VSCB BA-51, begane grond Page 7
Vanaf de hotelkamers op de begane grond zijn er drie vluchtmogelijkheden: via de uiteinden van beide gangen, en via de hal naar buiten toe. Hiermee zijn er (ruim) voldoende vluchtmogelijkheden gecreëerd. Figuur 10. Uitsnede uit VSCB BA-51, begane grond 1 e t/m 4 e verdieping Op alle verdiepingen bevinden zich drie vluchttrappenhuizen: aan beide uiteinden, en één in het midden. Hierdoor is er vanuit iedere hotelkamer 2 onafhankelijke vluchtroutes. Het trappenhuis inclusief liften wordt uitgevoerd als extra beschermde vluchtroute, wat verplicht is gezien de hoogte van het gebouw. Hiermee wordt voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit. Figuur 11. Uitsnede uit VSCB BA-51, 2 e verdieping Page 8
4.2 Inrichten vluchtroutes Brand- en rookklasse Alle materialen moeten voldoen aan de brand- en rookklasse zoals aangegeven in de hieronder opgenomen tabel. Gebied Vereiste brand- en rookklasse Interieur (wanden) Vloeren Hotelkamers Ds2 Dfl s1f Kantoren Ds2 Dfl s1f Restaurant / publieke ruimten Ds2 Dfl s1f Gangzones verdiepingen Bs2 Dfl s1fl Trappenhuizen Bs2 Cfl s1fl Gangzones begane grond en kelder Bs2 Dfl s1fl Installatieruimten Cs2 Dfl s1fl Dit is als volgt te lezen, bijvoorbeeld de trappenhuizen: deze dienen te voldoen aan brandklasse B en aan rookklasse s2, bepaald conform de NEN-EN 13501-1. Voor de vloer geldt een brandklasse Cfl en een rookklasse s1fl. Page 9
5 OPVANG- EN DOORSTROOMCAPACITEIT Alle vluchtroutes moeten voldoende opvang- en doorstroomcapaciteit hebben. Uitgangspunt is dat een subbrandcompartiment binnen 1 minuut moet kunnen zijn ontruimd en dat het gehele gebouw binnen 15 minuten moet kunnen zijn ontruimd. 5.1 Eisen opvang- en doorstroomcapaciteit Voor bestaande bouw wordt in het Bouwbesluit gesteld dat er bij ministeriele regeling voorschriften kunnen worden gegeven over de capaciteit van een vluchtroute (artikel 2.118). Om in ieder geval zeker te zijn van voldoende opvang- en doorstroomcapaciteit is bij de bepaling uitgegaan van de eisen die gelden voor nieuwe gebouwen. Opvangcapaciteit Voor het aantal personen dat op een veilige plek kan worden opgevangen (opvangcapaciteit), moet volgens het Bouwbesluit worden uitgegaan van de volgende rekenwaarden: 4 personen per m 2 vloeroppervlakte voor een bordes; 0,9 personen per meter breedte van elke traptrede, bij een trap die minimaal 1,1 meter breed is en waarvan de breedte van het tredevlak minimaal 0,17 meter bedraagt; 0,5 personen per traptrede bij een trap met een breedte van minder dan 1,1 meter. Doorstroomcapaciteit Voor de doorstroomcapaciteit in een vluchtroute gelden volgens het Bouwbesluit de volgende rekenwaarden: 45 personen per meter breedte van een trap voor het overbruggen van een hoogteverschil van meer dan 1 meter en 90 personen per meter vrije breedte bij een hoogteverschil van ten hoogste 1 meter, voor zover de aantrede van de trap ten minste 0,17 meter bedraagt; 90 personen per meter vrije breedte van een ruimte (zoals een gang); 90 personen per meter vrije breedte van een doorgang, wanneer zich in de doorgang een dubbele deur of vergelijkbaar beweegbaar constructieonderdeel bevindt met een maximale openingshoek van minder dan 135 graden; 110 personen per meter vrije breedte van een doorgang, wanneer zich in de doorgang een enkele deur of vergelijkbaar beweegbaar constructieonderdeel bevindt met een maximale openingshoek van minder dan 135 graden; 135 personen per meter vrije breedte van een andere doorgang. Page 10
5.2 Beoordeling opvangcapaciteit Op de verdiepingen zijn er 31 hotelkamers (per verdieping), wat neerkomt op max. 62 personen bij 100% bezetting. Aangezien het trappenhuis inclusief de gehele hal wordt uitgerust als extra beschermde vluchtroute, kunnen er ca. 200 mensen worden opgevangen in het trap/hal gedeelte op iedere verdieping. Hiermee wordt ruimschoots aan de eisen voor de opvangcapaciteit voldaan. 5.3 Beoordeling doorstroomcapaciteit Doorstroomcapaciteit hotelverdiepingen Er bevinden zich 3 trappenhuizen op iedere verdieping met elk een maatgevende doorstroomcapaciteit van 45 personen per minuut, resulterend in een totale capaciteit van 135 personen per minuut per verdieping. Hiermee beschikken de verdiepingen van het hotel over voldoende doorstroomcapaciteit over de trappenhuizen voor het aantal hotelgasten. Doorstroomcapaciteit restaurant begane grond Op de begane grond bevindt zich het restaurant, vanuit waar men twee richtingen op kan vluchten. De doorstroomcapaciteit per uitgang staat in figuur 10 aangegeven. De totale doorstroomcapaciteit is 271 personen. Het restaurant heeft een capaciteit van maximaal 200 personen. Hiermee wordt voldaan aan de eisen. 162 personen 99 personen Figuur 12. Uitsnede uit VSCB BA-51, begane grond Page 11
6 BRANDVEILIGHEIDSINSTALLATIES 6.1 Brandmeld- en ontruimingsinstallatie Het gehele gebouw wordt voorzien van een brandmeldinstallatie met volledige bewaking, conform NEN 2535:2009. Indien er in het gebouw geen 24-uurs bewaking aanwezig is, dient de brandmeldinstallatie voorzien te worden van een directe doormelding aan de brandweer. Bij 24-uurs bewaking is dat niet nodig. De brandmeldcentrale is aangeduid op de tekeningen van IDEA Ontwerp BV, zie onderstaande figuur. Het gebouw wordt voorzien van een ontruimingsalarminstallatie overeenkomstig de Nederlandse norm NEN 2575:2004. Figuur 13. Uitsnede uit VSCB BA-51, begane grond, aanduiding brandmeldcentrale 6.2 Vluchtrouteaanduiding Ruimten waardoor vluchtroutes voeren en ruimten voor meer dan 50 personen zijn voorzien van vluchtrouteaanduiding. De vluchtrouteaanduiding wordt geprojecteerd conform de NEN 6088 en aan de NEN 1838 (artikelen 5.2 tot en met 5.6, zichtbaarheidseisen). De vluchtrouteaanduiding is aangegeven op de tekeningen van IDEA Ontwerp BV, zie onderstaande figuur. Figuur 14. Uitsnede uit VSCB BA-51, 1e verdieping, aanduiding vluchtroutes met UIT Page 12
6.3 Noodverlichting In een beschermde vluchtroute, alsmede in een verblijfsruimte voor meer dan 50 personen is noodverlichting vereist die binnen 15 seconden na stroomuitval gedurende ten minste 1 uur een verlichtingssterkte van ten minste 1 lux over de minimaal vereiste vloerbreedte realiseert. De noodverlichting is aangegeven op de tekeningen van IDEA Ontwerp BV, zie onderstaande figuur. Figuur 15. Uitsnede uit VSCB BA-51, 1e verdieping, aanduiding noodverlichting met ANV 6.4 Brandslanghaspels en blusmiddelen In de verkeersruimten van het gebouw zijn, conform het Bouwbesluit vereist, brandslanghaspels geprojecteerd en wel zodanig dat elk punt van de vloer van een gebruiksfunctie kan worden bereikt. De brandslaghaspels zijn 30 meter lang en aangegeven op de bouwaanvraag tekeningen van IDEA Ontwerp BV, zie onderstaande figuur. Figuur 16. Uitsnede uit VSCB BA-51, 1e verdieping, aanduiding brandslanghaspels 6.5 Panieksluiting Vluchtdeuren waarop meer dan 100 personen zijn aangewezen zijn voorzien van een panieksluiting, conform de NEN-EN 1125:1997. Page 13
7 BRANDVEILIGHEIDSVOORZIENINGEN TERREIN 7.1 Opstelplaats en aanrijdroute brandweervoertuigen Op de situatietekening VSCB BA-20 is de opstelplaats voor een brandweervoertuig aangegeven, en de ingang voor de brandweer, zie hieronder: Figuur 16. Opstelplaats brandweervoertuig, uitsnede uit VSCB BA-20 De opstelplaats bevindt zich bij hoofdingang en is 10m lang en 4m breed (geen hoogtebeperking). Hiermee wordt aan de eisen voldaan. De openbare weg cq. aanrijdroute is ca. 3,5m breed, heeft geen onderdoorgang (hoogte beperking) en is geschikt voor verkeersklasse 30. Hiermee wordt aan de eisen voldaan. 7.2 Bluswatervoorziening Het gebouw dient voorzien te worden van een toereikende bluswatervoorziening. De eisen t.a.v. de bluswatervoorzieningen staan aangegeven op de situatietekening VSCB BA-20, zie figuur 17. De voorzieningen zullen in een later stadium nader worden afgestemd in overleg met de brandweer. Page 14
Figuur 17. Renvooi brandweer, uitsnede uit VSCB BA-20 7.3 Droge blusleidingen Bij de personeelsingang aan de buitenzijde komt een aansluiting voor een droge blusleiding. Verder is het centrale trappenhuis voorzien van droge blusleidingen, naast de liften, op iedere verdieping. Dit is aangegeven op de situatietekening VSCB BA-20. Zie figuur 18. Hiermee wordt de vereiste inzetdiepte van maximaal 110 meter gehaald. Figuur 18. Aanduiding droge blusleidingen, uitsnede ui VSCB BA-20 Page 15
8 CONCLUSIE In deze rapportage is de brandveiligheid van Schiphol Hotel te Badhoevedorp behandeld. Het rapport is opgesteld in het kader van de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen. Hierin is het ontwerp van IDEA ontwerp BV, volgens de tekeningenlijst van 8 juni 2016, getoetst aan het Bouwbesluit. Geconcludeerd wordt dat met het ontwerp voldaan wordt aan de eisen die binnen het Bouwbesluit 2012 worden gesteld met het oog op brandveiligheid, met inachtneming van de genoemde voorzieningen ten aanzien van brandoverslag (paragraaf 3.3). Dit rapport is opgesteld door: ir. Hannah van der Leij 06 50 84 99 66 hannah@build2live.nl Page 16