GLADHEID: preventie en bestrijding. Beleidsplan

Vergelijkbare documenten
BEHEERPLAN GLADHEIDSBESTRIJDING

Beleidsplan Gladheidbestrijding Gemeente Losser

GLADHEIDBESTRIJDINGSPLAN VOOR DE GEMEENTE ZALTBOMMEL. Seizoen AFDELING REALISATIE & BEHEER

Gladheidsbestrijding

Beheerplan Gladheidbestrijding Gemeente Buren

EVALUATIE GLADHEIDBESTRIJDING

BELEIDSPLAN GLADHEIDBESTRIJDING WINTER Gemeente Krimpenerwaard

Gladheidbestrijdingsplan gemeente Sint-Gillis-Waas

Gemeente Apeldoorn Dienst Openbare Werken Afdeling Beheer en Onderhoud Postbus ES APELDOORN. Beleidsplan gladheidsbestrijding

Beleidsplan

BELEIDSPLAN GLADHEIDBESTRIJDING

Gladheidbestrijding. Uitvoeringsplan

Gladheidbestrijdingsplan. Gemeente Dalfsen ( ) Datum: Status: Definitief

Beleidsplan Gladheidbestrijding

Beleidsplan Gladheidsbestrijding

Gladheidbestrijding Uitvoeringsplan

UITVOERINGSPLAN GLADHEIDBESTRIJDING WINTER

Gladheidsbestrijdingsplan gemeente Reusel-De Mierden. A. BELEIDSPLAN Reusel, oktober 2015

Gladheidsbestrijdingsplan gemeente Reusel-De Mierden A. BELEIDSPLAN Reusel, oktober 2015

GLADHEID: preventie en bestrijding. Uitvoeringsplan 2018/2019. Gemeente Zwartewaterland. Eenheid Beheer, Oktober 2018.

Gladheidsbestrijdingsplan Ommen

Beheer Openbare Ruimte Opgesteld door: R.W. Uijterwaal Versie: concept Datum: oktober Gladheidbestrijding Uitvoeringsplan

Uitvoeringsplan Gladheidbestrijding Bladel

Gladheidbestrijdingsplan 2012 / 2013

Beleidsplan gladheidbestrijding

Gladheidbestrijdingsplan oktober 2014

Gladheidbestrijdingsplan Gemeente Oegstgeest

GLADHEID BESTRIJDINGPLAN

ALGEMENE TOELICHTING. Inleiding

GLADHEIDBESTRIJDINGSPLAN. Waterschap Rivierenland

Draaiboek Gladheidbestrijding Gemeente Rheden

Evaluatie gladheidbestrijding. seizoen

WERKPLAN GLADHEIDBESTRIJDING PLAN VAN AANPAK GLADHEIDBESTRIJDING GEMEENTE BEEK

SNEEUW, HOE GA JE ER MEE OM? Marc Eijbersen, CROW

Gladheidbestrijding Sittard-Geleen

GLADHEID BESTRIJDINGPLAN

Kwalster en andere winterse ongemakken. Visie voor een optimale gladheidbestrijding in gemeente Leeuwarden

1. Inleiding Aanleiding Geldigheidsduur Uitgangspunten Doelgroepen Extreme omstandigheden en aanhoudende gladheid 3

Gladheidbestrijdingsplan Royal FloraHolland

Beleidsplan gladheidsbestrijding 2016 tot 2019 Gemeente Leerdam

Gladheidsbestrijding. Gemeente Roerdalen.

Gladheidbestrijdingsplan

WERKPLAN GLADHEIDBESTRIJDING PLAN VAN AANPAK GLADHEIDBESTRIJDING GEMEENTE BEEK

Meerjarig uitvoerend beleidsplan Gladheidbestrijding

GLADHEIDBESTRIJDINGSPLAN GEMEENTE MOLENWAARD

Uitvoeringsplan. gladheidbestrijding

Reg.nr.: R-MRM/2014/3098. Beleidsplan gladheidbestrijding GEMEENTE BOXMEER

Gladheidbestrijdingsplan gemeente Geldermalsen

Gladheidbestrijdingsplan 2016/2017

Gladheidbestrijdingsplan

Uitvoering gladheidsbestrijding

Uitvoeringsplan Gladheidbestrijding

RIS.6775 EVALUATIE GLADHEIDBESTRIJDING WINTER 2013/2014

Gladheidbestrijdingsplan oktober 2010

Evaluatie Gladheidsbestrijding

Beleidsplan Gladheidsbestrijding

BELEIDSPLAN GLADHEIDSBESTRIJDING

Gladheidbestrijdingsplan

Gladheidbestrijdingsplan

q rm vveert tîr0 -w,y U4 F+ GEMEENTE

Uitvoeringsplan Gladheidbestrijding voor de gemeenten Buren, Neerijnen, Tiel en Neder- Betuwe

Gemeente Leeuwarden. Gladheidbestrijdingsplan

i: & :..) (E ' :i... jë : : ja :. :..:1:).:,:;ëJ'; ( ).éi. $ j jj.. Aan de Raad van de gemeente Buren De Wetering VZ MAURIK uw bfief van: uw

De bewijslast rust thans dus bij de gemeenten zelf om aan te tonen dat zij niet verwijtbaar hebben gehandeld.

Uitvoeringsprogramma Gladheidbestrijding Nijmegen

Zout, kan het iets minder?

Beleid gladheidsbestrijding. Den Haag

Uitvoeringsplan gladheidbestrijding

gemeente Roosendaal Gladheidbestrijdingsplan

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Ag. nr.: Reg. nr.: Meerdere Datum: Gladheidbestrijdingsplan. Besluitvormend

gemeente Roosendaal Gladheidbestrijdingsplan

Uitvoeringsprogramma Gladheidbestrijding Nijmegen

Cluster Publiek, team Uitvoeringsdienst Openbare Ruimte Asten-Someren Ing. D.H.W. Janssen Versie mei Zaaknummer: AST/2016/009155

Gladheidbestrijding Het Uitvoeringsplan

III Mil II li llll II III II 1 III II

Gladheidsbestrijding,

GLADHEIDBESTRIJDINGSPLAN PERIODE 29 OKTOBER TOT EN MET 1 APRIL 2015

GLADHEID BESTRIJDINGPLAN

Gladheid Uitvoeringsplan 2014/2015

Beleidsplan gladheidbestrijding Gemeente Meppel

Beleidsplan Gladheidbestrijding Almere

Beleidsplan Gladheidbestrijding

CVDR. Nr. CVDR106030_1. Beleidsplan gladheidsbestrijding Hoofdstuk 2 Juridische verantwoording wegbeheerder

Gladheidbestrijdingsplan Beleidsplan. Bestrijding van winterse gladheid in Leudal.

GLADHEIDBESTRIJDINGSPLAN GEMEENTE BORSELE

Gladheidbestrijdingsplan Gemeente Velsen

Gladheidbestrijding Het Uitvoeringsplan

Uitvoeringsplan gladheidsbestrijding

GLADHEIDBESTRIJDINGSPLAN

2. GLADHEIDBESTRIJDING WEGEN EN FIETSPADEN (MEERLANDEN)

Gladheidbeheersingsplan

GLADHEIDBESTRIJDINGSPLAN

GLADHEIDBESTRIJDINGSPLAN

Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding... 4

Beleidsplan Gladheidsbestrijding JGRO Gemeente Montferland

mm (code voor postverwerking) Hellendoorn Aan de raad Punt 4. : Gladheidbestrijdingplan f2 p fy"» p p n (-p beleidsperiode

Beleidsplan Sneeuw en Gladheidsbestrijding Heerhugowaard

Transcriptie:

GLADHEID: preventie en bestrijding Beleidsplan Gemeente Steenwijkerland. Afdeling: Openbare Werken, Juni 2008

Inhoudsopgave: 1 inleiding 3 2 bestaande situatie 4 3 beleidsplan gladheidbestrijding 3.1 algemeen 5 3.2 integrale visie 5 3.2.1 algemeen 3.2.2 Categorisering van wegen 3.3 juridische aspecten 8 3.4 milieu-aspecten 8 3.4.1 Effecten van gladheidbestrijding 3.4.2 Voorkomen en beperken van zoutschade 3.5 strooimethodieken en signaleringsmethode 9 3.5.1 Curatief of preventief? 3.5.2 Signaleringsmethoden 3.5.3 Meteorologische hulpmiddelen. 3.5.4 Uitruk - en strooitijden 3.6 communicatie gladheid bestrijding 10 3.6.1 Interne communicatie 3.6.2 Externe communicatie 3.6.3 Afstemmen en/of samenwerken met andere wegbeheerders 3.7 personeel 11 3.7.1 Arbeidsomstandigheden 3.7.2 Arbeidstijden 3.7.3 Veiligheid 3.7.4 Personeelsinzet 3.8 materieel 12 3.8.1 Materieel 3.8.2 Dataopslag en verwerking 3.8.3 Veiligheid 3.8.4 Conserveren en onderhoud materieel 3.9 prioritering 14 3.9.1 Algemeen 3.9.2 Prioriteit in bestrijding 3.10 risico-inventarisatie en evaluatie 14 3.10.1 Risico-inventarisatie 3.11 Kosten raming gladheidbestrijding 15 3.11.1 Kosteneffectiviteit 3.12 relevante ontwikkelingen 15 3.12.1 Areaal 3.12.2 Middelen en techniek 3.13 Evaluatie 16 3.13.1 Evaluatie Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 2

1 INLEIDING De gemeente Steenwijkerland is beheerder van een groot deel van de openbare wegen in de gemeente. De gemeente heeft een zorgplicht om haar wegen in een goede en veilige staat te houden. Gladheidbestrijding valt onder deze zorgplicht. In juridische zin is het belangrijk om te weten dat het hierbij gaat om een zogenaamde inspanningsplicht en niet om een resultaatsverplichting. Om optimaal in te kunnen spelen op deze zorgplicht wordt de gladheidbestrijding uitgevoerd volgens een vooraf opgesteld en vastgesteld gladheidbestrijdingsplan. Voor een gedegen aanpak van de gladheidbestrijding is een beleidsplan onontbeerlijk. Bij het opstellen hiervan wordt een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de wensen en behoeften van de weggebruiker en de (on-) mogelijkheden van de inzet van mensen en middelen. Net als bij andere door de overheid te leveren diensten, geldt dat de aanbieder keuzes maakt over de inrichting van de dienst en de mate van service of de te leveren kwaliteit. De klant, in dit geval de weggebruiker, heeft hier slechts indirect invloed op. In dit beleidsplan zijn de algemene uitgangspunten bij de gladheidbestrijding in de gemeente Steenwijkerland opgenomen. Daar er allerlei ontwikkelingen rondom gladheidbestrijding gaande zijn zal het beleidsplan minimaal om de 5 jaar moeten worden geactualiseerd. De uitwerking van het beleidsplan zal plaatsvinden in het zgn. uitvoeringsplan. Het uitvoeringsplan zal jaarlijks voor de aanvang van het winterseizoen worden vastgesteld. Aan dit beleidsplan heeft de leidraad gladheidbestrijdingsplan van CROW/NVRD (publicatie 236) evenals het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP) ten grondslag gelegen. Steenwijkerland, Juni 2008. Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 3

2 BESTAANDE SITUATUE De uitvoering van de gladheidbestrijding van de gemeentelijke wegen wordt verzorgd door de buitendienst van de afdeling Openbare Werken. Tot en met de winterperiode 2007-2008 werd door de buitendienst uitsluitend gestrooid, wat wil zeggen dat pas na de constatering van de gladheid wordt gestrooid. De gladheidbestrijding werd vanuit de afzonderlijke steunpunten georganiseerd, wat in kon houden dat in de ene kern wel werd gestrooid terwijl in de andere kern een andere afweging was gemaakt. In overleg strooit de Provincie een klein gedeelte van de Veneweg vanaf de Beulakerweg tot de bebouwde kom en terug via het busstationnetje. In ruil daarvoor strooit Steenwijkerland het fietspad vanaf het zwembad Vollenhove tot aan de Vollenhoofse brug en het fietspad aan de overzijde van de weg van Flevobrug tot Aan Zee. Gemeente NOP strooit vanaf de Kadoelerbrug tot Oppen Swolle in ruil voor de Blokzijlseweg van de Kanaalweg tot de Ettenlandseweg. Gemeente Weststellingwerf strooit het in onze gemeente gelegen fietspad langs de Westerdallaan. In ruil daarvoor strooit Steenwijkerland de in onze gemeente gelegen Oosterbroekweg. De afweging van het wel of niet strooien ligt, buiten de reguliere werktijden, bij een medewerker van de buitendienst. Deze doet dit door het schouwen van een aantal gladheidgevoelige plaatsen. Betrok ken medewerker wordt ondersteund door een weerbureau alsmede door meldingen vanuit de bevolking en politie. Tijdens de reguliere werktijden ligt de verantwoording voor de afweging bij de voorman of het teamhoofd van het steunpunt. Vooral de verantwoordelijkheid bij de dienstdoende medewerker buiten de reguliere werktijden is kwetsbaar en voor de medewerker zowel psychisch (verantwoording) als fysiek ( s nacht enkele keren buiten schouwen) in relatie met een normale werkdag hierop volgend, belastend. In principe vindt de gladheidbestrijding in hoofdlijnen plaats tussen 4.00 uur en 24.00 uur. Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 4

3 BELEIDSPLAN GLADHEIDBESTRIJDING 3.1 Algemeen In Nederland is de gladheidbestrijding een verantwoordelijkheid van de wegbeheerder. Afhankelijk van het type weg is dit Rijkswaterstaat, provincies, wegbeherende waterschappen en gemeenten. Al deze partijen hanteren hun eigen beleid voor de gladheidbestrijding en gaan op verschillende wijzen te werk. Dit komt de overzichtelijkheid voor de weggebruiker niet ten goede. Daarom is een betere afgestemde gladheidbestrijding gewenst. Daarnaast worden de wegbeheerders veelvuldiger verantwoordelijk gehouden voor geleden schade. Gedupeerden zoeken steeds vaker de gerechtelijke weg om wegbeheerders aansprakelijk te stellen. Naar verwachting zal deze juridificering van de maatschappij verder toenemen. Alleen al om deze reden is gewenst dat de gladheidbestrijding planmatig wordt aangepakt, zodat de wegbeheerder zich zonodig kan verantwoorden voor de wel en niet getroffen maatregel. De wijze waarop het product gladheidbestrijding vorm krijgt, wordt voornamelijk bepaald door de wettelijke kaders waarbinnen het moet worden uitgevoerd. Zo is de zorgplicht van de wegbeheerder voor het in goede en veilige staat verkeren van de wegen vastgesteld in de Wegenwet. Bij de invulling van deze taak heeft de beheerder ook te maken met arbo-technische aspecten en met de consequenties voor het milieu als gevolg van het gebruik van dooimiddelen. Daarnaast is het beschikbare budget een randvoorwaarde die bepalend is voor de invulling van de taak. 3.2 Integrale visie 3.2.1 Algemeen Op basis van praktijkervaringen en gevoed door beheerders en direct betrokken organisaties, zijn door de landelijke werkgroep leidraad gladheidbestrijdingsplan algemene, niet dwingende richtlijnen geformuleerd. Beheerders kunnen deze richtlijnen gebruiken bij het formuleren van hun eigen beleidsplan. Deze richtlijnen en de bijbehorende normen hebben geen wettelijke status. Omdat er geen concrete regelgeving bestaat op dit gebied, zal er naar verwachting wel een zekere status aan worden ontleend. Met de formulering van de leidraad van de integrale visie wordt beoogd dat wegbeheerders dezelfde uitgangspunten hanteren voor het uitvoeren van de gladheidbestrijding Bij de tot standkoming van de integrale visie gladheidbestrijding is als uitgangspunt gekozen dat voor elke te onderscheiden type weg in combinatie met een bepaald type gladheid een advies geldt voor de wijze van bestrijden en responstijden waarin de werkzaamheden worden uitgevoerd. 3.2.2 Categorisering van wegen De wegen worden in eerste instantie, conform Duurzaam Veilig, naar hun verkeersfunctie onderscheiden in: stroomwegen gebiedsontsluitingswegen erftoegangswegen Deze drie primaire wegcategorieën zijn onderverdeeld naar wegen binnen en buiten de bebouwde kom. In de volgende tabellen zijn op basis van verschillende wegcategorieën en soorten gladheid de visie ten aanzien van de gladheidbestrijding uitgewerkt. Tevens is aangegeven met welke prioritering de verschillende wegcategorieën behandeld dienen te worden. Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 5

Richtlijnen voor wegen buiten de bebouwde kom categorie nationale stroomwegen regionale stroomwegen gladheid door neerslag gebiedsontsluitingsweg (I en II) erftoegangsweg (I en II) vrijliggend fietspad maximum snelheid kenmerken prioriteit gladheid door bevriezing gladheid door condensatie 80-120 autosnelweg hoog preventief preventief Preventief en (2 uur)* 100 autoweg hoog preventief preventief Preventief en (2 uur)* 80 2 x 1 of 2 rijstroken hoog preventief preventief Preventief en (3,5 uur)* 60 1 rijloper middel preventief preventief Preventief en (4 uur)* 40 vrijliggend fietspad hoog preventief preventief Preventief en (3,5 uur)* (tabel 1) * tussen haakjes zijn de richttijden genoemd voor curatieve strooiacties. Deze richttijden beslaat de tijd tussen het moment van besluit tot strooien en het strooien van de laatste vierkante meters van een strooiroute. Richtlijnen voor wegen binnen de bebouwde kom categorie gladheid door neerslag gebiedsontsluitingsweg erftoegangsweg vrijliggend fietspad busbaan-bus - strook maximum snelheid 50-70 2 x 1 of 2 rijstroken kenmerken prioriteit gladheid door bevriezing 30 1 rijloper laag (48 uur)** 30 vrijliggend fietspad 50 busbaan of busstrook gladheid door condensatie hoog preventief preventief Preventief en (3,5 uur)* (48 uur)** (48 uur)** hoog preventief preventief Preventief en (3,5 uur)* hoog preventief preventief Preventief en (3,5 uur)* (tabel 2) * tussen haakjes zijn de richttijden genoemd voor curatieve strooiacties. Deze richttijden beslaat de tijd tussen het moment van besluit tot strooien en het strooien van de laatste vierkante meters van een strooiroute. ** op erftoegangswegen, woonerven en parkeervoorzieningen binnen de bebouwde kom wordt alleen gestrooid bij langdurige gladheid. Indien de gladheid zich slechts enkele uren voordoet, dan wordt op deze categorieën wegen niet gestrooid. Wegen kunnen naast een verkeersfunctie ook een verblijfsfunctie hebben. Dit geldt vooral voor wegen in woongebieden. De weg kan in dit geval beschouwd worden als onderdeel van de openbare ruimte: ruimtes die gebruikt wordt voor tal van (verblijfs)activiteiten. Binnen de openbare ruimte kunnen diverse gebieden worden onderscheiden die speciale aandacht vragen bij gladheidbestrijding. Deze gebieden zijn: vrijliggende fietspaden, busbanen en busstroken, winkelgebieden, woonerven, parkeervoorzieningen en speciale bestemmingen zoals wegen en voetpaden naar openbare voorzieningen (politie, brandweer, gemeentehuis, bibliotheken, bejaardenhuizen, scholen, kerken) Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 6

Omdat over deze categorieën geen landelijke discussie wordt gevoerd wordt door de CROW per wegcategorie richtlijnen aangegeven. De tijden zijn vastgesteld met inbreng van diverse inspraakrondes. Aanbevelingen voor wegen binnen de bebouwde kom categorie maximum snelheid kenmerken prioriteit gladheid door bevriezing el (3 uur)** winkelgebied 5 winkelcentra hoog/mid/d speciale bestemmingen woonerf 5 woonerf laag (48 uur)* parkeervoor- 5 openbare laag zieningen parkeer voor- (48 uur)* zieningen 30-50 wegen en voetpaden naar openbare voorzieningen *** middel wegen preventief, voetpaden (3 uur)** gladheid door condensatie (3 uur)** (48 uur)* (48 uur)* wegen preventief, voetpaden (3 uur)** (tabel 3) * op erftoegangswegen, woonerven en parkeervoorzieningen binnen de bebouwde kom wordt alleen gestrooid bij langdurige gladheid. Indien de gladheid zich slechts enkele uren voordoet, dan wordt op deze categorieën wegen niet gestrooid. ** in winkelgebieden en op de voetpaden naar openbare voorzieningen wordt alleen gestrooid tijdens dagdiensten. ***(politie, brandweer, gemeentehuis, bibliotheek, bejaardenhuizen, scholen, kerken) gladheid door neerslag (3 uur)** (48 uur)* (48 uur)* wegen preventief, voetpaden (3 uur)** Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 7

3.3 Juridische aspecten De wegbeheerder is op grond van artikel 15 e.v. van de Wegenwet verantwoordelijk voor het onderhoud van de weg. Als hij niet voldoet aan deze verantwoordelijkheid, met schade bij weggebruikers als gevolg, kan hij voor die schade aansprakelijk worden gehouden. Er moet dan wel voldaan worden aan de voorwaarden voor aansprakelijkheidsstelling. Dit zal niet bij elk ongeval het geval zijn. De aansprakelijkheid van de wegbeheerder kan op twee gronden worden gebaseerd. Allereerst is de verantwoordelijkheid voor gebreken aan de weg en de weguitrusting, zoals opgenomen in artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel regelt echter niet de mogelijke verantwoordelijkheid van de wegbeheerder voor zaken en substanties die niet op het wegdek thuis horen, zoals zand en olie, maar ook sneeuw, ijzel of rijp. De mogelijke aansprakelijkheid voor ongevallen door zaken op het wegdek dient beoordeeld te worden op basis van artikel 6:162 BW. Een belangrijk punt bij aansprakelijkheidsstelling is de vraag of er sprake is van verwijtbaarheid van de wegbeheerder. De bewijslast voor het aantonen van verwijtbaarheid ligt in beginsel bij de eisende partij. Vanwege de voorzienbaarheid van het fenomeen gladheid zal de wegbeheerder wel moeten aantonen dat op structurele wijze aan de zorgplicht is voldaan. De middelen die de beheerder hiervoor kan aanwenden zijn: een gladheidbestrijdingsplan dat is gepubliceerd; een gladheids meldsystematiek (bijvoorbeeld een contract met een weerbureau, een eigen gladheidsysteem of door middel van eigen waarnemingen); een goede administratie van tijden en gereden routes; het voorhanden hebben van goed materieel; consistentie in beleid en uitvoering. 3.4 Milieu-aspecten 3.4.1 Effecten van gladheidbestrijding De voor de verkeersveiligheid noodzakelijke gladheidbestrijding brengt voor het milieu neveneffecten met zich mee. Een deel van het gebruikte dooimiddel komt terecht in de directe omgeving van de wegen waarop is gestrooid. Uiteindelijk bereikt het dooimiddel ook de bodem en het grondwater. Naar effecten van zoutoplossingen in de bodem bij verschillende grondsoorten is slechts beperkt onderzoek gedaan. Voor zover bekend kunnen de natriumionen van wegenzout, doordat ze zich aan bodemdeeltjes hechten, onder bepaalde omstandigheden nadelige invloed hebben op de bodem en daarmee op de groeiplaatsomstandigheden van planten. De snelheid waarmee een zoutoplossing in het grond- of oppervlakte water terechtkomt, is afhankelijk van de doorlaatbaarheid van de bodem, wat wordt bevorderd als er in de betrokken periode veel neerslag valt. De zoutbelasting van wegbermen vindt vooral plaats tijdens het rustseizoen van planten. Naast de invloed via de bodem zijn er effecten van het spatzout. Het zout dat zich vastzet op naalden, takken, stengels en knoppen, onttrekt water aan de getroffen delen waardoor uitdroging optreedt. In beginsel kan zoutschade het hele jaar aan het licht komen. 3.4.2 Voorkomen en beperken van zoutschade De eerste in aanmerking komende maatregel om zoutschade te voorkomen of te beperken, is uiteraard minder zout in het milieu brengen. Een belangrijke stap in de goede richting is in dit verband het natstrooien. Hierbij wordt minder zout gestrooid dan bij droogstrooien. Tevens beland er minder zout naast het wegdek. Daarnaast kunnen in het kader van het ontwerp, aanleg en beheer de directe gevolgen van wegenzout worden teruggedrongen. Bovendien kan waar nodig worden gekozen voor boom- en andere beplantingen die van nature vrij veel zout kunnen verdragen. Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 8

3.5 Strooimethodieken en signaleringsmethode 3.5.1 Curatief of preventief? Een hoofdonderscheid in de methodiek betreft het of preventief bestrijden van gladheid. Bij bestrijden wordt pas gestrooid als de gladheid daadwerkelijk is opgetreden. Preventief strooien gebeurd op basis van gladheidsverwachting, er wordt gestrooid om gladheid te voorkomen. 3.5.2 Signaleringsmethoden De keuze van methodiek van gladheidbestrijding heeft ook gevolgen voor het signaleringssysteem dat wordt toegepast. Bij de curatieve methode wordt pas na de eerste melding van gladheid gestrooid. De melding van gladheid kan op verschillende manieren binnenkomen (melding burgers, politie etc). Daarnaast wordt door een medewerker met vaste regelmaat buiten geschouwd. Bij de preventieve bestrijdingsmethode heeft de wegbeheerder behoefte aan een meteologische prognose. Verschillende weersbureaus kunnen dit leveren. De bureaus maken specifieke gladheidberichten die bruikbaar zijn voor de coördinator. Deze bepaalt dan op grond hiervan of en, zo ja, wanneer er preventief gestrooid gaat worden. 3.5.3 Meteorologische hulpmiddelen. Moderne weers-/gladheidverwachtingen komen tot stand door combinatie van resultaten van computermodellen enerzijds en de kunde van de meteoroloog anderzijds. Er bestaan verschillende computermodellen, die een of meer malen per dag opnieuw gedraaid worden en, uitgaande van de dan ac tuele situatie, de atmosferische toestand berekenen voor de komende dagen. Naast computermodellen beschikken meteorologen uiteraard ook over actuele waarnemingen van weerstations. Momenteel kunnen gladheidsmeldsystemen van weerbureaus ongeveer twee uur tevoren een betrouwbare voorspelling geven van de gladheid (of het uitblijven daarvan). De termijn van betrouwbaarheid hangt mede af van de soort gladheid die verwacht wordt. De genoemde periode van twee uur geldt met name voor gladheid door neerslag. Bij bepaalde weersomstandigheden zijn gladheid door bevriezing en condensatiegladheid al langer tevoren met een grote waarschijnlijkheid te voorspellen. Al sinds de jaren zeventig wordt geëxperimenteerd met diverse gladheidsmeldingsystemen. Vooral de systemen gebruikt door Rijkswaterstaat en de Provincie zijn zeer geavanceerd en kostbaar. Omdat deze systemen zijn gebaseerd op weerstations, temperatuur- en vochtigheidssensoren in het wegdek, gladheidkansen van bepaalde vormen wegdekken en gedetailleerde weersverwachtingen enz. Deze systemen worden dan ook, met uitzondering van enkele grote gemeentes, uitsluitend toegepast door Rijkswaterstaat en Provincies. De gemeente Steenwijkerland maakt ten behoeve van de gladheidmelding gebruik van voorspellingen gedaan door een weersbureau. Eveneens maakt de gemeente gebruik van het gladheidsmeldingensysteem van de Provincie. 3.5.3 Uitruk - en strooitijden Een belangrijk onderdeel van de integrale visie vormen de uitruk- en strooitijden voor de gladheidbestrijding. Deze tijden verschillen bij preventieve en curatieve strooiactie. Uitgangspunt bij de vaststelling van deze tijden dient primair de verkeersveiligheid van de weggebruiker te zijn. De doorstroming en bereikbaarheid zijn van secundair belang. Wanneer de weggebruiker als uitgangspunt wordt genomen, kunnen bij preventieve strooiacties geen algemeen geldende alarmerings- en strooitijden worden genoemd. Immers het enige wat van belang is voor de weggebruiker is dat er gestrooid is voor het moment dat de gladheid optreedt. Als bij mogelijke gladheid door neerslag om praktische redenen wordt besloten langer dan twee uur van tevoren te strooien bestaat de kans dat de verwachte gladheid niet optreedt en de actie onnodig was. Bij curatieve strooiacties vormen zowel de verkeersveiligheid van de weggebruiker als de beschikbare capaciteit van het wegennet uitgangspunt bij het vaststellen van de uitruk- en strooitijden. Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 9

Voor een efficiënte uitvoering van gladheidbestrijding is het van groot belang dat strooivoertuigen geen hinder ondervinden van verkeersdrukte. De beste aanpak is dan ook de strooiacties voor de aanvang van de spitsperiode uit te voeren. De beschikbaarheid van betrouwbare weersverwachtingen maken dat steeds beter mogelijk. De alarmtijd, dat wil zeggen de periode tussen het moment waarop de wegbeheerder besluit tot actie en het moment waarop de strooiwagens uitrijden, bedraagt maximaal een uur. 3.6 Communicatie gladheid bestrijding Voor zowel betrokkenen binnen de organisatie als de weggebruiker is het van belang dat informatie over de gladheidbestrijding tijdig en efficiënt wordt overgebracht. 3.6.1 Interne communicatie Intern dient het communicatietraject ten behoeve van de gladheidbestrijding op heldere wijze zijn vastgelegd. Iedereen moet weten, wat in geval van gladheid van hem wordt verwacht. De dienstdoende strooileider fungeert hierbij als spin in het web. Hij is verantwoordelijk voor de uitvoering en onderhoudt de contacten met zowel, het weerbureau, andere wegbeheerders, politie, als met de eigen medewerkers gladheidbestrijding. Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 10

3.6.2 Externe communicatie Burgers en bedrijven binnen het beheersgebied dienen te worden geïnformeerd over de wijze waarop de gladheid wordt bestreden. De informatie die minimaal verstrekt moeten worden betreft: de strooiroute en de prioriteitsvolgorde; algemene informatie die van belang is voor de burger (bijvoorbeeld waar alleen gestrooid wordt); de eventuele mogelijkheid voor verenigingen en instellingen om een zoutkist te verkrijgen bij de wegbeheerder; de mogelijkheid om vragen te stellen of klachten in te dienen. De middelen die voor de informatieoverdracht worden aangewend, zijn: internet; huis aan huisblad frontoffice. huis aan huis folder (eerste jaar) Daarnaast wordt het uitvoeringsplan gladheidbestrijding verspreid onder plaatselijke politie, meldkamer politie, brandweerposten, buurgemeenten en provincie. 3.6.3 Afstemmen en/of samenwerken met andere wegbeheerders; Het uitvoeringsplan dient tijdig te worden afgestemd met omliggende wegbeheerders. Dit is noodzakelijk uit oogpunt van verkeersveiligheid; het kan namelijk erg gevaarlijk zijn als strooiroutes voor doorgaande wegen stoppen en niet goed zijn afgestemd met de aangrenzende wegbeheerder. Hetzelfde geldt voor wegen die door de gemeente lopen en door andere wegbeheerders worden behandeld. Voor zowel betrokkenen binnen de organisatie als de weggebruikers moet de informatie over de gladheidbestrijding tijdig en efficiënt worden overgebracht. 3.7 Personeel 3.7.1 Arbeidsomstandigheden Gladheidbestrijding vindt vrijwel altijd plaats onder moeilijke omstandigheden voor het uitvoerend personeel. Er dient gewerkt te worden in koude omstandigheden, vaak in nachtelijke uren, op soms nog gladde wegen met agressieve dooimiddelen. De kaders voor de inzet en arbeidsomstandigheden van het personeel zijn bepaald in de Arbeidstijdenwet en de Arbowet. 3.7.2 Arbeidstijden De werkzaamheden in het kader van de gladheidbestrijding hebben als kenmerk dat ze onregelmatig zijn, niet vooraf planbaar en vaak in de avond en de nacht worden uitgevoerd. Chauffeurs van strooiwagens en coördinatoren worden daarom in de winterperiode in consignatie ingezet. Zij dienen, behalve voor hun reguliere werkzaamheden, ook beschikbaar te zijn voor werkzaamheden in het kader van de gladheidbestrijding, als deze zich voordoen. De regels voor de arbeidstijden en consignatie zijn vastgelegd in de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit. De bepalingen hebben betrekking op de maximale (gemiddelde) arbeidsduur per etmaal, per week en per maand en op de maximale duur van de consignatie. Voor het winterseizoen begint, dient bekend te zijn of het beschikbaar eigen personeel toereikend is om ook bij langere periodes van gladheid volgens de geldende normen de gladheid te bestrijden. Als niet met eigen personeel aan de behoefte kan worden voldaan zal er over worden gegaan tot inhuren van personeel van derden. Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 11

3.7.3 Veiligheid De veiligheidsaspecten bij gladheidbestrijding hebben betrekking op het gebruik van materiaal en materieel nodig voor de uitvoering. In principe draagt de dienstdoende strooileider gladheidbestrijding de verantwoordelijkheidvoor de veiligheid van het personeel tijdens de uitvoering. De belangrijkste risicofactoren hebben betrekking op: het omgaan met dooimiddelen; het bedienen van, en werken met, gladheidbestrijdingsmaterieel; onveilige situaties tijdens het strooien (gladheid tijdens strooien en woonwerkverkeer). De strooi-eenheden worden bemand door één medewerker. Indien tevens gebruik wordt gemaakt van een sneeuwploeg wordt in verband met de dubbele bediening de strooi-eenheden door twee medewerkers bemand. Alle strooi-eenheden hebben de beschikking over een mobiele telefoon. Binnen het veiligheidsbeheerssysteem van de buitendienst is een taakrisicoanalyse gladheidbestrijding opgesteld. Voor aanvang van het strooiseizoen wordt met alle medewerkers de taakrisicoanalyse gladheidbestrijding besproken. 3.7.4 Personeelsinzet Gedurende de vastgestelde winterdienstperiode geldt een wachtdienstrooster voor het in te zetten personeel. Het wachtdienstrooster, onderdeel uitmakend van het uitvoeringsplan, wordt voor de winterdienstperiode opgesteld door het teamhoofd gladheidbestrijding. In principe wordt er van uitgegaan dat de gladheid grotendeels met eigen medewerkers wordt bestreden. Bij extreme gladheid zal zonodig personeel ingehuurd worden bij derden. Tijdens de normale werktijden (tussen 7.30 / 16.30 uur) wordt een gedeelte van het personeel, het gehele personeel als dat nodig is, ingezet voor gladheidbestrijding. Tijdens het winterseizoen heeft gladheidbestrijding een hoge prioriteit. Mogelijk kan dit ten koste gaan van andere geplande activiteiten. De preventieve bestrijding van gladheid wordt vanuit één centraal punt georganiseerd. Het bestrijden vindt plaats vanuit de twee steunpunten. Hier staat vaak een groot deel van het benodigde materiaal opgesteld. De verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de strooiwerkzaamheden ligt bij de strooileider gladheidbestrijding die op moment op grond van het dienstrooster dienst heeft. 3.8 Materieel 3.5.1 Materieel Strooimachines zijn te onderscheiden naar de plaats ten opzichte van het voertuig. Hierbij zijn de volgende mogelijkheden te onderscheiden: de machine wordt geplaatst in de laadbak van een voertuig; de machine is vast opgebouwd op een voertuig; de machine is uitgevoerd als aanhanger, al dan niet op een speciaal onderstel. Het verspreidingsmechanisme is bepalend voor de breedte waarover het materieel over het wegdek kan worden verspreid. Machines met een gecombineerd aanvoer- en verdeelmechanisme hebben over het algemeen een vaste strooibreedte, die ongeveer even breed is als de machine zelf. Alle overige machines zijn uitgerust met strooischijf. De strooibreedte kan dan worden ingesteld. Sneeuwploegen zijn verkrijgbaar in vele werkbreedten, maar ook met verschillende beveiligingssystemen tegen obstakels op of in het wegdek Een zeer geschikt apparaat voor het verwijderen van sneeuw op fiets- en voetpaden is de sneeuwborstel. Voor andere wegen komt hij minder in aanmerking, omdat de werksnelheid vrij laag is. De maximale breedte wordt bepaald door de minimale breedte van doorgangen. Door dat de borstel de sneeuw over een breedte van 5 tot 10 meter wegslingert is deze in de bebouwde kom beperkt inzetbaar. Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 12

De gemeente Steenwijkerland beschikt zowel over zwaardere als lichtere strooieenheden alsmede over sneeuwschuiven/ploegen. Om het strooimiddel vochtig op de weg te krijgen (preventief strooien), moeten de strooiwagens beschikken over de juiste voorzieningen. Hiervoor zal een zeer groot deel van de strooieenheden moeten worden vervangen. 3.8.2 Dataopslag en verwerking Alle nieuwe strooimachines zullen standaard uitgerust worden met elektronische besturingssystemen die de instelling van de strooier optimaal regelen. Daarnaast is het mogelijk om managementinformatie vast te leggen. Hierbij te denken aan gereden routes in kilometers en tijd, plaatsen waar is gestrooid met dosering en strooibreedte. 3.8.3 Veiligheid Ten behoeve van de veiligheid dient het gladheidbestrijdingsmaterieel conform de arbo wetgeving te zijn voorzien van een CE -markering en een bijbehorende EG-verklaring. 3.8.4 Conserveren en onderhoud materieel Zoutstrooiers, sneeuwploegen, mengopslag installatie, voertuigen, shovels moeten gedurende de winterperiode 24 uur per dag gebruiksklaar staan. Het gebruik van dit materieel vindt uitsluitend onder zeer slechte klimatologische omstandigheden plaats. Daarom is een goede conservering en onderhoud van het materieel van zeer groot belang. Om dit deskundig en op de juiste manier te laten gebeuren is voor alle materieel een onderhoudscontract afgesloten met de leverancier en worden directe schades en storingen als mogelijk door de eigen monteurs hersteld. Naast onderhoud worden de machines eveneens voor ieder strooiseizoen gekeurd. Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 13

3.9 Prioritering 3.9.1 Algemeen De in artikel 3.2.2 opgenomen categorisering en de aangegeven richtlijnen en aanbevelingen zijn de basis voor het uitvoeringsplan gladheidbestrijding Steenwijkerland. Van de richtlijnen en aanbevelingen wordt op de volgende punten afgeweken: erftoegangswegen I, binnen de bebouwde kom hebben de prioriteit middel en worden preventief gestrooid; erftoegangswegen II, buiten de bebouwde kom hebben een lage prioriteit en worden alleen preventief/ gestrooid bij langdurige gladheid. Indien de gladheid zich slechts enkele uren voordoet, dan wordt op deze categorieën wegen niet gestrooid. Bij bejaardencentrums wordt eveneens gestrooid op zaterdag en zondag en bij kerken uitsluitend op zondag of hiermee gelijk te stellen dagen. Op markten wordt uitsluitend gestrooid op marktdagen. De strooitijden zijn conform normale dagdiensten. Bij MFA s wordt volgens hoofdroute gestrooid. 3.9.2 Prioriteit in bestrijding Het is belangrijk vooraf een goede indeling te maken van het te behandelen strooigebied. De algemene richtlijnen die in de integrale visie zijn vastgelegd, zullen vertaald moeten worden naar de lokale situatie. Om binnen het eigen beheersgebied de prioriteit te bepalen moet rekening worden gehouden met: de richtlijnen uit de integrale visie; de diensten of openbare voorzieningen en beheersgebied die zonder hinder bereikbaar moeten zijn (winkelcentra, gemeentehuis, politie, brandweer, bejaardenhuizen, scholen, kerken). de aansluiting op wegen van andere wegbeheerders (buurgemeenten, provincie); hiervoor kunnen andere strooiafspraken gelden; gevoelige locaties (bruggen, viaducten, trappen, bepaalde wegdektypen). Jaarlijks wordt voor 1 oktober de routeplanning door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. 3.10 Risico-inventarisatie en evaluatie 3.10.1 Risico-inventarisatie Het uitvoeren van een risico-inventarisatie is een goed hulpmiddel om vooraf na te denken over risico s en mogelijke gevolgen. De maatregelen om deze risico s te beperken dienen te worden uitgewerkt in het uitvoeringsplan. In bijgevoegde tabel staan mogelijke risico s nader aangegeven. risico oorzaak Maatregel verkeer Mogelijk plaatselijk gladheid Wel/of niet strooien in hetzelfde wegvak Overleg/afstemmen met aangrenzende wegbeheerder Mogelijk plaatselijk gladheid Geografische omstandigheden Alarmering uit laten gaan van meest gevoelige locaties. Prioriteit binnen strooigebied bijstellen. Mogelijk plaatselijk gladheid Overgang in verhardings - soort Strooibeleid bijstellen op basis van ervaring Mogelijk plaatselijk gladheid Verkeersintensiteit Prioriteit stellen op basis van verkeersstructuurplan Mogelijk plaatselijk gladheid Onwetendheid weggebruiker Voorlichting burgers strooibeleid Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 14

Hinder door verkeer strooimethode Aanpassen strooibeleid (natstrooien) Materieel Materieel niet in zetbaar Storing Preventief onderhoud, tijdige vervanging Beperkt inzetbaarheid personeel Gezondheid Obstakes, te smal wegprofiel Chemische samenstelling dooimiddelen Controle tijdens ontwerpfase, aanpassen ontwerp Voorlichting, beschikbaar stellen persoonlijke beschermingsmiddelen Uitval Ongeval Veiligheidsuitrusting strooiunit gladheidmeldingssysteem Geen meldingen Storing telefoonlijn Automatische controle telefoonlijn Geen meldingen Storing mobiel netwerk Activeren reservenummer vat net Milieu Aantasting bermen en begroeiing Hoge zoutgehalte Controle dosering en strooibreedte, natzoutmethode. 3.11 Kosten raming gladheidbestrijding 3.11.1 Kosteneffectiviteit Elke beheerder heeft als taak om de gladheidbestrijding, rekening houdende met de wettelijke kaders en de gewenste kwaliteit, tegen de laagst mogelijke kosten uit te voeren. Elke afweging voor het beleidsplan heeft te maken met kosten en zal daarom weloverwogen gemaakt worden. De kostenposten voor de gladheidbestrijding zijn onder te verdelen in vaste en variabele kosten. De vaste onderdelen binnen het budget worden gevormd door de kapitaalslasten voor het materieel en de benodigde infrastructuur, zoals terreinen en opslagloodsen. Het hoofdbestanddeel van de variabele kosten wordt gevormd door personele kosten en het gebruik van strooimiddelen. De variabele kosten hangen af van de ernst van de winter. De meevallers van winters met weinig gladheid moeten de kosten van dure winters compenseren. De kosteneffectiviteit kan worden vergroot door bijvoorbeeld: streven naar uniformiteit in beleid en proces; een optimale schaal van samenwerking een zorgvuldige afstemming van de methodiek voor bestrijding op de lokale situatie. 3.12 Relevante ontwikkelingen 3.12.1 Areaal Het behoeft geen betoog dat met de uitbreiding van het gemeentelijk areaal telkens kritisch gekeken moet worden naar voldoende materieel om, binnen de gestelde tijdsnormen, te kunnen strooien. 3.12.2 Middelen en techniek Ook de dooimiddelen en techniek van strooien zullen aan veranderingen onderhevig zijn. Het is gewenst deze ontwikkelingen te blijven volgen en aanpassingen te doen indien meer rendement of milieueffecten oplevert. Het is dan ook zinvol om dit beleidsplan om de 5 jaar dit aan te passen. Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 15

3.13 Evaluatie 3.13.1 Evaluatie De laatste stap in het cyclische proces van planvorming en uitvoering is de evaluatie van de werkzaamheden op het gebied van de gladheidbestrijding. De evaluatie zal in het algemeen aan het eind van het strooiseizoen plaatsvinden. Bijlage: Categorisering Steenwijkerland, afbeelding 1, 2 en 3 (GVVP)?????nakijken Bronnen: leidraad gladheidsbestrijdingsplan uitgave CROW Ede, publicatienr. 236. Colofon: Datum: juni 2008,, Adresgegevens: Gemeente Steenwijkerland; Afdeling Openbare Werken Postbus 162, 8330 AD STEENWIJK Tel. 0521-538500 www.steenwijkerland.nl vastgesteld door college van burgemeester en wethouders:juni 2008 Beleidsplan gladheidbestrijding gemeente Steenwijkerland, juni 2008. 16