RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Rijnlands Lyceum Wassenaar, vmbo theoretische leerweg Plaats: Wassenaar BRIN-nummer: 02GP-0 Arrangementsnummer: 120586 Onderzoek uitgevoerd op: 2 december 2010 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 31 januari 2012 Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
H2839406/7 Pagina 2 van 9
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 2 december 2010 een onderzoek uitgevoerd op het Rijnlands Lyceum Wassenaar, afdeling vmbo theoretische leerweg, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. In vervolg op het concept rapport is op 18 april 2011 van de school een plan van aanpak ontvangen ter verbetering van de geconstateerde tekortkomingen. Op 10 mei 2011 heeft het bestuur haar zienswijze op het oordeel mondeling toegelicht. In dat gesprek zijn nadere afspraken gemaakt over de eisen waaraan de school dient te voldoen voor toekenning van het basisarrangement. Deze afspraken zijn vastgelegd in de brief van 30 mei 2011 van de directeur toezicht aan de Stichting Het Rijnlands Lyceum. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. De inspectie heeft voor het Rijnlands Lyceum Wassenaar, afdeling vmbo theoretische leerweg een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat de opbrengsten op deze afdeling onvoldoende zijn. Op 14 juni 2010 heeft de inspectie de uitkomsten van deze risicoanalyse met het bevoegd gezag besproken. Naar aanleiding van dit gesprek is besloten een onderzoek uit te voeren om eventuele tekortkomingen vast te stellen. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. Onderzoeksopzet De inspectie heeft de normindicatoren onderzocht van de aspecten: de opbrengsten, het onderwijsproces aangevuld met de indicatoren van het kwaliteitsaspect over de afstemming van het aanbod, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: - Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. - Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd. - Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met het management. - Op uw school is verder een gesprek gevoerd met de leerlingen, zorgcoördinator en docenten. - Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader vo 2009. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. H2839406/7 Pagina 3 van 9
2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De indicatoren met een asterisk zijn de normindicatoren; zij spelen een beslissende rol bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ja of nee. Resultaten 1.1 * De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. 1.2 * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-g/t. 1.3 * De leerlingen van de opleiding vmbo-g/t behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.4 * Bij de opleiding vmbo-g/t zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. 5 Leerstofaanbod 2.1 * De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan de wettelijke vereisten. 2.2 * De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de examenprogramma s. Schoolklimaat 4.4 * De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. 4.7 * Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. 4.8 * De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de leerlingen. H2839406/7 Pagina 4 van 9
Didactisch handelen 5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. Afstemming 6.1 De aangeboden leerinhouden maken afstemming mogelijk op de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Zorg 8.2 * De school voert de zorg planmatig uit. H2839406/7 Pagina 5 van 9
Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten. 9.7 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 9.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving. 9.9 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen zoals geformuleerd in het schoolplan. 9.10 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. 9.11 De school heeft inzicht in de sterke en zwakke punten van de eigen organisatie. 9.12 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. 9.13 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 9.14 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken. Wet- en regelgeving N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24a en 24c). N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24 en 24c). N3 Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 10h). N4 Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de wettelijke vereisten (Eindexamenbesluit art. 31). N5 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5). nee Ja H2839406/7 Pagina 6 van 9
2.2 Beoordeling Algemeen beeld De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling vmbo theoretische leerweg (vmbo-t) van het Rijnlands Lyceum in Wassenaar als zwak. Dit oordeel is gebaseerd op de volgende overwegingen. De opbrengsten zijn, afgemeten aan de prestaties van de leerlingen over de afgelopen drie jaar, onvoldoende. Het onderwijsproces vertoont weliswaar enkele tekortkomingen, met name op het punt van het systematisch volgen van de vorderingen van leerlingen en de afstemming van het onderwijs op de individuele leerling, maar is naar het oordeel van de inspectie van voldoende kwaliteit. De school werkt in haar kwaliteitszorg onvoldoende systematisch en planmatig; de inspectie heeft de kwaliteitszorg als onvoldoende beoordeeld. De school leeft de onderzochte wet- en regelgeving na. Toelichting Het bovenstaande algemene oordeel van de inspectie wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen voor zover van toepassing achtereenvolgens de in de inleiding genoemde aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving. Opbrengsten Bij het opbrengstenoordeel 2010 beoordeelt de inspectie de opbrengsten voor het Rijnlands Lyceum Wassenaar, afdeling vmbo-t als onvoldoende. Dit oordeel is gebaseerd op de behaalde resultaten in 2007, 2008 en 2009 (weergegeven op de opbrengstenkaarten van resp. 2008, 2009 en 2010). Twee van de vier opbrengstenindicatoren zijn daarbij onvoldoende. In de eerste plaats betreft dat de gemiddelde cijfers voor de centrale examens (CE). De gemiddelde CE cijfers laten de afgelopen jaren een wisselend beeld zien. Echter voor de twee laatst gemeten examenjaren valt de school binnen de categorie landelijk slecht scorende scholen. Voor beide jaren vallen ook alle afzonderlijke examenvakken binnen deze categorie, uitgezonderd het vak biologie bij het examen in 2008. In de tweede plaats beoordeelt de inspectie de meerjarig gemeten verschillen tussen het schoolexamen (SE) en het centraal examen (CE) als onvoldoende. Met een driejarig verschil van 0,58 punt ligt de afdeling vmbo-t boven de door de inspectie gestelde norm van 0,50 punt. Over de drie gemeten jaren is dit verschil geleidelijk toegenomen. Voor de vakken aardrijkskunde, natuurkunde, scheikunde, economie en kunst/tekenen is dat verschil voor de twee laatste examenjaren groter dan 0,5 punt. Voor de vakken Nederlands, Frans, geschiedenis en kunst/dans is dit verschil zelfs voor de drie beoordeelde jaren groter dan 0,5 punt. Op grond van de resultaten van de in 2010 afgelegde examens, verwacht de school dat ook voor dat jaar zowel het gemiddelde cijfer voor het CE als de discrepantie tussen het CE en SE, als onvoldoende zullen worden beoordeeld. Het onderwijsproces De inspectie is van mening dat het onderwijsproces op het Rijnlands Lyceum Wassenaar, afdeling vmbo-t in het algemeen voldoende kwaliteit heeft. De afdeling vmbo-t is een kleine afdeling met in totaal 49 leerlingen. Van de 37 leerlingen in klas 3 en 4 stroomde ongeveer de helft in het derde leerjaar in vanuit andere scholen, vestiging of afdelingen. Tijdens dit onderzoek bezocht de inspectie een aantal lessen. De meeste van de bezochte lessen zijn docent gestuurd en klassikaal gericht. Niettemin slagen docenten erin werkvormen te hanteren waardoor leerlingen actief betrokken zijn bij het onderwijs. De school realiseert een omgeving waarin leerlingen met elkaar en anderen respectvol omgaan. Gelet op de vaak zelfbewuste en kritische leerlingen, deels afgestroomd uit andere scholen, verdient de school daar een compliment voor. Leerlingen die van elders instroomden, geven aan dat zij zich binnen de school welkom en geaccepteerd voelen. Binnen het Rijnlands Lyceum Wassenaar, afdeling vmbo-t is er een grote diversiteit naar onder meer school van herkomst, individuele problematiek en cognitieve vaardigheden van leerlingen. H2839406/7 Pagina 7 van 9
Door deze diversiteit en het door de school gevoerde kansenbeleid is het nodig het onderwijs meer af te stemmen op de individuele leerbehoeften van leerlingen. Dat geldt evenzeer voor het kunnen toetsen aan landelijke gegevens van prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Echter, in de meeste lessen zijn het aanbod, de instructie, de verwerkingsopdrachten en de onderwijstijd onvoldoende afgestemd op de individuele onderwijsbehoeften van de leerlingen. Daarnaast maakt de school onvoldoende gebruik maakt van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van prestaties en ontwikkeling van de leerlingen. De kwaliteitszorg De inspectie beoordeelt de kwaliteitszorg van het Rijnlands Lyceum Wassenaar, afdeling vmbo-t als onvoldoende. De voorwaarden voor een voldoende kwaliteitszorg zijn eveneens beoordeeld. De voorwaarden zijn als voldoende beoordeeld. De afdeling vmbo-t telt weinig leerlingen. De school heeft besloten de afdeling af te bouwen. Dat betekent dat er voor het huidige schooljaar geen vmbo-t leerlingen in de brugklas zijn ingeschreven. De afdeling omvat op dit moment de leerjaren 2, 3 en 4. Ondanks de geringe omvang van de afdeling en de keus voor het afbouwen ervan is een op de afdeling gericht kwaliteitsbeleid noodzakelijk. Het specifieke karakter van de afdeling als gevolg van het gevoerde kansenbeleid en de diversiteit in de leerlingenpopulatie, onderstrepen die noodzaak. Het bewustzijn dat de afbouw zorgvuldig dient te geschieden is bij directie en docenten aanwezig. De school is gestart met de aanpak van verbeteractiviteiten. Zo heeft de school een medewerker kwaliteitszorg aangesteld. Om de examenresultaten te verbeteren is gestart met examentraining van leerlingen. Bij de samenstelling van het docententeam wordt scherper gekeken naar de benodigde vaardigheden van docenten. De inspectie is niettemin van mening dat de verschillende ontwikkelingen binnen de kwaliteitszorg nog te recent zijn om invloed te hebben op opbrengsten, onderwijsproces en kwaliteitszorg. Vaak verkeren de ontwikkelingen in een beginstadium of zijn nog onvoldoende planmatig uitgewerkt. Dat heeft gevolgen voor de verschillende aspecten van de kwaliteitszorg. Zo dient de school haar kennis van opbrengstengegevens te verbreden en te verdiepen naar een analyse van en door alle vakken. Op dit moment maakt de afdeling nog te beperkt gebruik van de mogelijkheden die de Wolf analyse biedt. Een grondiger analyse maakt het bovendien mogelijk meer toekomstgericht te werken. Daarbij is het belangrijk de ontwikkelingen te volgen die zullen leiden tot de resultaten van de examens in 2011. Hoewel de school meer aandacht heeft voor de analyse van het onderwijsleerproces, verkeert de evaluatie van het onderwijs nog in een beginstadium. Daarnaast is de school door het beperkt aantal specifieke onderwijskundige afspraken onvoldoende in staat het onderwijsleerproces te waarborgen. Tenslotte beoordeelt de inspectie ook de waarborgen voor de kwaliteit van het schoolexamen en andere toetsinstrumenten als onvoldoende. Voor het huidige examenjaar heeft de school de programma s van toetsing en afsluiting gecontroleerd op de correcte examenstof. Een structurele controle op niveau, inhoud normering en kwalitatieve vergelijkbaarheid van de toetsen is nog onvoldoende gerealiseerd. Wet- en regelgeving De inspectie heeft vastgesteld dat de school de wettelijke verplichte documenten heeft ingediend. De geprogrammeerde onderwijstijd 2010-2011 voldoet op basis van de opgave van de school aan de wettelijke vereisten. H2839406/7 Pagina 8 van 9
3. TOEZICHTARRANGEMENT Tijdens het kwaliteitsonderzoek van 2 december 2010 heeft de inspectie geconstateerd dat de kwaliteit van het onderwijs op het Rijnlands Lyceum Wassenaar, afdeling vmbo theoretische leerweg belangrijke tekortkomingen vertoont in de opbrengsten en in de kwaliteitszorg. Conform de afspraken, vastgelegd in de brief van de directeur toezicht van 30 mei 2011, vond op 14 december 2011 een gesprek plaats met de rector en het bevoegd gezag van het Rijnlands Lyceum Wassenaar. In dat gesprek is geconstateerd dat dankzij de goede analyses en concrete doelstellingen uit het gedegen verbeterplan en de inzet van de school, de opbrengsten en kwaliteitszorg zijn verbeterd. Tevens is toen vastgesteld dat de school voldoet aan de afspraken zoals vastgelegd in voornoemde brief. Op grond daarvan spreekt de inspectie haar vertrouwen uit in de kwaliteit van het onderwijs op het Rijnlands Lyceum Wassenaar, afdeling vmbo theoretische leerweg. De Inspectie van het Onderwijs kent aan het Rijnlands Lyceum Wassenaar, afdeling vmbo theoretische leerweg het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. H2839406/7 Pagina 9 van 9