uw kenmerk ons kenmerk contactpersoon datum 00275/HVV/541/MVE/open brief Mario Van Essche 2014-11-20 Open brief aan mevrouw Hilde Crevits, viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs In zijn Lastpost (Knack 5 november 2014) schuift journalist Joël De Ceulaer op nogal koldereske wijze de schuld van het niet-bestaan van een neutraal levensbeschouwelijk vak (prof. Patrick Loobuyck noemt het LEF, wat staat voor Levensbeschouwing, Ethiek en Filosofie) in de schoenen van de vrijzinnigheid. De Ceulaer noemt zijn artikel satire, maar het belet hem niet in dezelfde zin jolijtig deel te nemen aan het inhoudelijke debat dat erop volgt en dat volgens ons geen satire is, maar bittere ernst. Omdat Joël De Ceulaer het standpunt van de Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging (hij noemt ons zelfs het Humanistisch Verbond, onze naam van 10 jaar geleden) niet geverifieerd heeft en zelfs het (nochtans niet zo heel lange) standaardwerk van Patrick Loobuyck niet gelezen heeft, maar zich in zijn journalistieke onderzoek louter beperkt tot de Fakkeltjeskrant, een vrijzinnig tijdschrift voor zesjarigen, willen wij u graag zelf onze mening meedelen. Wij kunnen moeilijk beweren dat wij radicaal tegen een vak LEF zijn, nu de lessen niet-confessionele zedenleer op elk niveau van het onderwijs (en de leerplannen tonen dat aan), reeds de nodige aandacht besteden aan andere filosofieën en levensbeschouwingen en aldus de facto een vak LEF zijn. We ontkennen natuurlijk niet dat het levensbeschouwelijk onderwijs ideologisch gekleurd is en betreuren ook dat het vak soms aangewend wordt voor antiwetenschap, zoals creationisme en indoctrinatie, zij het dat we wel met enige fierheid kunnen stellen dat wij een vrij hoge standaard aan onszelf opleggen en de nodige openheid aan de dag leggen. Het is dus onterecht dat men het niet-bestaan van het vak LEF verwijt aan de vrijzinnig-humanistische gemeenschap, want het lijkt ons dat het vak reeds bestaat louter en met name alleen binnen het vak niet-confessionele zedenleer. Het debat heeft ook nog een andere component, nl. de gelijkheid of beter gelijkwaardigheid van elk kind en de standaard die we willen bereiken met ons onderwijs, want elke opleiding heeft als doel een bepaald individu op te voeden. Het sterke geloof in de gelijkwaardigheid van elk kind drijft ons om te ijveren voor alle kinderen en niet louter voor de kinderen binnen het GO!, dat zoals u weet neutraal en niet levensbeschouwelijk gekleurd is, dus ook niet vrijzinnig is en dat vinden we maar goed ook.
Ons land heeft een moeilijke geschiedenis in het onderwijs en het Schoolpact heeft er meer dan een halve eeuw voor gezorgd dat de ideologische strijd ons onderwijs niet verzwakte. Anno 2014 is dit anders. Anno 2014 (en zeker in tijden van zware besparingen) is het niet meer verdedigbaar dat er twee scholen, soms op 100 meter afstand, hetzelfde onderwijs inrichten met een dubbele kost van een schoolkeuken, een dubbele kost van infrastructuur, een dubbele kost van uitrustingen (zoals laboratoria), een dubbele kost van administratie, enz. Dat is een massale geldverspilling en dat geld kan veel beter besteed worden. Anno 2014 is het niet meer verdedigbaar dat een opleiding van een kind ideologisch gekleurd en doctrinair van aard moet zijn, waarbij een neutraal net zich opponeert tegenover een (hoofdzakelijk) katholiek geïnspireerd net, omdat de wetenschap en kennis die men op scholen tracht bij te brengen nu eenmaal losstaat van en iets compleets anders is dan ideologie en doctrine. Het steeds sterker groeiende succes van het GO! toont aan dat ook de maatschappelijke vraag naar door doctrine bepaald onderwijs aan het wegebben is en statistieken tonen duidelijk aan dat er andere factoren zijn die schoolkeuzes bepalen. Vrijzinnig onderwijs bestaat niet, de levensbeschouwelijke ideologie is beperkt tot het vak niet-confessionele zedenleer en dat vak heeft slechts een marktaandeel (volgens de pleitbezorgers van LEF) van 10%. M.a.w. Joël De Ceulaer is onnodig geobsedeerd door de bijzaak, eerder dan het debat te (durven/willen) voeren over de hoofdzaak, nl. een neutraal kwaliteitsvol onderwijs voor elk kind, zonder enige uitzondering, zonder discriminatie. Het echte probleem is dat het Schoolpact voorbijgestreefd is en doctrinair onderwijs zijn maatschappelijke voedingsbodem kwijtgeraakt is en onnodig veel geld kost aan een besparende maatschappij. Schaf dat af en twijfel er niet aan, mevrouw de minister : de vrijzinnigen zijn daarin uw eerste partner. Niet de levensbeschouwelijke vakken die 10% van het totale curriculum uitmaken en niet het vak niet-confessionele zedenleer dat 10% van de levensbeschouwelijke vakken uitmaakt zijn het probleem. We hebben het dus over ongeveer 1% van het gehele onderwijs en de gedachte dat het met het afschaffen van het vak zedenleer opgelost is, getuigt van een ongekende naïviteit. Laat ons het probleem echt aanpakken en radicaal (men verwijt ons fanatisme, welnu, men vraagt, wij bieden) pleiten voor netgelijkheid en een hoogstnoodzakelijke integratie in één kwalitatief net doorvoeren, waarmee we mondiaal als pioniers van het onderwijs zouden gelden en daarmee onze belangrijkste grondstof, nl. kennis en opleiding (en aldus onze economische marktpositie) een verpletterende aanmoediging zouden geven en tegelijk ook een ondenkbaar goede opleiding voor onze jongeren zouden inrichten. Het is niet het voorstel van de voorstanders van LEF (en sta mij toe mij hiervoor louter te baseren op diegenen die iets meer bronnenonderzoek hebben verricht dan de lectuur van magazines voor zesjarigen) om dat slechts voor één net te doen en dat is maar goed ook, want dat zou de ongelijkheid in het onderwijs bestendigen en een archaïsche voedingsbodem geven voor een Schoolpact dat maatschappelijk voorbijgestreefd is en waarvoor geen democratische vraag meer bestaat.
Begrijp ons niet verkeerd. Het is en blijft onze intentie om, in afwachting van die noodzakelijke aanpassing, een vak niet-confessionele zedenleer van sterke kwaliteit in te richten. De leerlingen zijn dat waard en hebben daar recht op. Onze leerkrachten bewijzen dat dagelijks en het feit dat we dat vak op een open manier invullen met essentiële aandacht voor Levensbeschouwing, Ethiek en Filosofie toont dat aan en daar zijn we niet weinig trots op. Vrijzinnig-humanisten hebben de neiging nogal rationele mensen te zijn met enige immanente (vergeef mij het adjectief) zin voor realiteit. De hervorming die de afschaffing van het Schoolpact zou meebrengen en de bijbehorende besparing hebben implicaties voor zeer veel mensen en we mogen daar niet blind voor zijn. Ik vernam ooit dat er 10.000 levensbeschouwelijke leerkrachten zijn in het GO!, wat de totaliteit voor alle netten waarschijnlijk op meer dan 20.000, misschien 25.000 brengt. We willen die verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan en we strekken daarmee in eerste instantie de hand uit naar de vele godsdienstleerkrachten. Als we de curricula van de diverse opleidingen (zowel bachelors als masters) bekijken, dan moeten we vaststellen dat niet iedereen vandaag de juiste opleiding gekregen heeft om een vak LEF te organiseren. Daarin kunnen we als enige uit eigen ervaring spreken, aangezien het vak niet-confessionele zedenleer, zoals gesteld, in de praktijk al vaak als een LEF-vak wordt ingericht. De opleidingsfiches van de diverse universiteiten en hogescholen tonen dat aan. Enkele voorbeelden : - een vak als De raakvlakken en verschillen van de erkende levensbeschouwingen behoort in de Hogeschool Gent tot de basisopleiding van de bachelor leerkracht lager secundair onderwijs en ook aan Groep T (dat behoort tot de Leuvense associatie) spitst de bacheloropleiding niet-confessionele zedenleer zich toe op de comparatieve studie in de basisopleiding; - het vak Filosofie en kritiek van de religie is een standaardonderdeel van de bachelor wijsbegeerte en moraalwetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel; - De basisopleiding bachelor in de godsdienstwetenschappen van de KU Leuven richt zich uitsluitend op de religies, terwijl het vak moraalfilosofie slechts een keuzeonderdeel is en er niet direct uit de opleidingsinformatie kan worden afgeleid of dat zich ook op het humanisme toespitst; - De conclusie is dat leerkrachten (zowel bachelors als masters) nietconfessionele zedenleer en moraalwetenschappen vandaag via hun standaardopleiding de nodige competenties hebben verworven om het vak LEF te geven (en ze bewijzen dat ook in de praktijk, cf. de leerplannen).
Voor de leerkrachten godsdienst behoort dit niet tot de basisopleiding, maar is dit facultatief. Het leerplan secundair onderwijs voor het vak godsdienst stelt bovendien louter dat Atheïstisch humanisme kan hier in praktische co-existentie met christelijk humanisme aan bod komen (eigen markering). Het is niet verplicht en de studie van het humanisme wordt geherinterpreteerd of minstens gekoppeld aan religieuze beperkingen. Zowel de opleidingsinformatie als de leerplannen tonen dus letterlijk aan dat een vak LEF vandaag alleen door moraalfilosofen onderricht zou kunnen worden en dat is problematisch om een paar redenen. We willen niet alleen misbruik maken van de verworven competenties en de praktische ervaring inzake Levensbeschouwing, Ethiek en Filosofie om het alleenrecht op te eisen om het vak LEF in een post-schoolpactfase te onderrichten. Het zou bovendien ook praktisch onhaalbaar zijn om met een leerkrachtenbestand van 10% het totale vergelijkende levensbeschouwelijke onderricht te verzorgen. Het is onredelijk om op zeer korte termijn van godsdienstleerkrachten te verwachten dat zij zich omscholen om hun tewerkstelling te kunnen behouden. De werkzekerheid van de leerkrachten religie mag dan wel geen hoofddoelstelling zijn van de voorstanders van een vak LEF, maar het vak verdient enige praktische voorbereiding, alvorens het überhaupt zou kunnen worden ingericht. Het is een kwaad dat men wel eens hoorde in het beroepsonderwijs, waar men destijds stelde dat iedereen elk vak mag geven. De voorstanders van het vak LEF willen een kwaliteitsstandaard bereiken en we wijzen het schipperen op competenties dan ook af omdat dat het laatste is wat voordelig zou zijn voor de enige en uiteindelijke doelstelling van deze hervorming: de kwalitatief sterke opleiding van een scholier om hem beter te wapenen in de maatschappij van morgen. Daarom verzoeken wij u deze rechtzetting en uitdieping van onze mening te willen aanvaarden, mevrouw de minister. Ja, wij verdedigen het vak nietconfessionele zedenleer en onze leerkrachten die wij erkennen om hun goede werk, maar neen, wij sluiten ons niet af van een discussie. Het is het cliché van Elsschot, nl. dat er wetten en praktische bezwaren zijn, maar het lijkt mij dat u daar partners voor nodig heeft om die aan te pakken. Onder de vrijzinnig-humanisten vindt u wel degelijk een partner om het Schoolpact te herdenken en om elke leerkracht, ook de godsdienstleerkracht, voldoende bij te scholen en uit te rusten om de nodige stappen te zetten naar de uitbouw van een vak LEF. We willen praten over het argument dat een vak LEF nuttig kan zijn voor de burgerschapsvorming van elk kind, op voorwaarde dat het ook voor elk kind op
gelijke wijze wordt ingevoerd, ongeacht zijn herkomst of filosofische overtuiging, en dat het niet eenzijdig beperkt wordt tot de lessen moraal. De moraalleerkrachten zullen daarbij uw eerste partner zijn. Ze zullen met plezier hun expertise en competenties ter beschikking stellen en zijn bereid om dit debat aan te gaan. Als enigen hebben zij de oefening om het levensbeschouwelijk onderricht op een open manier, met respect én aandacht voor andersdenkenden en andere overtuigingen nu reeds gestalte gegeven. We steunen u om het volledige debat aan te gaan, los van enig fanatisme, want wie ons dat verwijt, kent zijn dossier niet. Want dossierkennis en de volledige en juiste analyse van de feiten lijkt ons de eerste voorwaarde om het debat aan te gaan. Het heeft te verstrekkende gevolgen, niet alleen voor ons onderwijs, maar ook voor onze kinderen. Met beste groeten Mario Van Essche Voorzitter HVV vzw.