Hoofdstuk 1 Inleiding 1

Vergelijkbare documenten
INTERNATIONALE KINDERONTVOERING STAND VAN ZAKEN, VERZET VAN HET KIND?

Samenvatting Inleiding Deel I: De achtergrond van het HKOV en het belang van het kind als uitgangspunt bij de toepassing ervan

InhOud Voorwoord 5 Inhoud 7 Lijst van afkortingen Verkort geciteerde literatuur

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Handreiking voor internationale kinderontvoeringszaken naar het buitenland

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzo

Ons kenmerk /11/6 Datum 20 oktober 2011 Onderwerp Tweede nadere memorie van antwoord wetsvoorstel IKO (32 358)

Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden. van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

Verslag advocatenbijeenkomst 6 september 2011

Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden

Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden. van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

(consultatie) Consultatieversie 1

DE INTERNATIONALE KINDERONTVOERING VOOR DE BELGISCHE RECHTBANKEN

» Samenvatting. » Uitspraak

Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het Internationaal Kinderrechtenverdrag in de Nederlandse rechtspraak

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Aanleiding en wijzigingsvoorstellen

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Amsterdam, 5 november 2007

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

13585/17 WST/sht/bb DGD 2

[Haags Kinderontvoeringsverdrag - 3; 13; Brussel II-bis - 2 lid 11; 10; 11 lid 7]

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging. mr. dr. M. Freudenthal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

EVALUATIE VAN HET HERZIENE FISCALE PROCESRECHT. Erasmus Universiteit Rotterdam Oktober 2004 Dr E.B. Pechler; prof. dr M.W.C.

13581/17 WST/sht/bb DGD 2

Inhoudsopgave. Afkortingen. 1 inleiding en verantwoording 1

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EVRM, minderjarigheid en ouderlijk gezag

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en)

Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1

DE TOEPASSING VAN HET INTERNATIONAAL VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND IN DE NEDERLANDSE RECHTSPRAAK

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Verkorte inhoudsopgave

GEWOGEN RECHTSMACHT IN HET IPR. Over forum (non) conveniens en forum necessitatis. mr. F. Ibili

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en)

Voorwoord. Maastricht, 20 maart Steffie Laschet

Praktische gids Hoe te handelen bij een internationale kinderontvoering

Handreiking Stelsel Internationale Kinderontvoering voor inkomende zaken

Handreiking Stelsel Internationale Kinderontvoering voor inkomende zaken

ECLI:NL:RBDHA:2015:14419

Evaluatie Pilot Internationale Kinderontvoering

Internationale kinderontvoering, artikel 13 HKOV en het belang van het kind.

INHOUDSTAFEL. VOORWOORD... v

INHOUDSOPGAVE. Woord vooraf / V. Lijst van gebruikte afkortingen / XIII. HOOFDSTUK 1 1 Inleiding /1

Samenvatting. Achtergrond

SAMENVATTING Inleiding

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Kern van het internationaal publiekrecht

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2000 (17.07) (OR. fr) 9735/00 ADD 1 LIMITE JUSTCIV 75

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Centrale autoriteit Internationale kinderontvoering van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Het verloop van het geding

De weigeringsgronden bij uitlevering en overlevering

INHOUD. WOORD VOORAF... v. VOORWOORD... vii. AFKORTINGEN... xi. LIJST VAN RELEVANTE WETGEVING... xiii DEEL I. EVOLUTIE... 1

» Samenvatting. Internationale kinderontvoering, Procedure ten gronde, Internationale bevoegdheid

DEEL I DE RECHTSMACHT 1

Internationale kinderontvoering, Daadwerkelijke uitoefening. Gezag

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2017) 357 final. Bijlage: COM(2017) 357 final /17 fb DG D 2A. Raad van de Europese Unie

Het openbaar ministerie in civiele zaken

Het Bureau Liaisonrechter Internationale Kinderbescherming

Mr. dr. N. Djebali. Beslechting van transfer pricing geschillen

Bevoegdheid Nederlandse rechter vordering afgifte minderjarige na overbrenging buitenland

Handreiking Stelsel Internationale Kinderontvoering voor inkomende zaken

ONTHEEMD, VREEMD EN MINDERjARIG. Het recht op ontwikkeling van de alleenstaande minderjarige vreemdeling in (internationale wet- en regelgeving

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 1

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

De Detacheringsrichtlijn

DAGELIJKS WERKBOEK DEEL #1

awetenschappelijk Onderzoeken Internationale kinderontvoering Cahier

Afkortingen. Inleiding

De Toepassing van het Haags Kinderontvoeringsverdrag door de Nederlandse Rechter: Een Onderzoek naar het Belang van het Kind

Handreiking Stelsel Internationale Kinderontvoering

De nieuwe Belgische arbitragewet

INHOUDSOPGAVE. Veel gebruikte afkortingen / XI. HOOFDSTUK 1 Inleiding en onderzoeksvragen / 1

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104

Uitvoeringswet Verdragen inzake internationale ontvoering van kinderen

Processuele gelijkwaardigheid in een teruggeleidingsprocedure: een utopie of realistisch te verwezenlijken?

Internationale Kinderontvoering

VERKORTE INHOUDSOPGAVE

GRONDSLAGEN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

GECONSOLIDEERDE VERSIE

Model A.1. Verzoekschrift bij toepassing van artikel 213 BW (onderhoudsgeld tussen echtgenoten) de artikelen 1034bis e.v. en 1320 e.v. Ger.W.

Het Mediation Bureau. van het Centrum Internationale Kinderontvoering (Centrum IKO)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hof van Cassatie van België

Transcriptie:

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Introductie 1 1.2 Enkele cijfers 2 1.3 Het Haags Kinderontvoeringsverdrag in vogelvlucht 3 1.3.1 Inleiding 3 1.3.2 Definitie van internationale kinderontvoering 4 1.3.3 Doel van het Verdrag 6 1.3.4 Toepassing van het Verdrag 7 1.4 Vraagstelling en onderzoeksmethode 8 1.4.1 Vraagstelling 8 1.4.2 Onderzoeksopzet, methode en afbakening 9 1.5 Opbouw van het onderzoek 10 Deel I De achtergrond van het HKOV en het belang van het kind als uitgangspunt bij de toepassing ervan 13 Hoofdstuk 2 Naar een Haags Kinderontvoeringsverdrag 15 2.1 Inleiding 15 2.2 De Nederlandse situatie ten aanzien van internationale kinderontvoering voor het ontstaan van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 15 2.2.1 Inleiding 15 2.2.2 Bestaande regelingen 16 2.2.3 Beschikbare informatie en jurisprudentie over internationale kinderontvoering 19 2.3 De situatie ten aanzien van internationale kinderontvoering voor het ontstaan van het Haags Kinderontvoeringsverdrag op internationaal niveau 23 2.3.1 Inleiding 23 2.3.2 Aanleiding tot het opstellen van een verdrag 25 2.3.3 Kenmerken van de situatie die leidt tot kinderontvoering 26 2.3.4 Gevolgen van kinderontvoering 28 2.3.5 Juridische context in gezagszaken en het belang van het kind 29 2.3.6 Correlatie tussen omgangsrecht en kinderontvoering 30 2.3.7 Methoden om kinderontvoering tegen te gaan 31 V

2.4 Vragen over kinderontvoering en antwoorden van de lidstaten 33 2.5 Kinderontvoering en ervaringen van International Social Service 34 2.6 Eerste bijeenkomst Special Commission over kinderontvoering maart 1979 36 2.7 Het ontwerpverdrag 37 2.8 Veertiende zitting van de Haagse Conferentie, ondertekening en inwerkingtreding 38 2.9 Conclusie 41 2.9.1 De situatie ten aanzien van internationale kinderontvoering voor de inwerkingtreding van het HKOV 41 2.9.2 De totstandkoming van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 42 2.9.3 Slot 43 Hoofdstuk 3 De inhoud van het Haags Kinderontvoeringsverdrag aan de hand van het toelichtend rapport van Pérez-Vera 45 3.1 Inleiding 45 3.2 De doelen van het Verdrag 46 3.3 De aard van het Verdrag 51 3.4 De instrumenten voor de toepassing van het Verdrag 52 3.5 Terminologie 52 3.6 Commentaar bij de verdragsbepalingen 53 3.7 Conclusie 61 3.7.1 Het belang van het kind in de tekst van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 61 3.7.2 Slot 63 Hoofdstuk 4 Het belang van het kind 65 4.1 Inleiding 65 4.2 Het belang van het kind als uitgangspunt in het IVRK 66 4.2.1 Artikel 3 IVRK, het belang van het kind als sleutelbepaling 66 4.2.2 Artikel 2, 5-12, 18 en 20 IVRK 67 4.2.3 General Comment No. 6 71 4.3 Het belang van het kind bij toepassing van het HKOV: enkele dilemma s 72 4.3.1 Inleiding 72 4.3.2 Dilemma s 73 4.3.2.1 Het belang van het (individuele) kind versus andere belangen 74 VI

4.3.2.2 Teruggeleiding in of niet strijdig met het belang van het kind 77 4.3.2.3 Snelheid versus kwaliteit 79 4.3.2.4 Het belang van het kind na terugkeer? 81 4.3.2.5 Verenigbaarheid van het HKOV met (artikel 3) IVRK 83 4.4 Het belang van het kind nader ingevuld 86 4.5 Conclusie 92 4.5.1 Het belang van het kind in het IVRK en als criterium in Nederlandse juridische procedures 92 4.5.2 Dilemma s ten aanzien van het belang van het kind bij toepassing van het HKOV 94 Hoofdstuk 5 Conclusie van deel I: De achtergrond van het HKOV en het belang van het kind als uitgangspunt bij de toepassing ervan 97 Deel II Toepassing van het Verdrag in Nederland 107 Hoofdstuk 6 Ratificatie van het HKOV door en (ontwikkeling van) de Uitvoeringswetgeving in Nederland 109 6.1 Inleiding 109 6.2 De wetsvoorstellen 110 6.2.1 Inleiding 110 6.2.2 Motivering voor ratificatie 110 6.2.3 Voorbehoud 113 6.2.4 Rechtstreekse werking 113 6.2.5 De Uitvoeringswet 114 6.3 Adviezen en behandeling van het wetsvoorstel 119 6.3.1 Adviezen van diverse organisaties en de Raad van State 119 6.3.2 Behandeling in de Staten-Generaal 120 6.4 De wijzigingen in de Uitvoeringswet internationale kinderontvoering per 1 januari 2012 121 6.4.1 Inleiding 121 6.4.2 De wijzigingen in de Uitvoeringswet 122 6.4.2.1 Concentratie van rechtspraak in teruggeleidingszaken 123 6.4.2.2 Beperking van het cassatieberoep in teruggeleidingszaken 130 6.4.2.3 Schorsende werking van het hoger beroep in teruggeleidingszaken 136 VII

6.4.2.4 Afschaffing van de procesvertegenwoordigende bevoegdheid van de CA 139 6.5 Conclusie 142 6.5.1 Het belang van het kind in de Nederlandse wetsgeschiedenis van het HKOV en bij de invoering van de Uitvoeringswet 142 6.5.2 Het belang van het kind bij de wijziging van de Uitvoeringswet in 2012 144 Hoofdstuk 7 Toepassing van het HKOV in Nederland inclusief de toepassing van andere internationaal rechtelijke instrumenten 147 7.1 Inleiding 147 7.2 Cijfers 148 7.2.1 Inleiding 148 7.2.2 Ontvoeringen naar Nederland (inkomende zaken) 151 7.2.3 Ontvoeringen vanuit Nederland naar het buitenland (uitgaande zaken) 160 7.2.4 Internationale omgangszaken 167 7.3 Toepassingsgebied van het Verdrag 170 7.4 Ontvoeringen naar Nederland (inkomende zaken) 173 7.5 Inkomende verzoeken tot omgang 187 7.6 Ontvoeringen vanuit Nederland en uitgaande verzoeken tot omgang (uitgaande zaken) 189 7.7 Juridische maatregelen die kunnen bijdragen aan het voorkomen van kinderontvoering 204 7.8 Andere internationaal rechtelijke instrumenten en de samenloop daarvan met het HKOV 212 7.8.1 Inleiding 212 7.8.2 Europees Verdrag 1980 213 7.8.2.1 Inleiding 213 7.8.2.2 De inhoud van het EV 214 7.8.2.3 Samenloop EV/HKOV 218 7.8.2.4 Het belang van het kind in het EV 221 7.8.3 Verordening Brussel II bis 225 7.8.3.1 Inleiding 225 7.8.3.2 De inhoud van de Verordening Brussel II bis 227 7.8.3.3 De Verordening Brussel II bis: in het belang van het kind? 237 7.8.4 Europees Verdrag inzake de omgang van en met kinderen 2003 244 7.8.5 De Haagse Kinderbeschermingsverdragen van 1961 en 1996 246 7.8.5.1 Inleiding 246 VIII

7.8.5.2 Haags Kinderbeschermingsverdrag 1961 246 7.8.5.3 Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 248 7.8.5.4 Uitvoeringswet Internationale Kinderbescherming 255 7.8.6 Kinderrechtenverdragen 256 7.8.6.1 Europees Verdrag inzake de uitoefening van Rechten van Kinderen 1996 256 7.8.6.2 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind 1989 257 7.8.7 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 1950 258 7.9 Conclusie 259 7.9.1 Inkomende zaken 259 7.9.2 Uitgaande zaken 260 7.9.3 Samenloop met andere internationale regelingen 261 7.9.4 Slot 264 Hoofdstuk 8 Analyse van de jurisprudentie van internationale hoven en Nederlandse gerechten inzake de toepassing van het HKOV 267 8.1 Inleiding 267 Jurisprudentie van het EHRM en HvJEU 8.2 Jurisprudentie van het EHRM 268 8.2.1 Inleiding 268 8.2.2 Het belang van het kind als eerste overweging 268 8.2.3 De belangenafweging in het kader van artikel 13 lid 1 sub b HKOV 275 8.2.4 Een snelle terugkeer in een zorgvuldige procedure is in het belang van het kind 277 8.2.5 Wijziging van omstandigheden 280 8.2.6 Slot 281 8.3 Jurisprudentie van het HvJEU 284 Nederlandse rechtspraak 8.4 Inkomende teruggeleidingszaken 286 8.4.1 Inleiding 286 8.4.2 Enkele eerdere analyses en kwantitatieve gegevens uit mijn jurisprudentieanalyse 287 8.5 Ongeoorloofde overbrenging of achterhouding in de zin van het HKOV? 290 IX

8.5.1 Inleiding 290 8.5.2 Ontvankelijkheid van het teruggeleidingsverzoek; artikel 8 HKOV, artikel 6 EVRM 291 8.5.3 Gewone verblijfplaats; artikel 3 lid 1 sub a HKOV 292 8.5.3.1 Inleiding 292 8.5.3.2 Toetsingskader 293 8.5.3.3 Wijziging van de gewone verblijfplaats gedurende de ontvoering? 294 8.5.3.4 Duur van het verblijf; hoe snel gaat de gewone verblijfplaats na (legale) verhuizing over? 296 8.5.3.5 Intentie van de ouders 299 8.5.3.6 Conclusie 301 8.5.4 Interpretatie van 'gezagsrecht'; artikel 3, 5, 14 en 15 HKOV 302 8.5.4.1 Inleiding 302 8.5.4.2 Gezag in de zin van het HKOV en gezagsbeslissingen die na de ontvoering genomen zijn 303 8.5.4.3 Conclusie 309 8.6 Weigeringsgronden 309 8.6.1 Inleiding 309 8.6.2 Geen daadwerkelijke gezagsuitoefening; toestemming of berusting; artikel 13 lid 1 sub a HKOV 310 8.6.2.1 Inleiding 310 8.6.2.2 Daadwerkelijke gezagsuitoefening 311 8.6.2.3 Toestemming 314 8.6.2.4 Berusting 318 8.6.3 Ernstig risico op lichamelijk of geestelijk gevaar/ondragelijke toestand voor het kind; artikel 13 lid 1 sub b HKOV 322 8.6.3.1 Inleiding 322 8.6.3.2 Toetsingskader 323 8.6.3.3 (Potentieel) gevaarlijke achtergebleven ouder 326 8.6.3.4 (Potentieel) gevaarlijke gewone verblijfplaats 332 8.6.3.5 Omstandigheden met betrekking tot de ontvoerende ouder 333 8.6.3.6 Ernstige schade aan de ontwikkeling van het kind 337 8.6.3.7 Overige 339 8.6.3.8 Conclusie 341 8.6.4 Het kind verzet zich/ het horen van het kind; artikel 13 lid 2 HKOV, artikel 13 lid 2 Uitvoeringswet, artikel 11 lid 2 Verordening Brussel II bis 341 8.6.4.1 Inleiding 341 8.6.4.2 Toetsingskader 342 8.6.4.3 Wanneer is sprake van verzet in de zin van artikel 13 lid 2 HKOV? 343 X

8.6.4.4 Conclusie 353 8.6.5 Worteling van het kind; artikel 12 lid 2 HKOV 354 8.6.5.1 Inleiding 354 8.6.5.2 Toetsingskader 354 8.6.5.3 Wanneer is sprake van worteling in de zin van artikel 12 lid 2 HKOV? 356 8.6.5.4 Conclusie 357 8.6.6 Strijd met fundamentele beginselen; artikel 20 HKOV 358 8.6.7 Overige omstandigheden en bepalingen die een rol spelen bij het al dan niet teruggeleiden; zoals artikel 8 EVRM en artikel 3 IVRK 360 8.6.7.1 Inleiding 360 8.6.7.2 Minnelijke regeling tussen de ouders en andere omstandigheden op grond waarvan een ontvoerd kind niet wordt teruggeleid 360 8.6.7.3 Artikel 8 EVRM en artikel 3 IVRK; het belang van het kind 362 8.6.7.4 Conclusie 367 8.7 De gerechtelijke procedure in teruggeleidingszaken 367 8.7.1 Inleiding 367 8.7.2 Algemeen 368 8.7.3 Het teruggeleidingsbevel 368 8.7.3.1 Inleiding 368 8.7.3.2 Teruggeleidingstermijn 368 8.7.3.3 Teruggeleiding onder voorwaarden 370 8.7.3.4 Afdwingbaarheid van een teruggeleidingsbevel; dwangmiddelen; artikel 585-600, 611a-611i, 812, 813 Rv, artikel 13 lid 6 Uitvoeringswet 374 8.7.3.5 Uitvoerbaarheid bij voorraad en schorsing van de tenuitvoerlegging 376 8.7.3.5.1 Uitvoerbaarheid bij voorraad (artikel 13 lid 5 Uitvoeringswet) 376 8.7.3.5.2 Schorsing van de tenuitvoerlegging 378 8.7.3.5.3 De houdbaarheidsdatum van een teruggeleidingsbevel 381 8.7.4 Kinderbeschermingsmaatregelen 382 Slot 8.8 Conclusie 386 8.8.1 Jurisprudentie van het EHRM en HvJEU 386 8.8.2 Inkomende teruggeleidingszaken 387 XI

8.8.3 Slot 398 Hoofdstuk 9 Knelpunten bij en suggesties voor een (verdere) verbetering van de toepassing van het HKOV 399 9.1 Inleiding 399 9.2 Kritiek op de inhoud van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 400 9.2.1 Inleiding 400 9.2.2 Algemene kritiek 400 9.2.3 De toepassing van de weigeringsgronden 402 9.2.4 Wijziging van gezag gedurende de ontvoering (artikel 16 HKOV) 410 9.2.5 Supranationale instantie; uniforme verdragstoepassing 411 9.2.6 Protocol bij het Verdrag 413 9.3 Suggesties voor een verdere verbetering van de Uitvoeringswet internationale kinderontvoering 414 9.4 Knelpunten bij de (praktische) toepassing van het Verdrag 421 9.4.1 Inleiding 421 9.4.2 Functioneren van de Nederlandse CA 421 9.4.3 Deskundigheid, informatie en mediation 423 9.4.4 Voorbereiding op, begeleiding bij en situatie na terugkeer 425 9.4.5 Financiële problemen; fonds voor rechtsbijstand/rechtshulp en schadevergoeding 428 9.4.6 Verblijfstatus van de niet-nederlandse ouder 433 9.4.7 Uitoefening van een omgangsregeling 434 9.4.8 Klachten bij de Nationale ombudsman 435 9.5 Overige knelpunten en suggesties 442 9.5.1 Inleiding 442 9.5.2 De aandacht in het parlement voor internationale kinderontvoering in het licht van het belang van het kind 442 9.5.3 Strafrechtelijke aanpak van kinderontvoering 445 9.6 Conclusie 445 9.6.1 Inleiding 445 9.6.2 Knelpunten en suggesties ten aanzien van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 446 9.6.3 Knelpunten en suggesties ten aanzien van de toepassing in Nederland 449 9.6.4 Slot 451 XII

Hoofdstuk 10 Conclusie van deel II: Toepassing van het Verdrag in Nederland 453 Deel III Suggesties voor een toepassing van het HKOV die meer recht doet aan het belang van het kind vanuit internationaal perspectief 465 Hoofdstuk 11 Suggesties voor een toepassing van het HKOV die meer recht doet aan het belang van het kind vanuit internationaal perspectief 467 11.1 Inleiding 467 11.2 Cijfers 468 11.3 Guides to Good Practice 472 11.3.1 Inleiding 472 11.3.2 Guide to Good Practice Part I Central Authority Practice 472 11.3.3 Guide to Good Practice Part II Implementing Measures 473 11.3.4 Guide to Good Practice Part III Preventive Measures 474 11.3.5 Guide to Good Practice Part IV Enforcement 475 11.4 Enkele conclusies en aanbevelingen van de Special Commission 476 11.5 Interpretatie en toepassing van artikel 3 en 21 HKOV 479 11.5.1 Inleiding 479 11.5.2 Artikel 3 HKOV 479 11.5.2.1 Interpretatie van gezagsrecht in de zin van artikel 3 HKOV (inclusief non-removal c.q. ne exeat clause) 480 11.5.2.2 Gewone verblijfplaats als aanknopingspunt 485 11.5.3 Artikel 21 HKOV 488 11.6 Interpretatie en toepassing van de weigeringsgronden 492 11.6.1 Inleiding 492 11.6.2 Artikel 13 lid 1 sub b; ernstig risico 492 11.6.2.1 Special Commission 492 11.6.2.2 Kritiek op de interpretatie 493 11.6.2.3 Zwitserse voorstellen tijdens de Special Commission 2006 497 11.6.2.4 Zwitserse wetgeving ten aanzien van de interpretatie van artikel 13 lid 1 sub b HKOV 500 11.6.3 Artikel 13 lid 1 sub a HKOV; toestemming en berusting 504 11.6.4 Artikel 13 lid 2 HKOV; verzet van het kind en een eigen vertegenwoordiger 505 11.6.5 Artikel 12 lid 2 HKOV; worteling 510 11.6.6 Artikel 20 HKOV; strijd met fundamentele beginselen 512 11.7 Overige knelpunten en suggesties van praktische aard 512 XIII

11.8 Overige knelpunten en suggesties van juridische aard 513 11.8.1 (Gezags)procedures in de Staat van gewoon verblijf 514 11.8.2 Primair verzorgende ouders en huiselijk geweld 516 11.8.3 Beschermende maatregelen: undertakings/mirror orders/ safe return orders/guarantees & safeguards 520 11.8.4 Consistentie van het HKOV met het IVRK 527 11.8.5 Verhuizing naar een andere Staat; relocation 532 11.9 Conclusie 535 11.9.1 Inleiding 535 11.9.2 Guides to good practice en conclusies en aanbevelingen van de Special Commission 536 11.9.3 Interpretatie van het Verdrag 537 11.9.4 Enkele overige knelpunten en suggesties 544 11.9.5 Slot 547 Deel IV Ervaringen van betrokkenen 549 Hoofdstuk 12 Ervaringen van betrokkenen 551 12.1 Inleiding 551 12.2 Voorafgaand aan de ontvoering 553 12.2.1 Kenmerken 554 12.2.2 Motieven 555 12.3 Tijdens de ontvoering 558 12.3.1 Het kind 558 12.3.2 De achtergebleven ouder 561 12.3.3 De ontvoerende ouder 564 12.4 Na afloop van de ontvoering 565 12.4.1 De feitelijke situatie na terugkeer 565 12.4.2 Het kind 569 12.4.3 De ouders 576 12.4.4 De achtergebleven ouder 578 12.4.5 De ontvoerende ouder 578 12.4.6 Invloed op anderen 580 12.5 Conclusie 581 12.5.1 Eerste fase: voorafgaand aan de ontvoering 581 12.5.2 Tweede fase: tijdens de ontvoering 582 12.5.3 Derde fase: na afloop van de ontvoering 583 12.5.4 Slot 585 XIV

Deel V Conclusie en aanbevelingen 587 Hoofdstuk 13 Conclusie en aanbevelingen 589 13.1 Conclusie 589 13.2 Aanbevelingen 596 Samenvatting 617 Summary 625 Lijst van geraadpleegde literatuur 633 Lijst van geraadpleegde jurisprudentie 667 Dankwoord 689 Bijlage 1 De tekst van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 691 Bijlage 2 De tekst van de Uitvoeringswet internationale kinderontvoering 703 XV