het dier de koe de muis de neus de poes de uil het gras groen knap de slak smal

Vergelijkbare documenten
Taaljournaal Digitale woordpakketten spelling groep 4

Week 3 als het beest de buurt haast de heks juist kort de laars de lamp meest de mens de mist de muts naast niets ons paars soms hij loopt hij woont

Week 2. Week 1. Week 3

Woordpakket 11 Groep 4. Woordpakket 12 Groep 4

Woordpakket 11 Groep 4. Woorden: Ook zo-woorden. draai foei gooi mooi nooit ooit roeit saai blijf fijn de gein het plein de pijn vijf zei

Storm in het bos. Storm in het bos. Isabel Versteeg Storm in het bos

golf Ik hoor u tussen 2 medeklinkers. Ik schrijf de tussenklank u niet. Categorie 5a Woorden met lf Thema 2 groep 4

Woordpakket 1 Groep 4. Woorden: Luisterwoorden

Woordpakket 1 Groep 4. Woorden: Regel: de bloes de bril de broek groot de knie de krul maakt de muts past praat de rits de snor de trui het vest wast

*woorden lezen (eerst u, dan uw kind, om en om, of uw kind alleen) *woorden overschrijven (u controleert samen met uw kind de woorden op

Ik schrijf op wat ik hoor.

thema 5 les 2 extra oefenen

Hond. in s he van t Wolf. hui. Sylvia Vanden Heede. Met illustraties van Marije Tolman

KIND TOCH! Een bad op straat

Bloonboekje van ... Spelling. Middenbouw

Thom de dino vriend. Lize Ippel

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

Ons eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen

Oefenbundel. Pasen. 2 de leerjaar

ij / ei/ sch 9 De geit is grijs Kijk en schrijf de... A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X IJ Z

grijs de bij het ijs de wijn de vijf de prijs de rijst de dijk het rijbewijs a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

In de ene hand draagt hij een koffer, in de andere een kistje. Bok is de nieuwe buurman van Kip. Hij is een professor, zegt Kat. Iemand die heel veel

De spreeuw en de musch

Klankgroep en lettergreep

Spel 0 Adam woont in het paradijs. God praat elke dag met Adam. Hij mag alle dieren een naam geven. Wij gaan Adam helpen.

blauw 1 Schrijf het woord op. 2 Schrijf het woord op. spelling 11a pauw Kies uit: au blauw gauw 1 Dit is een kleur. 2 Dit roep je als je pijn voelt.

klas Ik schrijf op wat ik hoor. Categorie 4a Twee medeklinkers aan het begin Thema 1 groep 4

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Adam geeft de dieren namen

Tot kijk. Sylvia Vanden Heede met tekeningen van Thé Tjong-Khing

Noach. moest een ark gaan bouwen Ans Heij - de Boer /

Adam geeft de dieren namen

Het derde dikke boek. Waar is het ijs? Het spel van Jak De bosbaas. Sylvia Vanden Heede met tekeningen van Thé Tjong-Khing

Spelling Klankwoorden. Werkboek Geschikt voor de groepen 3 en 4

Op het schoolplein is het druk. Er staan grote kinderen in groepjes te praten. De kleintjes spelen in de zandbak. Een bal vliegt over het plein.

begrijpend lezen werkboek

je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort

Ik wou dat het raven werden.

REEKS 186 2de leerjaar: 2de leerjaar: Oefendictee 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Huiswerk spelling. Woordpakketten thuis oefenen. Dit is een huiswerkmapje om de woordpakketten die we in de klas leerden in te oefenen.

Miauw! Miauw!

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

Naar de bovenste verdieping

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Het speelhuis van Lotte en Nina

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon

Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente...

met tekeningen van ivan & ilia

WOORDPAKKET 1. Ik schrijf woorden met een medeklinker aan het begin en einde van een woord: woorden net als man.

extra oefenen les 2 thema 2 1 = v Schrijf het woord op. 2 Welk dier is het? Een dier met v of w. Schrijf het woord op. spelling 3a v l a g

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3. Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

Rivka voelt tranen in haar ogen. Vader aait over haar wang. Hij zegt: Veel plezier, prinsesje. Vergeet je nooit wie je bent? Dan draait vader zich

Liedjes Kerstmusical: Volg die ster

Vlucht AVI AVI. Ineke Kraijo Veerle Hildebrandt. Kraijo - Hildebrandt Vlucht De Vier Windstreken. De Vier Windstreken AVI

Wat raar. Dolfje schudt zijn kop. Dan rent hij verder door het Wolvenbos. Hij maakt een koprol. Hij springt over struiken. Hij klimt in dikke bomen.

Marloes. een handdoek. 2.1 Met Ron naar school. naam: Kijk en vul in: groep: 1 De rat van Ron is nog wild. tam. Wie - wat waar

Thijs Goverde. Jorrik de Ork. met tekeningen van Lars Deltrap. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

Voorjaarsboekje Voorjaarsboekje

Burny Bos. Knofje. Alle verhalen. Met illustraties van Harmen van Straaten. Leopold / Amsterdam

Melkweg. Hoe gaat het? Lezen Alfa A. De dokter

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

Zoek de 10 woorden die beginnen met de letter: b

Paul van Loon s. en het. Spookhuis. Leopold / Amsterdam

Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente...

De boekenbeer Module dans groep 1-2

Paul van Loon Weerwolfbommetje!

Schoolreis met zwaailicht

voorlezen Foeksia de miniheks Avonturen in het heksenbos

Vos en Haas. en de bosbaas

kern 7 kroon fles glas stuur krom kern 7 laars pols gips fiets berg kern 7 laars pols gips fiets berg

De hele erge Ellie en nare Nellie

De Weier Vissedijk 35c 7602 CP Almelo

Thema hatsjoe Kleine Puk wat is er nou... 4 Au! Mijn vinger doet zeer... 4 Dag dokter... 5 Kortjakje... 5 Waar heb je pijn?...

Luister allemaal goed, zegt de juf. Want ik heb heel leuk nieuws. Over een paar weken is het juffendag. Dan is het groot feest op school.

EEN BOEK VOL GEVOELENS

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Pukje en de kat met de drie poten

Schoolkrant. OBS De Tweesprong. Thema: Poëzie Zinderverzinzin


R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Wat is hij nou onhandig! Eindelijk krijgt hij een lucifer aan.

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Stan. Geschreven door. Eline Willemse. Illustraties van. Dick Rink

Na een paar weken is de marionet eindelijk klaar. Vol trots neemt Bas hem mee naar school. In de

Marlies Verhelst. Geraakt

THEMA LENTE Auditieve oefeningen

LET-TER-GRE-PEN. De paas-haas heeft het op 1 A-pril zo druk met grap-jes ma-ken dat hij Pa-sen ver-geet.

z ó leuk is lezen! taart van juf jet Anneke Scholtens en Pauline Oud Zwijsen

Ik ben de voet, en ik loop heel goed.

Johan van Caeneghem. Het Schemerhuis

Start: Welk dier hoort bij...?

Blok 1. Groep 4. Signaaldictee

Schaapje Schaap woont op de weide samen met Nina en Osto.

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

Mondeling Nederlands. Cursus 2 Module 4. Dag 1

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer

mei 2014 vanaf 4 jaar tekst: Judith Nieken muziek: Ton Kerkhof Vogeltje, vogeltje - BVP Hint Music 2014

Het feest van de olifant

Leesboekje de seizoenen

Transcriptie:

groep 4 week 1 net- als- woord POES de bek dik dun het hok de kip de mol ik pak de boom de haas laat mee de muur hij eet hij bijt het dier de koe de muis de neus de poes de uil groep 4 week 2 net- als- woord draak de bloem de snuit bruin de spin de draak de stal drie stil de fluit de troep het gras groen knap de slak smal twee ik klap ik krijg ik plaag hij praat

groep 4 week 3 net- als- woord muts als het beest de buurt haast de heks juist kort de laars de lamp meest de mens de mist de muts naast niets ons paars soms hij loopt hij woont

groep 4 week 5 net als wolk met l elf de film de golf half kalf de melk de wolf de wolk ik help met r de arm de berg het dorp erg de jurk de kerk het park warm ik durf ik merk ik werk groep 4 week 6 net als krant dwars de grens de klant de krant de kwast de plant de prins de slurf de staart sterk trots twaalf hij bromt hij brult hij gromt ik klets hij knikt hij krijgt hij snapt hij speelt

groep 4 week 7 net als schaap de schaal het schaap de schaar de schat scheef de schelp scherp het schip de schoen de school schoon de schoot de schurk de schuur ik schaats hij schiet hij schopt het schrift hij schrikt hij schrijft groep 4 week 9 net als feest / vier het feest fris de fiets hij fluit de fles hij fopt de friet de boef de brief ik beef vaak vast veel vier vies de vis vlug hij vliegt hij voelt hij vraagt

groep 4 week 10 net als smoes / ziek slim ik slaap de smoes ik snap snel hij snikt de spin stom eens vals zes ziek zoet de zon zuur zwaar zwart zij zegt hij ziet hij zoekt groep 4 week 11 net als strip de straat strak de strip de struik hij spreekt de arts de helft de herfst de kunst de markt Turks de worst zelfs hij botst hij danst hij harkt hij helpt hij schaatst hij werkt hij zorgt

groep 4 week 13 net als slang bang het ding eng de gang jong groep 4 week 14 net als bank de bank de dank flink de klank het kreng de kring lang de long de ring de pink de plank de stank de vink de slang streng de tang de tong de wang de inkt links hij denkt hij drinkt langs hij brengt hij hangt hij springt hij zingt het klinkt het stinkt hij schenkt

groep 4 week 15 net als wolk arm de berg het dorp de dwerg erg de jurk groep 4 week 17 net als ei het ei de reis de trein het plein de slurf sterk warm de melk de twaalf de eik mei het feit de geit de elf elk de film de golf half het kalf de wei de kei de hei hij helpt hij durft hij werkt de klei het zeil zij breit klein

groep 4 week 18 net als ijs blij bij fijn hij het ijs groep 4 week 19 net als schaap de schaal de schaar de schaats de schat jij kwijt mijn de pijn scheef de schoen de school de schort de rij rijk vijf vrij wij wijs zij zijn hij schenkt hij schept hij schuift hij schijnt hij blijft hij krijgt hij kijkt het schrift het schroeft hij schrijft

groep 4 week 21 net als mooi de kraai saai hij aait hij draait hij kraait het waait hij zwaait het hooi de kooi mooi nooit ooit hij gooit hij strooit groep 4 week 22 net als pech en lucht ach acht toch de bocht zich dicht de pech echt ik lach het licht oei hij bloeit hij knoeit zij loeit hij roeit de lucht de nacht recht slecht de tocht zacht hij bracht hij lacht hij wacht hij zucht

groep 4 week 23 net als strip de angst de borst de helft de kunst laatst langs links rechts hij fietst hij kletst hij verft hij sproet de sprong de straat de straf straks de streep de strik de stroom hij springt groep 4 week 25 net als beer de beer eerst keer meer neer de veer het weer hij leert door de koorts het oor de soort het spoor voor hij hoort de beurt de deur de kleur hij scheurt hij zeurt

groep 4 week 26 net als leeuw de duw ruw schuw uw hij duwt de eeuw de leeuw de meeuw de schreeuw de sneeuw hij schreeuwt het sneeuwt de kieuw nieuw het nieuws groep 4 week 27 net als ei en ijs de geit het ei mei ze reist het sein de prei hij zei de dweil hij dreigt kleinst het krijt het lijf de lijn mij de prijs rijp de rijst stijf de wijn hij hijgt

groep 4 week 29 net- als- woord blauw blauw hij kauwt de pauw gauw nauw de klauw zij snauwt au de snauw flauw groep 4 week 30 net- als- woord kou de fout het hout jou de kou de kous nou stout het zout jouw de mouw het touw de vrouw hij bouwt hij sjouwt hij trouwt hij vouwt ik hou hij wou hij zou

groep 4 week 31 net- als- woord feest, vier smoes, ziek het fruit de vacht lief vals straf verf hij geeft vlug vuist hij vecht groep 4 week 33 net- als- woord driehoek de afspraak opnieuw daarin opzij de driehoek piepklein ervoor rechtop de glimlach het vierkant de sjaal de stem hij stopt hij sist hoeveel het kunstwerk maandag omhoog de onzin de zeep zelf de zus de zwaan hij zegt hij zorgt vrijdag zestien zichzelf de zijkant zondag

groep 4 week 34 net- als- woord begin het begin het bezoek hij bedenkt hij bedoelt hij begrijpt hij bekijkt groep 4 week 35 net als beer alweer het geweer de heer de peer het onweer het verkeer weer de ijsbeer het gedicht het geluk gemeen genoeg gewoon het gezicht hij gebruikt hij geniet daardoor doordat vooraan vooral voorbij voordat de voorpoot waarvoor het verdriet het verhaal het verschil hij versiert hij vertelt hij verzint de voordeur het gebeurt hij kleurt hij smeert