garage Preferred period: 4 weeks, May 2012 Preferred destination: France

Transcriptie

1 Madness 1 Home swap Flash info read Bekijk de website en lees de tekst. Wat is het Nederlandse woord voor home swap? studeerkamer open haard bad douche Home Swap International Great Britain South West car exchange / use of car pets are welcome non smokers only Location Cheltenham (Cotswolds) Seeking Home exchange What we can offer House (2 floors) Living-room Kitchen Bedrooms: 3 Bathroom Study Garden Garage Preferred period: 4 weeks, May 2012 Big with and flat screen TV. Bedroom 1 with SuperKing bed and TV. All s have double beds. Study with computer, broadband internet access and TV. Bathroom has with, 2 separate s. Modern. Preferred destination: France Our home is in the heart of the Cotswolds, with lovely villages, first class restaurants and small shops. Contact: for name, address and other contact details: member s login >> Pagina 1

2 2 What s the text about? read Beantwoord de vragen. Zoek de antwoorden op in de tekst. Zet een rondje om het goede antwoord. 1 Bij een home swap... A huur je een huis in een ander land. B ruil je je huis met iemand anders. C komt er iemand bij jou logeren. 2 Wie mogen er niet in het huis? A mensen die roken B mensen die een huisdier hebben C jongeren 3 Alle slaapkamers in het huis hebben... A een open haard. B een flatscreen televisie. C een tweepersoonsbed. 4 Wanneer willen deze mensen van huis ruilen? A in maart B in mei C dat staat niet in de tekst Downstairs or upstairs? 3 words a Bekijk de plattegrond. Schrijf de Nederlandse vertaling achter de woorden. Dit betekent downstairs upstairs Flash info downstairs beneden upstairs boven b Lees nu de flash info en kijk naar de plattegrond. Zijn de ruimtes downstairs of upstairs? Zet een kruisje in de juiste kolom. Pagina 2

3 What do you do? 4 words Schrijf bij elk plaatje twee dingen op die jij in deze kamer doet. Denk bijvoorbeeld aan: I have breakfast, I get up, etc. Your house! 5 write Beantwoord de vragen over je eigen huis. 1 How many floors are there? There are 2 What rooms are there in your house?? In my house we have 3 Do you have a? Yes, we have No, we haven t got 4 How many s are there? There are 5 Is your small or big? Our 6 Is the downstairs or upstairs? Pagina 3

4 Extra 6 A beautiful house words Met woorden als small en lovely kun je vertellen hoe dingen eruit zien. Bijvoorbeeld: lovely villages schattige dorpjes small shops kleine winkels Doe dit nu ook met de woorden hieronder. Verzin zelf iets of kies uit: big lovely small sweet funny black beautiful modern great. 1 a 2 a cat 3 a 4 a car 5 a 6 a book Verzin de woorden voor 7 en 8 helemaal zelf. Doe het net zoals bij zin 1 t/m Inside words write a Hieronder staan woorden voor spullen en dingen die je in een huis vindt. Schrijf de Nederlandse betekenis op. Gebruik een woordenboek als je de betekenis niet weet of niet kunt raden. b Geef de woorden dan een kleur: rood voor dingen uit de living room; blauw voor dingen uit de, geel voor dingen uit de en groen voor dingen uit de. cupboard vase couch washing machine dish washer chair sink carpet picture table television mirror computer microwave dustbin fridge desk books Home swap in Holland 8 * Jij wilt in de zomervakantie je huis ruilen met iemand anders. Kijk eerst naar opdracht 1 (Home swap). Maak dan een advertentie voor je eigen huis. Beschrijf je huis en de omgeving. Maak het zo aantrekkelijk mogelijk. Pagina 4

5 Words and phrases Words to know house huis tuin street straat uncle oom lovely schattig aunt tante village dorp cousin neef, nicht open haard kids kinderen double bed tweepersoonsbed floor verdieping seperate afzonderlijk, los slaapkamer modern moderne badkamer bad keuken douche woonkamer downstairs beneden studeerkamer upstairs boven Phrases Van wie? I put on my clothes. Ik kleed me aan. my mijn I watch TV. Ik kijk tv. your jouw I have breakfast. Ik ontbijt. his zijn I brush my teeth. Ik poets mijn tanden. her haar I check my mobile for Ik controleer mijn our onze messages. mobiel op berichtjes. your jullie their hun Do you? Do you iron a shirt? Strijk jij een overhemd? Do you watch TV? Yes, I do. Kijk jij TV? Ja. Voorzetsels No, I don t. Nee. under onder on top of (boven)op in in in the middle of in het midden behind achter near dichtbij Pagina 5