Motieven voor tijdelijk werk en



Vergelijkbare documenten
Contractuele flexibiliteit: bewuste leefstijl of bij gebrek aan beter?

Studenten over flexibiliteit en tijdelijk werk

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met

Tijdelijk maar tevreden

Contractueel flexibele werknemers: Wie zijn ze en waarom doen ze het?

Komt tevredenheid met de jaren?

BUE Zelfevaluatie OL

Flexibiliteit en uitzendarbeid in de dienstensector

Tevredenheid uitzendkrachten

Uitzendarbeid: een oplossing voor vele transities

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar

I. Wie is de uitzendkracht?

Gepubliceerd Onderwijs en arbeidsmarkt

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig?

De Employability Scan Arbeidsmarktcongres 2013: Organisaties en inzetbaarheid

Interim als opstap voor. Young Graduates. Régis Birgel Jobat Career Launch 27/03/2013

De RATOG en RATOG-KMO: twee tools voor de primaire preventie van ongewenst gedrag op het werk

Time to leave: loopbaanonderbrekers onder de loep

Methodologische bijsluiter: Discriminatie van beroepskrachten met een migratieachtergrond. Niet alles is wat het soms lijkt

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Uitzendarbeid en flexibiliteit. Hendrik Delagrange en Stefanie Notebaert Stichting Innovatie & Arbeid

Uitzending voor derden

Bijna 7 Belgische werknemers op 10 hebben een goed evenwicht tussen werk en privéleven

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

De leerintentie van kortgeschoolde werknemers: een samenspel tussen individu en organisatie. Prof. Dr. Eva Kyndt

De praktijk van outplacement in kaart gebracht

Pesten: een probleem voor werknemer en werkgever

ARBEIDSETHOS EN ARBEIDSORIENTATIES WERKBAARHEIDSMONITOR 2007

De competentieportfolio van de Vlaamse zelfstandige ondernemer: maatstaf voor de duurzaamheid van de ondernemersloopbaan

Leeswijzer rapporten

Psychologische gevolgen van tijdelijke tewerkstelling: een Europees perspectief

Uitzendarbeid en flexibiliteit in Vlaanderen

NT2-docent, man/vrouw met missie

Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn

Secretariaatspersoneel

Groei en aanwervingen bij de Vlaamse ondernemingen en organisaties

Passioneel aan het werk

VOW/QFT OPERATIONEEL MAKEN. STATISTISCHE ANALYSES VAN 1000 VRAGENLIJSTEN DIE IN 2009

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q.

Gepubliceerd. CRB evalueert interprofessioneel akkoord Arbeidsmarktbeleid. Inhoud van het Technisch Verslag 2003

Hoe denkt de vrijgevestigde Friese psycholoog en orthopedagoog hierover?

Coach Profession Profile

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR)

Ongelijkheid aan het werk

Een onderzoek naar de kenmerken en oorzaken van (vrijwillig) vertrek uit de socioculturele sector in Vlaanderen

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Deeltijdarbeid. WAV-Rapport. Seppe Van Gils. Maart 2004

Vragenlijst leerlingen nameting

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Kinderopvang in Vlaanderen

Solliciteren via de uitzendsector DECEMBER 2014

Tijd voor telewerk? De ervaring van de telewerker. Telewerk?

Passioneel aan het werk

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Je baas als aanleiding voor de zoektocht naar ander werk

Kwaliteit van de arbeid en arbeidstransities

De Belgische gepensioneerden in kaart gebracht

Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld

Werkbelevingsonderzoek 2013

Partnerkeuze bij allochtone jongeren

Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers

Onderzoek Jobat: Werkdruk

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013

GENERATIES OP HET WERK: 10 VERRASSINGEN

Doorstarten na pensioen: een brug naar een gelukkige pensioentijd?

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Vragenlijst. Uw bijdrage helpt te weten waar de noden van ouderen liggen zodat er beter op hen kan ingespeeld worden.

Werkbaarheid. Algemene Directie Humanisering van de Arbeid. Ervaringsfonds

Psychologische contracten in Vlaanderen

Nulurencontracten 2018

arbeidrelaties en employability. Een nieuwe vorm van werkzekerheid? TEW

Conjunctuurindicatoren: de tijdelijke werkloosheid

Tijdelijke tewerkstelling in Europa: een literatuuroverzicht

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties

Nationaal geluksonderzoek. Deel 5: werk

(Groot)ouders en de scheiding van hun zoon/dochter. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

Resultaten van een bevraging bij de apothekers afgestudeerd aan de K.U.Leuven in de periode

De beleving van arbeid in België: stand van zaken op basis van de VBBA

Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items

Erasmus Universiteit Rotterdam, Van scholier naar student BIJLAGE 1 VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Een exploratief onderzoek naar omvang en profiel van uitkeringsovertreders bij Vlaamse werklozen

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

1. Inleiding 2. Analyse 2.1. Een derde van de ouders geeft aan minder te gaan werken

Wachten tot de witte raaf aan de deur komt kloppen? Een analyse van het instroom- en retentiebeleid bij bedrijven

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

ATYPISCHE ARBEID: STEEDS TYPISCHER? Hoofdstuk 18

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Evenwicht werk/privé wint opnieuw fors van loon en werkzekerheid

Mag het wat meer (ervaring) zijn? - Werkloze 45-plussers bevraagd -

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Student en werk. Hoe tevreden zijn joben werkstudenten?

Het overlevingspensioen voor jonge weduw(e)n(aars): naar een sociale bescherming zonder deactivering

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Transcriptie:

Motieven voor tijdelijk werk en uitzendarbeid Waarom accepteren tijdelijke werknemers en uitzendkrachten een flexibel contract? Omwille van de toegenomen nood aan flexibilisering zijn tijdelijk werk en uitzendarbeid niet uit onze maatschappij weg te denken. Dergelijke flexibele werkvormen bieden organisaties immers de mogelijkheid om hun concurrentiepositie te waarborgen en competitief te blijven op de nationale en internationale arbeidsmarkt. Wetenschappelijk inzicht in waarom werknemers een dergelijk contract accepteren, is echter beperkt. Deze bijdrage rapporteert over een nieuwe studie naar de motieven voor tijdelijke en uitzendarbeid. Doelstelling Om tegemoet te komen aan de toegenomen nood aan flexibilisering worden flexibele werkvormen steeds meer gehanteerd als een strategisch instrument in het human resources-beleid (Tan & Tan, 2002). Verschillende auteurs (Feldman, Doerpinghaus & Turnley, 1994; Krausz, 2000) illustreerden dit organisatieperspectief. Daarnaast is het echter ook belangrijk om inzicht te verwerven in het werknemersperspectief, in het bijzonder in de motieven die tijdelijke werknemers en uitzendkrachten hebben om in een dergelijk contract te werken. Ondanks het belang van flexibele werkvormen in de huidige maatschappij is onderzoek naar de motieven van tijdelijke werknemers en uitzendkrachten schaars en vaak ook rudimentair. Vaak wordt immers niet meer dan een ruw onderscheid gemaakt tussen vrijwillige en onvrijwillige tijdelijke werknemers en uitzendkrachten: werknemers die wel of niet de voorkeur geven aan hun huidige contractvorm. In een vorige bijdrage over dit thema stellen De Witte, Vander Steene, Dejonckheere, Forrier, Sels en Van Hootegem (2001) echter vast dat dit zwart-wit-perspectief genuanceerd dient te worden. In hun onderzoek geeft immers een groot deel van de flexibele werknemers aan dat een flexibel contract hen de kans biedt ervaring op te doen en de eigen mogelijkheden te exploreren. Het uiteindelijke doel is voor de meerderheid van de respondenten echter hetzelfde: vast werk vinden. De Witte e.a. (2001) stellen in hun studie drie hoofdmotieven vast: bij gebrek aan vast werk ( omdat ik geen vast werk kan vinden ), exploratie van mogelijkheden ( omdat ik zo ervaring kan opdoen ) en combinatie met andere activiteiten ( omdat ik me niet wil binden voor lange tijd ). Ook Tan en Tan (2002) duiden op het belang van een dergelijke nuancering en documenteren in hun omvattende studie zes hoofdmotieven: combinatie van werk met andere levensdomeinen 1 ( omdat het me toelaat mijn werk te onderbreken wanneer ik wil ), economische redenen ( omdat het me een aanvullend inkomen biedt op mijn hoofdactiviteit ), versterken van professionele capaciteiten en exploratie van mogelijkheden 2 ( omdat ik zo ervaring kan opdoen ), voordelen van tijdelijk werk/uitzendarbeid 3 ( omdat het minder stress met zich meebrengt ), een middel om vast werk te vinden ( omdat ik zo OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV / Uitgeverij Acco 1-2/2006 147

kans maak op een vast contract in deze organisatie ) en bij gebrek aan vast werk ( omdat ik niet over de juiste vaardigheden of ervaring beschik voor vast werk ). Sommige van deze motieven vinden we terug in een beperkt aantal nationale (Idea Consult, 2000; 2002; 2004; De Witte e.a., 2001) en internationale (Hardy & Walker, 2003; Polivka, 1996; Cohany, 1996; 1998; DiNatale, 2001) studies, waar een onderscheid wordt gemaakt tussen arbeidsmarktgerelateerde motieven en persoonlijke redenen. Arbeidsmarktgerelateerde motieven ( de onmogelijkheid om vast werk te vinden, opstap naar vast werk ) blijken voor een meerderheid van de respondenten een beslissende rol te spelen, terwijl een minderheid persoonlijke redenen aanhaalt ( omdat ik zo nieuwe vaardigheden kan leren, omdat ik zo ervaring kan opdoen ) (Hardy & Walker, 2003; Polivka, 1996; Cohany, 1996; 1998; DiNatale, 2001, Idea Consult, 2000; De Witte e.a., 2001). Het aantal bevraagde motieven in bovenstaande studies is echter beperkt. Met deze bijdrage beogen we een exhaustieve bevraging van de motieven om in een tijdelijk contract of contract als uitzendkracht te werken. Onderzoeksopzet Dataverzameling en steekproef In de lente van 2005 stemden 25 Vlaamse bedrijven met minimum 4 tijdelijke werknemers of uitzendkrachten in met de vraag tot medewerking aan een onderzoeksproject over de beleving van werk. De deelnemende organisaties bezorgden de vragenlijsten aan de werknemers met een tijdelijk contract of contract als uitzendkracht. Daarnaast werden ook werknemers met een vast contract bevraagd. De deelname aan het onderzoek gebeurde anoniem en op vrijwillige basis. De vragenlijsten werden thuis of op het werk ingevuld. De resultaten in deze bijdrage hebben vanzelfsprekend enkel betrekking op de tijdelijke werknemers en uitzendkrachten. In totaal bezorgden 273 tijdelijke werknemers of uitzendkrachten hun vragenlijst ingevuld terug (respons 44,9%): 106 uitzendkrachten (38,8%) en 167 werknemers met een tijdelijk contract (61,2%). 51% van de respondenten is bediende en 49% arbeider. De gemiddelde anciënniteit is 1,6 jaar. De gemiddelde respondent werkt 35,3 uren per week en is 28,2 jaar. Een kleine meerderheid van de respondenten is vrouwelijk (57,6%) en alleenstaand (56,3%). 43,5% van de respondenten behaalde een diploma hoger secundair onderwijs, terwijl 24,9% van de respondenten een lager diploma behaalde. 31,6% van de respondenten behaalde een universitair diploma of een diploma hoger onderwijs. Analyses In deze studie wordt nagegaan welke motieven tijdelijke werknemers en uitzendkrachten hebben om in een flexibel contract te werken. Deze motieven werden bevraagd aan de hand van 32 items, opgesteld aan de hand van de 6 hoofdmotieven van Tan en Tan (2002). Aan de respondenten werd gevraagd aan te kruisen in welke mate ze akkoord gingen met elk van de uitspraken op een schaal van 1 (helemaal niet akkoord) tot 5 (helemaal akkoord). Per item werd het percentage respondenten berekend dat instemt met het item (score 4 of 5) of het afwijst (score 1 of 2). Deze gegevens worden weergegeven in tabel 1. De onderliggende factorstructuur van de motieven werd nagegaan via een principalecomponentenanalyse met varimaxrotatie. Alle items die naar eenzelfde dimensie verwijzen, werden samengeteld en verrekend tot een score tussen 0 (de respondent gaat helemaal niet akkoord met de schaal) en 10 (de respondent gaat helemaal akkoord met de schaal). Een 5 vormt daarbij het neutrale schaalmidden. Voor elke schaal werd eerst de gemiddelde schaalscore berekend (zie tabel 1). Daarna wordt aangegeven hoeveel percent van de respondenten hoger scoort dan 5 en met andere woorden instemt met de schaalinhoud (zie tabel 1). Resultaten Globale resultaten Na factoranalyse komen vier goed interpreteerbare dimensies naar voor. Tabel 1 geeft de factorladingen van de items per dimensie weer. De items die 148 OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV / Uitgeverij Acco 1-2/2006

Tabel 1. Beoordeling van de motieven: beoordeling van de schalen en van de afzonderlijke items in % Ik werk als uitzendkracht of met een tijdelijk contract omdat Niet akkoord Akkoord Een middel om vast werk te vinden (gemiddelde = 7,16; 79,80% > 5) ik zo een vast contract hoop te krijgen. (0,83) 16,8 69,3 ik zo kans maak op een vast contract in deze organisatie. (0,87) 19,5 59,5 ik zo kan tonen dat ik een vast contract verdien. (0,78) 21,8 59,0 dit de enige manier is om hier een vast contract te krijgen. (0,76) 30,0 34,9 Bij gebrek aan vast werk (gemiddelde = 6,62; 76,30% > 5) het beter is dan helemaal geen werk hebben. (0,52) 14,8 72,7 dit het enige type van contract/aanstelling was dat ik kon krijgen. (0,50) 18,2 62,1 het voor mij moeilijk is om vast werk te vinden. (0,72) 39,7 33,9 ik geen vast werk kan vinden. (0,79) 48,0 30,4 Versterken van professionele capaciteiten en exploratie van mogelijkheden (gemiddelde = 6,27; 76,20% > 5) ik zo ervaring kan opdoen. (0,82) 17,5 61,2 ik zo mijn vaardigheden kan onderhouden. (0,62) 20,2 55,8 ik zo nieuwe vaardigheden kan leren. (0,77) 25,0 47,2 ik zo verschillende soorten werk kan doen. (0,77) 44,9 28,1 ik zo verschillende soorten organisaties kan leren kennen. (0,79) 45,7 28,1 Voordelen van tijdelijk werk of uitzendarbeid (gemiddelde = 3,85; 20,90% > 5) het me de mogelijkheid biedt het gezinsinkomen aan te vullen. (0,49) 54,6 25,9 het me toelaat mijn werk te onderbreken wanneer ik dat wil. (0,66) 59,8 19,7 het me meer vrijheid geeft. (0,76) 65,4 19,0 het me momenteel beter uitkomt. (0,71) 67,6 16,8 ik van de afwisseling in tijdelijke of uitzendjobs hou. (0,63) 66,4 14,5 het minder stress met zich meebrengt. (0,64) 70,2 12,2 het me toelaat te werken wanneer wil. (0,79) 76,5 12,1 het me een aanvullend inkomen biedt op mijn hoofdactiviteit (bijvoorbeeld studies, ander werk, ). (0,54) 81,7 11,1 het minder verantwoordelijkheden met zich meebrengt. (0,69) 71,0 9,9 ik me niet wil binden voor lange tijd. (0,72) 79,2 9,5 het de enige vorm van betaalde arbeid is die te combineren valt met hobby's en/of vrijwilligerswerk. (0,77) het me een hoger loon biedt in vergelijking met andere contracten/aanstellingen. (0,53) 80,1 8,8 74,0 8,0 mijn familiaal leven geen ruimte laat voor vast werk. (0,72) 89,0 5,0 ik financieel geen nood heb aan een vaste job. (0,68) 87,7 3,8 Noot: Bron: De factorladingen worden tussen haakjes weergegeven na elk item. Onderzoeksgroep voor Stress, Gezondheid en Welzijn, Departement Psychologie, K.U.Leuven OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV / Uitgeverij Acco 1-2/2006 149

een hoge lading vertonen op meer dan een hoofdmotief werden uit de analyses weggelaten. De eerste dimensie verklaart 23% van de totale variantie en combineert de items van de volgende theoretische dimensies: voordelen van tijdelijk werk of uitzendarbeid, combinatie van werk met andere levensdomeinen en economische redenen. Aangezien de items van deze drie dimensies wijzen op de voordelen die verbonden zijn aan flexibele arbeid, wordt deze dimensie voordelen van tijdelijk werk of uitzendarbeid genoemd. De overige dimensies versterken van professionele capaciteiten en exploratie van mogelijkheden (13,7% verklaarde variantie), een middel om vast werk te vinden (11,7% verklaarde variantie) en bij gebrek aan vast werk (7,7% verklaarde variantie) komen inhoudelijk overeen met de theoretisch vooropgestelde dimensies. Uit de gemiddelde schaalscores blijkt dat de respondenten in hoofdzaak tijdelijk werken of uitzendarbeid verrichten als een middel om vast werk te vinden (gemiddelde schaalscore: 7,2 op 10). 79,8% van de respondenten stemt in met de inhoud van deze schaal. Uit de beoordeling van de afzonderlijke uitspraken blijkt eveneens dat de respondenten hun huidige contract als een middel om vast werk te vinden percipiëren. Zo haalt 69,3% van de respondenten omdat ik zo een vast contract hoop te krijgen aan als beslissend motief. Ook de dimensies bij gebrek aan vast werk en versterken van professionele capaciteiten en exploratie van mogelijkheden worden door de respondenten als belangrijk aangeduid. Respectievelijk scoren ze gemiddeld 6,6 en 6,3 op 10, wat een duidelijke instemming met deze motieven uitdrukt. Dat tijdelijk werk en uitzendarbeid in belangrijke mate ingegeven zijn bij gebrek aan vast werk en ter versterking van de professionele capaciteiten en exploratie van mogelijkheden blijkt eveneens uit de beoordeling van de afzonderlijke items. Zo stemt maar liefst 72,7% van de respondenten in met de uitspraak omdat het beter is dan helemaal geen werk hebben. Ook met de motieven dit was het enige type van contract/aanstelling dat ik kon krijgen (62,1%), ik kan zo ervaring opdoen (61,2%), en ik kan zo mijn vaardigheden onderhouden (55,8%) stemt een meerderheid van de respondenten in. Uit de gemiddelde schaalscores blijkt dat de schaal voordelen van tijdelijk werk of uitzendarbeid door de respondenten afgewezen wordt (schaalscore: 3,9 op 10). De beoordeling van de afzonderlijke uitspraken van deze schaal bevestigt een afwijzende houding ten aanzien van deze motieven: de percentages respondenten die instemmen met de desbetreffende items variëren van slechts 5,0% tot 25,9%. Deze motieven drukken bijgevolg een minderheidsstandpunt uit. Verschillen tussen tijdelijke werknemers en uitzendkrachten Uit de gemiddelde schaalscores blijkt dat uitzendkrachten over het algemeen hoger scoren dan tijdelijke werknemers. Zo stemmen de uitzendkrachten in iets sterkere mate in met het motief een middel om vast werk te vinden dan de tijdelijke werknemers (gemiddelde schaalscores respectievelijk 7,6 en 6,9 op 10). Onder de uitzendkrachten geeft 84,6% het motief een middel om vast werk te vinden aan, tegenover 76,6% van de tijdelijke werknemers. Eveneens wat de schalen bij gebrek aan vast werk, versterken van professionele capaciteiten en exploratie van mogelijkheden en voordelen van tijdelijk werk of uitzendarbeid betreft, liggen de gemiddelde schaalscores hoger bij de uitzendkrachten dan bij de tijdelijke werknemers (respectievelijk 7,1 versus 6,3; 6,8 versus 5,9; 4,4 versus 3,5). Ondanks deze verschillen, komt binnen beide groepen dezelfde rangordening naar voren. Zowel respondenten met een tijdelijk contract als uitzendkrachten benadrukken immers in eerste instantie het motief een middel om vast werk te vinden. Bij gebrek aan vast werk, en versterken van professionele capaciteiten en exploratie van mogelijkheden komen voor beide groepen respectievelijk op de tweede en derde plaats. Het motief voordelen van tijdelijk werk of uitzendarbeid wordt door beide groepen afgewezen. Besluit Uitzendarbeid en tijdelijk werk blijken in hoofdzaak een middel om vast werk te vinden. Zoals reeds uit voorgaand onderzoek blijkt, is flexibele 150 OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV / Uitgeverij Acco 1-2/2006

arbeid tevens in belangrijke mate ingegeven door een gebrek aan vast werk. Ook het versterken van professionele capaciteiten en de exploratie van professionele mogelijkheden blijkt een belangrijk motief. Deze bevinding ondersteunt de bevindingen van De Witte e.a. (2001). Daaruit blijkt onder meer dat een deel van de flexibele werknemers een flexibel contract percipieert als een kans om ervaring op te doen en om de eigen mogelijkheden te exploreren. Het uiteindelijke doel is echter het vinden van vast werk. Nieuw aan deze bijdrage in vergelijking met de vorige, is dat de motieven voor tijdelijke en uitzendarbeid ditmaal veel uitvoeriger in kaart werden gebracht. Dat leverde de nuancering op dat men tijdelijk kan werken omdat men geen vast werk kan vinden, doch ook omdat men via het tijdelijk werk vast werk wenst te vinden. Dit laatste (instrumentele) motief werd onderbelicht in de vorige studie en komt uit deze studie als het belangrijkste motief naar voor om tijdelijk of uitzendwerk te aanvaarden. Veerle Declerck Hans De Witte Nele De Cuyper Onderzoeksgroep voor Stress, Gezondheid en Welzijn Departement Psychologie K.U.Leuven Noten 1. Tan en Tan (2002) noemen dit motief familiale redenen. 2. Tan en Tan (2002) noemen dit motief zelfrealisatie. 3. Tan en Tan (2002) noemen dit motief persoonlijke voorkeur. Bibliografie Cohany, S.R. (1996). Workers in alternative employment arrangements. Monthly Labor Review, 119(10), pp. 31-45. Cohany, S.R. (1998). Workers in alternative employment arrangements: a second look. Monthly Labor Review, 121(11), pp. 3-21. De Witte, H., Vander Steene, T., Dejonckheere, J., Forrier, A., Sels, L. & Van Hootegem, G. (2001). Contractuele flexibiliteit: bewuste leefstijl of bij gebrek aan beter? Over.Werk. Tijdschrift van het Steunpunt WAV, 11(4), pp. 92-97. DiNatale, M. (2001). Characteristics of and preference for alternative work arrangements, 1999. Monthly Labor Review, 124 (3), pp. 28-49. Feldman, D.C., Doerpinghaus, H.I. & Turnley, W.H. (1994). Managing temporary workers: a permanent HRM challenge. Organizational Dynamics, 23, pp. 49-64. Hardy D.J. & Walker R.J. (2003). Temporary but seeking permanence: a study of New Zealand temps. Leadership & Organization Development Journal, 24(3), pp. 141-152. Idea Consult (2000). (Vast) werk zoeken via uitzendarbeid. Brussel: Idea Consult. Idea Consult (2002). De kwaliteit van uitzendarbeid: perceptie en realiteit. Brussel: Idea Consult. Idea Consult (2004). Uitzendkrachten in 2003: profiel- en tewerkstellingskenmerken. Brussel: Idea Consult. Krausz, M. (2000). Effects of short- and longterm preference for temporary work upon psychological outcomes. International Journal of Manpower, 21(8), pp. 635-647. Polivka, A.E. (1996). Into contingent and alternative employment: by choice? Monthly Labor Review, 19(10), pp. 55-73. Tan, H.H. & Tan C.P. (2002). Temporary employees in Singapore: What drives them? The Journal of Psychology, 136(1), pp. 83-102. OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV / Uitgeverij Acco 1-2/2006 151