adviesnota de doelstelling m.b.t. de hogeronderwijsmobiliteit

Vergelijkbare documenten
adviesnota de doelstelling m.b.t. de hogeronderwijsmobiliteit

tussentijdse adviesnota - aanbeveling

Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER


Windows of Opportunity

KA 1 Credit Mobility Hoger Onderwijs. Joy Plokker

13/10/2014. Erasmus + Waarom exchange?

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

Erasmus Mobiliteitsproject van de EU en andere exchange mogelijkheden pag. 1

Mobiliteitsactieplan

ERASMUS+ Stages. april 2015

Opleidingsgebonden aanvullingen OER Lerarenopleidingen Kempen

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

Het hoger onderwijs verandert

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement

Overzicht... 2 Inleiding... 3 Inkomende diplomamobiliteit... 4

Indeling hoger onderwijs

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement

Mobiliteit: Stage en placements

Handleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen

Deel 4 PERSONEEL. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs Hogescholenonderwijs

Handleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN

Jaarlijks wordt er een lijst van deze bilaterale akkoorden met partnerinstellingen bekendgemaakt.

1.4. Studentennummer: de persoonlijke studentencode vermeld in de databank van de instelling.

Handleiding Mobility Online online application Erasmus Study

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

Voor wie is het leerkrediet (en dus deze folder)?

S T U D E N T E N O V E R E E N K O M S T S T U D I E ( S M S )

Ouderinfo-avond Flexibel hoger onderwijs: creditsysteem en studievoortgangsbewaking

Reglement internationale reizen en verblijven

Generieke Beurzen buiten Europa Academiejaar Informatie voor studenten van Universiteit Gent

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk

<^ ^- Onverminderd de interuniversitaire overeenkomst die de samenwerking tussen de K.U.Leuven en de K.U.Brussel

Externe mandatenlijst ( )

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING. Stuk 460 ( ) Nr. 5. Zitting november OND

Uitwisselingsprogramma s Politieke Wetenschappen

Financiering van het Hoger Onderwijs in Vlaanderen

Ieder advocaat stelt vrij zijn jaarlijks vormingsprogramma samen. Het volgen van activiteiten van permanente vorming levert punten op.

Handleiding Mobility Online online application Erasmus Placement

Erasmus+ onderneem je zelf

READY FOR TAKE OFF BUITENLANDSE STAGE EN STUDIE

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS

LEARNING AGREEMENTS VOOR DUMMIES. Mobility Office KU HUB Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen

H O G E R O N D E R W I J S in beeld

Personeel. Deel 4. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs Hogescholenonderwijs

Handleiding Mobility Online online application Erasmus Placement

STAGEREGLEMENT WERKPLEKLEREN FBO

ERASMUS+: HOGER ONDERWIJS OPROEP 2016 HANDLEIDING KERNACTIE 1 INDIVIDUELE LEERMOBILITEIT

betreffende het Onderwijs XXIII

Handleiding Mobility Online online application Non-Erasmus Placement

Handleiding Mobility Online online application Non-Erasmus Study

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Handleiding Mobility Online Erasmus Study-Erasmus Belgica Study-Non Erasmus Study

Brussel, 18 februari _Advies_studiefinanciering_HO. Advies. Studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs

Studiegelden : raad van bestuur B1565/165/

Deliberatiebijeenkomsten van de School of Arts. A. SITUERING

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

Kiesreglement verkiezingen

Reglement voor internationaal reizen en verblijven Avans Hogeschool

STUDIEGIDS A-LEVEL BACHELOR (HONS) VISUAL COMMUNICATION

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten en cursisten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

VR DOC.0178/1

Vraag nr. 41 van 17 oktober 2012 van LODE VEREECK

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Internationale trajecten gids door procedure en aanbod. 16 oktober 2018

Handboek Mobiliteit van studenten uit het hoger onderwijs tussen de drie Gemeenschappen van België

Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen (FBD) Stappenplan en voorwaarden studieverblijf in het buitenland

VIRTUELE MOBILITEIT: EEN ALTERNATIEF VOOR OF EEN AANVULLING OP FYSIEKE MOBILITEIT?

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

De drietrapsraket internationale stages in de lucht: Academy for Leisure, NHTV Breda

Verder studer e n. Zoek de zeven verschillen: bachelor en master

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

Leerkrediet

Handleiding Mobility Online Erasmus Placement - Erasmus Belgica Placement - Non Erasmus Placement

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden.

In de meeste gevallen moet uw kind een taaltest afleggen. Een vrijstelling hiervan is in sommige gevallen mogelijk, wanneer:

Studentenmobiliteit door standaardisering

UITWISSELING IN EUROPA

GIT regels

Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK)

Provinciaal reglement inzake de subsidiëring van internationale onderwijs-, stage- en onderzoekservaringen

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven

Glossarium praktijkcomponent lerarenopleiding 27 oktober inter-enw-werkgroep

Your Future Awaits You

Advies over het 'networks of European Universities'- initiatief van de Europese Commissie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Erasmus (infosessie voor geselecteerde studenten) Liesbeth Oeyen Instellingscoördinator Erasmus

Prof. dr. Katrien Antonio 3 april 2019

Erkenning en omzetting studieresultaten

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

IV. AANVRAAG STAGE OF STUDEREN IN HET BUITENLAND

Handleiding Mobility Online Online application Erasmus Study/ Erasmus Belgica Study/ non-erasmus Study

EQF Level 5 in Vlaanderen. dr. ir. Toon Martens, algemeen directeur University College Leuven-Limburg Voorzitter HBO5-platform Vlaanderen

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

Transcriptie:

adviesnota de 20-20-doelstelling m.b.t. de hogeronderwijsmobiliteit definities en criteria die gebruikt worden om de studentenmobiliteit te meten en te registreren 1/7

Situering Het Leuven / Louvain-la-Neuve Communiqué, april 2009, stelt dat in 2020 minstens 20 % van de afgestudeerden in de Europese hogeronderwijsruimte een studie- of stageperiode in het buitenland achter de rug moet hebben. De interpretatiewijze van de 20-20-doelstelling roept vragen op. Er is geen praktische richtlijn beschikbaar om vast te stellen wat onder deze doelstelling valt, en hoe kan bepaald worden of de richtlijn gehaald wordt, of niet. De verwarring hieromtrent is groot. Er wordt, op het niveau van de raad van bestuur van Flamenco vzw (Flanders Agency for Mobility and Cooperation in Higher Education) aangedrongen op overleg op Vlaams niveau om de concrete modaliteiten vast te leggen. Flamenco-werkgroep Tijdens de vergadering van de raad van bestuur van Flamenco van 25 januari 2011 wordt een werkgroep ingesteld om inzake de praktische modaliteiten betreffende de 20-20-doelstelling rond studentenmobiliteit in het hoger onderwijs, een advies te formuleren. De leden van de werkgroep zijn: Valère Meus, Universiteit Gent, voorzitter ; Bart Hendrickx, Katholieke Universiteit Leuven ; Jean-Pierre Roose, Erasmushogeschool (tot september 2011) ; Kristien Bauwens, XIOS Hogeschool ; Magalie Soenen, departement Onderwijs & Vorming ; Bernadette Allaert, Flamenco. De eerste versie van de adviesnota wordt goedgekeurd door de raad van bestuur van Flamenco tijdens de vergadering van 10 mei 2011. De nota wordt voor commentaar aan de hogeronderwijsinstellingen gestuurd. Er werden 8 reacties ontvangen en 1 vanwege het secretariaat voor Universitaire Ontwikkelingssamenwerking (VLIR-UOS). Tijdens een overleg van de werkgroep op 28 november 2011 worden de commentaren besproken en in de nota geïntegreerd. De indeling van de nota wordt geoptimaliseerd. Voorliggend advies werd goedgekeurd door de raad van bestuur van Flamenco op 24 januari 2012. Voorliggende documenten Leuven / Louvain-la-Neuve Communiqué, april 2009, Benchmarking 20 % mobility: summary, 12 februari 2010, Advies over studentenmobiliteit, Vlaamse Onderwijsraad, raad Hoger Onderwijs, 24 juni 2010. 2/7

Definities In de context van deze adviesnota worden de kernbegrippen als volgt gedefinieerd: Mobiliteit: Credit mobility, zowel binnen als buiten Europa. Het verwerven van een opleidingsonderdeel, of een deel van een opleidingsonderdeel in het buitenland, inclusief bachelorproef, thesis, scriptie, masterproef, eindwerk, stages, veldwerk, enz. in de mate dat deze deel uitmaken van het curriculum. Dat wil zeggen: in de mate dat deze expliciet gevalideerd worden binnen de opleiding en er een evaluatiedocument (dus niet noodzakelijk een cijfer) wordt opgesteld door de ontvangende organisatie. Projecten in het kader van initiatieven als Internationalisation @ home worden niet als mobiliteit beschouwd. Gevalideerd: geldig verklaard, goedgekeurd, academisch erkend (valideringsdocument: zie verder). Opleiding: een samenhangend geheel van georganiseerde scholings-, trainings- en vormingsactiviteiten na afloop waarvan een diploma uitgereikt kan worden en een graad verleend. Headcount: de telling, per studiegebied, van de individuele student. Modaliteiten en criteria voor meten en registreren Voorliggend advies spreekt over credit mobility wanneer een student op individuele basis, per studiecyclus minimum 15 credits heeft verworven of minder dan 15 credits heeft verworven tijdens een verblijf in het buitenland van 3 onafgebroken maanden. Toelichting Credits die op basis van een collectieve studiereis naar het buitenland zouden worden toegekend, worden niet meegeteld. Volgende studiecycli worden onderscheiden: Ba, Ma, Ph D. Wanneer een creditsysteem is geïmplementeerd zal HBO5 in deze bepaling worden ingeschreven. Voorliggend advies maakt een onderscheid tussen (1) de Europese richtlijnen, waarbij studentenmobiliteit (tot nu toe) reeds wordt geteld vanaf 1 in het buitenland verworven credit 1, en (2) de Vlaamse richtlijn waarbij studentenmobiliteit wordt geteld vanaf 15 in het buitenland verworven credits (of minder wanneer het verblijf in het buitenland 3 onafgebroken maanden betreft). 1 Er werd vernomen dat de Europese richtlijn zou worden aangepast. Vanaf 1 in het buitenland verworven credit zou worden vervangen door: vanaf 15 in het buitenland verworven credits. Op het moment van eindredactie van voorliggende nota is deze richtlijn nog niet formeel goedgekeurd. 3/7

Het aantal credits wordt conform dit advies vastgelegd op 15 (of minder in een periode van 3 onafgebroken maanden) om reden van relevantie. Hiermee wordt aangegeven dat de buitenlandervaring een zekere diepgang en duur dient te hebben, en sporadische en heel korte verblijven in het buitenland niet apart als mobiliteitseenheden kunnen worden geteld. Bovendien stemt dit in de praktijk overeen met de 3 onafgebroken maanden zoals vereist voor uitwisselingen door het LLP-programma (Erasmus). De uiteindelijke toekenning van de credits gebeurt door de thuisinstelling op basis van de nodige documenten. Voorwaarden: 1. Er wordt op het niveau van de instelling een learning agreement opgesteld. 2. De instelling legt vast welke credits internationaal verworven zijn. 3. De in het buitenland verworven credits dienen gevalideerd te worden binnen het curriculum aan de thuisinstelling. Toelichting Er wordt aanbevolen om eenvormige standaarddocumenten op te stellen, teneinde de administratieve ontsluiting af te stemmen en een beheersbaar en overzichtelijk management te implementeren (zie eindconclusies). Wat de validering betreft dient een academisch valideringsdocument in het dossier van de student beschikbaar te zijn. Het academisch valideringsdocument kan zijn: transcipt of records, creditattest, transcipt of work placement. De registratie van de gegevens dient te gebeuren voor elke studiecyclus (Ba, Ma, Ph D) afzonderlijk. Echter, een cumulatief systeem wordt ingebouwd. Dat wil zeggen: Wanneer een student in de bacheloropleiding geen 15 mobiliteitscredits heeft behaald, wordt de telling voortgezet op het niveau van de master, op voorwaarde dat de bachelor- en masteropleiding hetzelfde studiegebied betreffen. Wanneer de student wel 15 mobiliteitscredits heeft behaald in de bachelor, dan start de telling opnieuw op het niveau van de master. Dit principe geldt ook wanneer de student tijdens het studietraject van hogeronderwijsinstelling verandert. Toelichting Ba-na-Ba en Ma-na-Ma worden respectievelijk geteld onder de headcounts als onderdeel van hun cyclus Deze telling wordt ingebouwd als stimulans voor de student om alsnog 15 credits te behalen. Alle internationaal verworven credits worden als eenheden geregistreerd. In de structuur van de databank dient een hiërarchie te worden ingebouwd teneinde cumulatieve en beleids- of keuzespecifieke tellingen (optelsommen) mogelijk te maken (schema: zie bijlage). Deze registratiehiërarchie dient te worden uitgewerkt en aangevuld met eenheden en cluster- en optelmodaliteiten. Een dergelijke vorm van registratie maakt het mogelijk om de gegevens over de Vlaamse studentenmobiliteit gedetailleerd bij te houden, en statistische analyses op te stellen die doelgroep- en beleidsgericht kunnen worden geannoteerd. 4/7

Mobiliteit wordt gemeten (1) op het moment van de vraag van de meting; (2) bij het aantal net afgestudeerden binnen de respectieve studiecycli. Voorbeeld: voor een stand van zaken in 2012 wordt gemeten bij de afgestudeerden van het academiejaar 2010 2011. Specifieke modaliteiten Stages Dezelfde modaliteiten als voor studiemobiliteit zijn van toepassing. De stage moet integraal deel uitmaken van het curriculum en apart opgelijst worden met vermelding van het aantal credits. Er wordt een stagecontract (training agreement) opgesteld door beide organisaties en een evaluatiedocument door de ontvangende organisatie. Stages worden niet meegeteld als mobiliteit wanneer er geen formeel akkoord is met de ontvangende instelling. Er dient naar gestreefd te worden om alle stages te koppelen aan te verwerven credits. Hoger kunstonderwijs Het hoger kunstonderwijs kent specifieke vormen van mobiliteit: workshops, buitenlandse opdrachten, masterclasses, enz. Dergelijke verblijven in het buitenland worden, onder dezelfde voorwaarden als hier boven vermeld meegeteld. Er is dus een academische validering binnen het studietraject nodig. PhD s Voor PhD s gelden dezelfde voorwaarden als boven vermeld, echter met volgende specificatie: het verblijf in het buitenland heeft een minimumduur van 3 maanden, aaneensluitend. Shuttle exchange Shuttle exchange betreft de mobiliteit van een student die parttime (vb. één dag per week) les volgt in een buitenlandse instelling, zonder echter effectief in het buitenland te verblijven (vb. grensregio s). Deze vorm van mobiliteit wordt meegeteld conform de beschreven voorwaarden. Vlaanderen - Wallonië De studentenmobiliteit tussen Vlaanderen en Wallonië wordt meegeteld conform de beschreven criteria en voorwaarden. Europa telt regionale mobiliteitsbewegingen niet mee. Deze telling gebeurt dan ook vanuit Vlaams perspectief, teneinde te beschikken over voldoende cijfer- en referentiemateriaal om statistische analyses, inclusief inhoudelijke annotaties, te kunnen opstellen. 5/7

Joint degrees Joint degrees worden, conform de gedefinieerde voorwaarden, meegeteld wanneer deze uitgaande mobiliteit vanuit de eigen instelling meebrengen. Degree mobility De problematiek van degree mobility dient op Europees niveau geregeld te worden. In Vlaanderen zullen bevoegde instanties (hogeronderwijsinstellingen, overheid en agentschappen) de gegevens verzamelen en, conform de instructies, ter beschikking stellen. Algemene aanbevelingen, opvolging en vervolginitiatieven Centrale databank Eén centrale Vlaamse databank voor het bijhouden van studentenmobiliteit dient opgezet (uitgebouwd) te worden. De gegevens worden ingevoerd door de hogeronderwijsinstellingen. Alle gegevens worden bijeengebracht in een centrale mobiliteitsdatabank. Alle vormen van mobiliteit dienen, zowel wat betreft locatie als wat opleidingsaspect betreft, geregistreerd te worden, dat wil zeggen: o mobiliteit binnen en buiten Europa, o mobiliteit m.b.t. studie, stage en / of onderzoek. Per student moet het mogelijk zijn om de studiecycli (Ba, Ma, Ph D) apart en cumulatief, te volgen. D.w.z.: de loopbaan van één student dient te kunnen worden gevolgd. Voor de telling zijn niet de credits het uitgangspunt maar de headcount. Conform de Vlaamse richtlijn blijft het dus mogelijk om de cijfers van aaneensluitende bachelors en masters als 1 opleiding te beschouwen. Ook de mobiliteit binnen onderdelen van opleidingsonderdelen moet kunnen worden geregistreerd (zie schema als bijlage). De op te zetten en te ontwikkelen databank is geïntegreerd in of gekoppeld aan bestaande databanken. Vervolginitiatieven De Flamenco-werkgroep adviseert om een overlegplatform samen te stellen om de uitvoeringsmodaliteiten van het advies uit te werken, te adviseren en te begeleiden. De uitvoeringsmodaliteiten betreffen o.a.: Formuleren van adviezen m.b.t. de structuur van de databank. Formuleren van adviezen m.b.t. de integratie van de databank in de bestaande structuren. Adviseren in functie van het opzetten van een maximale registratietool om ook andere aspecten van het werkveld Internationalisering te ontsluiten: vbn. Internationalisation @ home, Leonardo, Opstellen van uniforme documenten voor alle instellingen Adviseren van workflows en het ontwikkelen van managementtools teneinde de administratieve opvolging optimaal en efficiënt te organiseren. 6/7

Bijlage: schema telhiërarchie databank head (student) studiegebied A Bachelor Master Ph D stage veldwerk opleidingsonderdeel a opleidingsonderdeel b bachelorproef Ba-na-Ba opleidingsonderdeel a opleidingsonderdeel b masterproef Ma-na-Ma deel 1 van opleidingsonderdeel a deel 2 van opleidingsonderdeel a deel 1 van opleidingsonderdeel b deel 2 van opleidingsonderdeel b deel 1 van opleidingsonderdeel a deel 2 van opleidingsonderdeel a deel 1 van opleidingsonderdeel b deel 2 van opleidingsonderdeel b studiegebied B 7/7