Prejudiciële vragen belastingkamer Hoge Raad aan het Hof van Justitie van de Europese Unie 2016 Zaken waarin in 2016 prejudiciële vragen zijn gesteld en het HvJ nog geen arrest heeft gewezen Nr. HR Arrest HR Omschrijving waarin vragen zijn gesteld 14/02778 29-01-2016 Douanerechten. Dient artikel 32, lid 1, letter e, onder i, van het Communautair douanewetboek aldus te worden uitgelegd dat onder het begrip kosten van vervoer moet worden verstaan de door feitelijke vervoerders van de ingevoerde goederen in rekening gebrachte bedragen, ook ingeval deze vervoerders die bedragen niet rechtstreeks in rekening hebben gebracht aan de koper van de ingevoerde goederen maar aan een andere marktdeelnemer, die ten behoeve van de koper van de ingevoerde goederen de vervoerovereenkomsten met feitelijke vervoerders heeft gesloten en die in verband met zijn bemoeienis met het doen verrichten van het vervoer hogere bedragen aan die koper in rekening heeft gebracht? 14/02785 30-09-2016 Aanvullende invoerrechten; Verordening (EEG) nr. 2777/75 en Verordening (EG) nr. 1484/95; art. 62 CDW; art. 201, lid 3, CDW; art. 54 Douanebesluit; art. 221, lid 4, CDW en art. 22e AWR; art. 48 Douanewet; misbruik van recht op grond waarvan de invoerprijs van het kippenvlees beneden de reactieprijs was; reikwijdte van aansprakelijkheid op grond van art. 201, lid 3, tweede alinea, CDW; schorsing van de mededelingstermijn; prejudiciële vragen. 15/00194 08-07-2016 Vennootschapsbelasting; artikel 10a, lid 2, aanhef en letter b, en lid 3, van de Wet Vpb 1969 (tekst 2004). Kan sprake zijn van een rechtshandeling waaraan in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen wanneer de Nederlandse vennootschap om fiscale redenen is ingeschakeld? Compenserende heffing bij doorstroom van rente. Prejudiciële vragen: grensoverschrijdende fiscale eenheid; per-elementbenadering ; strijd met de HvJ-arresten Groupe Steria en Finanzamt Linz? 15/00878 08-07-2016 Vennootschapsbelasting. Art. 13 Wet Vpb 1969. Art. 49 VWEU. Kan een valutaverlies op een deelneming die in een andere lidstaat is gevestigd in aftrek worden gebracht? HvJ-Arresten Deutsche Shell, X AB, X Holding, Groupe Steria en Finanzamt Linz. Is de perelementbenadering toegestaan? De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen. 15/03974 12-08-2016 Omzetbelasting; art. 12, lid 3, Zesde richtlijn in samenhang gelezen met categorie 7 van bijlage H van de Zesde richtlijn; art. 9, lid 2, letter a, Wet OB 1968 in samenhang gelezen met post b.14, letters c en g, van Tabel I; rondleiding door een voetbalstadion annex museumcollectie; toepassing verlaagd btw-tarief of normaal btwtarief; geen schending van de fiscale neutraliteit aangezien de nationale wetgeving in overeenstemming is met de Zesde richtlijn; is
bij één ondeelbare dienst toepassing van twee verschillende btwtarieven mogelijk? Prejudiciële vraag, vervolg op procedure BNB 2012/272 en BNB 2015/28. Eindarresten HR in 2016 Nr. HR Eindrrest Omschrijving HR 11/04540 25-11-2016 Arrest HvJ 09-12-2015 (C-595/13). Omzetbelasting; art. 11, lid 1, aanhef en letter i, onder 3, Wet OB; art. 13, B, letter d, onderdeel 6, Zesde Richtlijn; Wet toezicht beleggingsinstellingen. Een vennootschap met ter belegging bijeengebracht vermogen in de vorm van onroerende zaken kan gemeenschappelijke beleggingsmaatschappij zijn; voor vrijstelling is vereist dat de vennootschap is onderworpen aan bijzonder overheidstoezicht; uitlegging begrip bijzonder overheidstoezicht ; uitlegging begrip 'beheer ; beheer omvat niet de feitelijke exploitatie van de onroerende zaken; vervolg op HR 1 november 2013, nr. 11/04540, BNB 2014/19, en HvJ 9 december 2015, C-595/13, BNB 2016/45. 12/01620 en 12/05758 25-11-2016 Arrest HvJ 12-05-2016 (C-532/14 en C-533/14). Douanerechten; posten 2206 en 2208 van de GN; bindende tariefinlichting voor een alcoholhoudende drank die is bereid op basis van gefermenteerde alcohol en waaraan gedistilleerde alcohol is toegevoegd, alsmede suiker, plantaardig vet en aroma s; de alcoholhoudende drank heeft door de toevoegingen niet meer de smaak, de geur en het uiterlijk van de vrucht waaruit de gefermenteerde alcohol werd vervaardigd; indeling als likeur in postonderverdeling 2208 70 van de GN. Vervolg op HR 24 oktober 2014, nr. 12/01620, BNB 2014/261 en HvJ 12 mei 2016, C-532/14 en C-533/14, BNB 2016/173. 13/01488 08-07-2016 Arrest HvJ 25-02-2016 (C-143/15). Douanerechten; post 8521; aantekening 3 op afdeling XVI van de GN; tariefindeling van een zogenoemde videomultiplexer die binnen een gesloten beveiligingsof bewakingssysteem wordt aangesloten op camera s, brandmelders en/of inbraaksensoren, daarvan afkomstige beelden en geluiden kan verwerken en beelden kan weergeven op aangesloten beeldmonitoren. Wanneer opgenomen beelden of geluiden daartoe aanleiding geven, kan de videomultiplexer een waarschuwingssignaal in de vorm van een e-mail afgeven. Vervolg op HR 13 maart 2015, nr. 13/01488, BNB 2015/82 en HvJ 25 februari 2016, C-143/15, BNB 2016/86. 14/00526 08-07-2016 Arrest HvJ 03-03-2016 (C-144/15). Bindende tariefinlichting; post 2309 van de GN; tariefindeling van een na de bewerking van sojaschroot verkregen product (een sojaeiwitconcentraat), dat geschikt is om te worden gebruikt als bestanddeel van mengvoer voor zeer jonge kalveren; vervolg op HR 13 maart 2015, nr. 14/00526, BNB 2015/83 en HvJ 3 maart 2016, C- 144/15, BNB 2016/87. 13/00975 08-07-2016 Arrest HvJ 17-03-2016 (C-84/15). Douanerechten; post 8519 van de GN. Tariefindeling van een elektrisch apparaat dat digitale geluidsbestanden ontvangt afkomstig van het wereldwijde web (internet) of van een lokaal netwerk en dat deze bestanden omzet in geluid en versterkt weergeeft door in het apparaat opgenomen
luidsprekers (streamen); vervolg op HR 13 februari 2015, 13/00975, BNB 2015/71 en HvJ 17 maart 2016, C-84/15, BNB 2016/120. 13/05584 09-12-2016 Arrest HvJ 21-07-2016 (C-4/15). Douanerechten, art. 148, aanhef en letter c, CDW; art. 502, art. 503 en art. 585, lid 1, UCDW; toetsing economische voorwaarden douaneregeling passieve veredeling; onder communautaire veredelaars zijn mede begrepen communautaire producenten van grondstoffen of halffabricaten; vervolg op HR 19 december 2014, nr. 13/05584, BNB 2015/75 en HvJ 21 juli 2016, C-4/15, BNB 2016/219. 12/02683 18-11-2016 Arrest HvJ 12-05-2016 (C-520/14). Omzetbelasting; art. 2 en 9 BTWrichtlijn 2006; art. 4 en 7 Wet OB; art. 3 en 4 Wet op het BTWcompensatiefonds; Verordening leerlingenvervoer gemeente Borsele 2008; bekostiging voorziening leerlingenvervoer; organiseren van leerlingenvervoer vormt voor gemeente geen economische activiteit; gemeente is in zoverre geen ondernemer; vervolg op HR 7 november 2014, 12/02683, BNB 2014/265 en HvJ 12 mei 2016, C-520/14, BNB 2016/186; geen recht op bijdrage uit het BTW-compensatiefonds. 13/03958 12-08-2016 Arrest HvJ 27-04-2016 (C-528/14). Douanerechten; art. 3 Verordening (EG) nr. 1186/2009; verhuisboedelvrijstelling; normale verblijfplaats; Verordening (EG) nr. 1186/2009 sluit uit dat een betrokkene tegelijkertijd in een lidstaat en in een derde land een normale verblijfplaats heeft; bij algehele afweging van de feitelijke omstandigheden is de duur van het verblijf in het derde land van bijzonder belang; vervolg op HR 14 november 2014, 13/03958, BNB 2014/267 en HvJ 27 april 2016, C-528/14, BNB 2016/147. 09/02220 11-11-2016 Arrest HvJ 28-04-2016 (C-128/14). Omzetbelasting; art. 5, lid 7, letter a, en art. 11, A, lid 1, letter b, van de Zesde richtlijn, art. 3, lid 1, letter h, art. 3, lid 2, en art. 8, lid 3, Wet OB; art. 5, leden 1 en 5, Uitv.besl. OB. Vervaardiging van een kantoorpand op grond in erfpacht; ter zake van vestiging van recht van erfpacht is over de gekapitaliseerde canon omzetbelasting verschuldigd geworden en betaald; integratieheffing; de gekapitaliseerde waarde van de nog te betalen canons behoort tot de maatstaf van heffing; vervolg op HR 21 februari 2014, 09/02220, BNB 2014/76 en HvJ 28 april 2016, C-128/14, BNB 2016/148. 13/05848 18-11-2016 Arrest HvJ 14-07-2016 (C-97/15). Douanerechten; posten 8471 en 8521 van de Gecombineerde Nomenclatuur; aantekening 3 op afdeling XVI van de GN; tariefindeling van apparaten waarop digitale video-, muziek- en fotobestanden kunnen worden opgeslagen en waarmee zonder tussenkomst van een computer bestanden op een televisie- of videomonitor kunnen worden weergegeven. Deze apparaten (screenplays) worden als videoweergaveapparaat ingedeeld in post 8521 van de GN. Vervolg op HR 6 februari 2015, 13/05848, BNB 2015/70 en HvJ 14 juli 2016, C-97/15, BNB 2016/204. 12/03235 04-03-2016 Arrest HvJ 17-09-2015 (gevoegde zaken C-10/14, C-14/14 en C-17/14). Teruggaaf/verrekening van dividendbelasting. Artikel 15 AWR. Artikel 63 VWEU. Beslissing na prejudiciële vragen: vergelijking van een nietingezetene met een ingezetene; belastingdruk op bruto dividenden niet hoger dan belastingdruk bij een ingezeten vennootschap die de dividenden ontvangt, verminderd met de kosten die rechtstreeks verband houden met de inning als zodanig van de dividenden. Vervolg op HR 20 december 2013, 12/03235, BNB 2014/64 en HvJ 17
september 2015, gevoegde zaken C-10/14, C-14/14 en C-17/14, BNB 2015/224. 12/02502 04-03-2016 Arrest HvJ 17-09-2015 (gevoegde zaken C-10/14, C-14/14 en C-17/14) Dividendbelasting. Artikelen 7.7 en 9.2 Wet IB 2001. Artikel 63 VWEU. Teruggaaf/verrekening van dividendbelasting van inwoner van België. Geen belemmering van kapitaalverkeer. Beslissing na prejudiciële vragen: vergelijking van de dividendbelasting met de belastingdruk in box 3, rekening houdend met het heffingvrije vermogen. Vervolg op HR 20 december 2013, 12/02502, BNB 2014/65 en HvJ 17 september 2015, gevoegde zaken C-10/14, C-14/14 en C-17/14, BNB 2015/224. 12/04717 04-03-2016 Arrest HvJ 17-09-2015 (gevoegde zaken C-10/14, C-14/14 en C-17/14) Dividendbelasting. Artikelen 7.7 en 9.2 Wet IB 2001. Artikel 63 VWEU. Teruggaaf/verrekening van dividendbelasting van inwoner van België. Belemmering van kapitaalverkeer. Beslissing na prejudiciële vragen: vergelijking van de dividendbelasting met de belastingdruk in box 3, rekening houdend met het heffingvrije vermogen. Vervolg op HR 20 december 2013, 12/04717, BNB 2014/66 en HvJ 17 september 2015 gevoegde zaken C-10/14, C-14/14 en C-17/14, BNB 2015/224. 12/03718 22-01-2016 Arrest HvJ 09-09-2015 (gevoegde zaken C-72/14 en C-197/14). Art. 1, aanhef en letter m, en art. 11, lid 2, Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden (Rijnvarendenverdrag). Art. 22 Herziene Rijnvaartakte. Art. 8:77 Awb. Artikel 7, lid 2, letter a, Vo. 1408/71. Vraag of een schip is voorzien van een scheepspatent. Oordeel Hof onbegrijpelijk omdat het gebaseerd is op stukken die zich niet in het dossier bevinden. Betekenis E101-verklaring voor een rijnvarende. Arrest na prejudiciële beslissing. Vervolg op HR 28 maart 2014, 12/03718, BNB 2014/127 en HvJ 9 september 2015 gevoegde zaken C-72/14 en C-197/14, BNB 2015/230. 12/05577 04-03-2016 Arrest HvJ 24-02-2015 (C-512/13). Art. 45 VWEU; art. 31a, lid 2, letter e, Wet LB 1964 (tekst 2012); art. 10e, lid 2, letter b, onder 2o, Uitvoeringsbesluit LB 1965. Leidt 150- kilometercriterium voor toepassing van de 30%-regeling tot een inbreuk op het vrije werknemersverkeer? Vervolg op HR 9 augustus 2013, 12/05577, BNB 2013/230 en HvJ 24 februari 2015, C-512/13, BNB 2015/133. 12/05479 15-04-2016 Arrest HvJ 29-10-2015 (C-319/14) Douanerechten en omzetbelasting; art. 203 en 204 CDW; art. 365 (oud) en 366, UCDW; douaneregeling extern communautair douanevervoer niet volgens de regels beëindigd; douaneschuld ontstaat vanwege een onttrekking aan het douanetoezicht (art. 203 CDW), ondanks het feit dat vaststaat dat de goederen buiten het douanegebied van de EU zijn gebracht; vervolg op HR 13 juni 2014, 12/05479, BNB 2014/185 en HvJ 29 oktober 2015, C-319/14, BNB 2016/136. 11/02825 18-03-2016 Arrest HvJ 18-12-2014 (gevoegde zaken C-131/13, C-163/13 en C- 164/13). Omzetbelasting; arrest na HvJ 18 december 2014, Schoenimport Italmoda Mariano Previti vof e.a., gevoegde zaken C-131/13, C- 163/13 en C-164/13, ECLI:EU:C:2014:2455; wanneer sprake is van btw-fraude in het kader van een keten van leveringen vormt betrokkenheid bij btw-fraude in die keten grond om de
desbetreffende ondernemer het recht op het nultarief voor een intracommunautaire levering en/of het recht op aftrek dan wel het recht op teruggaaf ter zake van een nummerverwerving te weigeren, ook indien de fraude was gericht op ontduiking van btw in een andere lidstaat. Vervolg op HR 22 februari 2013, 11/02825, BNB 2013/96 en HvJ 18 december 2014, gevoegde zaken C-131/13, C-163/13 en C- 164/13, BNB 2015/61. 11/01551 18-03-2016 Arrest HvJ 18-12-2014 (gevoegde zaken C-131/13, C-163/13 en C- 164/13). Omzetbelasting; arrest na HvJ 18 december 2014, Schoenimport Italmoda Mariano Previti vof e.a., gevoegde zaken C-131/13, C- 163/13 en C-164/13, ECLI:EU:C:2014:2455; verwijzing voor (onder meer) onderzoek naar (betrokkenheid bij) btw-fraude met het oog op de toepassing van het nultarief voor intracommunautaire leveringen van mobiele telefoons. Vervolg op HR 8 maart 2013, 11/01551, BNB 2013/98 en HvJ 18 december 2014, gevoegde zaken C-131/13, C- 163/13 en C-164/13, BNB 2015/61. 11/01624 18-03-2016 Arrest HvJ 18-12-2014 (gevoegde zaken C-131/13, C-163/13 en C- 164/13). Omzetbelasting; arrest na HvJ 18 december 2014, Schoenimport Italmoda Mariano Previti vof e.a., gevoegde zaken C-131/13, C- 163/13 en C-164/13, ECLI:EU:C:2014:2455; verwijzing voor (onder meer) onderzoek naar (betrokkenheid bij) btw-fraude met het oog op uitoefenen recht op aftrek van omzetbelasting ter zake van aangekochte mobiele telefoons. Vervolg op HR 8 maart 2013, 11/01624, BNB 2013/97 en HvJ 18 december 2014, gevoegde zaken C- 131/13, C-163/13 en C-164/13, BNB 2015/61. 10/04806 25-03-2016 Arrest HvJ 26-02-2015 (gevoegde zaken C-144/13, C-154/13 en C- 160/13) Omzetbelasting; art. 11, lid 1, aanhef en letter g, onder 1, art. 17e, letters a en b, en art. 21, aanhef en letter c, Wet OB 1968; art. 132, lid 1, aanhef en letter e, art. 140, aanhef en letters a en b, en art. 143, aanhef en letter a, BTW-richtlijn 2006; niet mogelijk asymmetrisch beroep op de Wet OB en op de Zesde richtlijn bij de levering van tandprothesen; vrijstelling bij de intracommunautaire verwerving dan wel de invoer van tandprothesen; vervolg op HR 1 maart 2013, 10/04806, BNB 2013/106 en HvJ 26 februari 2015, gevoegde zaken C- 144/13, C-154/13 en C-160/13, BNB 2015/104.
Zaken waarin het HvJ in 2016 arresten heeft gewezen maar door de HR nog geen eindarrest is gewezen Nr. HR Arrest HR Omschrijving waarin vragen zijn gesteld 13/02651 29-05-2015 Arrest HvJ 22-06-2016 (C-267/15), BNB 2016/201. Omzetbelasting, art. 3, lid 1, letter a, en lid 3, letter b, alsmede art. 11, lid 1, letters a en b, Wet OB; art. 14 BTW-richtlijn 2006; gemeente levert in de hoedanigheid van ondernemer, tegen een vergoeding die lager is dan de kostprijs nieuwe multifunctionele gebouwen aan een stichting; de stichting stelt gedeelte(n) van dit gebouw om niet voor basisonderwijs ter beschikking en andere gedeelte(n) tegen een vergoeding aan andere gebruikers; geen deelleveringen vanwege omstandigheid dat de gedeelten functioneel een zekere zelfstandigheid bezitten; geen misbruik van recht; moet voor het recht op aftrek van de gemeente rekening worden gehouden met het feit dat de stichting gedeelte(n) van het gebouw om niet ter beschikking stelt aan school voor (vrijgestelde) onderwijsdoeleinden? Prejudiciële vraag. 14/04751 16-10-2015 Arrest HvJ 10-11-2016 (C-548/15), BNB 2017/32. Inkomstenbelasting; artikel 6.30 Wet IB 2001. Leeftijdsbeperking in strijd met Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (Pb. 2000, nr. L 303/16) en/of het algemene beginsel van non-discriminatie? 14/01880 06-11-2015 Arrest HvJ 08-12-2016 (C-600/15). Douanerechten; art. 5 VEU en art. 31 en 32 VWEU; Gemeenschappelijk douanetarief; aantekening 8 op hoofdstuk 85, posten 8539, 8541, 8543, 8548 en 9405 van de Gecombineerde Nomenclatuur; indeling in de GN van led-lampen als gloeilampen, als lichtgevende dioden, als toestellen met een eigen functie, als elders niet genoemde delen of als delen van verlichtingstoestellen? Prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie. Het heffen van douanerechten voor goederen die niet in de Unie worden geproduceerd is niet in strijd met het Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel.