Strategisch Plan Geletterdheid Verhogen 2005-2011



Vergelijkbare documenten
PIAAC daagt het Plan Geletterdheid uit! Workshop Studiedag PIAAC 20 maart 2014

Vraag nr. 403 van 8 maart 2013 van MARIJKE DILLEN

Conferentie Met Recht Geletterd 29 november De g-factor in uw bedrijf of organisatie

Het Vlaamse kwalificatieraamwerk. Internationaal seminarie 30 november 2009 Rita Dunon

De Vlaamse kwalificatiestructuur

Nota aan de leden van de Vlaamse Regering

Advies ten gronde over certificaatsupplementen

Terugkoppeling van de workshops. Chris De Nijs (VRT)

De Vlaamse kwalificatiestructuur

De Vlaamse kwalificatiestructuur

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

De Vlaamse kwalificatiestructuur

2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden

Functieprofiel projectmedewerker

Advies over voorstellen van opleidingsprofielen en van referentiekader voor het leergebied wiskunde voor de basiseducatie

Internationaal geletterdheidonderzoek

De Vlaamse kwalificatiestructuur. Wegwijs in kwalificaties

Relevante regelgeving. 1. Europese en Vlaamse doelstellingen inzake levenslang leren 1 2

Advies over de modulaire opleiding NT2 alfa R1, traject 1.2 voor de basiseducatie

GEÏNTEGREERD EVC-BELEID. Lieselotte Bommerez

Advies over de voorstellen van opleidingsprofiel voor het secundair volwassenenonderwijs

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

De Vlaamse kwalificatiestructuur

2. Op welke manier verloopt de samenwerking tussen VDAB en school in de gezamenlijke aanpak van NEET-jongeren/vroegtijdige schoolverlaters?

Operationeel plan geletterdheid verhogen

Basiseducatie en het Strategisch Plan Geletterdheid. An Bistmans 29 november 2010

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie

Begeleidende informatie bij het structuurschema onderwijs aan gedetineerden

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van (datum) betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties;

Het decreet betreffende de Vlaamse kwalificatiestructuur: aandachtspunten

Erkenning sportkwalificaties in het kader van EQF in Vlaanderen

Advies over de tweede fase van de modularisering basiseducatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules

Advies over een voorstel van opleidingsprofiel volwassenenonderwijs Studiegebied Slagerij

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002

Leuvenseplein 4 Dinsdag, 13 mei Brussel RVOL/PCA/ADV/006

Visie van de stuurgroep volwassenenonderwijs m.b.t. werken aan geletterdheid in het volwassenenonderwijs

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 26 april 2019 betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties;

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Rapport over de screening van ontwerpcertificaatsupplementen

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

De Vlaamse kwalificatiestructuur

EUROPEES LABEL VOOR INNOVATIEF TALENONDERWIJS 2008

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules

Ontwerp van decreet. betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid. Amendementen ( ) Nr. 7 7 mei 2013 ( )

JAARACTIEPLAN Sept 2015 Aug 2016 RTC Vlaams-Brabant VZW

INFORMATIEBUNDEL. Ervaringsbewijs. begeleider buitenschoolse. kinderopvang

nr. 413 van GRIET COPPÉ datum: 9 juni 2016 aan HILDE CREVITS Levenslang leren - Advies Vlaamse Ouderenraad

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Persoonlijke OntwikkelingsPlannen (POP): een instrument voor doorstroom PROVINCIALE NETWERKDAG 2 OKTOBER 2014

Toll-net: samenwerken aan e-leren en gecombineerd leren voor volwassenen

Advies over het voorstel van onderwijskwalificatie graduaat in het winkelmanagement

nr. 314 van LIONEL BAJART datum: 5 maart 2015 aan HILDE CREVITS

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.7 - April

Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de heer Frank Vandenbroucke, Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,

Nieuw loopbaanakkoord zet de stap naar maatwerk

Reflectiegesprek: toekomstbeelden

Basiseducatie LEERGEBIED INFORMATIE EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE

Gedifferentieerde leertrajecten

Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015)

Advies over een voorstel van opleidingsprofiel volwassenenonderwijs (OP Bibliotheekmedewerker informatiebemiddelaar )

De trajectbegeleider, sleutelfiguur binnen Duaal leren

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED PERSONENZORG

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN

Brussel, 18 februari _Advies_studiefinanciering_HO. Advies. Studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs

Advies over de voorstellen van opleidingsprofielen volwassenenonderwijs voordrachten januari, februari en maart 2016

Decreet duaal leren en de aanloopfase

Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, inzonderheid op artikel 15/1, 15/2 en 15/3;

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO)

BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr

Basiseducatie LEERGEBIED INFORMATIE EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO)

Thema 4: Competentiemanagement

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrij CLB Noordwest - Brabant te Asse

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Technisch Instituut Sparrendal te LANAKEN

AFKORTINGEN EN BEGRIPPENKADER Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang

1. ICT in de Beleidsnota van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming Frank Vandenbroucke

Internationale beleidskaders voor onderwijs. Vlaams onderwijsbeleid

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs Moderne Talen Hasselt te Hasselt

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Centrum voor Volwassenen- onderwijs Sint- Paulus Waregem te WAREGEM

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Advies over de keuzemodule 'armoede en sociale uitsluiting' in enkele opleidingsprofielen basiseducatie

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO)

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Transcriptie:

Strategisch Plan Geletterdheid Verhogen 2005-2011 Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming

Inhoudstafel 1 Inleiding 3 2 Geletterdheid Verhogen 2005-2009 Stand van zaken 5 2.1 Gefaseerde en systematische screening van geletterdheid 5 2.1.1 Quickscan geletterdheid 5 2.1.2 Breed screeningsinstrument 7 2.2 Netwerkvorming tussen onderwijs, opleiding, werk en cultuur en geïntegreerde trajecten 8 2.2.1 Sectorconvenanten en diversiteitsplannen 8 2.2.2 Onderzoek over barrières voor deelname aan geletterdheidtraining 10 2.2.3 Geletterdheid op de werkvloer 11 2.2.4 Geletterdheid in het vormingsbeleid voor het personeel van de Vlaamse Gemeenschap 12 2.2.5 Geletterdheid vanuit sociaal-culturele invalshoek 13 2.3 Modulariseren en certificeren van leertrajecten 15 2.3.1 Modulaire organisatie doorvoeren 15 2.3.2 Opleidingen certificeren 16 2.4 Basiseducatie voor kansarme groepen 17 2.5 Geletterdheid integreren in het lokaal sociaal beleid 18 2.6 Groeipad voor geletterdheidtraining 19 3 Geletterdheid Verhogen 2009-2011 Geletterdheid Morgen 21 3.1 Geletterdheid binnen het kwalificatieverhaal 21 3.1.1 Geletterdheid binnen de kwalificatiestructuur 21 3.1.2 Geletterdheid in het BSO en TSO 23 3.2 Nood aan beleidsdata en breed screeningsinstrument 25 3.2.1 Programme for the International Assessment of Adult Competences (PIAAC) 25 3.2.2 Ontwikkeling van een breed screeningsinstrument 27 3.3 Netwerkvorming tussen onderwijs, opleiding, werk en cultuur en geïntegreerde trajecten 29 3.3.1 Ontwikkeling van methodiek voor geïntegreerde geletterdheidtrajecten 29 3.3.2 Ontwikkeling van geïntegreerde geletterdheidtrajecten met derden 31 3.3.3 Ontwikkeling van methodiek voor geletterdheidcoaching op de werkvloer 32 3.3.4 Geïntegreerde opleidingen voor personeel lokale besturen 34 3.3.5 Ontwikkeling van draaiboek voor informatiegeletterdheid in bibliotheken 35 3.4 Flexibilisering van de basiseducatie 37 1 3.5 Geletterdheid in de Brusselse context 38 4 Doorgaan met geletterdheid 41

2

1 Inleiding Om vlot in de huidige samenleving te kunnen functioneren is het noodzakelijk dat iedereen over voldoende basisvaardigheden beschikt op het gebied van taal, rekenen en computergebruik. Nog een te groot deel van de Vlaamse bevolking ondervindt in dit verband moeilijkheden in het persoonlijke leven of op het werk. Geletterdheid is de kennis en vaardigheid die nodig is om via geschreven taal te communiceren en informatie te verwerken, de vaardigheid om met numerieke en grafische gegevens om te gaan en de vaardigheid voor het gebruik van ICT. Geletterdheid is een geïntegreerde vaardigheid en omvat o.m. de competentie om informatie te vinden en te gebruiken (o.m. transportschema s, kaarten, vacatures), rekenkundige bewerkingen uit te voeren met getallen (o.m. interest bepalen, bestelformulier invullen, prijs bepalen), kwantitatieve informatie te vinden en te gebruiken (o.m. in tabellen en grafieken), digitale informatie te selecteren, te analyseren, te interpreteren en te verwerken en het gebruiken van technologische middelen (basisvaardigheid computergebruik, internet). De vorige Vlaamse Regering keurde de doelstellingennota Geletterdheid verhogen goed. Deze gaf aanleiding tot een operationeel plan voor het verhogen van het geletterdheidniveau van de Vlaamse bevolking, één van de maatschappelijke aandachtspunten die ook in het pact van Vilvoorde werd opgenomen. Dit strategisch plan werd op 24 juni 2005 door de Vlaamse regering goedgekeurd. Tegelijk kreeg een ambtelijke stuurgroep de opdracht om dit plan verder uit te werken. Deze werd samengesteld met afgevaardigden vanuit de beleidsdomeinen onderwijs, werk, welzijn, cultuur, landbouw en bestuurlijke aangelegenheden. De heer Hugo Verdurmen, voormalig inspecteur volwassenenonderwijs, werd als projectleider en tevens voorzitter van de ambtelijke stuurgroep aangesteld. Voor de acties die zich situeren op het snijvlak van de bevoegdheden onderwijs, werk en cultuur wordt de coördinatie opgenomen door het project Strategisch Onderwijs- en Vormingsbeleid. De administratieve ondersteuning van de ambtelijke stuurgroep wordt verzorgd door het departement Onderwijs en Vorming. De stuurgroep staat in voor de afstemming van de acties die ondernomen worden binnen en over de verschillende beleidsdomeinen heen. Ook de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) is binnen de ambtelijke stuurgroep vertegenwoordigd. De VGC vraagt aandacht voor de specifieke situatie in Brussel en gaat na hoe de doelstellingen en acties uit het strategisch plan ook in Brussel kunnen uitgewerkt worden. In uitvoering van zijn opdracht heeft de ambtelijke stuurgroep ondertussen 11 keer vergaderd. Bij de uitvoering van het plan is er voor gekozen om het geletterdheidthema zoveel als mogelijk te koppelen aan reeds bestaande opties en acties in de verschillende beleidsdomeinen. Hierdoor wordt maximaal gebruik gemaakt van bestaande middelen. Deze publicatie bevat een overzicht van de verschillende acties die binnen de ambtelijke stuurgroep werden opgezet en goedgekeurd. Eerst vindt u een opsomming van de acties die in de periode 2005 tot en met de eerste helft van 2009 werden uitgevoerd. Het volgende deel van de publicatie geeft een overzicht van de projecten die nu in een opstartfase zijn of waartoe de betrokken beleidsdomeinen of organisaties zich reeds geëngageerd hebben voor de periode 2009 tot en met 2011. In de slotbeschouwingen wordt er gekeken naar de toekomst: wat moeten/kunnen dan de klemtonen zijn voor het Plan Geletterdheid. Meer informatie over het Plan Geletterdheid Verhogen vindt u op http//:www.vlaanderen.be/ geletterdheid. 3

4

2 Geletterdheid Verhogen 2005-2009 Stand van zaken 2.1 Gefaseerde en systematische screening van geletterdheid 2.1.1 Quickscan geletterdheid Project De IALS-data (International Adult Literary Survey) tonen dat in Vlaanderen een groot aantal werkzoekenden enkel taal- en rekentaken kan uitvoeren op het laagste niveau. Daarom is het belangrijk om werkzoekenden als risicogroep voor laaggeletterdheid voldoende kansen te bieden een eventueel geletterdheidprobleem of risico tijdig af te wenden. Een eerste stap in dit proces is de doelmatige screening of detectie van laaggeletterdheid. Via een quickscan wordt door de consulenten van VDAB nagegaan of de werkzoekende laaggeletterd is. Als dat zo is brengt VDAB de betrokkene in contact met de centra voor basiseducatie (CBE) voor een opleiding. Omgekeerd brengen de CBE werkzoekende cursisten ook in contact met de VDAB. Er is eveneens een gemeenschappelijk systeem van registratie ingevoerd. Het project is gestart op 1 januari 2007. Intussen wordt een nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen de VDAB en de centra voor basiseducatie voorbereid, waarbij meer ingezet wordt op de ontwikkeling van geïntegreerde geletterdheidtrajecten. De voortgang van het project wordt in een centrale stuurgroep opgevolgd en bijgestuurd. Resultaat Sinds de start van het project werd bij 3507 werkzoekenden 1 tijdens de intake door de VDAB-consulenten een geletterdheidrisico vastgesteld. Na verder gesprek met de betrokkenen werden 216 van hen doorverwezen naar een centrum voor basiseducatie voor verdere screening en/of opleiding. De voorbije maanden doet zich op dit punt een lichte stijging voor. De meerderheid (57,4%) van de bereikte doelgroep zijn mannen. 54% van de bereikte doelgroep is minder dan één jaar werkloos, 15% al meer dan vijf jaar. 30% is jonger dan 30 jaar. De discrepantie tussen de bij de quickscan vastgestelde belemmeringen en de aangevraagde screenings bij de centra voor basiseducatie valt op. De volgende elementen spelen hier een rol: 1 De quickscan bij de VDAB gebeurt op basis van gedragsobservatie. Er is geen echte prestatiemeting. Enkel de laagstgeletterden worden op deze wijze gedetecteerd. De consulenten slagen er ook moeilijk in om de werkzoekenden te motiveren zich verder te laten screenen door het CBE. 2 De trajecten en opleidingen bij VDAB zijn relatief kort en gericht op het vinden van een job; de opleidingen in een centrum voor basiseducatie zijn meestal algemeen vormend en bijgevolg van langere duur. Deze twee verschillende doelstellingen zijn niet eenvoudig te stroomlijnen. Werkzoekenden willen concrete korte trajecten of opleidingen die gericht zijn op werk en zij zijn vaak niet bereid of niet in de mogelijkheid om te investeren in lange opleidingen. 3 Veel werkzoekenden hebben een meervoudige problematiek. Zij worden geconfronteerd met persoonlijke of gezondheidsproblemen, financiële problemen, problemen van huisvesting. Het ligt niet voor de hand om eerst te werken aan het geletterdheidprobleem. Bovendien gaat het vaak om zwakkere werkzoekenden die niet altijd over voldoende leervermogen beschikken en vragen om een sterk geïndividualiseerde aanpak. 5 1 Cijfers februari 2009

6 4 Er zijn ook problemen van meer praktische aard. Soms stuurt VDAB klanten door die niet voldoende in aantal zijn om een lesgroep bij het CBE te kunnen laten starten. Tijdens het regionale overleg tussen VDAB en de CBE s worden hierover afspraken gemaakt.

2.1.2 Breed screeningsinstrument Project Geletterdheidvaardigheden zijn nodig in alle sectoren van het maatschappelijk leven. Een goede screening van aanwezige en/of ontbrekende vaardigheden kan een hulp zijn bij het organiseren van geschikte opleidingstrajecten, of bij de ondersteuning van of bemiddeling bij volwassenen met weinig vooropleiding in het lokaal sociaal beleid. Resultaat In opdracht van het project Strategisch Onderwijs- en Vormingsbeleid (SOV) werd een haalbaarheidsstudie voor screening van geletterdheidvaardigheden uitgevoerd (januari-juni 2007). Bestaande voorbeelden van screeningsinstrumenten in binnen- en buitenland werden geëvalueerd en de modaliteiten voor het gebruik van screeningsinstrumenten voor laaggeletterden zijn in kaart gebracht. De resultaten van het onderzoek werden gerapporteerd in de Studie naar de haalbaarheid van een doelmatig gebruik van een screeningsinstrument voor geletterdheid (CTO, HIVA, VOCB 2008). Budget 63.878 euro van de Vlaamse overheid 7

2.2 Netwerkvorming tussen onderwijs, opleiding, werk en cultuur en geïntegreerde trajecten 2.2.1 Sectorconvenanten en diversiteitsplannen Project Werknemers die onvoldoende kunnen lezen, rekenen of bv. met een computer omgaan, hebben moeite met technische opdrachten, met nieuwe instructies en met het samenwerken met collega s. Bedrijven en organisaties zouden in hun HR-beleid hiervoor aandacht moeten hebben. De diversiteitsplannen en ook de sectorconvenants worden ingezet om hierin vooruitgang te boeken. In diversiteitsplannen kunnen individuele bedrijven vrijwillig acties plannen rond kansengroepen, waaronder ook geletterdheidbevorderende initiatieven. In de sectorconvenanten is een bepaling rond het verwerven van basiscompetenties opgenomen. De verschillende beroepssectoren richten hun geletterdheidacties prioritair op de langdurige en laaggeschoolde werkzoekenden, werkzoekenden van 45 jaar en ouder, herintreders, bestaansminimumtrekkers, laaggeschoolde arbeiders, arbeiders die geconfronteerd worden met meervoudig ontslag, herstructurering of de introductie van nieuwe technologie. De acties zelf mikken op het bevorderen van de basisvaardigheden ICT, basisopleiding veiligheid, functionele vaardigheden (communicatie, toegepaste ICT-vaardigheden, basis techniek, wiskunde) of een algemene vooropleiding met inbegrip van rekenen en taal. Resultaat 1 In de periode 2005-2007 hebben de verschillende sectoren via hun opleidingen om de basiscompetenties van werknemers en werkzoekenden te verhogen, ruim 1400 laaggeletterde werknemers bereikt 2. Uit de eerste aanwijzingen voor de periode 2007-2009 blijkt dat het aantal bereikte werknemers gestegen is. Toch geven sectoren aan dat het niet eenvoudig is om bedrijven (en werknemers) aandacht te laten schenken aan functionele geletterdheid. De definitie van basiscompetenties is voor sectoren niet altijd eenduidig. Sectoren beschouwen basiscompetenties namelijk als instapcompetenties, met name die competenties waarover men moet beschikken om in de sector aan de slag te kunnen. De verantwoordelijkheid voor het verwerven van de basiscompetenties wordt gelegd bij het onderwijs. 2 De sociale partners en de Vlaamse overheid hebben zich in het nieuwe modelconvenant 2007-2009 opnieuw geëngageerd tot het bevorderen van de ontwikkeling van basiscompetenties, in het bijzonder van de functionele geletterdheid. Per sector wordt een vooraf afgesproken aantal opleidingen ingericht voor een welbepaald aantal werkzoekenden en/of werknemers. Men kan hierbij een beroep doen op de opleidingsmodules en maatwerkformules zoals ze uitgewerkt worden door de VDAB basiseducatie en/of de centra volwassenenonderwijs. Het aangepaste artikel in de sectorconvenanten is als volgt omschreven: De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering bevorderen de ontwikkeling van basiscompetenties, in het bijzonder Nederlands als tweede taal en functionele geletterdheid. De sectorale sociale partners blijven verder inspanningen leveren om hiertoe bij te dragen. Onder functionele geletterdheid wordt verstaan: geletterdheid, gecijferdheid, multimediale en digitale vaardigheden om te kunnen functioneren in verschillende breed maatschappelijke en sociaal-economische contexten. Er zijn nog geen cijfers bekend over het resultaat in de periode 2005-2007. 8 3 De sectoren verspreiden mee de brochure over geletterdheidtraining op de werkvloer. Tot nu toe zijn 1700 brochures verspreid. Naast het verspreiden van de papieren versie hebben verschillende sectoren de digitale versie ook op hun sectorale website geplaatst. 2 Bron: Idea consult

4 De sectoren stimuleren de ondernemingen om bij technische opleidingen voor lagere functies ook aandacht te schenken aan functionele geletterdheid. Verschillende sectoren nemen de aandacht voor basiscompetenties als rode draad mee bij de uitwerking van hun aanbod van permanente vorming (aandacht voor veiligheid, ICT in technische modules). 9

2.2.2 Onderzoek over barrières voor deelname aan geletterdheidtraining Project Om de acties in het kader van plan geletterdheid te funderen zijn in de loop van de voorbije jaren verschillende onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten opgezet. Specifiek was er de nood om te onderzoeken welke barrières er zijn voor deelname aan geletterdheidtrainingen. Enkel als die barrières gekend zijn, kan er gewerkt worden aan het wegwerken ervan. Resultaten Het HIVA voert een OBPWO-onderzoek (onderwijskundig beleids- en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek) uit naar praktijken van leren en drempels voor leren bij volwassenen met een geletterdheidrisico. Men onderzoekt waarom laaggeletterden al dan niet deelnemen aan formeel volwassenenonderwijs, waarom en hoe ze leren in informele contexten doorheen het dagelijkse leven, en hoe ze tegen dat leren aankijken. Er worden gegevens uit een bestaande databank gebruikt voor een eerste analyse in de breedte en diepteinterviews. Dit alles wordt voorafgegaan door een grondige literatuurstudie. Het onderzoek wordt afgerond op 30 juni 2009. Budget 158.298 euro van de Vlaamse overheid 10

2.2.3 Geletterdheid op de werkvloer Project Het departement Onderwijs en Vorming en het departement Werk en Sociale Economie wilden de HR-verantwoordelijken van bedrijven en organisaties ondersteunen om geletterdheidproblemen op de werkvloer te remediëren. Om te kunnen werken aan geletterdheid op de werkvloer zijn er concepten en instrumenten nodig waarmee HR-verantwoordelijken aan de slag kunnen. Hiertoe werd een onderzoeksopdracht uitbesteed aan het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO). Resultaten Bedrijven en organisaties in Vlaanderen hebben er alle belang bij om geletterdheid op de werkvloer een hoge prioriteit te geven. In opdracht van het Strategisch Onderwijs- en Vormingsbeleid (SOV) werden concepten en instrumenten ontwikkeld om geletterdheidtraining in te richten op de werkvloer. De G-factor in bedrijf en organisatie bevat een stappenplan dat in een kort bestek laat zien hoe een bedrijf of organisatie aan geletterdheid kan werken. Dit stappenplan bevat onder meer de volgende instrumenten (http://www.ond. vlaanderen.be/publicaties/edocs/pdf/294.pdf): 1 Een test om geletterdheid binnen een bedrijf of organisatie te detecteren 2 Een leidraad om bedrijfscommunicatie te screenen en aan te passen 3 Een checklist om de geletterdheid van werknemers in kaart te brengen 4 Tips om een geletterdheidtraining op te zetten 5 Goede praktijken om geletterdheid te bevorderen 6 Voorbeelden van geletterdheidacties in Vlaamse bedrijven en organisaties 7 Informatie over opleidingsinstanties in de buurt 8 Een overzicht van financiële hefbomen voor geletterdheidacties Het rapport Geletterdheid op de werkvloer ken men vinden op http://www.ond. vlaanderen.be/publicaties/edocs/pdf/281.pdf Budget 75.959 euro van de Vlaamse overheid. 11

2.2.4 Geletterdheid in het vormingsbeleid voor het personeel van de Vlaamse Gemeenschap Project In 2007 werd een nieuw sectoraal akkoord ondertekend voor de Vlaamse overheidsadministratie. In het kader daarvan worden generieke proeven georganiseerd die contractuele medewerkers (van alle niveaus) de kans geven om bij een eventuele vacature en het slagen in een tweede specifieke proef, als ambtenaar benoemd te worden. Bij eerdere examens is gebleken dat veel ambtenaren van niveau D en C faalden in dit examen, omwille van een gebrekkige schoolse kennis of lage geletterdheid. Daarom wordt zowel bij de voorbereiding op dit examen als op het examen zelf rekening gehouden met eventuele lagere geletterdheid bij de deelnemers van niveau D. Het gaat hier bij bijvoorbeeld de proeven voor niveau D om situationele testen, die volledig zonder geschreven tekst worden aangeboden. Voorbereiding hierop wordt zowel centraal door het Agentschap voor Overheidspersoneel, als door personeelsverantwoordelijken binnen de entiteiten opgenomen. Naast een website, zijn er ook cartoons, DVD s en oefenvragen gebruikt. Resultaat Binnen het Ministerie van Onderwijs en Vorming werd al een eerste project uitgevoerd. Via een korte opleiding van 9u, gericht op de vaardigheden die nodig zijn voor deelname aan examens, werden in januari 2007 75 personeelsleden van niveau D op een examen voorbereid. De generieke proeven voor medewerkers van niveau C en D van de Vlaamse Overheid werden georganiseerd in 2008. 80% van de deelnemers waren geslaagd bij de generieke proef D, 60% was geslaagd bij de generieke proef C. De procedure om deze mensen dan ook effectief te benoemen, na een specifieke proef, loopt in de verschillende entiteiten. Specifiek rond waardegebonden competenties is er een opleiding voor medewerkers van niveau C en D, waar met screening, actieplan, rollenspelen enz.. aan de ontwikkeling en inzetbaarheid wordt gewerkt. Binnen het open aanbod van het Agentschap voor Overheidspersoneel is er aandacht voor basisopleidingen op het gebied van communicatie (schriftelijk en mondeling) en persoonlijke effectiviteit voor personeelsleden van niveau D en C. Er wordt ook gewerkt aan een nieuw aanbod met meer interactiviteit en leren op de werkplek. Er is ook een ontwikkelatelier, zowel in de realiteit als virtueel. Voor meer informatie, raadpleeg: http://www2.vlaanderen.be/loopbaanontwikkeling/ 12

2.2.5 Geletterdheid vanuit sociaal-culturele invalshoek Project De centrale doelstelling van een strategisch plan geletterdheid is het verhogen van het functioneel geletterdheidniveau van de Vlaamse bevolking. Geletterdheid is een multidimensioneel en complex begrip dat ook prozageletterdheid omvat: de vereiste kennis en vaardigheid om informatie te begrijpen en te gebruiken uit teksten zoals redactionele artikels, nieuwsberichten en fictie. Daarnaast gaat de aandacht naar multimediale of digitale geletterdheid als set van informatieverwerkingsvaardigheden waarover men moet beschikken om maatschappelijk te kunnen functioneren. Het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media (CJSM) heeft zich toegespitst op deze aspecten van het geletterdheidthema, met de nadruk op inclusie, empowerment, burgerschap en democratisering. Er werd toenadering gezocht en samenwerking aangeknoopt met relevante actoren uit belendende beleidsdomeinen met het oog op een betere doorstroom en expertiseopbouw. Daarnaast werd gepoogd een beter zicht te krijgen op de initiatieven rond geletterdheid die al bestaan binnen de beleidsvelden Cultuur en Jeugd, met het doel na te gaan hoe deze naar de toekomst kunnen gecontinueerd worden en/of breder verspreid kunnen worden. Resultaat 1 In een samenwerking tussen SoCiuS en het voormalige Vlaams Ondersteuningscentrum voor de Basiseducatie (VOCB) werd een traject opgezet gericht op structurele samenwerking tussen centra voor basiseducatie en het sociaal-cultureel volwassenenwerk (2005-2007). Verschillende Vormingpluscentra, sociaal-culturele verenigingen en Centra voor Basiseducatie waren betrokken. Bepaalde modules van opleidingen in de basiseducatie bieden mogelijkheden tot samenwerking met het sociaal-cultureel volwassenenwerk. In enkele regio s werden proefprojecten opgezet met als doel te komen tot structurele samenwerking, meer doorstroming van cursisten en voor wat betreft de Vormingpluscentra, een grotere deskundigheid en vaardigheden om met laaggeschoolden te werken. Het project liep over een periode van twee jaar. Het werd eind 2007 afgerond en de conclusies werden gebundeld in een eindrapport. Er werd ook een stappenplan uitgewerkt dat bruikbaar moet zijn voor andere organisaties die in hun regio met samenwerking willen beginnen. Verder bevat het rapport aanbevelingen naar CBE s, Vormingpluscentra en verenigingen om samen te werken in het kader van het Plan geletterdheid. Het rapport is verkrijgbaar bij het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs (VOCVO). 2 Het departement CJSM en het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen hebben in het najaar van 2006 gesprekken gevoerd met betrokken actoren binnen het beleidsveld Cultuur, vooral met het Vlaams Centrum voor Openbare Bibliotheken (VCOB), de Stichting Lezen, Leesweb en Linc. Deze gesprekken resulteerden in een overzicht van bestaande projectmatige en/of structurele samenwerkingsverbanden in de (sociaal-)culturele sector, die gericht zijn op de bevordering van de culturele (en multimediale) geletterdheid, bij het brede publiek of naar specifieke doelgroepen toe. De initiatieven werden in een rapport gebundeld: Bevordering van proza- (en multimediale) geletterdheid binnen het beleidsveld Cultuur een overzicht (februari 2007), te raadplegen op: http://www.ond.vlaanderen.be/geletterdheid 13

14 3 Op 24 april 2008 organiseerde het VCOB een rondetafel met een 30-tal vertegenwoordigers uit de beleidsvelden Cultuur en Jeugd, het volwassenenonderwijs en de welzijnssector, evenals experten en ervaringsdeskundigen met betrekking tot informatiegeletterdheid. Het doel van deze bijeenkomst was om het begrip informatiegeletterdheid te verkennen en alle relevante actoren in kaart te brengen. Informatiegeletterheid gaat over het kunnen zoeken en vinden van informatie, de informatie verwerken, en ze kunnen toepassen. Informatiegeletterdheid is sterk verbonden met de vaardigheden om als burger volwaardig te kunnen functioneren. De bibliotheken hebben hier in samenwerking met lokale partners een belangrijke rol te spelen. In opvolging van deze rondetafelconferentie werd een project uitgewerkt om een tweejarig traject op te zetten rond informatiegeletterdheid, waarbij vanaf 2009 initiatieven zullen ondersteund worden die informatiegeletterdheid breed en vernieuwend aanpakken

2.3 Modulariseren en certificeren van leertrajecten 2.3.1 Modulaire organisatie doorvoeren Project De leertheoretische achtergrond van waaruit de centra voor basiseducatie hun onderwijsaanbod ontwikkelden was sinds het decreet basiseducatie van 1990 sterk gekleurd vanuit de humanistische psychologie en de politiserende theorieën over vorming en ontwikkeling. Het accent in leerprocessen werd gelegd op het sociale karakter van het groepsleren, waarbij de sociale aspecten even belangrijk zijn als de te verwerven kennis en vaardigheden. Doelstellingen van cursussen werden in open curricula en in algemene termen omschreven. Er was een minimale structurering. Hier-en-nu ervaringen werden gehanteerd als belangrijke leerstof, maar omdat de leerwensen van cursisten vrijwel nooit gelijk lopen met de logische opbouw van een cursus of opleiding, had iedere leraar een grote vrijheid bij het invullen op zijn opdracht. Eenzelfde opleiding kon aangeboden worden met verschillende doelen en met sterk uiteenlopende duur. Alle centra gebruikten eigen instrumenten om doelen en niveaus vast te stellen en om de leervorderingen na te gaan 3. Het vastleggen van einddoelen en het structureren van leertrajecten was noodzakelijk om de opleidingen in de basiseducatie transparant te maken en de verankering in het onderwijsbeleid te waarborgen. Resultaat De invoering van alle modulaire opleidingen in de basiseducatie werd afgerond tijdens het schooljaar 2006-2007. De decretale verankering van deze omvorming werd eerst geregeld in het decreet betreffende de regionale technologische centra en houdende noodzakelijke en dringende onderwijsbepalingen van 5 mei 2004. Ze werd afgerond en verfijnd met het decreet betreffende het volwassenenonderwijs van 15 juni 2007 (B.S. 31/08/2007). De invoering van de modulaire opleidingen in de basiseducatie heeft twee belangrijke componenten. Voor alle opleidingen die de centra voor basiseducatie inrichten, stelt de onderwijsoverheid einddoelen vast. De opleidingen basiseducatie worden op deze wijze transparant gemaakt en gekaderd in de algemene opleidingenstructuur voor het onderwijs. De opleidingen worden ook aangeboden in een modulaire organisatie op basis van structuurschema s die door de dienst voor onderwijsontwikkeling (entiteit Curriculum) in overleg met het werkveld vastgesteld zijn. Het decreet van 15 juni 2007 omschrijft de basiseducatie als het eerste niveau van het volwassenenonderwijs. De opleidingen basiseducatie hebben tot doel het algemene geletterdheidniveau te verhogen. De einddoelen van de opleidingen uit de leergebieden Nederlands, wiskunde, maatschappijoriëntatie, en ICT zijn analoog met deze van het lager onderwijs en de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs. Deze opleidingen vormen een continuüm met de opleidingen van het studiegebied algemene vorming of de opleidingen in het studiegebied informatie- en communicatietechnologie in het secundair volwassenenonderwijs 4. 15 3 Certificeren en flexibiliseren. Rapport over het onderzoek van de eerste fase van de modularisering van de opleidingen basiseducatie Inspectie volwassenenonderwijs - 2005 4 Verbreden, verdiepen en consolideren rapport over het onderzoek van de tweede fase van de modularisering van de opleidingen basiseducatie - Inspectie volwassenenonderwijs - 2008

2.3.2 Opleidingen certificeren Project Er was nood aan een officiële erkenning van de studiebewijzen van de basiseducatie. Nu lerenden meer en meer verschillende vormen van opleiding combineren, soms bij verschillende opleidingverstrekkers, verhoogt dit de noodzaak tot het certificeren van opleidingen. Resultaat In het kader van de invoering van de modulaire structuur werd ook de certificering in de basiseducatie mogelijk gemaakt. Met het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs zijn de Centra voor Basiseducatie formeel opgenomen in het onderwijs (en onderwijsinstellingen geworden) waardoor zij van rechtswege geldende studiebewijzen kunnen uitreiken. Door een civiel effect aan de studiebewijzen te koppelen, wordt een vlottere doorstroom naar vervolgopleidingen in het volwassenenonderwijs of naar andere opleidingsverstrekkers mogelijk gemaakt. Uit de eerste gegevens die de inspectie volwassenenonderwijs verzamelde 5 blijkt dat in de opleiding Nederlands bijna 71% van de ingeschreven cursisten deelneemt aan de evaluatie. 55,69 % van de cursisten die aan evaluatie deelnemen slaagt. De resultaten verschillen evenwel naargelang het niveau. De slaagcijfers zijn het gunstigst bij het eindniveau. Ruim 64% van de cursisten slaagt bij deelname aan de evaluatie. In de ICT-opleiding neemt gemiddeld 79% deel aan de evaluatie. Bijna 83% van de cursisten slaagt. Voor wiskunde zijn de gegevens beperkt omwille van het kleine aantal cursisten. Over alle modules heen neemt 53,7% van de cursisten aan evaluatie deel en iets meer dan 54% slaagt. 16 5 Rapporten over de modularisering van de opleidingen basiseducatie Inspectie volwassenenonderwijs 2005 en 2008

2.4 Basiseducatie voor kansarme groepen Project Vermits volwassenen met een laag geletterdheid- en gecijferdheidniveau meer geconfronteerd worden met werkloosheidsrisico, zijn ze vanzelfsprekend meer aangewezen op een vervangingsinkomen via de diverse kanalen van de sociale zekerheid. De organisatie van concrete toeleidingsacties van laaggeletterden naar opleidingen basiseducatie moet gebeuren in samenwerking met het welzijnswerk. Resultaat Het toenmalige Vlaams Ondersteuningscentrum voor de Basiseducatie (VOCB 6 ) en het Vlaams Netwerk Armoede hebben in het voorjaar 2007 een actie opgezet om via de armenverenigingen meer kansarme laaggeletterden te bereiken. Na een eerste fase van inventarisering worden vanaf het voorjaar 2009 op initiatief van het VOCVO concrete mobiliserende acties opgezet. De armenorganisaties zelf worden rechtstreeks betrokken bij het opzet. Een eerste mobiliserende actie werd opgezet op 13 februari 2009 in Gent. Dat gebeurde op initiatief van de Oost-Vlaamse centra voor basiseducatie in samenwerking met het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen en het provinciebestuur Oost- Vlaanderen. Het resultaat van dialoog in Oost-Vlaanderen kan geconsulteerd worden op http://www.rechtopleren.be/ De doelstellingen van het Plan Geletterdheid Verhogen werden ook opgenomen in het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding 2005-2009, dat door de Vlaamse regering werd goedgekeurd op 25 november 2005. Meer informatie over het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding 2005-2009 vindt men op http://www.wvc.vlaanderen.be/armoede/vap.htm 17 6 Sinds 2007 is dit het VOCVO

2.5 Geletterdheid integreren in het lokaal sociaal beleid Project Een sterk beleid om de geletterdheid van de bevolking te verhogen vereist samenwerking tussen vele actoren, ook op lokaal niveau. Lokale besturen staan het dichtst bij de burger en kunnen dus het best inschatten wat de noden en de behoeften zijn van de lokale bevolking en welke oplossingen mogelijk zijn. Niet alleen inzake de eerder traditionele elementen van een sociaal beleid, zoals werkgelegenheid, kinderopvang, ouderenzorg, duurzaam en betaalbaar wonen. Maar ook op het gebied van geletterdheid. Daartoe heeft het lokale bestuur een aantal instrumenten ter beschikking. Maatschappelijke integratie is een kerntaak van het OCMW, maar dit betekent niet dat lokale besturen alles zelf moeten doen. Als lokale besturen een probleem van geletterdheid ervaren bij hun personeel of bij hun cliënten, kunnen ze samenwerken met het centrum voor basiseducatie uit de gemeente of de streek. Die centra zijn specialist in onderwijs aan laaggeschoolde volwassenen. De afspraken van een lokaal bestuur met deze centra kunnen worden geformaliseerd in protocollen, maar ook informele samenwerking kan tot resultaten leiden. Resultaat In de brochure Iedereen geletterd Lokaal samenwerken voor geletterde mensen worden succesvolle vormen van samenwerking gepresenteerd, waarin gemeenten en OCMW s, centra voor basiseducatie en welzijnsorganisaties de handen in elkaar hebben geslagen voor meer geletterdheid bij hun doelgroepen. Het is niet bekend in welke mate de verspreiding van de brochure ook geleid heeft tot meer geletterdheidinitiatieven bij gemeenten en/ of OCMW s. De brochure kan gedownload worden op http://www.ond.vlaanderen.be/publicaties/ edocs/pdf/286.pdf. Ze kan ook op bestelling worden geleverd. Budget 8.175 euro van de Vlaamse overheid. 18

2.6 Groeipad voor geletterdheidtraining Project De financiële middelen voor de basiseducatie werden vanaf het jaar 2006 systematisch verhoogd. Het groeipad bestaat uit een jaarlijkse cumulatieve verhoging van de enveloppe gefinancierde deelnemersuren per centrum voor basiseducatie met 5%. Deze extra middelen zijn voorzien in de meerjarenbegroting en bedragen in 2009 een totaal van 3.292.560 euro. Vanaf dit jaar heeft de basiseducatie ook een open end financiering en wordt een groeipad mogelijk op basis van de gerealiseerde lesuren. De centra voor basiseducatie zullen ICT ook meer inbouwen in de leerprocessen. Dit gaat verder dan de klassieke basisopleidingen ICT. Ook voor de andere opleidingen wordt voorzien in extra ondersteuning met ICT. Een goed uitgebouwd ICT-park, met infrastructuur in elke klas is noodzakelijk om dit te kunnen realiseren. De centra voor basiseducatie kregen daarvoor extra ICT-middelen toegekend: 875.000 euro in 2007 en 300.000 euro in 2008. Resultaat Deze extra investering heeft geleid tot een uitbreiding van het volume opleidingsuren geletterdheidtraining dat door de centra voor basiseducatie wordt ingericht. Uit recent cijfermateriaal 7 (december 2008) blijkt dat in 2007 het totale volume lesurencursist Nederlands dat met middelen uit de onderwijsbegroting wordt ingericht in de centra, op drie jaar tijd beperkt toegenomen is met 11.995 uren; voor wiskunde is er een kleine stijging met 5.655 uren; voor de opleidingen basisvaardigheden ICT en maatschappijoriëntatie is er een iets ruimere stijging met respectievelijk 60.180 en 34.900 uren. De bijkomende middelen voor ICT-infrastructuur werden door alle centra aangewend. Budget 753.301 euro in 2006 800.088 euro in 2007 813.888 euro in 2008 925.283 euro in 2009 19 7 Statistisch jaarboek 2004-2005 en 2007-2008

20

3 Geletterdheid Verhogen 2009-2011 Geletterdheid Morgen 3.1 Geletterdheid binnen het kwalificatieverhaal 3.1.1 Geletterdheid binnen de kwalificatiestructuur Situering Het stimuleren van de participatie van volwassenen aan onderwijs en vorming maakt deel uit van een globale strategie om de sociale cohesie te verstevigen en de activiteitsgraad van de bevolking op peil te houden en te doen stijgen. Het Plan Geletterdheid moet de participatie van Nederlandstalige laaggeletterden aan het opleidingsaanbod verhogen. Levenslang leren houdt in dat -op termijn- volwassenen een flexibel leertraject moeten vinden, dat beantwoordt aan hun behoeften, bijdraagt tot hun persoonlijke of sociale ontplooiing, aansluit bij vroegere leerervaringen en verworven competenties en hen meer kansen biedt voor verdere opleiding of op de arbeidsmarkt. Om de Europese doelstelling met betrekking tot participatie aan levenslang te bereiken zijn nog heel wat inspanningen nodig. Een van de instrumenten die we hiervoor gebruiken is de Vlaamse kwalificatiestructuur (VKS). Project De Vlaamse kwalificatiestructuur is een instrument dat moet bijdragen tot het ontwikkelen en inzetten van de competenties van mensen. De VKS wil een overkoepelende classificatie van kwalificaties tot stand brengen, zorgen voor helderheid in de kwalificaties en hun onderlinge verhoudingen en zorgen voor een betere communicatie over kwalificaties tussen de beroepswereld en de onderwijs- en opleidingswereld. Kwalificaties zijn afgeronde en ingeschaalde gehelen van competenties met maatschappelijke relevantie waarmee men een beroep kan uitoefenen, verdere studies kan aanvatten of maatschappelijk kan functioneren. De kwalificatiestructuur is een eenduidige ordening van erkende kwalificaties in acht niveaus. In de kwalificatiestructuur krijgen de kwalificaties met de beschrijving van de erin vervatte competenties een plaats in één van de acht onderscheiden niveaus. Het ontwerpdecreet Vlaamse kwalificatiestructuur (VKS) bepaalt de wijze waarop kwalificaties tot stand komen en erkend worden. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen onderwijskwalificaties en beroepskwalificaties. Onderwijskwalificaties zijn kwalificaties die mensen uitsluitend via onderwijs kunnen behalen en waarmee ze de mogelijkheid krijgen verdere studies aan te vatten, een beroep uit te oefenen of maatschappelijk te functioneren. Beroepskwalificaties zijn een afgeronde en ingeschaalde gehelen van competenties waarmee iemand een beroep kan uitoefenen of een bepaalde maatschappelijke rol kan opnemen. Beroepskwalificaties kan men via onderwijs, maar ook via vorming of door ervaring verwerven. De kwalificatiestructuur is een referentiekader dat in uiteenlopende toepassingen zal worden gebruikt. Sommige daarvan zijn ook in het kader van het plan geletterdheid van belang. 21

Gewenst resultaat De kwalificatiestructuur kent een eerste toepassing bij het vormgeven van opleidingen. Door opleidingen op kwalificaties af te stemmen zorgt de kwalificatiestructuur ervoor dat de leerresultaten van de opleidingen afgeronde en maatschappelijk relevante gehelen vormen, die toegang geven tot beroepen of vervolgopleidingen. De opleiding basiseducatie leidt naar een onderwijskwalificatie van niveau 2. Wie de opleiding succesvol afrondt, krijgt hiervoor een erkend kwalificatiebewijs (certificaat). Hiermee kunnen cursisten verdere opleidingen aanvatten om andere onderwijskwalificaties of om beroepskwalificaties te verwerven. Het huidige aanbod aan opleidingen functionele geletterdheid voor ICT en gecijferdheid kan eveneens worden afgestemd op de overeenstemmende competentie(cluster)s die gevat zijn in de onderwijskwalificatie basiseducatie niveau 2. Wie deze korte opleidingen met succes afrondt kan dan bijvoorbeeld vrijstellingen krijgen voor bepaalde onderdelen uit de opleiding basiseducatie. VDAB-opleidingen, opleidingen bij Syntra Vlaanderen en sectorale opleidingen zullen zich richten op het verwerven van erkende beroepskwalificaties. De kwalificatiestructuur zal ook een belangrijke rol spelen in de studie- en beroepskeuze en de loopbaanplanning. De kwalificatiestructuur is immers een referentiekader waaraan de talenten en competenties van leerders kunnen worden getoetst. Hetzelfde geldt voor werknemers en werkzoekenden. De kwalificatiestructuur biedt ondersteuning bij de keuze van een passend traject naar een gewenste kwalificatie en/of bij de keuze van een job. De kwalificatiestructuur kan ook worden ingezet als referentiekader voor het ontwikkelen van screeningsinstrumenten voor functionele geletterdheid. Tot slot zal de kwalificatiestructuur ook een belangrijke rol spelen in het EVC-beleid, namelijk het erkennen van verworven competenties. Vermits kwalificaties eenduidig zullen worden beschreven, zal het voor een individu ook duidelijker en transparanter worden welke leerwegen leiden tot welke kwalificaties en welke kwalificatiebewijzen. Een bepaalde kwalificatie kan men behalen door een opleiding te volgen, maar evengoed via ervaring, die men dan verzilverd ziet via een EVC-procedure. Tot nu toe waren de EVC procedures vrij versnipperd, de kwalificatiestructuur kan meer transparantie en coherentie bieden. Om het even bij welke organisatie men zijn competenties wil laten erkennen, ze zullen steeds op dezelfde basis beoordeeld worden door ze te vergelijken met competenties die bij een kwalificatie horen. Bovendien garandeert de kwalificatiestructuur dat de opgenomen kwalificaties aan een aantal kwaliteitseisen voldoen. Zo kan het vertrouwen in de EVC-procedure verder groeien. Via een EVC-procedure zoals bv. het ervaringsbewijs, zal men dus op een objectieve manier kunnen aantonen dat men wel degelijk over de competenties beschikt, waar dan ook verworven, om een bepaald beroep met succes uit te oefenen. Dit verhoogt aanzienlijk de kansen op de arbeidsmarkt. Timing De Vlaamse kwalificatiestructuur staat in het voorjaar van 2009 op de agenda van het Vlaams Parlement. 22

3.1.2 Geletterdheid in het BSO en TSO Project Uit de analyse van de PISA-data (OECD) blijkt dat de leerlingen die in Vlaanderen bijzonder slecht scoren voor geletterdheid in het BSO geconcentreerd zitten. Uit een recent onderzoek van het Centrum voor Taal en Onderwijs bleek bovendien dat tussen het derde jaar BSO en het zesde jaar BSO de groei aan geletterdheid bij de jongeren nagenoeg stilvalt. Als gevolg hiervan dreigt de meerderheid van de jongeren het leerplichtonderwijs te verlaten met een onvoldoende hoog niveau van geletterdheid. Dit heeft volgens het IALSonderzoek tot gevolg dat zij proportioneel meer kans hebben om in de werkloosheid en de kansarmoede terecht te komen, niet volwaardig in de maatschappij en op de arbeidsmarkt kunnen functioneren, en geschreven taal moeilijk of nauwelijks kunnen aanwenden voor vervolgopleiding of onderwijs. Het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen (GOK) zet vanaf 2009 intensieve themagerichte coachingstrajecten op. Deze zogenaamde focustrajecten zoomen in op aspecten van onderwijs die een sterke impact hebben op gelijke onderwijskansen; centraal in deze focustrajecten staan ook sleutelcompetenties die voor de sociaal kwetsbare leerlingen van wezenlijk belang zijn voor de participatie in vervolgonderwijs, integratie in de samenleving en functioneren op de arbeidsmarkt. De focustrajecten worden opgevat als coachingstrajecten, waarin schoolteams én hun pedagogische begeleiders in een intensieve samenwerking stappen met het Steunpunt GOK rond het gekozen focusthema. Eén van de drie thema s waarrond focustrajecten in 2009 worden opgezet, is geletterdheid in het BSO. Gewenst resultaat Na de intakefase wordt met tien scholen meteen een trajectmatige werking opgezet om het geletterdheidonderwijs te optimaliseren binnen het project algemene vakken (PAV) en algemene vorming, maar ook binnen de beroepsopleiding. De coaching wordt idealiter van het derde jaar BSO tot en met het zevende jaar BSO opgezet, zodat kan gewerkt worden aan doorgaande leer- en ontwikkelingslijnen voor geletterdheid, en meerdere leerkrachten/ leerjaren in het coachingstraject kunnen worden betrokken. Voor het opzetten van het coachingstraject worden tussen de coach van het Steunpunt GOK, de pedagogische begeleiding en het schoolteam permanent open communicatielijnen opgezet. Het schoolteam probeert daarbij nieuwe activiteiten, werkvormen, en samenwerkingsvormen uit. Tussen de begeleider van het Steunpunt GOK en pedagogische begeleider worden concrete afspraken gemaakt omtrent wie op concrete momenten de coaching op zich neemt. Tijdens het traject is er o.m. aandacht voor de attitudes van de leerlingen rond geletterdheid, de attitudes van de leerkrachten rond geletterdheid en geletterdheidstimulering, het niveau van geletterdheid van de leerlingen. Verworven inzichten, tools, begeleidingspraktijken en output moeten snel doorstromen naar een grotere groep van pedagogische begeleiders en naar een grotere groep van scholen. Voor de doorstroom naar de pedagogische begeleiders kunnen de primeurdagen en de website van het Steunpunt GOK (inclusief de digitale nieuwsbrief GOKSchrift) ingezet worden. Voor de disseminatie en sensibilisering van de grote groep van BSO en TSO-scholen, zal het Steunpunt GOK geletterdheid opnemen als jaarlijks terugkerend thema in het navormingsaanbod aan scholen en in het voorjaar van 2010 zal ook een specifieke studiedag rond geletterdheid in BSO worden georganiseerd. Alle activiteiten, halffabricaten, instrumenten en voorbeeldlessen die in het kader van dit focustraject worden ontwikkeld, zullen via de website van het Steunpunt GOK ter beschikking gesteld worden van alle scholen. 23

Timing 2009-2010 24

3.2 Nood aan beleidsdata en breed screeningsinstrument 3.2.1 Programme for the International Assessment of Adult Competences (PIAAC) Situering Onze maatschappij verandert steeds meer in een kenniseconomie. Daarin zijn bepaalde sleutelcompetenties van kapitaal belang. Geletterdheid omvat de competentie om via geschreven taal te communiceren en informatie te verwerken (bv. transportschema s, kaarten, vacatures), de competentie om rekenkundige bewerkingen uit te voeren met getallen (bv. interest berekenen, bestelformulier invullen, prijs bepalen, de competentie om kwantitatieve informatie te vinden en te gebruiken (bv. tabellen en grafieken), de competentie om digitale informatie te selecteren, te analyseren, te interpreteren en te verwerken (bv. basisvaardigheid computergebruik, internet). Een groot deel van de Vlaamse bevolking mist nog altijd die sleutelcompetenties om actief deel te nemen aan de samenleving. De IALS-resultaten (International Adult Literacy Survey 1997) dienden als basis voor het geletterdheidbeleid van de voorbije jaren. Om een zinvol beleid uit te tekenen voor die veranderende maatschappij moeten we weten hoe het nu gesteld is met de geletterdheidvaardigheden. Daarom is er nood aan nieuw cijfermateriaal. Het departement Onderwijs en Vorming en het departement Werk en Sociale Economie participeren aan het internationaal PIAAC-onderzoek (Programme for the International Assessment of Adult Competencies). Na dit onderzoek zal de Vlaamse Gemeenschap de actuele cijfers over de taalkundige en numerieke vaardigheden van volwassenen in Vlaanderen kennen. Ook brengt het nieuwe onderzoek de evolutie van geletterdheid aan het licht. Project PIAAC is een international onderzoeksprogramma dat gecoördineerd wordt door de OESO. Samen met 26 andere landen onderzoekt men in Vlaanderen de taalkundige en numerieke vaardigheden van volwassenen. Er wordt ook gepeild naar de noodzakelijke vaardigheden om mee te draaien in een technologierijke omgeving en op de arbeidsmarkt. 5000 Vlaamse volwassenen tussen 16 en 65 jaar worden getest. Hun lees- en rekenvaardigheden én probleemoplossende vaardigheden in een hedendaagse technologierijke omgeving worden getest. Het onderzoek bouwt voort op de gegevens van het IALS-onderzoek, maar gaat ook ruimer. Zo wordt ook gepeild naar de competenties die volwassenen nodig hebben bij het uitoefenen van hun job en wordt meer in detail bekeken welke sleutelcompetenties laaggeletterde volwassenen effectief bezitten. De Universiteit Gent voert het onderzoek uit. Gewenst resultaat PIAAC bezorgt Vlaanderen tegen 2013 nuttige gegevens om het onderwijs- en arbeidsmarktbeleid verder te onderbouwen. Daarbij gaat de aandacht naar competentieontwikkeling in verband met de lees- en rekenvaardigheden en de probleemoplossende vaardigheden van volwassenen. PIAAC levert op dit punt uitgebreide en bruikbare gegevens. Factoren van laaggeletterdheid worden verduidelijkt, de directe gevolgen van laaggeletterdheid worden onderzocht en het nut van opleidingen wordt belicht. Er ontstaat ook meer inzicht in de relatie tussen basisvaardigheden en demografische en educatieve achtergrond. Men zal ook scherper kunnen analyseren welke moeilijkheden laaggeletterden ondervinden om hun basisvaardigheden te gebruiken op de werkvloer en daarbuiten. Bovendien zijn alle resultaten nationaal én internationaal vergelijkbaar. 25

Timing Het onderzoek verloopt in twee fasen. In fase 1 (2009-2010) vindt het vooronderzoek plaats, met inbegrip van een testenquêtering in 2010. Tijdens de tweede fase vindt de hoofdenquêtering plaats (2011), gevolgd door de analyse (2012) en rapportage (2013). Budget De financiering en aansturing gebeuren door samenwerking van het departement Onderwijs en Vorming en het departement Werk en Sociale Economie. Tot 2013 jaarlijks: 100.000 euro Fase 1 (2009 2010): 743.000 euro Fase 2 (2011-2013): 1.750.000 euro (raming) 26

3.2.2 Ontwikkeling van een breed screeningsinstrument Situering De IALS-data tonen dat in Vlaanderen een groot aantal werkzoekenden enkel taal- en rekentaken kan uitvoeren op het laagste niveau (Van Damme et al, 1997). De negatieve gevolgen en kosten van laaggeletterdheid reiken verder dan de arbeidsmarkt zelf. Ze hebben betrekking op het individu, het bedrijfsleven, en de samenleving als geheel (Groot & van den Brink, 2006). Daarom is het belangrijk om werkzoekenden als risicogroep voor laaggeletterdheid voldoende kansen te bieden een eventueel geletterdheidprobleem of risico tijdig af te wenden (Plan geletterdheid verhogen, 2005). Een eerste stap in dit proces is de doelmatige screening of detectie van laaggeletterdheid. De doelgroep voor het in te zetten instrument is bij prioriteit de groep van werkzoekende volwassenen die zich aanmelden bij VDAB en die geen einddiploma TSO behaald hebben. Het instrument richt zich tot die personen die Nederlands als moedertaal hebben of anderstaligen die te kennen geven Nederlands als voertaal te kunnen gebruiken. Het uiteindelijk in te zetten screeningsinstrument wordt afgenomen op vraag van en onder begeleiding van een VDAB-consulent. Project CTO (Leuven) en CITO (Arnhem) voeren het project uit. De opdracht omvat de ontwikkeling van een screeningsprocedure die bestaat uit twee stappen: een indicatortest die ingebed wordt in de intakeprocedure en een subscreening op deeldomeinen (namelijk taal, rekenen, ICT). De indicatortest moet laaggeletterdheid detecteren en moet in staat zijn drie groepen te onderscheiden: (1) de analfabeten (voor wie de verdere subscreening niet relevant is en voor wie op dat moment al duidelijk is dat een alfabetiseringstraject moet worden uitgestippeld), (2) de laaggeletterden, die verder gescreend worden in de subscreenings en (3) de personen die al voldoende geletterd zijn om te functioneren in een context van beroepsopleiding en werk. Vervolgens nemen de laaggeletterden deel aan een subscreening van de domeinen ICT, taal en gecijferdheid ten behoeve van een verdere informatieverzameling in functie van gerichte educatieve ondersteuning tijdens een opleidingstraject of in de context van de tewerkstelling. De opdracht wordt gevolgd en zo nodig bijgestuurd door een stuurgroep binnen het Ministerie van Onderwijs en Vorming. Deze stuurgroep werd opgericht door de projectleider van het Project Strategisch Onderwijs en Vormingsbeleid. Gewenst resultaat 1 Een inhoudelijk referentiekader en de toetseisen voor de in te zetten instrumenten voor screening van geletterdheid. 2 De ontwikkeling en pilootafname van een indicatortest. 3 In functie van subscreenings, de inventarisering en screening van bestaande instrumenten, en de ontwikkeling en pilootafname van voorbeeldopgaven. 4 Een eindrapport met de resultaten van de opdracht als vermeld hierboven onder 1, 2 en 3 en aanbevelingen met betrekking tot het (her)gebruiken van bestaande toetsen en m.b.t. mogelijke lacunes met het advies tot nieuw te ontwikkelen toetstaken. 27