Algemene lesvoorbereiding groep 1 t/m 4 Met Groove.me in groep 1/2 leren kinderen Engels met Bobo, de rockster. Met op maat gemaakte Engelse themaliedjes, routineliedjes die de kinderen snel mee kunnen zingen (allemaal gezongen door Bobo), verhalen met plaatjes, praatplaten, flashcards, korte gesprekjes en veel verschillende activiteiten per thema kun je in de klas zo aan de slag met Engels! Met Groove.me in groep 3/4 gaan de kinderen na twee jaar Engels verder met Okki, de DJ. Met bekende, bestaande popsongs geselecteerd per thema en gedraaid door Okki, verhalen met ondersteunende plaatjes, praatplaten, flashcards, korte gesprekjes en veel verschillende activiteiten per thema kun je in de klas voortbouwen op de thema s in groep 1/2. Groove.me gebruikt het digibord als uitgangspunt maar biedt daarnaast ook activiteiten voor in de kring of in kleine groepjes. Engels in groep 1/2 en in groep 3/4 Engels leren is voor veel kinderen spannend, maar het is vooral ook heel erg leuk! In groep 1 (en in mindere mate ook in groep 2) leren kinderen het Engels vooral receptief. De kinderen luisteren en zeggen na. Ze hoeven niet zelf al gesprekjes te voeren of antwoord te geven in het Engels. Je stimuleert echter de kinderen wel om iets te zeggen. Sommige kinderen vinden het fantastisch om alles meteen na te zeggen. Andere kinderen hebben eerst een stille periode als ze met een nieuwe taal beginnen. Het is niet goed deze kinderen te pushen tot taalproductie, het zelf zeggen van dingen in het Engels. Halverwege groep 2 kun je wel eisen gaan stellen aan de taalproductie. Starten met Engels in groep 3/4 Groove.me voor de onderbouw is zo opgezet dat in groep 3/4 wordt uitgegaan van het niveau na twee jaar Engels in groep 1/2. Als je toch graag wilt starten met Engels in groep 3/4, maar de kinderen hebben geen Engels gehad in groep 1/2, adviseren wij om je vooral te richten op de Quickstart-onderdelen en die regelmatig in de week te herhalen. Kies je voor de leerlijn van 40 of 60 minuten, dan zijn de activiteiten waarschijnlijk net een stapje te veel voor de kinderen. Houd het dan bij de oranje basisactiviteiten en sla de activiteiten over. Doelen Groove.me groep 1-4 sluit aan bij de kerndoelen Engels voor het basisonderwijs zoals deze in 2006 in opdracht van het ministerie van OCW zijn opgesteld door het SLO. Voor de groepen 1-4 zijn vooral kerndoelen 13 en 14 van belang. Kerndoel 13: De kinderen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten. 1
Kerndoel 14: De kinderen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal. Groove.me heeft in lijn met kerndoelen 13 en 14 de volgende doelen geformuleerd: Groep 1-2: De kinderen ontwikkelen een positieve houding ten opzichte van het leren van het Engels. De activiteiten sluiten aan bij de ontwikkelingsfase van de kinderen. De kinderen ontwikkelen een luisterhouding waarin ze door visuele ondersteuning op een natuurlijke manier steeds meer van het aangeboden Engels begrijpen. De kinderen ontwikkelen een positieve houding ten aanzien van het spreken in het Engels. Voor groep 3-4 zijn, naast de groep 1-2 doelen, de volgende aanvullende doelen belangrijk: De kinderen kunnen basiszinnen gebruiken in combinatie met het geoefende vocabulaire. De kinderen ontwikkelen een algemeen gevoel voor taal waarin woordgrapjes een rol spelen. Door informatie (weetjes en feitjes) te verwerken wordt het leren van het Engels gestimuleerd. Per thema worden er woorden en korte zinnen aangeboden die de kinderen gaan leren. De woorden zijn verdeeld in basiswoorden en uitbreidingswoorden. De basiswoorden worden receptief (het kind kan de woorden en zinnen begrijpen) en productief (het kind kan deze woorden en zinnen zelf gebruiken) geleerd. De uitbreidingswoorden worden alleen receptief aangeboden. 2
Overzicht thema s Groove.me voor groep 1/2 bestaat uit 8 thema s: school, herfst, familie, winter, dieren, voorjaar, mijn lichaam, zomer. Deze 8 thema s kunnen in groep 1 worden ingezet en in groep 2 worden herhaald. De kinderen maken voor het eerst kennis met Engels en hebben baat bij heel veel herhaling. Groove.me voor groep 3/4 bestaat uit 16 thema s: 8 thema s voor groep 3, 8 thema s voor groep 4. De thema s sluiten inhoudelijk aan op de thema s in groep 1/2 maar kiezen een andere insteek of breiden het onderwerp uit, denk aan dieren (dieren in en om het huis in groep 1/2 en dieren uit de jungle in groep 3/4). De thema s kunnen in willekeurige volgorde worden gedaan, aansluitend bij de onderwerpen en thema s waar op dat moment aan gewerkt wordt in de groep. Wel is er een eerste introductiethema: in groep 1/2 is dat school, in groep 3/4 animals. We raden aan om met dit thema te beginnen en daarna zelf te kiezen. thema s groep 1-2 thema 1-8 groep 3-4 thema 1-8 groep 3-4 thema 9-16 school chair, table, teacher, window, door, guitar, classroom, 1-10 desk, chair, book, floor, door, bag, paper, days of the week pencil case, pencil, rubber, pen, scissors, glue, ruler, marker, days of the week Hello, I m Bobo. What s your name? How old are you? What s your name? How old are you? uitbreiding toilet, computer, song, school. sad, happy, sitting, bookcase How many doors can you see? I can see two doors. Is this a.? Yes, it is. No, it isn t. bookcase, shelves, window, floor, door Have you got a pencil case? autumn leaves, wind, rain, wet, jacket, trousers, shoes, socks, red, blue, yellow, brown clothes, jacket, trousers, shoes, socks, rainy, windy, clouds, big, bigger, small, smaller, colours (red, blue, yellow, purple, orange, green, brown, white, black, silver, gold) boots, raincoat, coat, umbrella, underwear, dress, skirt, tree, leaves, colours (red, blue, yellow, purple, orange, green, brown, white, black, silver, gold) It s raining. It s cold. It s windy. I am wearing... You are wearing... It s cold / cloudy / rainy / windy. It s cold, cloudy, rainy, windy. You are wearing red boots. uitbreiding rainbow, raindrop, autumn, tree boots, raincoat, coat, umbrella clouds, clothes family dad, mum, brother, sister, baby sister/baby brother, house, car, love, 1-10 son, daughter, uncle, aunt, cousin, granny, grandpa, family, tall, taller, short, shorter, day, week, Monday- Sunday running, playing, bouncing, jumping, singing, dancing, throwing, stretching, climbing, hanging days of the week, yesterday, tomorrow I have one sister. I have two brothers. I have no brothers/sisters. This is my uncle. These are my sisters. The... is running. Is he/she running? Yes, he/she is. No, he/she isn t. uitbreiding son, daughter, uncle, aunt living room, bedroom, garden, kitchen, bathroom up, down, in, out, on 3
thema s groep 1-2 thema 1-8 groep 3-4 thema 1-8 groep 3-4 thema 9-16 winter winter, ice, cold, hot, snow, snowman, dark, light, sledge, circle, square, triangle, rectangle winter, fireplace, heart, cold, warm, snow, skiing, skating, sun, stars, moon, gloves, scarf, jumper, hat, red, blue, yellow, purple, orange, green, brown, white, black, * silver, *gold inside, outside, house, bedroom, living room, kitchen, bathroom, bed, sofa, fridge, TV, shower/bath I am cold / hot. I am cold / warm. I am wearing a blue jumper. It s snowing. It s freezing. I have a blue bedroom. My kitchen is big. uitbreiding inside, outside, It s freezing. It s snowing. temperature, inside, outside, light, dark circle, square, rectangle, triangle animals dog, cat, horse, rabbit, bird, cow, sheep, chicken, fish, duck, 1 lion, giraffe, elephant, zebra, monkey, bear, kangaroo, tiger, parrot, 1-20 snake, crocodile, spider, shark, whale, seal, penguin, scary, 1-20 It s brown. It has four legs. It s a horse. What s your favourite animal? My favourite animal is What s this? This is a snake. Do you like snakes? Yes, I do. No, I don t. uitbreiding animal, nose, head, teeth, tail tail, hair, run, jump, swim, fly behind, between, in front of, under, next to colours spring spring, grass, flowers, sun, sunny, ball, football, lamb, chick, green, orange, purple, pink tree, leaves, bird, nest, twig, eggs, young animals, bugs, ladybird (ladybug is American), picking flowers, climbing town, street, hospital, shop, super market, park, ambulance, traffic light, boat, car, bike, train, Can I have the, please? Thank you. Where is the nest? There is the nest. Where is the train? There is the train. uitbreiding field, leaves, nest, cloud, cloudy outside, playing, playground, swing, slide, park fire station, fire truck, circle, square, rectangle, triangle, my body head, hair, nose, hand, ear, finger, foot, toe, arm, leg knee, mouth, neck, face, shoulder, head, elbow, arm, throat, eye, body, tummy, numbers 1-20 brushing teeth, sleeping, having a shower, blowing/ cleaning nose, washing hands, sport, combing hair, eating, numbers 1-20 Touch your... Touch your Can you touch your...? Yes, I can! I am brushing my teeth. uitbreiding knee, body, mouth, eye, tummy brushing teeth, healthy, sick, growing, blowing nose, body, face, shoulder, sick/ill, healthy summer summer, umbrella, water, sand, beach, ice cream, shade, sleeping, swimming, swimming pool hot, ice cream, lemonade, salad, pizza, pancake, French fries, bread, egg, summer plate, fork, spoon, knife, bowl, cup, menu, waiter, restaurant, money He is running. She is swimming. I like... I don t like What s your favourite food? My favourite food is Would you like to order? uitbreiding sunglasses, T-shirt, shorts, swimwear, bikini lightning, rainbow, sky, sunscreen, glasses, holiday check, dessert, vegetables, fruit 4
Tempo-differentiatie en niveau-differentiatie Je kunt zelf bepalen hoeveel tijd je aan Engels kunt en wilt besteden. Wil je Engels doen tot circa 20 minuten per week en zelf bepalen wat je wanneer doet? Kies dan voor de Quickstart en kies je onderdelen en activiteiten uit. De onderdelen lenen zich prima voor veel herhaling en inzet op een moment tussendoor dat bijvoorbeeld goed past bij andere activiteiten. Kinderen maken op een speelse manier kennis met Engels, leren op een plezierige manier al wat basiswoorden en bouwen een positieve attitude op ten aanzien van Engels. Via het Quickstart-scherm kun je ook altijd snel even een liedje erbij pakken of nog een keer het memoryspel spelen. Wil je als vvto-school aan de slag met een leerlijn voor 40-60 minuten per week? De oranje activiteiten zijn gemaakt voor ca. 40 minuten per week. Met deze oranje activiteiten behandel je alle basisstof uit de leerlijn. Wil je meer doen? Doe dan ook de paarse activiteiten erbij en breid uit naar 60 minuten per week. Kinderen die een uur of meer per week aan Engels besteden werken zo vanaf groep 1 structureel aan hun Engels en bouwen een basis op waarmee ze in groep 5/6 en 7/8 op een hoger niveau zullen eindigen. Deze leerlijn sluit aan op niveau 2b en 3c in de bovenbouw van Groove.me. Voor de kinderen in groep 2 die vorig jaar ook al Engels hebben gehad wordt er in de lesvoorbereiding een suggestie voor extra uitdaging gegeven:. In de thema s van groep 3/4 vind je deze suggesties ook, voor de snelle leerlingen. Kinderen met Engels als moedertaal of kinderen die al erg goed zijn in Engels kun je een helpende rol geven. Laat deze kinderen samen met jou de gesprekjes voordoen, de vragen uit de opdrachten stellen aan de klas of de uitspraak van woorden nog een keer goed voordoen. Thema-opbouw: het PPP-model In het lesgeven van een vreemde taal is een van de meest gebruikte modellen het PPP-model: Presentation - Practice - Production. Het beschrijft de fases die je doorloopt als je nieuwe taal leert aan de kinderen. Je presenteert eerst de nieuwe stof, daarna oefen je de woorden en zinnen die je de kinderen wilt leren en tot slot gaan de kinderen de woorden en de zinnen zelf produceren. Deze opbouw is ook gebruikt bij het ontwikkelen van het thema: in de eerste twee weken zitten daarom over het algemeen meer luister- en nazegactiviteiten, in week 3 en week 4 zitten meer praat -activiteiten. In de Quickstart zit wat minder productie omdat je dat met 20 minuten per week minder goed redt. Door het programma chronologisch te volgen van week 1 t/m week 4 kom je het meest tegemoet aan het PPP-model. 5
Algemene lesvoorbereiding Aan de slag met Groove.me Kies na het inloggen voor niveau 1, groep 1/2 of groep 3/4 en kies je thema. Je kunt elk thema vervolgens op je eigen manier doorlopen: via de QuickStart: via de leerlijn van week 1 t/m week 4:,,,. Op dit scherm kun je bij groep 1/2 ook direct kiezen voor de routineliedjes door te klikken op Groep 1/2 Groep 3/4 = song = song een Engels lied, passend bij het thema en gezongen door Bobo en de Bobo-band! = story een kort verhaal rondom Bobo met tekeningen zodat kinderen ook zien waar het over gaat = poster een praatplaat waarmee je met de kinderen over het thema kunt praten en waarop alle basiswoorden uit het thema te zien en te horen zijn. Laat kinderen die dat kunnen, ook andere woorden dan alleen de basiswoorden benoemen. = flashcards een afbeelding van elk basiswoord uit het thema met het Engelse woord erbij om te laten horen. Je kunt bij de flashcards ook gebaren en bewegingen bedenken of laten bedenken door de kinderen. Hierdoor onthouden de kinderen de woorden beter.. een Engelstalige popsong, passend bij het thema = story een kort verhaal met tekeningen zodat kinderen ook zien waar het over gaat = poster een praatplaat waarmee je met de kinderen over het thema kunt praten en waarop alle basiswoorden uit het thema te zien en te horen zijn. Laat kinderen die dat kunnen, ook andere woorden dan alleen de basiswoorden benoemen. = flashcards een afbeelding van elk basiswoord uit het thema met het Engelse woord erbij om te laten horen. Je kunt bij de flashcards ook gebaren en bewegingen bedenken of laten bedenken door de kinderen. Hierdoor onthouden de kinderen de woorden beter. 6
= everyday songs Engelstalige routineliedjes voor verschillende momenten van de dag: opruimen, eten en drinken, in de rij gaan staan = talk een kort gesprekje met Bobo = activities puzzels en opdrachten op het digibord. Je kunt deze activiteiten klassikaal doen, maar de kinderen kunnen ze ook zelfstandig of in tweetallen doen. Activiteiten met een goed of fout antwoord, zoals True or false en Choose the right answer zijn bedoeld om te oefenen en te leren, niet als toets of test. = together opdrachten in de kring in de klas = comic een grappig stripje van Bik, het vriendje van Okki = talk een kort gesprekje met Okki = activities puzzels en opdrachten op het digibord. Je kunt deze activiteiten klassikaal doen, maar de kinderen kunnen ze ook zelfstandig of in tweetallen doen. Activiteiten met een goed of fout antwoord, zoals True or false en Choose the right answer zijn bedoeld om te oefenen en te leren, niet als toets of test. = together opdrachten in de klas of in groepjes Via de Quickstart Als je kiest voor kom je op de startpagina van het thema. Onderin staan verschillende iconen: achter elk icoon staat een onderdeel waar je direct mee aan de slag kunt. Je kiest zelf wanneer je wat wilt doen en hoe vaak. Wij adviseren om minimaal één keer per week een lesje van 20 minuten te doen, maar vaker kan en mag natuurlijk ook! Via de leerlijn van week 1 t/m 4 Als je kiest voor kom je op de startpagina van week 1. Onderin zie je verschillende iconen staan: deze iconen staan voor de onderdelen en activiteiten die je achtereenvolgens doet in week 1 (je werkt van links naar rechts). In week 2 kies je voor en staan er nieuwe iconen met nieuwe activiteiten voor je klaar. Zo werk je 4 weken door per thema. De oranje iconen vormen een leerlijn van 40 minuten per week. Deze activiteiten zijn minimaal nodig om alle basisstof te behandelen en in de volgende week verder te kunnen met de leerlijn. Als je de leerlijn van 60 minuten wilt doen, doe je naast de oranje activiteiten ook de paarse activiteiten. De oranje en paarse activiteiten samen vormen samen een leerlijn van 60 minuten per week. In de lesvoorbereiding per thema vind je een toelichting per activiteit. De activiteiten en onderdelen vind je voornamelijk op het digibord, maar er zijn ook activiteiten voor in de kring of in groepjes. Op het scherm herken je deze activiteit aan dit pictogram:. Voor de beschrijving van deze activiteit kijk je in de lesvoorbereiding. 7
Tips voor de leerkracht Enkele tips bij het geven van Engels in de onderbouw: Do s... Don ts... Bouw een routine in waarin het duidelijk is dat je vanaf nu alleen Engels spreekt, bijvoorbeeld door Groove.me te starten op het digibord of door Bobo te gebruiken. Hou het eenvoudig, gebruik voor- en nadoe Engels. Blijf in het Engels praten, maar accepteer dat kinderen in het Nederlands antwoorden, herhaal het antwoord in het Engels. Ga niet te hap snap over op Engels tijdens kleine activiteiten tussendoor. Houd het duidelijk voor de kinderen Praat niet te veel, leg niet te veel uit. Ga niet vertalen (vraag liever of iemand in de klas het kan uitleggen Who can help? ). Geef standaardinstructies in het Engels. Een overzicht van de zinnen die je kunt gebruiken, staat aan het einde van deze handleiding. Gebruik zo veel mogelijk gebaren en visuele ondersteuning. Geef jezelf en de kinderen wen tijd. Verwacht niet dat kinderen al je uitleg meteen begrijpen. Geef niet meteen toe als kinderen zeggen dat ze het niet snappen. Bedenk dat je vooral het eerste jaar je lessen extra goed moet voorbereiden. Bied voorbeeldzinnetjes aan bij een spreekopdracht. Waardeer iedere poging tot communicatie, herhaal de zin correct waar nodig. Respecteer dat veel kleuters (groep 1) eerst een 'stille periode' in het Engels hebben, waarin ze luisteren maar niet iets willen zeggen. Laat de kinderen veel in tweetallen oefenen, vooral in groep 3-4. In groep 1-2 is in tweetallen vaak nog te moeilijk. Verwacht niet dat kinderen meteen een kort gesprekje kunnen voeren. Zeg niet meteen dat iets fout is. Verwacht niet dat kinderen meteen wat in het Engels zeggen. Gebruik niet te veel teacher talking time. Gebruik verschillende soorten vragen, bijvoorbeeld: Is it red or blue? What colour is it?. Samenwerkend leren De activiteiten van Groove.me kun je ook gebruiken om kinderen samenwerkend te laten leren. Je vindt daarvoor suggesties in de lesvoorbereidingen die bij de thema s horen. Daarnaast kun je voor samenwerkend leren ook de volgende werkvormen gebruiken: Overleggen in tweetallen De kinderen werken in tweetallen. Jij stelt een van de vragen uit de opdrachten. De kinderen denken eerst zelf na over het juiste antwoord. Daarna overleggen ze samen en proberen het eens te worden over het gezamenlijk antwoord. Zeg: Discuss with your neighbour. 8
Vervolgens wijs je kinderen aan die het antwoord geven. Deze werkvorm is bij de meeste activiteiten toepasbaar, bijvoorbeeld bij Song, Listen to the story, Comic, Look and listen en de verschillende activiteiten met een puzzelstukje. Twee kringen Laat de kinderen twee kringen vormen. Zeg: Let s make an inside-outside circle. Een kring is de buitenkring, de andere kring staat daarbinnen. Tegenover elk kind in de buitenkring staat een kind in de binnenkring. Zo ontstaan tweetallen. De kinderen in de binnenkring vertellen iets aan het andere lid van het tweetal naar aanleiding van een vraag of opdracht. Daarna wisselen de kinderen van rol. Vervolgens schuift een van de kringen een aantal plaatsen door, waardoor er nieuwe tweetallen worden gevormd en herhaalt de opdracht zich. Deze werkvorm is goed toe te passen bij Song, Talk en verschillende nietdigibordactiviteiten (de activiteiten met het icoon ). Vind iemand die... De kinderen lopen door het lokaal tot er een seintje wordt gegeven. Vervolgens zoeken de kinderen iemand op en gaan met z n tweeën bij elkaar staan. Als er kinderen zijn die nog geen partner hebben gevonden, kun je de volgende opdracht geven: Raise your hand if you are looking for a partner. Een kind stelt de ander een vraag, het andere kind geeft het antwoord. Vervolgens wisselen de kinderen van rol. Daarna lopen de kinderen opnieuw door de klas en vormen ze nieuwe tweetallen. Deze werkvorm kun je onder andere doen bij Look and listen, Flashcards en verschillende niet-digibordactviteiten. Tafelgesprek De kinderen werken hierbij samen in hun groepje. Jij stelt een vraag waarop meer antwoorden mogelijk zijn, bijvoorbeeld What do you see on the poster? What is happening in the story? of Which words did you hear in the song? De kinderen overleggen eerst per tweetal. Zeg: Discuss with your neighbour. Vervolgens laat je de tweetallen de antwoorden overleggen. Welke antwoorden hadden ze samen en welke niet? Zeg: Discuss with another pair. Deze werkvorm is geschikt voor bijvoorbeeld Song, Look and listen, Comic en Listen to the story. Help elkaar De kinderen werken in tweetallen en geven om de beurt antwoord op een vraag. De ander controleert het antwoord of geeft een tip. Je kunt deze werkvorm bijvoorbeeld toepassen bij de activiteit Choose the right answer of bij de activiteit True or false. Nummers De kinderen werken hierbij samen in hun groepjes. In elk groepje heeft elk kind een nummer. Jij stelt een vraag. De kinderen krijgen een paar seconden individuele bedenktijd. Daarna overleggen ze in hun groepje over het juiste antwoord. Na een tijdje noem jij een nummer en deze kinderen geven om de beurt antwoord. Deze werkvorm is bij de meeste activiteiten toepasbaar, bijvoorbeeld bij Song, Listen to the story, Comic, Look and listen en de verschillende activiteiten met een puzzelstukje. 9
Classroom phrases Basisinstructies Come in. Sit down. Stand up. Come to the board. Come forward. Put your hands up, please. Put your hands down. Show me Go stand next to your table. That s right! Raise your hand. That s not quite right. Try in English, please. Repeat after me. Please, repeat. Kom binnen. Ga zitten. Ga staan. Kom naar het bord. Kom naar voren. Handen omhoog graag. Handen omlaag. Laat me zien. Ga naast je tafel staan. Dat klopt! / Dat is goed! Steek je vinger op. Dat is niet helemaal goed. Probeer het in het Engels. Zeg mij na. Zeg het na. Vragen om aandacht Listen to me. Look at the board. Pay attention, please. Be quiet, please. Luister naar me. Kijk naar het bord. Ik wil graag jullie aandacht. / Opletten. Wees stil, alsjeblieft. Opdracht Listen to the song. Listen to the conversation. Listen to the story. What is this theme / story about? Which words did you hear? Do you know what this is? Who s next? Who wants next? It s not your turn; it s Jamila s turn. Who can help? Do it like this. Luister naar het lied. Luister naar het gesprek. Luister naar het verhaal. Waar gaat dit thema / verhaal over? Welke woorden heb je gehoord? Weet je wat dit is? Wie is de volgende? Wie wil er nu? Het is niet jouw beurt, het is Jamila s beurt. Wie kan helpen? Doe het zo. Begrip Do you understand? Any questions? One more time, please. Say it again, please. Begrijp je / Begrijpen jullie het? Zijn er nog vragen? Nog één keer, graag. Kun je dat nog een keer herhalen? Compliment Well done! That s the way! Goed gedaan! Ja, zo moet je het doen. / Ja, zo gaat het goed. Einde van de les It s time to finish. Have you finished? Het is tijd om te stoppen. Ben je klaar? / Zijn jullie klaar? 10