Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = 168.480 en Y = 448.450



Vergelijkbare documenten
De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y =

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y =

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Ons Kenmerk: IBZ7339. Versie. Definitief. Datum: 1 mei Kopiën aan:

De winlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging

Geohydrologisch advies bestemmingsplan Clarenburg 1 te Leusden

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Stromingsbeeld Rotterdam

Gemeente Leiden Ingenieursbureau ing. J.E.M. Vermeulen. Postbus PC LEIDEN. 1 Inleiding

2. KORTE TOELICHTING EERDERE ONDERZOEKEN

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

De globale locatie van het energieopslagsysteem is ca. X = en Y =

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering

Ontwerp besluit ingevolge de Grondwaterwet / Verordening Waterhuishouding Limburg 1997

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering

Bemalingsplan Aanleg extra trapopgang Oostlijn te Amsterdam

In de ondergrond kunnen zettingsgevoelige lagen aanwezig zijn. Houd u hier rekening mee in de uitvoering.

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Watervergunning. Overwegingen. Aanhef

Voor het onttrekken van grondwater tijdens funderingsherstel ter hoogte van De Lairessestraat 15 in Amsterdam.

De globale locatie van het energieopslagsysteem is ca. X = en Y =

voor het onttrekken van grondwater op de locatie Eerste Helmersstraat 130 in Amsterdam.

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017

Watervergunning. De te onttrekken hoeveelheid grondwater wordt geraamd op maximaal 23 m 3

Besluit ingevolge de Grondwaterwet / Verordening Waterhuishouding Limburg 1997

Watervergunning. Overwegingen. Aanhef

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

Grondwatereffectberekening Paleis het Loo. 1. Inleiding. 2. Vraag. Datum: 16 september 2016 Goswin van Staveren

voor het onttrekken (en retourbemalen) van grondwater op de locatie Keizersgracht 27 D in Amsterdam.

1 Inleiding en projectinformatie

OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GODI EN VEcHTSTREEK

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

Verslag bewonersavond 24 november 2016

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

Geohydrologische effecten afgraven voorland en terugstorten in diepe delen Gijster

Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur. Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012

Freatische bemaling fundatie brug over de Gaasp (KW022)

Freatische bemaling fundaties bestaande brug over de Gaasp (KW022) fase 2

Algemene regels vrijstelling vergunningplicht onttrekken van grondwater Keur waterschap Vechtstromen

voor het onttrekken van grondwater tijdens funderingswerkzaamheden en de bouw van een kelder ter hoogte van Andrea Schelfhoutstraat 39A/B in Amsterdam

Perspectief. Antoon Minten Specialist Milieutechniek Ingenieursbureau Utrecht (IBU)

NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08

In deze memo beschrijven wij de bestaande situatie en de omgang van het vuil- en regenwater binnen het plan.

Duiker Lelylaan. Bemalingsadvies. Auteur(s) A.R. Jongerius. Opdrachtgever Grond & Ontwikkeling. Contactpersoon A.R. Jongerius Ingenieursbureau

Bemalingsadvies. Gracht Wim Noordhoekkade IJburg Watergang fase 2 te Amsterdam

nieuwbouw Kantoor- en trainingsgebouw (project P ) op Vliegbasis Volkel

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Watervergunning. Overwegingen. onder nummer

Bijlage. 5 Onderzoeksmethodiek

Voorschriften Met oog op de in artikel 2.1 van de Waterwet genoemde doelstellingen zijn aan deze vergunning de volgende voorschriften verbonden:

Watervergunning. Overwegingen

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

Bemalingsadvies de Boelelaan Oost

EFFECTEN PEILVERHOGING watergang langs het voormalige DEK terrein nabij Oostersingel en Vlietsingel te MEDEMBLIK

REVIEW FUGRO EN WARECO

Notitie. Karla Kampman (gemeente Delft) Pepijn Abink Spaink (gemeente Delft) Gerard Bloemhof (gemeente Delft) Aanleiding

Bestemd voor : Van Dun advies B.V., t.a.v. de heer P. Monster, Dorpsstraat 54, 5113 TE ULICOTEN. Van : ing. G. Spruijt Paraaf :

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

De globale locatie van het energieopslagsysteem is ca. X = en Y =

DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL

Bemalingsadvies Kade bij Amstel Hotel

Kloosterstraat. Loon op Zand. Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf SAB. juli 2009 concept

Doetinchem, 21 juli 2014

Watervergunning : WV Datum : 9 juni 2016 Documentnummer : Case nr.

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Watervergunning. waterschapscheldest romen. Aanhef

ijmegen Datum besluit: Nummer besluit: Locatiecode: NM Adres: Waterstraat in NIJMEGEN Melder: Gemeente Nijmegen

Modelberekeningen. 1 Geohydrologische berekeningen

1 Inleiding Aanleiding Doel Gebruikte gegevens 4

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

Watervergunning AANHEF OVERWEGINGEN

Inventarisatie wateraspecten Haringbuys te Bloemendaal. Rapport. Uitgebracht aan: Gemeente Bloemendaal Postbus AE OVERVEEN

BUREAUSTUDIE FASE 1 BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD EN VREGELINKSHOEK WATER

Fugro GeoServices B.V. Hydrologie. BK Bodem bv T.a.v. de heer E. van der Most Koraalrood SB ZOETERMEER :

INHOUD blz. FIGUREN TABELLEN

Tussen Theis en Hantush

(ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming

De globale locatie van het energieopslagsysteem is ca. X = en Y =

Ontdek de ondergrond. 3D informatie toegepast in het veenweidegebied Roula Dambrink, Jan Stafleu

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

Formatie Samenstelling Geohydrologische betekenis mv. tot 5 Nuenen Groep fijn en matig fijn zand,

In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken bij de waterhuishouding van het project Ceres te Bemmel.

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

MEMO. winkelcentrum Leidsenhage. Hoogheemraadschap van Rijnland. Gijsbert van Heest

De globale locatie van het energieopslagsysteem is ca. X = en Y =

De locatie is volgens de Keurkaart grondwater gelegen in een kwetsbaar gebied en in een gebied met een zoetwatervoorkomen.

Voorontwerp infiltratievoorzieningen en RWA- leidingen

Transcriptie:

Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het bouwrijp maken van deelgebied De Buurtstede te Veenendaal. Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = 168.480 en Y = 448.450 1. Beschrijving van het werk Veenendaal-Oost wordt bouwrijp gemaakt. Deze nieuwbouwwijk is gelegen in het noordoosten van Veenendaal en wordt begrensd door de A12 (noord), de Dragonderweg (oost), Rondweg-Oost (west) en het Valleikanaal (zuid). Veenendaal-Oost bestaat uit drie deelgebieden. Deze vergunning heeft betrekking op het bouwrijp maken van deelgebied De Buurtstede. De Buurtstede heeft een bruto oppervlak van 42,8 ha en kent vier buurtschappen: De Ontmoeting, De Hoven, De Straten en De Erven. De Hoven en De Straten zullen als eerste bouwrijp gemaakt worden, daarna volgen De Ontmoeting en De Erven. In het hele gebied worden riolering, kademuren en kunstwerken aangelegd. Het aan te leggen riool bestaat uit een DWA-riool (droogweer afvoer) met een diameter van Ø200 tot Ø315 mm en een RWA-riool (regenwater afvoer) met een diameter van Ø315 tot Ø500 mm. Beide rioolbuizen worden (daar waar mogelijk) in dezelfde sleuf aangelegd. Langs sommige trajecten worden gelijktijdig een PE Ø125 mm persleiding in de sleuf aangebracht. In tabel 1 zijn de werkzaamheden samengevat. Tabel 1. Afmetingen en ontgravingsniveaus Rioolonderdeel Lengte rioolbuis of boorkuip (in m) Ontgravingsniveau (m t.o.v. NAP) Ontsluitingsweg Riolering 430 (RWA) +3,9 tot +4,6 De Hoven Riolering 2.750 (DWA) 3.050 (RWA) +2,3 tot +4,4 Kademuren; type B, C en D ca. 950 bij 2 (totaal) +3,0 Kunstwerken; 3A, 5A, 5B, 6 ca. 20 à 30 x 5 (per stuk) +3,0 De Straten Riolering De Ontmoeting Riolering 1.800 (RWA) 2.100 (DWA) 1.580 (DWA) 2.215 (RWA) +3,2 tot +4,4 +2,9 tot +4,3 Kademuren ca. 170 x 2 (totaal) +3,0 Kunstwerk 3B / 4 ca. 20 à 30 x 5 (per stuk) +3,0 De Erven Riolering 2.620 (RWA en DWA) +3,3 tot +4,4 2. Bodemopbouw en geohydrologie In tabel 2 is een bodemschematisering van het gebied gegeven. Het gemiddelde maaiveldniveau is NAP +5,5 m (ca. NAP +5,87 m à +5,21 m). Ten behoeve van het bouwrijp maken wordt het terrein met ca. 0,5 m zand opgehoogd. 1

Tabel 2. Geohydrologische schematisering bodem Diepte (m t.o.v. NAP) Aard bodemmateriaal +5,5 tot -5,5 ZAND, uiterst fijn tot matig grof, klei- en veenlagen Geohydrologische betekenis Eerste watervoerend pakket 1A -5,5 tot -8,0 KLEI, VEEN, zandige tussenlaag Waterremmende tussenlaag (Eem) -8,0 tot -25,0 ZAND, matig grof Eerste watervoerend pakket 1B -25,0 tot -33,0 KLEI en ZAND, zeer fijn Eerste waterremmende laag -33,0 tot -100,0 ZAND, matig grof tot zeer grof, matig grindig, kleibrokken Tweede watervoerend pakket In het eerste watervoerende pakket 1A wordt ondiep op een diepte tussen ca. NAP +3,2 en +1,2 m een sterk zandige leemlaag aangetroffen met een dikte variërende tussen 0,2 m en 0,9 m. Elders in het eerste watervoerende pakket 1A komen meerdere waterremmende lagen voor. Geohydrologie Veenendaal ligt in de Gelderse Vallei. Het gebied ligt in een kwelgebied. Het opkwellende water is afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe en wordt via het oppervlaktewaterstelsel (sloten) uit het gebied afgevoerd. Het peil van het oppervlaktewater in de toekomstige situatie wordt NAP +5,0 m. Grondwaterstanden en stijghoogten De gemiddelde freatische grondwaterstand in het bovenste deel van het eerste watervoerend pakket is ca. NAP +5,1 m (MV -0,4 m) en varieert tussen NAP +4,9 m en +5,2 m. De stijghoogte van het grondwater in het onderste deel van het eerste watervoerende pakket bedraagt gemiddeld NAP +5,3 m en varieert tussen NAP +5,1 m en +5,4 m. 3. Bemalingsaspecten De ontgravingsniveaus bevinden zich beneden de freatische grondwaterstand in het eerste watervoerende pakket 1A. Om de werkzaamheden in den droge uit te kunnen voeren is een tijdelijke verlaging van de grondwaterstand noodzakelijk. De benodigde verlagingen zijn gegeven in tabel 3. Hierbij is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: ontgravingniveaus zoals gegeven in tabel 1; maatgevend hoge stijghoogte : NAP +5,2 m; drooglegging : 0,50 m. Verlagingniveau Tabel 3. Benodigde verlagingen Onderdeel Ontgravingsniveau Benodigde verlaging (m t.o.v. NAP) 1 (m t.o.v. NAP) (m) Ontsluitingsweg Riolering +3,9 tot +4,6 +3,4 tot +4,1 1,1 tot 1,8 De Hoven Riolering +2,3 tot +4,4 +1,8 tot +3,9 1,3 tot 3,4 Kademuren +3,0 +2,5 2,7 Kunstwerken +3,0 +2,5 2,7 De Straten Riolering +3,2 tot +4,4 +2,7 tot +3,9 1,3 tot 2,5 2

- vervolg tabel 3 - De Ontmoeting Riolering +2,9 tot +4,3 +2,4 tot +3,8 1,4 tot 2,8 Kademuren +3,0 +2,5 2,7 Kunstwerken +3,0 +2,5 2,7 De Erven Riolering +3,3 tot +4,4 +2,7 tot +3,9 1,3 tot 2,7 Onttrekkingssysteem De te onttrekken hoeveelheid grondwater en de effecten van de onttrekking op de omgeving dienen zoveel mogelijk te worden beperkt. De verlagingen kunnen daarom het best worden gerealiseerd met behulp van horizontale drains welke niet dieper worden aangelegd dan 1,5 m beneden het ontgravingsniveau. Tijdens de aanleg van de kademuren zal een open bemaling met vuilwaterpompen in bedrijf zijn om de drainage te ondersteunen. Berekening waterbezwaar Het waterbezwaar is stationair berekend met het grondwaterstromingsprogramma MicroFem. Hierbij is uitgegaan van de geohydrologische parameters zoals gegeven in tabel 4. Tabel 4. Geohydrologische parameters Diepte (m tov NAP) Geohydrologische betekenis Geohydrologische parameters (dagen) (m 2 /dag) +5,5 tot -5,5 Eerste watervoerend pakket 1A 125-5,5 tot -8,0 Waterremmende tussenlaag (Eem) 400 75-8,0 tot -25,0 Eerste watervoerend pakket 1B 200-25,0 tot -33,0 Eerste waterremmende laag 8.000 In tabel 5 zijn de maximaal berekende onttrekkingshoeveelheden weergegeven. Hierbij is er vanuit gegaan dat verschillende onderdelen gelijktijdig worden aangelegd. Tabel 5. Onttrekkingshoeveelheden Onderdeel Benodigde verlaging (m) Maximale debiet (m 3 /uur) Duur (weken) Debiet totaal (m 3 ) Ontsluitingsweg Riolering 1,1 tot 1,8 45 3 22.000 totaal: 3 22.000 De Hoven Riolering 1,3 tot 3,4 45 3 22.000 Kademuren 2,7 45 63 476.000 Kunstwerken 2,7 30 35 176.000 Open bemaling - 40 35 181.000 totaal: 101 855.000 De Straten Riolering 1,3 tot 2,5 90 2 30.000 totaal: 2 30.000 3

- vervolg tabel 5 - De Ontmoeting Riolering 1,4 tot 2,8 90 10 151.000 Kademuren 2,7 45 10 75.000 Kunstwerken 2,7 30 10 50.000 Open bemaling - 40 10 30.000 totaal: 30 306.000 De Erven Riolering 1,3 tot 2,7 90 11 166.000 totaal: 11 166.000 Gezien de tijdsdruk op het werk, zullen de werkzaamheden zoveel mogelijk tegelijkertijd worden uitgevoerd. Om de effecten op de omgeving te beperken mag niet meer dan 355 m 3 per uur worden onttrokken. Deze maximale onttrekkingshoeveelheid zal naar verwachting gedurende 2 weken onttrokken worden t.b.v. de aanleg van de riolering in de ontsluitingsweg, kademuren en kunstwerken in De Hoven en de riolering in De Straten. In totaal zal over een periode van maximaal 36 weken 1.314.600 m 3 worden onttrokken. 4. Gevolgen van de grondwateronttrekking voor de omgeving Als gevolg van de onttrekkingen zal de grondwaterstand in de nabije omgeving tijdelijk worden verlaagd. Deze grondwaterstandsverlagingen kunnen effecten hebben op bij het grondwater betrokken belangen. Op de grootte van de verlagingen en de effecten hiervan op de omgeving wordt hieronder nader ingegaan. Berekende verlagingen Om de maximale effecten te kunnen beoordelen zijn de verlagingen bepaald bij een maximale onttrekking van 355 m 3 /u verdeeld over de verschillende buurtschappen. De maximale onttrekkingshoeveelheid per uur op een locatie in deze situatie bedraagt 90 m 3 /u (riolering De Straten). De maximaal berekende verlagingen zijn per locatie weergegeven in tabel 6. Tabel 6. Maximaal berekende verlagingen Afstand tot sleuf (m) 10 25 50 100 150 250 Verlagingen (m) -3,2-2,5-1,3-0,7-0,3 <-0,05 Uit tabel 6 blijkt dat het hydrologisch invloedsgebied waarbinnen de grondwaterstand meer dan 0,05 meter wordt verlaagd ca. 250 m bedraagt. Door het samenvallen van werkzaamheden verspreidt over het gehele te ontwikkelen gebied zal de grondwaterstand in zijn totaliteit over een afstand van 900 m worden verlaagd. Omdat het werk zich snel in het veld verplaatst, wordt niet verwacht dat de stationaire situatie (en dus de maximale verlagingen) zal worden bereikt. Effecten op de omgeving De verlagingen kunnen nadelige effecten hebben op bij het grondwaterbeheer betrokken belangen. Hieronder wordt hier nader op ingegaan. Bebouwing en infrastructuur Een verlaging van de grondwaterstand beneden in het verleden voorgekomen grondwaterstanden kan in zettingsgevoelige lagen (klei en veen) leiden tot een verhoging van de korrelspanning met eventuele zettingen tot gevolg. Aangehouden wordt dat zettingen van 150 mm of meer of een zettingsverhang van 1:300 ter hoogte van bebouwing, leidingen en infrastructuur tot schade kunnen leiden. Schade aan (op staal gefundeerde) bebouwing treedt vooral op als gevolg van verschilzettingen. 4

Het bodemtraject waarover de grondwaterstand wordt verlaagd bestaat grotendeels uit zand. Lokaal komen dunne klei of kleirijke laagjes voor. Op een diepte tussen ca. NAP +3,2 en +1,2 m (MV -2,1 m tot -4,1 m) wordt een sterk zandige leemlaag aangetroffen met een dikte variërende tussen 0,2 m en 0,9 m. De grondwaterstand staat van nature ca. 0,4 m beneden maaiveld. De grondwaterstand moet 1,7 m worden verlaagd alvorens de korrelspanning in de leemlaag op zal gaan lopen. Verlagingen van deze omvang worden alleen bereikt binnen een straal van maximaal 50 m rondom de onttrekkingslocatie. Binnen deze straal komt in dit bouwrijp te maken gebied geen zettingsgevoelige op staal gefundeerde bebouwing voor. De meest nabijgelegen oude bebouwing ligt ca. 150 meter ten zuiden. Er wordt dientengevolge geen schade aan bebouwing verwacht. Ditzelfde geldt voor infrastructuur, kabels en leidingen. Bodemverontreinigingen Het onttrekken van grondwater leidt tot een tijdelijke verandering in de stromingsrichting en -snelheid van het grondwater. Hierdoor kunnen verontreinigingen sneller en in een andere richting worden verplaatst. In het gebied kwamen in het verleden meerdere lokale verontreinigingen voor. Momenteel resteren daarvan alleen nog enkele gedempte sloten. Deze zullen ook worden gesaneerd voordat met bouwrijp maken wordt begonnen. Buiten het werkgebied komen binnen het hydrologisch invloedsgebied voor zover bekend geen mobiele bodemverontreinigingen voor. Landbouw, natuur en stadsgroen Een verlaging van de grondwaterstand kan de vochtvoorziening voor begroeiing nadelig beïnvloeden. Dit kan vooral tijdens het groeiseizoen (medio maart t/m medio oktober) schadelijke gevolgen hebben voor het groeiproces van de begroeiing op en in de directe omgeving van het werkgebied. Landbouw In de omgeving van het bouwrijp te maken gebied komen meerdere landbouwpercelen voor. Dit zijn met name graslanden (voor melkvee) en maïsakkers. Grasland is door de ondiepe beworteling in dit gebied voor het overgrote deel afhankelijk van regenwater en zal daarom naar verwachting geen schade oplopen van de grondwaterstandsverlagingen. De maïsakkers liggen direct ten oosten van de Dragonderweg, nabij De Erven. Maïs wortelt gemiddeld 1,0 m tot 1,7 m diep. De grondwaterstandsverlagingen ter hoogte van het maïsland bedragen maximaal 1,0 m. Met behulp van de HELP tabel is berekend dat de opbrengstderving als gevolg van deze verlaging tijdens het groeiseizoen maximaal 24% zal bedragen. Wanneer (een deel van) de grondwaterstandsverlagingen in het groeiseizoen optreden dient, ter bepaling van de daadwerkelijke grondwaterstandsverlagingen ter hoogte van de akkers, bij iedere maïsakker gelegen binnen 100 m afstand vanaf de oostelijke rand van De Erven en De Straten een peilbuis te worden geplaatst. In deze peilbuizen dient ten tijde van werkzaamheden in De Erven en/of De Straten op elke dinsdag en vrijdag van iedere week de grondwaterstand opgenomen te worden. Indien de grondwaterstand daalt beneden de kritieke waarde van MV -1,2 m, dient overgegaan te worden op watergiften. Dit kan bijvoorbeeld door een deel van het onttrokken water te lozen op de rond de maïsakker gelegen sloten. Het plaatsen van peilbuizen wordt via voorschrift aan de vergunning verbonden, evenals het verrichten van compenserende maatregelen. Natuur Binnen het hydrologische invloedsgebied komt geen verdrogingsgevoelige natuur voor. Stadsgroen Het gebied wordt bouwrijp gemaakt. Er is nog geen stadsgroen aanwezig. Langs de Dragonderweg staan enkele bomen. Deze staan zo dicht op de sloot dat daardoor wordt verwacht dat deze geen verdrogingsschade op zullen lopen. Archeologische waarden Het verlagen van de grondwaterstand brengt zuurstof dieper de bodem in. Dit kan leiden tot schade aan in de bodem aanwezige archeologische waarden (oxidatie). De Archeologische Monumentenkaart (AMK) geeft aan dat er geen archeologische monumenten in de nabije omgeving aanwezig zijn. Op de Indicatieve Kaart voor Archeologische Waarden (IKAW) zijn gebieden van specifieke archeologische 5

waarden aangegeven. Volgens de IKAW bevindt de locatie zich in een gebied met lage waarden. Mede gezien de tijdelijkheid van de ingreep, is uitgebreid archeologisch onderzoek voor deze vergunning echter niet nodig. 6

Bijlage II Voorschriften behorend bij de aan het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost verleende vergunning voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het bouwrijp maken van deelgebied De Buurtstede te Veenendaal. Algemeen 1. De onderkant van het onttrekkingssysteem mag niet dieper worden aangebracht dan MV -6,5 m (NAP -1,0 m); 2. Er mag niet meer grondwater worden onttrokken dan strikt noodzakelijk is, maar in ieder geval niet meer dan 355 m 3 per uur; 3. De grondwaterstand wordt niet verder verlaagd dan strikt noodzakelijk is, maar in ieder geval niet verder dan 0,5 m onder het ontgravingsniveau; 4. De totale grondwateronttrekking duurt niet langer dan strikt noodzakelijk, maar in ieder geval niet langer 36 weken; 5. De start van de onttrekking alsmede wijzigingen van de hoeveelheden dienen twee weken van tevoren of zo spoedig mogelijk daarna aan de afdeling Handhaving, team Bodem, Water en Natuur te worden gemeld; Monitoring 6. Wanneer (een deel van) de werkzaamheden in De Erven en/of De Straten tussen half maart en half oktober worden uitgevoerd dient ter hoogte van alle maïsakkers gelegen binnen 100 m vanaf de oostelijke rand van deze gebieden een peilbuis te worden geplaatst; 7. De grondwaterstand in de onder voorschrift 6 genoemde peilbuizen dient 2 keer per week, te weten elke dinsdag en vrijdag, opgemeten te worden gedurende de gehele periode dat de werkzaamheden in De Erven en/of De Straten worden uitgevoerd. De meetresultaten dienen te worden aangetekend op een door ons aan te leveren meetstaat; 8. Indien de grondwaterstand in de bovengenoemde peilbuizen daalt tot beneden MV -1,2 m, dienen in overleg met ons en de landeigenaar compenserende maatregelen getroffen te worden in de vorm van watergiften om te voorkomen dat de grondwaterstand verder daalt. 9. De in voorschrift 6 bedoelde peilbuizen moeten goed worden onderhouden; Registratie 10. De onttrokken hoeveelheid grondwater wordt gemeten met één of meer watermeters waarvan het type en de plaats van inbouw goedkeuring behoeven van een door ons college aangewezen ambtenaar van de afdeling Handhaving; het tijdstip van goedkeuring dient in overleg met ons college te worden vastgesteld. De watermeters moeten voldoen aan het Meet- en Registratiebesluit (AmvB, 27 augustus 1985, Stb. 531); 11. Elke werkdag dient de stand van de watermeter(s) te worden waargenomen; 12. De stand van de watermeter(s) alsmede de per werkdag en per week onttrokken hoeveelheid grondwater wordt geregistreerd op een door ons college verstrekte meetstaat; 13. Een storing in een watermeter of een noodzakelijke aanpassing daaraan wordt onmiddellijk medegedeeld aan ons college; 7

14. Een watermeter wordt op eerste aanzegging vervangen als aan de goede werking ervan wordt getwijfeld; het bepaalde in voorschrift 11 is bij vervanging van overeenkomstige toepassing; 15. Omstandigheden die op de meting van invloed zijn geweest dienen op de in voorschrift 13 bedoelde meetstaat te worden aangetekend; 16. Gedurende de periode dat meting niet heeft plaatsgevonden wordt de onttrokken hoeveelheid grondwater geschat en op de in voorschrift 13 bedoelde meetstaat geregistreerd; wijkt deze schatting in belangrijke mate af van de hoeveelheid die volgens ons college is onttrokken, dan stellen wij de naar ons oordeel onttrokken hoeveelheid vast; 17. De resultaten van de onder de voorschriften 6 en 8 uitgevoerde peilbuis- en bodemvochtmetingen én de onder voorschrift 11 bedoelde meetstaat worden wekelijks aan ons college toegezonden. 8