Beschikking. Nummer aanvraag: 06-11



Vergelijkbare documenten
Ontwerp-besluit. Nummer: 07-17

1. Vergunningssituatie

Ontwerp Watervergunning

Besluit op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:

Nummer : 17UTP00975 Barcode : *17UTP00975* Ontwerpbeschikking. Het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta;

Ontwerpbesluit op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP. Definitieve wijzigingsbeschikking. Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta;

Ontwerpbesluit op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerp Watervergunning

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

ISG De heer P. Carton Oostpolder XT EEMSHAVEN. Gedoogbeschikking. Geachte heer Carton,

Besluit op grond van de wet verontreiniging oppervlaktewateren

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam.

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

De vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V.

De vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V.

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen. Veranderingsvergunning (nr ) op grond van de Waterwet

De inrichting is gelegen aan De Schans nummers 14 en 16 te Soest, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nummers 5385 en 5387.

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Watervergunning II. De aanvraag met bijlagen deel uit te laten maken van de vergunning; : WV

Besluit lozen buiten inrichtingen

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Acceptatie- en verwerkingbeleid

gezien het verslag van de inspraakprocedure; besluit vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel.

WETTERS KIP F RYSLAN VERGUNNING

1. In te trekken de Afvalstoffenverordening 2016 Dronten 2. Vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening 2019 Dronten

Besluit lozen buiten inrichtingen

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Watervergunning. 1. Aanhef

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

Activiteitenbesluit milieubeheer

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN

HOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Ontwerp Watervergunning

Activiteitenbesluit milieubeheer

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest

Activiteitenbesluit milieubeheer

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING

Besluit lozing afvalwater huishoudens

beschikking omgevingsvergunning Registratienummer:

Besluit lozen buiten inrichtingen

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Afvalstoffenverordening Avri 2016

BIJLAGE 6. Reglement Milieupark Roermond 2017

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Activiteitenbesluit milieubeheer

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016.

ARC ÂÉ~íL `fvlplaar. )z FH. bezoekadres. aanvullende informatie voor de aanvraag verstrekt. postadres Postbus 5006

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

WATERVERGUNNING. Voor het lozen van afvalwater van Land Development Aviation Valley Maastricht N.V. op een zuiveringtechnisch werk

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

Ontwerpbeschikking Waterwet

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I).

Beschikking maatwerkvoorschriften

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER

Theo Beheer BV. Kenmerken project. Groenafval en uitbreiding veegvuil. Verwerkingslocatie Lelystad

Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest besluit op het verzoek tot gedogen van de heer A. Vergeer, Electraweg 3, 9883 TB Oldehove.

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17

Besluit lozen buiten inrichtingen

Besluit lozen buiten inrichtingen

Activiteitenbesluit Milieubeheer

^Ömgevingsd/msŕį Midden- en We»t-Brabant

De volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen:

Besluit lozen buiten inrichtingen

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER

, 1 -- I ; Nummer: '08U006847* Ba rcode: ~lllllilllll!iii!111 ililimill IIIIImill liililil

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14;

Burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal.

Afvalstoffenverordening 2011 van de gemeente Beesel

Omgevingsvergunning. Zaaknummer: O

ECLI:NL:RVS:2007:BB2492

BP Europa SE - BP Nederland. Watervergunning

RAADSBESLUIT 16R şemeente WOERDEN. besluit:

ECLI:NL:RVS:2006:AW1261

Afvalstoffenverordening Avri 2018

Reglement inzake het aanbieden van afvalstoffen op het milieupark te Roermond 2015

St. Annaparochie, 26 november No

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

* * omgevingsvergunningomgevingsvergunning

1 Algemeen. 2 Huishoudelijke afvalstoffen

6. Het bedrijf valt onder de type C inrichtingen van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Gelet hierop is het bedrijf vergunningsplichtig.

Transcriptie:

Beschikking Nummer aanvraag: 06-11 LOZINGSVERGUNNING, OP GROND VAN DE WET VERONTREINIGING OPPERVLAKTEWATEREN, VAN HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP REEST EN WIEDEN AAN MUSSCHE BESTRATINGEN B.V. TE MEPPEL. O V E R W E G I N G E N AANVRAAG - Op 6 juni 2006 heeft De Klinker Milieu Management & Vergunningen te Zutphen namens J. Mussche Beheer B.V. ten behoeve van Mussche Bestratingen B.V. een aanvraag ingediend om een vergunning op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) voor het brengen van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen in de gemeentelijke riolering, onder overlegging van de vereiste bescheiden. - De aanvraag heeft betrekking op het met behulp van 2 werken brengen van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen, afkomstig van Mussche Bestratingen B.V., Setheweg (nummer nog niet bekend) te Meppel, kadastraal bekend gemeente Meppel, sectie I, nummer 633 (gedeeltelijk) in de gemeentelijke (d.w.a.- en r.w.a.-)riolering. - Bij Algemene Maatregel van Bestuur van 4 november 1983 (nadien gewijzigd op 8 mei 1989 en 26 november 1990) zijn categorieën van bedrijven aangewezen als soorten van inrichtingen in de zin van artikel 1, tweede lid en artikel 31, vierde lid van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). - Dit bedrijf behoort tot de aangewezen categorie van bedrijven die afvalstoffen opslaan, behandelen of verwerken. BEDRIJFSSITUATIE EN BEDRIJFSACTIVITEITEN - De aanvraag betreft een nieuw bedrijf. - Het hoofddoel van de inrichting is: 1. Het stallen/opslaan van grondstoffen, materieel en voertuigen ten behoeve van het bestratings- en grondverzetbedrijf. 2. De op- en overslag en be- en verwerking van afvalstoffen die vrijkomen uit eigen werken en van buiten de inrichting afkomstig zijn. - De bedrijfsactiviteiten zijn: 1. aan- en afvoer van bedrijfsafvalstoffen en particuliere afvalstoffen; 2. acceptatie (administratief) en wegen van bedrijf- en particuliere afvalstoffen; 3. lossen en visuele controle van aangevoerde partijen afvalstoffen (niet alle aangevoerde partijen worden gestort); 4. grof uitsorteren van (enkele) aangevoerde afvalstoffen op de sorteer- en/of inspectievloer met behulp van een sorteerkraan; 5. overslag en opbulken van afvalstoffen met behulp van de shovel of mobiele kraan; 6. opslag/stalling van volle vrachtwagens van ingezamelde afvalstoffen (op vloeistofdichte vloer); 7. verdichten van afvalstromen met behulp van de shovel, mobiele kraan of een perscontainer; 8. verkleinen van afvalstoffen door middel van shredder (incidenteel snoeihout); 9. verkleinen van afvalstoffen door middel van een mobiele puinbreker. - Het bedrijf verricht zelf sloopwerkzaamheden. Afvalstoffen die daarbij vrijkomen, zoals puin/klinkers, houtafval, metalen en gips worden naar de inrichting getransporteerd. Bij gebouwensloop kunnen ook kunststoffen, textiel, behang, glas en isolatiematerialen vrijkomen. De vrijkomende bouw- en sloopafvalstoffen worden zoveel mogelijk direct doorgevoerd naar erkende verwerkers of eerst naar de inrichting gebracht, waar deze grof worden voorgesorteerd. Afvalstoffen van bedrijven en particulieren kunnen door de ontdoener worden aangeleverd bij de inrichting, maar kunnen ook door uitgezette containers van Mussche worden ingezameld. - Naast bovenvermelde hoofdactiviteiten zijn er de volgende faciliteiten/nevenactiviteiten: Administratieve ondersteunende activiteiten;

Stalling van voertuigen, grondstoffen en (lege) containers; Was- en tankplaats. AFVALWATERSTROMEN EN LOZINGSSITUATIE - Er wordt vergunning gevraagd voor het lozen in de gemeentelijke d.w.a.-riolering, met behulp van 1 werk, van: afvalwater van huishoudelijke aard; afvalwater van de inpandige was- en tankplaats. - Er wordt vergunning gevraagd voor het lozen in de gemeentelijke r.w.a.-riolering van het verbeterd gescheiden rioolstelsel, met behulp van 1 werk, van: regenwater afkomstig van ca. 1.300 m² dakoppervlak van de kantoren, werkplaats en uitsorteerhal; regenwater afkomstig van ca. 11.330 m² verhard oppervlak. Dit is het gehele verhard oppervlak. Op dit terrein vindt de opslag plaats van de ingezamelde afvalstoffen, de lege en de afgesloten volle containers en de opslag van diverse materialen van het bestratingbedrijf. Op dit buitenterrein komt een opslag voor: 1. A- en B-hout; 2. geshredderd hout; 3. kunststof; 4. vlakglas; 5. zand; 6. grond; 7. gebroken en ongebroken puin; 8. snoeihout, hetgeen onder een afdak wordt opgeslagen. - De gemeentelijke r.w.a.-riolering van het verbetert gescheiden rioolstelsel watert af naar de gemeentelijke d.w.a.-riolering met een overstort naar oppervlaktewater, te weten het slotenstelsel op het industrieterrein Oevers D. Dit betekent dat bij geringe neerslaghoeveelheden het regenwater uit de gemeentelijke r.w.a.- riolering wordt afgevoerd naar de gemeentelijke d.w.a.-riolering en bij grotere neerslaghoeveelheden dit r.w.a.-riool overstort naar het oppervlaktewater. Op deze wijze wordt nog circa 70% van de hoeveelheid neerslag afgevoerd via de gemeentelijke d.w.a.-riolering naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie en slechts circa 30% naar het oppervlaktewater. BELEID - Het emissiebeleid van het waterschap Reest en Wieden vindt zijn grondslag in het "Waterbeheerplan waterschap Reest en Wieden 2007-2012". - Het vergunningenbeleid van het Waterschap Reest en Wieden vindt zijn grondslag in de beleidsnota Vergunningenbeleid Wvo. - De beleidsuitgangspunten voor deze bedrijfstak, met betrekking tot de inrichting van de locatie en de behandeling van de afvalwaterstromen, zijn gebaseerd op "best uitvoerbare techniek" (but). - Gezien de aard en omvang van de lozing in de gemeentelijke d.w.a.-riolering is geen immissietoets uitgevoerd. - Om de gevolgen van de lozing via de gemeentelijke r.w.a.-riolering in oppervlaktewater te kunnen beoordelen is er een immissietoets uitgevoerd. Uit de toets is gebleken dat de lozing, onder de gestelde voorschriften, de oppervlaktewaterkwaliteit niet ontoelaatbaar negatief beïnvloedt. - Bij het opstellen van lozingseisen wordt er rekening mee gehouden dat ten aanzien van de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater dient te worden gestreefd naar de basiskwaliteit. EMISSIEBEPERKENDE MAATREGELEN - De was- en tankplaats is inpandig, waardoor geen lozing van verontreinigd regenwater kan ontstaan als gevolg van het wassen en tanken van voertuigen. - Het afvalwater van de was- en tankplaats wordt geloosd via een slibvangput en olieafscheider om bezinkbare en opdrijvende bestanddelen te verwijderen. - De inspectie- en uitsorteervloer voor bouw- en sloopafval is inpandig evenals de tijdelijke opslag van bouwen sloopafval, waardoor bij deze activiteiten geen verontreinigd regenwater kan ontstaan. - Uitlogende afvalstoffen, zoals C-hout en gips worden inpandig opgeslagen, waardoor bij deze opslag geen verontreinigd regenwater ontstaat. Door de inpandige opslag van gips zal de concentratie aan sulfaat in het te lozen regenwater van het opslagterrein lager zijn ten opzichte van buitenopslag van gips. - Het regenwater afkomstig van de opslag van grond, ongebroken en gebroken puin wordt geloosd via een bezinkput om bezinkbare bestanddelen te verwijderen. Mussche Bestratingen B.V Meppel, nummer 06-11 2

- De vrachtwagens die het opslagterrein verlaten moeten eerst door een bandenwasput, waarmee moet worden voorkomen dat het schone terreingedeelte en de openbare weg verontreinigd raken door de bedrijfsactiviteiten. - Alle regenwater wordt geloosd op de gemeentelijke r.w.a.-riolering van het verbeterd gescheiden rioolstelsel. Het voordeel hiervan is dat de zogenaamde first flush, zijnde het eerste regenwater dat vervuild kan zijn, wordt afgevoerd naar de gemeentelijke d.w.a.-riolering en de rioolwaterzuiveringsinstallatie en niet direct naar het oppervlaktewater. VOORSCHRIFTEN - In deze vergunning zijn doelvoorschriften opgenomen die relevant zijn voor de onderhavige lozingen. Omdat de beleidsuitgangspunten voor deze bedrijfstak gebaseerd zijn op de "best uitvoerbare techniek", vormen de hoeveelheid bezinksel en het gehalte aan minerale olie een goede indicatie omtrent de werking van de voorgeschreven behandelingsinstallatie bij de lozing van het afvalwater van de was- en tankplaats de d.w.a.-riolering. Voor de regenwaterlozing van het opslagterrein voor het ongebroken en gebroken puin dient te worden opgemerkt dat een groot deel van het regenwater via de gemeentelijke r.w.a.-riolering afwatert naar de d.w.a.-riolering. Alleen bij grotere neerslaghoeveelheden zal het r.w.a.-riool overstorten naar oppervlaktewater. De analyseresultaten van een vergelijkbare lozing zijn de basis geweest bij het opstellen van de lozingseisen, waarop vervolgens de immissietoets is uitgevoerd. Opgenomen zijn alleen die parameters die relevant zijn voor de aard van de aangevoerde materialen en die in belangrijke mate beïnvloedbaar zijn door de werking van de te plaatsen zuiveringstechnische voorzieningen (slibvangput). Het betreft hier bezinksel, onopgeloste bestanddelen, sulfaat, zware metalen, minerale olie, vluchtige aromaten, polycylische aromaten en naftaleen. Tevens is een zogenaamde kapstokvoorwaarde (artikel 3, lid 4) opgenomen ter bescherming van de werking van de zuiveringstechnische werken en de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater. Het betreft bescherming tegen de gevolgen van het eventueel vóórkomen in het te lozen water van niet verwachte verontreinigingen, waarvoor dus geen lozingseisen zijn opgenomen. PROCEDURE - Op de voorbereiding van een beschikking op aanvraag zijn op grond van artikel 7 lid 1 van de Wvo, afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer (Wm) van toepassing. - Gelijktijdig met de Wvo-aanvraag is de aanvraag voor een vergunning op grond van de Wm bij de provincie Drenthe ingediend. - De behandeling van de aanvraag voor de Wm-vergunning en de Wvo-vergunning vindt gecoördineerd plaats overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 14 van de Wm en afdeling 3.5 van de Awb. De coördinatie wordt door de provincie Drenthe verzorgd. - De onderlinge samenhang van beide besluiten met de daarin opgenomen voorschriften is beoordeeld. Geconcludeerd is dat de voorschriften niet conflicterend zijn. - Naar aanleiding van de aanvraag en de ontwerpbeschikking zijn geen adviezen of zienswijzen ingebracht. - De beschikking is ten opzichte van de ontwerpbeschikking niet gewijzigd. OVERIGE OVERWEGINGEN - Met betrekking tot de onderhavige aanvraag zijn de vereiste aspecten, zoals deze zijn omschreven in artikel 8.8 van de Wm, betrokken. - Aangezien de Wm-vergunning voor een periode van 10 jaar wordt verleend, wordt ook de Wvo-vergunning voor deze periode van 10 jaar verleend. - Het Dagelijks Bestuur is van oordeel dat, als gevolg van deze lozing, mits voldaan wordt aan de in het hierna volgende besluit gestelde voorschriften, de werking van de zuiveringstechnische werken niet wordt belemmerd en de effluentkwaliteit van de rioolwaterzuiveringinrichting en daardoor de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater niet ontoelaatbaar nadelig wordt beïnvloed. Mussche Bestratingen B.V Meppel, nummer 06-11 3

Het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Reest en Wieden, B E S L U I T: Aan Mussche Bestratingen B.V., hierna te noemen vergunninghouder, en zijn rechtsopvolger als gebruiker van het betrokken perceel, voor een periode van 10 jaar vergunning te verlenen op grond van artikel 1, lid 2, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren tot het met behulp van 2 werken brengen van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen in de gemeentelijke d.w.a.-riolering en in de gemeentelijke r.w.a.-riolering van Meppel, afkomstig van het perceel gelegen aan de Setheweg (nummer nog niet bekend) te Meppel, waarbij de aanvraag met de daarbij behorende stukken, inclusief situatietekening, deel uit maken van deze vergunning en onder de volgende voorschriften: Artikel 1. Begripsbepalingen. In deze vergunning wordt verstaan onder: 1. Dagelijks Bestuur : het Dagelijks Bestuur van het waterschap Reest en Wieden; 2. voorzieningen : - slibvangputten; - olieafscheider; - controleputten; 3. d.w.a.-riolering : vuilwaterriolering (droogweerafvoer); 4. r.w.a.-riolering : regenwaterriolering. Artikel 2. Soorten afvalwaterstromen. 3. De ingevolge deze vergunning in de gemeentelijke d.w.a.-riolering te brengen afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen mogen uitsluitend bestaan uit: a. afvalwater van huishoudelijke aard; b. afvalwater van de inpandige was- en tankplaats; c. afvalwater bandenwasput. 4. De ingevolge deze vergunning in de gemeentelijke r.w.a.-riolering te brengen afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen mogen uitsluitend bestaan uit: a. regenwater afkomstig van ca. 1.300 m² dakoppervlak van de kantoren, werkplaats en uitsorteerhal; b. regenwater afkomstig van ca. 11.330 m² verhard oppervlak, zijnde het gehele verharde oppervlak van het bedrijf. Artikel 3. Lozingseisen. 1. Het te lozen water, als bedoeld in artikel 2, lid 1.a., lid b. en lid c., mag een hoeveelheid van 300 m³ per jaar niet overschrijden. 2. Ter plaatse van de controleput dient het te lozen afvalwater, als bedoeld in artikel 2, lid 1.b. en lid c., aan de volgende eisen te voldoen: a. de hoeveelheid bezinksel mag niet hoger zijn dan 0,5 ml/l; b. het gehalte aan minerale olie mag niet hoger zijn dan 200 mg/l; c. het gehalte aan vluchtige aromaten mag niet hoger zijn dan 1 mg/l.

3. Ter plaatse van de controleput dient het regenwater, als bedoeld in artikel 2, lid 2.a. en lid 2.b., aan de volgende eisen te voldoen: a. de hoeveelheid bezinksel mag niet hoger zijn dan 0,3 ml/l; b. het gehalte aan onopgeloste bestanddelen mag niet hoger zijn dan 50 mg/l; c. het sulfaatgehalte mag niet hoger zijn dan 200 mg/l; d. het gehalte aan zware metalen als som van de gehaltes aan chroom, koper, lood, nikkel en zink mag niet hoger zijn dan 0,2 mg/l; e. het gehalte aan minerale olie mag niet hoger zijn dan 5 mg/l; f. het gehalte aan vluchtige aromaten mag niet hoger zijn dan 100 μg/l; g. het gehalte aan polycyclische aromaten (totaal PAK, 16 EPA) mag niet hoger zijn dan 1 μg/l; Overige voorschriften. 4. In het te lozen water mogen niet vóórkomen afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen van zodanige aard en in een zodanig gehalte, dat deze stoffen schade toebrengen aan zuiveringstechnische werken van het waterschap en/of verontreiniging veroorzaken van het ontvangende oppervlaktewater, dan wel extra kosten veroorzaken voor de verwerking c.q. storting van het zuiveringsslib. Artikel 4. Controle. 5. Het te lozen water zoals bedoeld in artikel 2, de leden 1.b., lid 1.c., 2.a. en 2.b. dient te allen tijde te kunnen worden bemonsterd. Daartoe dienen deze waterstromen via controleputten te worden geleid, die geschikt zijn voor bemonsteringsdoeleinden. 6. De in lid 1 bedoelde voorzieningen dienen zodanig te zijn geplaatst, dat deze voor inspectie te allen tijde goed bereikbaar en toegankelijk zijn. 7. De analyse van de in deze vergunning genoemde stoffen en/of parameters dient te worden uitgevoerd conform de voorschriften, waarvoor wordt verwezen naar bijlage I behorende bij deze vergunning. Artikel 5. Beheer en onderhoud. De in de voorschriften bedoelde voorzieningen moeten doelmatig functioneren, in goede staat van onderhoud verkeren en met zorg worden bediend. Aanwijzingen hieromtrent van of vanwege het Dagelijks Bestuur moeten worden opgevolgd. Met betrekking tot onderhoudsrichtlijnen wordt verwezen naar bijlage II behorende bij deze vergunning. Artikel 6. Registratie 1. Van het onderhoud, als bedoeld in artikel 5, dient te worden bijgehouden: - de afgevoerde vloeistoffen (datum, soort, hoeveelheid, vervoerder en naam verwerker); - de afgevoerde afvalstoffen (datum, soort, hoeveelheid en bestemming). 2. Vergunninghouder dient te allen tijde aan de door het Dagelijks Bestuur daartoe aangewezen toezichthouders, inzage te geven in de in lid 1 bedoelde registratie. 3. Vergunninghouder dient te allen tijde aan de door het Dagelijks Bestuur daartoe aangewezen toezichthouders, inzage te geven in de registratie van de aangevoerde, verwerkte en afgevoerde afvalstoffen zoals deze in het kader van de vergunning op basis van de Wet milieubeheer dient te worden bijgehouden.

Artikel 7. Verplichting tot meten en bemonsteren. 1. Het te lozen water, als bedoeld in artikel 2, leden 1.b., lid 1.c., 2.a. en 2.b. dient 2 maal per jaar door of vanwege de vergunninghouder door middel van steekbemonstering te worden gecontroleerd. 2. De in lid 1 genoemde controle betreft de analysering van de in artikel 3 genoemde stoffen en/of parameters voor de betreffende lozing en verder voor het te lozen water als bedoeld in artikel 2, leden 2.a. en 2.b. aangevuld met zuurgraad (ph), chemisch zuurstofverbruik (CZV), biochemisch zuurstofverbruik (BZV), Kjeldahl-stikstof, chloride en fosfaat. 3. Indien uit de onderzoeksresultaten blijkt dat met een lagere onderzoeksfrequentie, dan wel met een geringer aantal te analyseren stoffen en/of parameters kan worden volstaan, kan het Dagelijks Bestuur op een daartoe strekkend verzoek aldus besluiten. 4. De analyseresultaten met betrekking tot de te controleren afvalwaterstromen dienen 2 maal per jaar binnen 1 maand na afloop van de controleperiode aan het Dagelijks Bestuur te worden gerapporteerd. 5. De wijze van het te verrichten onderzoek, alsmede de wijze van rapporteren, behoeven de goedkeuring van het Dagelijks Bestuur. Artikel 8. Calamiteitenregeling. 1. Indien als gevolg van calamiteiten of andere uitzonderlijke omstandigheden niet aan de gestelde voorschriften wordt voldaan of naar verwachting niet kan worden voldaan, dient de vergunninghouder terstond maatregelen te treffen teneinde de nadelige invloed van de lozing op de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater en/of de doelmatige werking van de rioolwaterzuiveringsinrichting, voor zover zij niet kunnen worden voorkomen, zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Het Dagelijks Bestuur dient van het één en ander zo spoedig mogelijk op de hoogte te worden gesteld. De door of vanwege het Dagelijks Bestuur ter zake gegeven aanwijzingen dienen stipt te worden opgevolgd. 2. Indien het Dagelijks Bestuur dit gewenst acht, zal de vergunninghouder betreffende het voorval schriftelijk rapport uitbrengen met vermelding van oorzaak, datum en tijd van aanvang en beëindiging van het voorgevallene, de gevolgen ervan voor de kwaliteit van het geloosde afvalwater, alsmede van de voorgenomen maatregelen ter voorkoming van herhaling. 3. Indien als gevolg van calamiteiten of andere uitzonderlijke omstandigheden de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater en/of de doelmatige werking van de rioolwaterzuiveringsinrichting zodanig beïnvloed wordt dat het noodzakelijk is maatregelen van tijdelijke aard te treffen, dan is de vergunninghouder verplicht daartoe op aanschrijven van of vanwege het Dagelijks Bestuur onverwijld over te gaan. 4. De tijdelijke maatregelen kunnen slechts bestaan uit het opleggen van niet in de vergunning opgenomen voorzieningen betreffende de hiervoor omschreven lozingen en/of beperken of staken van de lozing van verontreinigende stoffen zoals deze volgens de vergunning is toegestaan. 5. Een maatregel als hierboven bedoeld zal maximaal voor een periode van 48 uur, telkenmale met maximaal even zoveel uren te verlengen, worden opgelegd en mag in geen geval tot gevolg hebben dat de lozing van afvalwater volgens de vergunning na het vervallen van de tijdelijke opgelegde verplichtingen geheel of gedeeltelijk niet meer mogelijk is. Artikel 9. Aanwijzen contactpersoon. De vergunninghouder is verplicht één of meer personen aan te wijzen die in het bijzonder belast is (zijn) met het toezicht op de naleving van het bij deze vergunning bepaalde of bevolene, waarmede door of namens het Dagelijks Bestuur in spoedgevallen overleg kan worden gevoerd. Wijzigingen met betrekking tot deze aanwijzing dienen onmiddellijk te worden gemeld.

Artikel 10. Kennisgeving overdracht. Van overdracht door de vergunninghouder van het bedrijf of het werk aan een rechtsopvolger onder algemene of bijzondere titel dient door laatstgenoemde, binnen 14 dagen na overdracht, mededeling aan het Dagelijks Bestuur te worden gedaan. Bij deze besluiten behoren de aanvraag van 1 juni 2006, ingekomen op 6 juni 2006, onder nr. 2297, en de volgende bijlagen: - bijlage I (analysevoorschriften) - bijlage II (onderhoudsrichtlijnen) Meppel, 3 april 2008 Namens het Dagelijks Bestuur, ing. A. Wiegman plv. Afdelingshoofd Emissiebeheer

BIJLAGE I (analysevoorschriften) De in deze vergunning genoemde bemonstering, conservering en analyses moeten worden uitgevoerd conform de onderstaande methoden. Afvalwaterbemonstering: NEN 6600-1 Conservering van watermonsters: NEN-EN-ISO 5667-3 De monsterneming en de in deze vergunning genoemde parameters dienen te worden uitgevoerd en/of bepaald volgens de voorschriften, uitgegeven door het Nederlandse Normalisatie Instituut (NEN). Uitgangspunt is dat wordt gewerkt volgens de laatst verschenen uitgave. Een vervanging van of een wijziging in een normblad wordt automatisch van kracht, zes weken nadat de wijziging door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) op gebruikelijke wijze is gepubliceerd. Als de vergunninghouder gebruik wil maken van een ander voorschrift, dient deze analyse geaccrediteerd te zijn door de Raad van Accreditatie, of door de vergunninghouder dient te kunnen worden aangetoond, dat het verkregen analyseresultaat vergelijkbaar is met het resultaat van de analyse volgens de NEN-norm.

BIJLAGE II (onderhoudsrichtlijnen) Voor de in de voorschriften bedoelde voorzieningen gelden de volgende onderhoudsrichtlijnen: a. de slibvangput dient te worden geledigd wanneer deze voor 50% met bezinkbare bestanddelen is gevuld; b. de laagdikte van de afgescheiden olie in de olieafscheider mag ten hoogste 10 centimeter bedragen; c. de olieafscheider dient zo vaak als voor de goede werking noodzakelijk is, doch minimaal één keer per jaar, te worden gereinigd. De bij het onderhoud vrijkomende afvalstoffen mogen niet alsnog met het afvalwater worden geloosd.