Tabel Werkplekvoorschriften van laboratoria, plantenkweekcellen, kassen en dierverblijven Versie: 22 juni 2012 Tabel: Bij SOP A.0x v0.1 Micro-organismen klasse 1 Micro-organismen klasse 2 Micro-organismen klasse 3 Overig = GGO-regeling I I A A Algemeen orde & netheid / hygiëne De werkruimte wordt schoon en netjes gehouden Eten, drinken, roken, het aanwezig hebben van eet- of drinkgerei, het aanbrengen van cosmetica en het opslaan van voedsel en dranken in de werkruimte zijn verboden Ongedierte mag niet aanwezig zijn - waaronder vrij vliegende insecten Pipetteren met de mond is verboden Naalden en spuiten mogen beperkt gebruikt worden voor (m.n.) injectie of afname van vloeistoffen uit mensen/dieren. Ze mogen niet gebruikt worden als vervanging van pipetten. Toegang Toegang tot de werkruimte is verboden voor onbevoegden Uitsluitend direct bij de werkzaamheden betrokken medewerkers hebben toegang tot de werkruimten; anderen mogen deze slechts betreden met afzonderlijke 1 De D-I werkplekvoorschriften zijn voor een gesloten dierverblijf (muisdicht/ratdicht) Formulier bij SOP A.0x v0.1-1
= GGO-regeling I I A A schriftelijke toestemming van de BVF Werkzaamheden in een GG-werkruimte mogen alleen worden uitgevoerd door personen die formulier (bijlage 5) hebben ingevuld en waaruit blijkt dat men: - voldoende kennis en vaardigheden heeft van veilige werktechnieken die voor de werkzaamheden noodzakelijk zijn (bijlage 19) - kennis heeft van en bekend is met de geldende regels en verplichtingen en hiernaar zal handelen Na schriftelijke toestemming van de BVF mag de werkruimte worden gebruikt voor de onderstaande werkzaamheden m.b.t. verlaging inperkingsniveau (op de toegangsdeur wordt dit aangegeven): - met niet GGO s indien de werkruimte niet wordt gebruikt voor werkzaamheden met GGO s. - met uitsluitend //PKM- I/ werkzaamheden volgens de /// voorschriften of voor uitsluitend werkzaamheden met niet GGO s. - op uitsluitend I niveau en geldende voorschriften. - op uitsluitend I// niveau en geldende voorschriften. - Dit is op de toegangsdeur aangegeven en de betrokken medewerkers worden hierover vooraf geïnformeerd. Tijdens werkzaamheden zijn: 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 Veilige Microbiologische Technieken, Veilige Planten technieken, Proefdierkunde opleiding (art. 9 of 12) en voor de werkzaamheden specifieke training. Formulier bij SOP A.03 v0.1-2
= GGO-regeling I I A A Desinfectie / sterilisatie na besmetting m.b.t. planten - de (toegangs) deuren van de werkruimte gesloten - de ramen van de werkruimte gesloten - te openen ramen zijn voorzien van insectengaas De toegang tot de werkruimte (sluis) is op slot wanneer er geen personeel in de werkruimte aanwezig is - voor grote (landbouw)huisdieren kan het verblijf geopend blijven indien de dieren niet anders dan door ingrijpen van de mens dan wel door een calamiteit buiten het verblijf kunnen geraken Toegang tot proefdierlaboratoria is alleen mogelijk voor speciaal daartoe gemachtigde personen. Na besmetting worden besmette oppervlakten/materialen/apparatuur direct gedesinfecteerd ( 11.4). Door morsen of ongevallen/incidenten met GGO s besmette kleding wordt voor het wassen gesteriliseerd of gedesinfecteerd. Materiaal voor hergebruik dat in aanraking is geweest met GGO s, wordt geïn- activeerd of gedesinfecteerd voordat het wordt gewassen. Verspreiden van pollen, zaden en reproductieve plantedelen wordt voorkomen GG-planten mogen het bloeistadium niet bereiken of bereikt hebben Kruiscontaminatie wordt voorkomen. Kruisingen worden verricht onder omstandigheden waarbij verspreiding van genetisch gemodificeerde pollen anders dan naar de doelorganismen wordt voorkomen Indien vliegende insecten nodig zijn voor Formulier bij SOP A.03 v0.1-3
= GGO-regeling I I A A de bestuiving, dan dienen deze zich in een insectendichte afgesloten ruimte te bevinden. Alle ventilatieopeningen zijn voorzien van insectengaas Werkzaamheden met GG microorganismen zijn verboden. voor is een uitzondering en zijn werkzaamheden met GG disarmed Agrobacterium tumefaciens stammen, waarmee onder laboratorium omstandigheden activiteiten worden verricht op niveau, toegestaan. GG disarmed Atum () mogen in associatie met planten worden gehouden in gesealde containers. GG-planten waarvoor bij de vervaardiging gebruik is gemaakt van GG-microorganismen, moeten voordat zij naar de kas worden overgebracht, met een gevalideerde methode worden vastgesteld dat zij vrij zijn van de betreffende micro-organismen Werkzaamheden met genetisch gemodificeerde organismen die zijn ingeschaald op niveau en werkzaamheden met niet-genetisch gemodificeerde organismen mogen gelijktijdig worden uitgevoerd in dezelfde ruimte: indien de nietgenetisch gemodificeerde organismen van dezelfde soort zijn als de genetisch gemodificeerde organismen dienen voor alle werkzaamheden met deze planten de werkvoorschriften in acht te worden genomen. GG-planten zijn duidelijk gemerkt, zodat ze van niet-gg-planten onderscheiden kunnen worden. Het ontstaan van runoff water (proces- Formulier bij SOP A.03 v0.1-4
= GGO-regeling I I A A m.b.t. dieren water) wordt zoveel mogelijk voorkomen Het houden van dieren in het verblijf geschiedt op zodanige wijze dat geen onbedoelde paring kan plaatsvinden De huisvesting van GG-dieren is duidelijk gemerkt, zodat ze van niet-gg-dieren onderscheiden kunnen worden. Kleine GG-zoogdieren worden gehouden in een in het verblijf geplaatste gesloten kooi - of isolator - bij het openen van de kooi of isolator is de toegang tot het verblijf gesloten - bij het openen van de kooi of isolator is aan de buiten zijde van het verblijf aangegeven dat het verblijf niet betreden mag worden Als dieren worden gehouden in kooien of bakken, dan wel in onderdrukisolatoren, wordt daaraan een specificatie bevestigd van de erin aanwezige GGO s. Andere dieren (dan kleine GGzoogdieren) worden gehouden in een adequate huisvesting. De wijze van huisvesting wordt beschreven in de kennisgeving van activiteiten (IG beschikking). Een onderdrukisolator wordt alleen geopend in een werkruimte van vergelijkbaar inperkingsniveau (D-I voor D-I isolator, voor isolator, etc.) - bij het openen van de isolator is de toegang tot het verblijf gesloten - bij open isolator is aan de buiten zijde van het verblijf aangegeven dat het verblijf niet betreden mag worden Grote zoogdieren worden gehouden in een afsluitbare ruimte binnen het ver- Formulier bij SOP A.03 v0.1-5
= GGO-regeling I I A A Persoonlijke bescherming blijf. - bij het betreden van deze ruimte is de toegang tot het verblijf gesloten Bij werkzaamheden met GG-dieren is het dragen van handschoenen verplicht Kleding: - Passende beschermende kleding wordt gedragen - Beschermende kleding wordt na afloop van de werkzaamheden in de werkruimte achtergelaten - De werkkleding wordt gedesinfecteerd of gesteriliseerd voordat ze wordt gewassen. - Beschermende kleding wordt na afloop van de werkzaamheden in de besmette zijde van de sluis achtergelaten. Persoonlijke bezittingen en eigen kleding die niet onder de werkkleding wordt gedragen, blijven in de niet besmette zijde achter. Het dragen van polshorloges en sieraden aan armen en handen is verboden Persoonlijke bezittingen, waaronder kleding die niet gedragen wordt, worden buiten de werkruimte opgeborgen. Open schoenen en sandalen mogen niet worden gedragen Een veiligheidsbril moet worden gedragen tijdens die werkzaamheden waarbij de ogen moeten worden beschermd Het dragen van handschoenen is verplicht: 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 Bij voorkeur worden geen open schoenen en sandalen gedragen. Formulier bij SOP A.03 v0.1-6
= GGO-regeling I I A A Tijdens werkzaamheden Beëindigen werkzaamheden Afval en besmet materiaal - tijdens de werkzaamheden - tijdens werkzaamheden met bloed, lichaamsvloeistoffen, potentieel infectueus materiaal en geïnfecteerde dieren Bij alle werkzaamheden worden het ontstaan en de verspreiding van aërosolen vermeden. Werkzaamheden worden in een veiligheidskabinet van klasse II uitgevoerd: - wanneer aërosolen kunnen ontstaan - er met infectueuze materialen wordt gewerkt - er een risico is op een airborne infectie De werkoppervlakten worden gedesinfecteerd: - aan het eind van de werkzaamheden - aan het einde van iedere werkdag De handen moeten worden gewassen met zeep: - Voor het verlaten van de werkruimte - Voor het verlaten van het ingeperkte gebied - Na werkzaamheden met infectueuze materialen of geïnfecteerde dieren Al het biologisch afval wordt verzameld in breukvaste, lekdichte containers die gesloten kunnen worden en wordt geïnactiveerd voordat men zich ervan ontdoet. Al het biologisch afval dat reproductieve plantendelen bevat (of kan bevatten) wordt verzameld in breukvaste, lekdichte containers die gesloten kunnen worden en wordt geïnactiveerd voordat men zich ervan ontdoet. Formulier bij SOP A.03 v0.1-7
= GGO-regeling I I A A Bioreactor - inactivatie gebeurt bij voorkeur door autclaveren ( 15.4) - Als planten in de volle grond zijn gekweekt en reproductieve plantendelen worden na beëindiging van een experiment niet uit de grond gehaald dan wordt de grond na afloop van een experiment behandeld met een gevalideerd methode die reproductieve plantendelen inactiveert. Materiaal dat in aanraking is geweest met GGO s wordt geïnactiveerd of gedesinfecteerd voordat het wordt: - gewassen - hergebruikt - als afval afgevoerd Materiaal dat in aanraking is geweest met genetisch gemodificeerde organismen wordt vrijgemaakt van reproductieve plantendelen voordat het wordt gewassen, hergebruikt of als afval afgevoerd. Potentieel besmet (afval) materiaal dient afgesloten en geëtiketteerd te worden bewaard. Indien gewerkt wordt met een bioreactor, dan: - mag deze geen grotere inhoud hebben dan 100 liter - is in de luchtafvoer van de bioreactor een hydrofoob absoluut-filter, of een daaraan gelijkwaardige voorziening aanwezig - dient de bioreactor zo geconstrueerd te zijn dat de verspreiding van GGO s wordt beperkt - dient de bioreactor zo geconstrueerd te zijn dat de verspreiding van GGO s Formulier bij SOP A.03 v0.1-8
= GGO-regeling I I A A Overig sterk wordt beperkt - dient de bemonstering van de bioreactor, de toevoeging van materiaal aan de bioreactor en de overdracht van materiaal naar een ander systeem te geschieden zodanig dat de vorming en/of verspreiding van aërosolen en de besmetting van externe oppervlakten worden vermeden. - mag de lozing van de inhoud van de bioreactor pas geschieden nadat de eventueel aanwezige GGO s volgens een gevalideerde methode zijn geïnactiveerd. Planten en dieren, gemodificeerd en niet-gemodificeerd, die geen deel uitmaken van een experiment mogen niet in de werkruimte aanwezig zijn Huisvesting van dieren en planten is in de werkruimte niet toegestaan Alle werkzaamheden met dieren en planten worden uitgevoerd in een veiligheidskabinet van klasse II Bij gelijktijdige werkzaamheden met niet GGO s moeten de //PKM- I/ werkvoorschriften in acht genomen worden Bij gelijktijdige werkzaamheden met GGO s die zijn ingeschaald op /PCM- I// niveau of werkzaamheden met niet-ggo s moeten de I/PCM- II// werkvoorschriften in acht worden genomen Bij gelijktijdige werkzaamheden met GGO s die zijn ingeschaald op ML- II/I// of /PCM- I// niveau of werkzaamheden met niet-ggo s moeten de /PCM- III// werkvoorschriften in Formulier bij SOP A.03 v0.1-9
= GGO-regeling Formulier bij SOP A.03 v0.1-10 Micro-organismen klasse 1 Micro-organismen klasse 2 Micro-organismen klasse 3 Overig I I A A = acht worden genomen.