Fair trial of fear trial? Cultureel gekleurde interpretaties in een beslissing om partijen gescheiden te horen 1 Wibo van Rossum en Beatrijs Volker



Vergelijkbare documenten
Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie Noord-Nederland. Datum: 3 juni Rapportnummer: 2014/055

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

Borstkanker ''Angst voor het onbekende''

Rapport. Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

Rapport. Datum: 3 juni 1998 Rapportnummer: 1998/207

Interview protocol (NL)

De rechten van grootouders

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Rotterdam.

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

Onderzoek (v)echtscheidingen

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

Huiselijk geweld. Casus 1:

Gedwongen opname met een IBS of RM *

Rapport. Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

Rapport. Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149

Rapport. Rapport over een klacht over UWV te Nijmegen. Datum: 28 augustus Rapportnummer: 2013/108

VOORBEELD CASUS. Wat is de winst van wachten tot het laatste moment? een socratisch gesprek uitgeschreven

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Voorwoord 7. 1 Blijven je ouders je ouders? Moet ik nu ook verhuizen? Houd ik mijn eigen naam? Wie betaalt er voor mij?

Vormingspakket Energie. De Lokale Adviescommissie en afsluiten van energie

Eerwraak. Naam: Paul Rustenhoven Klas: 4GTL1 Inlever datum : Titel: Eerwraak Schrijver: Karin Hitlerman. Blz 1.

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de William Schrikker Groep. Datum: 9 augustus Rapportnummer: 2011/241

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162

Als ouders uit elkaar gaan

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland.

Bevriend met Bram of met een autist

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109

Blok 3. Gesprekstechnieken, 2 uur

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Eerste richtlijnen voor het omgaan met euthanasie vragen van cliënten en hun families die bij Geriant in behandeling zijn

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092

Instrument voor risicoscreening in de vrouwenopvang

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Speech Gerbrandy-debat

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat?

Rapport. Datum: 3 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/261

Minicursus Verbindend Communiceren. Geschreven door: Jan van Koert

Bent u niet tevreden? Laat het ons weten!

Instrument voor risicoscreening in de vrouwenopvang

Gelukkig scheiden is een keuze!

Samen eenzaam. Frida den Hollander

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Openingsgebeden INHOUD

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari Rapportnummer: 2014/010

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

U heeft bij de Nationale ombudsman een klacht ingediend. En dan?

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer

Susanne Hühn. Het innerlijke kind. angst loslaten

Rapport. Datum: 12 februari 2004 Rapportnummer: 2004/048

levend en dood tegelijk

Beoordeling. h2>klacht

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige.

scheiding Ouders blijven ouders Recht van spreken

Manoevreren in de driehoeksverhouding naasten, patiënten en zorgverleners. Cilia Linssen, ICISZ

Toetsopdracht. Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: Klas: 2B2

Onderzoek (v)echtscheidingen

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS

Gescheiden als partner, verbonden als ouder

Als ouders uit elkaar gaan

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Thema 20 B o d e m december 2009

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049

Kortom, informatie en advies die vindbaar, begrijpelijk en herkenbaar is. Ik zal u aangeven waarom ik dit zo belangrijk vind.

Vanjezelfhouden.nl 1

Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling)

Ten slotte wens ik je veel plezier bij het lezen. Hopelijk geeft het de kennis en de inspiratie om ook zelf met je kinderen aan de slag te gaan!

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort 's-gravenhage

Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand.

Hoe voorkomen we eergerelateerd geweld?

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

ECLI:NL:RBDHA:2014:8157

Wanneer vertel je het de kinderen? Kies een moment uit waarop je zelf en de kinderen niet gestoord kunnen worden.

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Transcriptie:

Fair trial of fear trial? Cultureel gekleurde interpretaties in een beslissing om partijen gescheiden te horen 1 Wibo van Rossum en Beatrijs Volker Inleiding Tijdens een empirisch onderzoek naar hoe advocaten en rechters met culturele achtergronden van allochtone partijen omgaan, stuitten wij op een zaak die interessant is omdat op de achtergrond het beginsel van een eerlijk proces een rol speelt. 2 Ondanks dat de genomen beslissing juridisch door de beugel kan, willen wij deze zaak voor het forum van rechters en andere juristen brengen om daarmee bij te dragen aan de lopende discussie over de wenselijke invloed van culturele achtergronden op het Nederlandse recht. 3 Reflectie op zaken als deze draagt volgens ons bij aan professionalisering van de Rechtspraak. 4 Theoretisch kader Het juridische kader van de casus in dit artikel wordt gevormd door artikel 6 EVRM en het recht op een eerlijk proces, in het bijzonder het recht op tegenspraak. 5 Het recht op gehoor en op tegenspraak is in Nederland opgenomen in onder meer artikel 19 Rv: De rechter stelt partijen over en weer in de gelegenheid hun standpunten naar voren te brengen en toe te lichten en zich uit te laten over elkaars standpunten en over alle bescheiden en andere gegevens die in de procedure ter kennis van de rechter zijn gebracht, een en ander tenzij uit de wet anders voortvloeit. Bij zijn beslissing baseert de rechter zijn oordeel, ten nadele van een der partijen, niet op bescheiden of andere gegevens waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten. Deze gang van zaken dient niet alleen de rechtvaardigheid in het concrete geval of zo men wil de waarheidsvinding. Volgens de rechtsfilosoof Loth draagt een eerlijk rechtsproces uiteindelijk bij aan de sociale cohesie in de samenleving. 6 De blik in dit artikel is op de feitelijke werkzaamheden van de rechter gericht die zich binnen het juridische raamwerk van het recht op tegenspraak moet bewegen. De casus betreft exechtelieden van Turkse origine die verwikkeld waren in een conflict over het gezag over hun kinderen. De rechter besloot om op de zitting waarin het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming ter sprake zou komen, de vrouw s ochtends en de man s middags te horen. Bij deze beslissing speelde de Turkse cultuur omtrent eer een belangrijke rol. Volgens de advocaat van de man echter was er van de zijde van de vrouw sprake van strategisch gebruik van culturele argumenten : Zodra vrouwen melden dat de eer van een Turkse man in het geding is, weten zij dat de seinen op rood springen en iedereen op zeker speelt. De advocaat meende dat om die reden eerder sprake was van een fear trial dan een fair trial. 1 Verschenen in Trema - Tijdschrift voor de rechterlijke macht, 2008 nr. 2, pagina 72-77. 2 Het empirische onderzoek waaruit deze casus afkomstig is, is in 2005 verricht in opdracht van de Raad voor de rechtspraak. Zie Wibo van Rossum (2007) Gelet op de cultuur. Reflectie op de relevantie van culturele achtergronden van etnische minderheden in de Nederlandse rechtspraktijk. Den Haag: Raad voor de rechtspraak. 3 Manen, N.F. van (redactie) (2002) De multiculturele samenleving en het recht. Nijmegen: Ars Aequi Libri. 4 A.H. van Delden (2006) De reflecterende rechter. 26 NJB, pp 1413-1414. 5 Peter Smits (1996) Artikel 6 EVRM en de civiele procedure: over de betekenis van artikel 6 EVRM voor het Nederlands burgerlijk procesrecht. Proefschrift Erasmus Universiteit Rotterdam. 6 M.A. Loth (2005) Oordelen op tegenspraak. Over de rationaliteit van het rechterlijk oordeel. 1 Rechtstheorie en Rechtsfilosofie, 57-80. 1

Ons inziens is het zeker wenselijk dat rechters in zaken waarin de emotionele spanningen hoog op kunnen lopen, voorzichtig te werk gaan. Elke eerwraakdode is er een te veel. Aan de andere kant moeten stereotypen zo min mogelijk kans krijgen het verloop van een rechtszaak en de uitkomst ervan te beïnvloeden. Stereotypen zijn gangbare en tamelijk vastliggende beelden en karakteriseringen van personen en situaties. Niemand kan zonder, ook een rechter niet. In alle gevallen, ook in rechtszaken met etnische Nederlanders, kan het niet anders of stereotypen spelen een rol. Op basis daarvan komen praktische beslisregels tot stand. 7 Het is daarom zaak dat vooral de juridische professionals zich daarvan bewust zijn en ervoor waken dat individuele kenmerken van partijen en van de zaak over het hoofd worden gezien. Het betekent dat er nog meer aandacht moet komen voor interculturele communicatie tussen juridische professionals onderling en met rechtzoekenden. 8 Met een optimale culturele sensitiviteit bij rechters kunnen uiteindelijk betere (niet per se àndere) beslissingen worden genomen: Met meer bewustzijn van de beperkingen, een vanzelfsprekend besef van cultureel gekleurde perspectieven en een betere motivering naar partijen toe. Reconstructie van de rechterlijke beslissing en haar achtergrond 9 De rechterlijke beslissing om partijen op gescheiden tijdstippen te horen Hamid en Meryem scheiden in december 2003 voor de Nederlandse rechtbank. In oktober 2004 wordt de zitting over de gewone verblijfplaats van hun kinderen, het gezag over hen en de ondertoezichtstelling gehouden. De rechtbank heeft aan de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om advies in deze kwesties uit te brengen. De Raad rapporteerde aan de rechtbank en adviseerde daarnaast in een aparte brief om Hamid en Meryem gescheiden te horen en bovendien in het bijzijn van parketpolitie: Om een confrontatie tussen de ouders op de rechtbank te voorkomen verzoeken wij u de ouders gescheiden te willen oproepen. Daarbij adviseren wij u de mondelinge behandeling te laten plaatsvinden in het bijzijn van de parketpolitie. Het advies wordt door de rechter overgenomen. Meryem wordt s ochtends gehoord, zonder dat Hamid dit weet, en Hamid s middags. Op de ochtendzitting mag wel de advocaat van Hamid aanwezig zijn, maar zij mag Hamid daarover niet inlichten. 10 7 Die beslisregels hebben wij elders empirische conflictregels genoemd in conrast met de normatieve conflictregels uit het IPR. Zie André Hoekema & Wibo van Rossum (2008) Empirical Conflict Rules in Dutch Legal Cases of Cultural Diversity. In: Foblets, Marie-Claire, Jean-François Gaudreault-Desbiens & Alison Dundes Renteln (eds.) The Response of State Law to the Expression of Cultural Diversity. Brussels: De Boeck; coll. Francqui Scientific Library (forthcoming). 8 Geert Hofstede & Gert Jan Hofstede (2005) Allemaal andersdenkenden: omgaan met cultuurverschillen. Amsterdam: Contact; Pieter Ippel & Susanne Heeger-Hertter (2006) Sprekend de Rechtbank. Alledaagse communicatie in de Utrechtse zittingszaal. Nijmegen: Wolff Legal Publishers; Wibo van Rossum (1998) Verschijnen voor de rechter. Hoe het hoort en het ritueel van Turkse verdachten in de rechtszaal. Amsterdam: Duizend en Een; H.C. Wiersinga (2002) Nuance in benadering: culturele factoren in het strafproces. Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 9 Deze reconstructie is gemaakt aan de hand van een analyse van het dossier en op basis van interviews met de rechter in deze zaak, de advocaat van Hamid en Hamid zelf. Meryem wenste niet aan het onderzoek mee te werken en wilde ook niet toestaan dat haar advocaat werd geïnterviewd. Zij gaf geen toestemming om de medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming te interviewen. Uit het dossier is uiteraard wel de rapportage van de Raad bekend. Alle gegevens in deze zaak zijn geanonimiseerd. De citaten van de betrokkenen zijn al voor het rapport aan de geïnterviewden voorgelegd en door hen akkoord bevonden. Meer over de methode van onderzoek in het volledige rapport (zie noot 2) op pagina 19-20 en 158-163. 10 Van verschillende zijden is mij gevraagd of de eis (of het verzoek, het is onduidelijk hoe het precies is ingekleed) van de rechter aan de advocaat van Hamid juridisch en ethisch toelaatbaar is. Het zet immers de relatie tussen de advocaat en haar cliënt onder druk en maakt inbreuk op de vertrouwensrelatie. Voor een onderbouwd antwoord is meer onderzoek nodig. 2

Hamid zelf en ook zijn advocaat maken in de middagzitting bezwaar tegen het gescheiden horen. Het is daardoor, aldus de advocaat, niet mogelijk geweest om direct te reageren op uitlatingen van Meryem en bovendien heeft zij niet op Hamid kunnen reageren. Volgens de advocaat mist de rechter daardoor een belangrijk stuk informatie: Uit de communicatie tussen Meryem en Hamid had de rechter kunnen opmaken dat Meryem strategisch gebruik maakt van de angst voor eergerelateerd geweld, om zodoende als enige het gezag over de kinderen te krijgen. In november 2004 beslist de rechter geheel conform het advies van de Raad voor de Kinderbescherming en spreekt de ondertoezichtstelling uit voor een jaar, benoemt een gezinsvoogd, bepaalt dat Meryem met ingang van december als enige het gezag over de kinderen krijgt en dat de kinderen vanaf die datum bij haar hun gewone verblijfplaats hebben. De rechter stelt een omgangsregeling tussen de kinderen en Hamid vast. Voorgeschiedenis van de rechterlijke beslissing Hamid trouwt in 1994 met Meryem. Het is een gearrangeerd huwelijk. Meryem, die al vijftien jaar in Nederland woont, wordt door haar ouders uitgehuwelijkt aan haar neef Hamid in Turkije. Volgens de Raad voor de Kinderbescherming was het een traditioneel Turks huwelijk. Meryem moest een hoofddoek dragen en zorg dragen voor het huishouden ze wilde eigenlijk gaan studeren, maar dat mocht niet. (ZAdD4: 6) 11 Meryem krijgt na de bevalling van de tweede zoon een postnatale depressie en verblijft enkele weken in een psychiatrisch ziekenhuis. Hamid meldt zich ziek en kan op die manier ruim een half jaar met ondersteuning van familie voor de kinderen zorgen. Volgens Hamid verwaarloosde Meryem haar taken als moeder toen zij na de ziekenhuisopname weer thuis was. Desondanks, zegt Hamid in het interview, heeft hij zijn vrouw nooit geslagen. (ZAdA: 1). In juni 2002 loopt Meryem zonder haar kinderen weg van huis. Meryem geeft later bij de Raad voor de Kinderbescherming als reden op dat zij door Hamid werd mishandeld en dat zij vreesde voor haar leven. In augustus van dat jaar brengt Hamid beide kinderen naar zijn ouders in Turkije, omdat hij zelf moet werken en familie in Nederland niet meer kan bijspringen. In januari 2003 neemt hij een advocaat in de arm om een verzoek tot echtscheiding in te dienen. Meryem blijkt dan met een nieuwe partner aan de andere kant van Nederland te wonen. In het voorjaar van 2003 neemt Meryem, waarschijnlijk in verband met het verzoek tot echtscheiding, contact op met Hamid. Ze wil haar kinderen terug. Ze neemt ook weer contact op met haar ouders (die zij een jaar niet had gezien) en staat om onopgehelderde redenen ook weer enkele dagen in haar oude woonplaats ingeschreven. In deze periode bezoekt Meryem haar oude huisarts. Ze was volgens de huisarts, die ruim een jaar later telefonisch is geïnterviewd door de onderzoeker van de Raad voor de Kinderbescherming, zwaar mishandeld. Meryem wilde destijds tegen de huisarts niet zeggen door wie. Ze heeft toen volgens de huisarts ook geen aangifte van mishandeling gedaan bij de politie. Het rapport van de Raad vermeldt niet of de raadsonderzoekers aan Meryem hebben gevraagd door wie zij in het voorjaar van 2003 is mishandeld. Wel meldt het rapport dat Meryem vertelde dat zij tijdens haar huwelijk geestelijk en lichamelijk door Hamid is mishandeld. In december 2003 wordt de scheiding uitgesproken. De Raad voor de Kinderbescherming brengt als gezegd in het najaar van 2004 rapport uit. Eergerelateerd geweld Vanaf het moment dat het gevecht om de kinderen in deze zaak losbreekt, gaat de Turkse culturele achtergrond van partijen meespelen bij de interpretatie van hun gedrag. Het woord eer valt namelijk en dat leidt in combinatie met de etnische achtergrond Turks tegenwoordig snel tot het label eergerelateerd geweld. Onder eergerelateerd geweld wordt verstaan elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld vanuit een collectieve mentaliteit in reactie op een (dreiging van) schending van de eer van een man of vrouw en daarmee van zijn of haar familie 11 Deze en vergelijkbare codes verwijzen naar passages uit dossiers en interviews. 3

waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken. 12 Inmiddels behoort een zekere common sense over wat eergerelateerd geweld is tot het interpretatiekader van rechters en speelt het mee in het bepalen van de relevante feiten in een zaak. 13 Hamid schreef in het voorjaar van 2004 een brief naar zijn ex-vrouw waarin hij ernstige bedreigingen uit. Naar zijn zeggen had de vriend van Meryem naar zijn ouders in Turkije gebeld en hen onder verwensingen en bedreigingen gemaand om de kinderen naar Nederland terug te brengen. In een aanval van woede, aldus Hamid, schreef hij toen aan zijn vrouw het volgende: Je krijgt nog dingen betaald gezet. Slechte eerloze die je er bent. Je vriend belt schaamteloos naar ons huis. Als ik nog eens hoor dat hij ons huis belt, vermoord ik zowel jou als je vriend. Ondanks het feit dat ik weet waar je verblijft, heb ik je tot nu toe niet lastig gevallen, ben ik niet gekomen. Je moet weten dat de wereld niet zo groot is als je denkt. Je zult mij ooit tegenkomen. De kinderen kunnen pas van jou worden als ik dood ben. Zolang ik blijf leven zal ik de kinderen niet aan jou afstaan. (...) Als ik het had gewild had ik jou en je vriend allang opgeruimd. Als je vriend nog eens naar ons huis belt, zal je de stemmen van de kinderen nooit meer horen. (ZAdD1: 1) Deze brief komt in de juridische dossiers terecht en wordt door de Raad voor de Kinderbescherming en de rechtbank zeer serieus genomen. Dat Hamid een brief schreef is uitzonderlijk te noemen. In het algemeen is er onder Turken een voorkeur om zaken mondeling af te doen. In plaats van een nieuwjaarskaartje sturen bijvoorbeeld, belt men elkaar liever om gelukkig nieuwjaar te wensen. Hetzelfde gaat op voor verjaardagen. Hamid heeft de brief waarschijnlijk geschreven omdat hij wel het adres van zijn ex-vrouw en haar vriend wist, maar niet hun telefoonnummer. Om de bedreigingen van hun kant (althans dat is de versie van Hamid) niet onweersproken te laten, was een formele brief de enige mogelijkheid. Dit alles zegt echter niet veel over hoe serieus zijn brief genomen zou moeten worden. Volgens verschillende Turken die ik erover gesproken heb, leiden scheldpartijen en dreigementen over en weer niet automatisch tot geweld en zijn ze geen teken van een soort laatste stadium in een escalatie. Juist door het schrijven van een brief en het achterwege laten van daadwerkelijke actie, zal hij volgens hen eerder als een zwakke man en mietje beschouwd worden. De brief heeft tot gevolg dat latere gebeurtenissen telkens in verband worden gebracht met de eer van Hamid en dat eerdere gebeurtenissen daardoor in een ander licht komen te staan. Hoewel het bijvoorbeeld raden is naar wie Meryem in het voorjaar van 2003 heeft mishandeld, komt in de interviews impliciet alleen Hamid als mogelijke dader naar voren, terwijl haar eigen familie net zo goed betrokken kan zijn. Een ander voorbeeld van interpretatie in het licht van het thema eergerelateerd geweld betreft de beschrijving van het eerste bezoekcontact in het rapport van de Raad. De kinderen werden niet door Hamid, maar door zijn zwager naar het gebouw van de Raad gebracht. Deze oom van de kinderen pleegde in het Turks een telefoontje, dat werd opgevangen door Meryem in de kamer ernaast. Meryem zei en liet merken dat zij door het opgevangen gesprek bang was geworden, waarop de raadsonderzoeker de politie inschakelde. (ZAdD4: 9-10) De gesprekken over de telefoon werden in het Turks gevoerd, maar de raadsonderzoeker heeft niet vermeld of zij aan de oom gevraagd heeft waarover werd gesproken (zij sprak geen Turks). Evenmin heeft zij bij anderen gecontroleerd of wat Meryem over het telefoongesprek zei, ook daadwerkelijk klopte. In dit geval is de raadsonderzoeker afgegaan op de interpretatie van Meryem en haar partner over wat zij vertelden over de opgevangen telefoongesprekken. Wij willen hiermee niet zeggen dat de interpretatie van de raadsonderzoeker onjuist was, wel dat de 12 H.B. Ferwerda & I. van Leiden (2005) Eerwraak of eergerelateerd geweld? Naar een werkdefinitie. Den Haag: WODC/Advies- en onderzoeksgroep Beke. 13 Wij bedoelen hiermee kennis die niet per se waar of betrouwbaar hoeft te zijn, maar kennis die vanzelfsprekend is en bijna automatisch als waar wordt aangenomen omdat iedereen het er doorgaans op deze manier over heeft. In de sociologische literatuur wordt het common sense in de zin van in een groep gedeelde kennis genoemd. Zie Harold Garfinkel (1967) Studies in Ethnomethodology. Englewood Cliffs, New Jersey: Prentice-Hall Inc. 4

interpretatie waarschijnlijk anders geweest zou zijn als de raadsonderzoeker van mening was geweest dat Meryem strategisch gebruik maakte van de angst voor eergerelateerd geweld. Overigens zijn in het rapport geen andere, mogelijk als bedreigend te ervaren situaties beschreven. Analyse en commentaar Hieronder laten we eerst kort Hamid aan het woord, daarna zijn advocate en ten slotte de rechter die de beslissing nam. Hamid Hamid benadrukt verschillende keren in het interview dat hij niet iemand is die zijn ex-vrouw zou vermoorden. Hij vertelt dat hij dat ook telkens bij de rechter op de zitting heeft gezegd. Hij was niet van plan om geweld te gebruiken omdat hij aan zijn kinderen en zijn toekomst moest denken. Hamid: Elke keer als wij hebben bij rechter geweest zij heel erg bang. Ik haar dood maken en dat en dit. Dat is helemaal niet waar. Ik heb haar ook helemaal niks gedaan. Dat doe ik ook niet, nee, dat doe ik helemaal niet. Want ik heb ook een toekomst voor mijn kinderen. Ik heb twee kinderen die ik moet verzorgen. Alles voor hun doen. Elke keer als we bij rechter geweest, zei ik dat zij helemaal liegt tegen rechter. Tegen kinderbescherming ook. (...) Ongelooflijk, elke keer als bij de rechter geweest twee of drie veiligheidsmensen staan bij mij. Zo bang waren zij dat ik ga haar dood maken. WvR: Maar waarom? Hamid: Ik weet niet. Als ik haar dood maken ik ga niet in de rechtbank haar dood maken! Ik ben niet gek! (ZAdA: 2-3, 13) Een van de argumenten van Meryem om bang te zijn voor mogelijk geweld van de zijde van Hamid, was dat Hamid op een gegeven moment wist wat haar nieuwe adres was. Hamid heeft Meryem echter niet opgezocht of gestalkt. Hamid in het interview: Ik heb mijn advocaat gezegd en tegen rechter ook: Ik weet waar ze woont. Ik weet waar haar precies adres. Als ik wil ik heb haar allang opgeruimd. Maar dat wil ik niet. Ik heb tegen rechter ook gezegd: Zij gaat eigen weg, ik ga ook eigen weg. Klaar. (ZAdA: 14) Hamid was in het interview helder over het feit dat hij er geen enkele moeite mee zou hebben om Meryem te vermoorden als hij daartoe de beslissing zou nemen. Met het oog op de toekomst (ieder gaat zijn eigen weg) had hij echter besloten om haar met rust te laten. Hoeveel hiervan waar is weet uiteraard niemand, maar in ieder geval blijkt nergens dat Hamid Meryem heeft gezocht. Hamids argument dat hij Meryem natuurlijk niet in de rechtbank zou vermoorden! is moeilijk te duiden. Uit onderzoek komt immers naar voren dat eerwraak bij voorkeur publiekelijk wordt gepleegd. 14 Hamid lijkt bovendien niet te beseffen dat zijn woorden als ik het had gewild, had ik haar al lang opgeruimd op zichzelf al als bedreigend kunnen worden ervaren, waardoor het voor een rechter voorstelbaar wordt dat Meryem alleen al door Hamid s aanwezigheid bang zou zijn om vrijuit te spreken. Hamid heeft op de zitting tegen het gescheiden horen geprotesteerd en was van mening dat de rechter vooringenomen was. De rechter zou vooral meegaan in de redeneringen van Meryem en negatief staan tegenover die van Hamid. In het interview komt geen helder en eenduidig argument naar voren waarom Hamid bezwaar maakte tegen het op gescheiden tijdstippen horen van hem en zijn ex-vrouw. Hij wilde in feite ook gewoon van haar zelf horen wat zij te berde zou brengen, en niet alleen achteraf horen wat er gezegd was. Hamid s advocate Volgens de advocate heeft Hamid de dreigbrief in een boze opwelling geschreven: 14 C. van Eck (2001) Door bloed gezuiverd: eerwraak bij Turken in Nederland. Amsterdam: Bakker; Rob Ermers (2007) Eer en eerwraak. Definitie en analyse. Amsterdam: Bulaaq. 5

Die ene brief hè, daar gaat het bijna in alle instanties om, en bij de rechtbank, die ene brief! Ondanks alle uitleg van mijnheer, ondanks mijn uitleg aan de instanties. Die brief kwam in een periode dat je allerlei dingen en in het nieuws en in documentaires zag over eerwraak, en die is op die manier opgevat, en uitleg deed er niet toe. Welke dreigementen er telefonisch waren geweest, van een vriend van mevrouw richting zijn ouders, richting zijn broertje in Turkije. En dat het daarop een reactie was. Dat deed er niet meer toe. Die ene brief heeft zo veel gewicht gekregen, dat zelfs de Raad erg bang was. (ZAdA: 11) De advocate zei in het interview dat ook etnische Nederlanders wel woedend worden en dreigende taal gebruiken, maar dat neemt zij doorgaans veel serieuzer dan in het geval van Hamid. Als het gaat om echte en pure woede, dan weigert zij om de cliënt te vertegenwoordigen. In het geval van Hamid was daarvan geen sprake. Het is niet niks wat hij schrijft, maar dat moet op een andere manier serieus worden genomen dan in andere gevallen. Hamid schiet, zo was haar ervaring tot dan toe, wel vaker uit zijn slof, maar hij is altijd weer voor rede vatbaar. De advocate van Hamid signaleerde angst bij de Raad voor de Kinderbescherming en die angst is volgens haar overgeslagen naar de rechtbank. Op eerdere zittingen was de rechtbank wel voorzichtig, maar toonde de rechtbank vertrouwen in de mening en ervaring van de advocaat. De advocaat: De allereerste rechter heeft mij naar binnen geroepen en aan mij gevraagd van vindt u mijnheer gevaarlijk en ik zei nee hoor, ik ga er rustig tussen zitten, ik heb geen enkele angst en toen zei ze oké dan mag hij ook niet gefouilleerd. En toen zijn we met elkaar binnen geweest en er was wel parketpolitie in de zaal, maar verder niet, niks aan de hand. Dat was de allereerste zitting voor de echtscheiding. (ZAdA: 15-16) Op de dag van de zitting over het gezag kreeg de advocaat in de ochtend een telefoontje van de rechtbank waarin haar de procedure werd uitgelegd. Advocaat: Ik had een speciaal telefoontje gekregen van de rechtbank en een aparte uitnodiging van dat ik s morgens zowel als s middags geacht werd aanwezig te zijn, maar dat mijnheer er niks van mocht weten en dat hij om half twee werd verwacht. Nou, dus ik vertel hem dat pas om kwart over een, want ik spreek altijd een kwartier van te voren af, en toen was hij heel boos. Zo van en dat Nederlandse rechtssysteem, ik geloof er helemaal niet meer in!. Ik kan mij daar wel iets bij voorstellen, dat hij dan zo boos reageert. Maar goed, het duurde een dik half uur voordat we naar binnen konden en toen was het al een beetje gezakt. Toen heeft hij op een nette manier verteld dat hij weinig vertrouwen meer in het rechtssysteem heeft. En dat geloof ik. WvR: In de rechtszaal had hij geen uitingen waarvan de rechter zou kunnen zeggen van nou nou!, die man zit op het puntje van zijn stoel? Advocaat: Nee, maar hij was wel enigszins geagiteerd. Het was niet zo van je krijgt zo een klap van me, maar wel van wat is dat hier!. (...) Er was er maar één onrustig en dat was mevrouw. (ZAdA: 19-20) De zitting met Hamid verliep betrekkelijk rustig, aldus de advocaat. Dat verbaasde haar niet, gezien het verloop van eerdere zittingen. Nu er geen aanwijzingen zijn dat Hamid feitelijk eerder geweld heeft gebruikt of daartoe pogingen heeft ondernomen, moest hij volgens zijn advocate worden vertrouwd. Kijk, als het mis was gegaan dan ben je alleen maar blij dat ze er zo bovenop zit. Maar ja, dan hou je het met recht toch niet tegen hoor. Maar het feit dat de man al vanaf januari 2003 bekend was met het adres waar mevrouw woonde en haar daar nooit heeft lastig gevallen, dat vind ik al zó overtuigend, van daar gaat het hier helemaal niet om. Hij wéét haar te vinden, maar hij dóet het niet. Dus vertrouw hem dan ook een keer in de rechtbank. Hij zal toch wel wijzer wezen om het juist daar te doen. (ZAdA: 17) De kwestie van het vertrouwen tussen advocaat en cliënt en de vraag of je als rechter kunt afgaan op de inschatting van de advocaat, èn de vraag in hoeverre je als rechter moet opteren voor het zekere boven het onzekere, zijn uiteraard ook door de rechter overwogen. Het dubbeltje viel in de rechtbank echter net de andere kant op. 6

De rechter De rechter besloot gescheiden te horen omdat ze wilde dat beide partijen in neutrale omstandigheden en in hun vrijheid hun verhaal konden doen. Nu de vrouw had gezegd dat ze wegens mogelijk geweld van de zijde van de man zeer angstig was, was het gescheiden horen volgens de rechter in het belang van de zaak. In het interview beargumenteerde zij haar beslissing met het harde feit van de dreigbrief en met het aangeven er zijn bedreigingen door de (advocaat van de) vrouw. Wat de rechter betreft ging het om een tamelijk neutrale beslissing, een ordemaatregel : R: Het viel mij op dat de advocaat van de man zo buitengewoon ontstemd was dat er een gescheiden behandeling was. Het was echt overdreven en het sloeg nergens op. Dat heeft ze ook op papier gezet, voor die zitting. En dat heeft mij toen heel erg verbaasd, dat zij daar zo fel op reageerde. Terwijl ik voor mezelf het gevoel had van het kan toch sowieso geen kwaad om die zaak gescheiden te behandelen?. Als er nou bij een van de partijen angst aanwezig is, dan kan dat geen kwaad. Dus waarom zij daar zo op hamerde, dat weet ik nog steeds niet. (...) WvR: En beveiliging is dan geen optie? Zoals eerder met parketwachten? R: Wat mij ervan bijstaat (...) was dat die vrouw ook helemaal niet naar de rechtbank durfde te komen. En dat daar dus een oplossing voor gevonden moest worden. (...) Het was voor mij puur een ordemaatregel om ervoor te zorgen dat ieder zijn verhaal kon doen. (ZAdR: 7-8) Volgens de rechter was de man niet gespannen of bedreigend of iets dergelijks. Hij was juist heel rustig op de zitting en heeft niet zo heel veel gezegd. (ZAdR: 9) De argumenten van de advocaat dat Hamid al lang wist waar Meryem woonde en dat hij haar desondanks geen geweld had aangedaan, werden door de rechter in het interview gepareerd met er zijn een heleboel dingen die geroepen worden tijdens zo n zitting. Niet alles kan ter plekke gecontroleerd worden. Ik moet daar een beetje tussendoor laveren. Zonder naar een van partijen bevooroordeeld te raken. (ZAdR: 5) Het is duidelijk dat ook als een rechter tussen de feiten door laveert, zij toch een keuze moet maken. Bij het maken van die keuze, in dit geval voor de vrouw, heeft volgens de rechter meegespeeld dat het gaat om mensen van Turkse komaf. De rechter: Kijk, iedere zaak waarin sprake is van bedreiging, want dat kom je in het familierecht wel vaker tegen, dan schat je in hoe de ernst van de bedreigingen is. Maar bij die inschatting speelt natuurlijk wel een rol dat dit mensen van Turkse komaf zijn waar de eer toch wel in het geding zal zijn, in ieder geval bij de man. Ja, ik denk wel dat dat een rol gespeeld heeft bij het bepalen van deze maatregel van de gescheiden zitting. Dat wil niet zeggen dat, kijk, als in een Nederlandse zaak ik ook zulke aanwijzingen zou hebben dat er inderdaad met de dood bedreigd was, zo n zelfde brief, dat mevrouw aangeeft dat ze doodsbang is om naar de zitting te komen, dat ik dan waarschijnlijk precies hetzelfde zou hebben gedaan. Ik denk niet dat dat veel verschil zou hebben uitgemaakt. Maar... de bedreigingen waren,... in dit geval had ik toch minder twijfel denk ik. Omdat ik weet van eerwraak, en dat ik dit, ja, het past misschien niet helemáál erin, maar het heeft toch wel veel kenmerken van een echte eerwraakzaak. Een mevrouw die een nieuwe partner heeft en dan ook nog helemaal verwesterd is, dat is natuurlijk een grote schande voor die man, dat snap ik ook wel. Ja, en ik ben daar later nog in bevestigd, want toen ik deze beslissing moest nemen wist ik er wel wat vanaf, maar ik heb heel kort na deze zaak een cursus gevolgd bij de SSR waar onder andere de eerwraak aan de orde kwam. En toen werd ik mij echt ervan bewust dat dit bijna een klassiek geval was en dat er inderdaad een groot risico zou kunnen zijn. (ZAdR: 10-12) De rechter geeft in het interviewfragment expliciet aan dat de Turkse achtergrond van partijen een rol heeft gespeeld bij de interpretatie hoe serieus de beschuldiging van bedreiging moest worden genomen. Het heeft meegeteld bij de beslissing om bij wijze van ordemaatregel het zekere voor het onzekere te nemen en Hamid en Meryem gescheiden te horen. Cultureel gekleurde interpretaties bij de invulling van het recht op tegenspraak 7

Volgens ons is er geen principieel verschil tussen rechtszaken waarin wel en waarin geen cultuurverschil meespeelt. Rechters moeten altijd het perspectief van rechtzoekenden achterhalen: Wat betekent het voor deze vrouw met deze achtergrond, opleiding en baan om..., hoe serieus is deze verdachte in zijn mededeling dat zijn toekomst nu echt anders wordt en wat betekent het voor deze man met zijn achtergrond en opleiding om een dreigbrief te schrijven. Natuurlijk betekent het schrijven van een dreigbrief voor de een iets anders dan voor een ander. Maar wat precies? En telt voor de betekenis ook mee of de schrijver van Turkse komaf is? Het antwoord op die vragen blijft doorgaans impliciet, zoals ook in de zaak van Hamid. Principieel mag er dan geen verschil zijn, praktisch gezien is dat er wel degelijk. Met de toegenomen etnische diversiteit in Nederland is de rechterlijke taak moeilijker geworden omdat van hem ook kennis van en sensibiliteit ten aanzien van nieuwe Nederlandse culturen mag worden verwacht. Reflectie op zaken als die van Hamid draagt daar volgens ons aan bij. Wij hebben geprobeerd om in onze analyse enkele vooronderstellingen van verschillende actoren expliciet te maken en hun interpretatiekaders en vanzelfsprekende aannames inzichtelijk te krijgen. Idealiter zou dat in de praktijk van alledag ter plekke moeten gebeuren, zodat met bekendheid van de eigen vooronderstellingen betere (nogmaals: niet per definitie àndere) beslissingen kunnen worden genomen. Wij geven hier voor die praktijk slechts enkele aanwijzingen, waarmee in workshops getraind zou kunnen worden. 15 Een rechter zou bijvoorbeeld kunnen overwegen om de indruk van een volgens hem typisch cultureel patroon op enig moment in het proces onder woorden te brengen. Ook zou hij openlijk twijfel kunnen uiten aan zijn eigen interpretaties die voor de hand liggen. Eventueel zou dat in de derde persoon kunnen, met formuleringen als er zijn mensen die denken dat.... Op die manier had aan Hamid voorgehouden kunnen worden dat een dreigbrief schrijven normaal gesproken uiterst serieus wordt genomen, dus waarom niet in zijn geval? Ook had hem gevraagd kunnen worden of hij zich kan voorstellen dat zijn uitspraak in het bijzijn van Meryem ik had haar al lang kunnen vermoorden mevrouw de rechter, als bedreigend wordt ervaren. Aan Meryem had explicieter gevraagd kunnen worden op basis van welke feiten zij bang voor Hamid was, mede gezien het feit dat zij nooit aangifte bij de politie had gedaan. Tenslotte is het een goede ontwikkeling dat rechters steeds vaker de argumenten die advocaten naar voren brengen, checken in de eigen bewoordingen van partijen. Ook de relevantie van cultureel gekleurde argumenten kan op die manier helderder worden. De moeilijkheid voor rechters is om ook met dergelijke vragen en uitspraken de schijn van vooringenomenheid te vermijden. 16 Er zullen soms zelfs partijen zijn die expliciete vragen en uitlatingen van rechters opvatten als discriminerend. De andere kant van de medaille is echter dat een partij zich alleen tegen stereotypen kan verweren als ze zijn geëxpliciteerd. Als partijen denken dat vooroordelen meespelen, ontstaat bovendien ook een schijn van vooringenomenheid. Een rechterlijke strategie van explicatie maakt aan partijen duidelijk dàt alle mogelijkheden langs zijn gegaan. Aan bovenstaande aanwijzingen voor de rechter in multiculturele (en waarom niet: eigenlijk alle) zaken ligt als basisveronderstelling ten grondslag dat het recht mede invloed heeft op de sociale cohesie in de samenleving. Herkenning (dat wil zeggen het is gezien en opgemerkt, maar nog geen erkenning als waardevol) vinden van het eigen culturele perspectief van allochtonen in de rechtspraak draagt daar mogelijk aan bij. Een toename van de interculturele competentie van rechters en andere juridische professionals zorgt er dan hopelijk voor dat een typering als fear trial minder snel opduikt. 15 Zie verder het laatste hoofdstuk van het rapport Gelet op de cultuur. Het zou mooi zijn er als op termijn systematischer gekeken zou kunnen worden naar concrete aanwijzingen voor rechters die regelmatig met multiculturele zaken te maken hebben. Op basis van de bestaande literatuur is waarschijnlijk een inventarisatie te maken, inclusief de valkuilen die dergelijke aanwijzingen opleveren. 16 Wij wijzen hier op de rol van de rechter, maar uiteraard ligt hier ook een taak voor de advocaat. 8

(Wibo van Rossum (w.vanrossum@law.uu.nl) is universitair docent rechtssociologie aan de Universiteit Utrecht en verzorgt het mastervak Anthropology of Law aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Beatrijs Volker was als student assistent bij het onderzoek voor dit artikel betrokken. Wij danken Myrthe van Nus voor commentaar op een eerdere versie.) 9