VAAN Onder professoren Prof. mr. A.I.M. (Toon) van Mierlo 5 oktober 2017
Agenda Tweeluik 1. Kwaliteit en Innovatie (KEI) in theorie en (naaste) praktijk 2. Capita bijzonder procesrecht ontslagzaken
1. KEI
1(a) Wet- en regelgevingstraject KEI * Vier wetsvoorstellen vereenvoudiging en digitalisering procesrecht (aangenomen door Eerste Kamer op 12 juli 2016): 1. Eerste aanleg (Kamerstukken 34 059) Stb. 2016, 288 2. Hoger beroep en cassatie (Kamerstukken 34 138) Stb. 2016, 289 3. Invoeringswet (Kamerstukken 34 212) Stb. 2016, 290 4. Invoeringsrijkswet (Kamerstukken 34 237) Stb. 2016, 291 * Landelijk procesreglement rechtbanken en gerechtshoven Stcrt. 2016/39486 * Een drietal Besluiten digitalisering procesrecht Stb. 2016, 292-294.
Belangrijkste wijzigingen (eerste aanleg) 1. Eén procesinleiding en één basisprocedure in het burgerlijk procesrecht. 2. Geen verplichte betekening in vorderingszaken. 3. Wettelijke termijnen. 4. Sterkere regiebevoegdheden van de rechter ten aanzien van het verloop van de procedure. 5. Digitaal procederen.
Enkele terminologische wijzigingen - Dagvaarding: procesinleiding of oproepingsbericht - Dagvaardingszaak: vorderingszaak - Gedaagde: verweerder - Eis in reconventie: tegenvordering - Terechtzitting: zitting - Rol: vervallen, vervangen door Mijn rechtspraak - Verzoekschrift: procesinleiding of verzoek - Vz-procedure: verzoekprocedure
Uitgangspunt: gefaseerde invoering Vijf fasen (2017 2019) (bron: www.rechtspraak.nl): Civiel 1.0: Vordering met verplichte procesvertegenwoordiging Thans: pre-pilot Rb Gelderland en Midden Nederland vrijwilligheid 1 september 2017: pilot Rb Gelderland en Midden Nederland verplicht Voorjaar 2018 (?) Landelijke invoering voor alle rechtbanken. Civiel 2.0 Vorderingen hoger beroep Landelijke invoering (voorjaar 2018)
Gefaseerde invoering (2) Civiel 3.0: Vorderingen zonder verplichte procesvertegenwoordiging (vorderingen kanton) Landelijke invoering (najaar 2018) Civiel 4.0: Verzoek Landelijke invoering (zomer 2019) Civiel 5.0: kort geding Landelijke invoering (zomer 2019) PM: Hoge Raad: eigen regime, sinds 1 maart 2017
Nieuwe wettelijke regels - Invoering nieuwe Afd. 3A in Boek 1, Titel 1 Rv (art. 30a-30q) - Wijzigingen in Titel 2 * Ombouw art. 111 Rv (van dagvaarding naar oproepingsbericht) * Nieuwe regels omtrent - uitbrengen oproepingsbericht (112-113 Rv) - verschijnen verweerder
KEI De basisprocedure Er komt een overzichtelijke (vereenvoudigde) basisprocedure: I. Eén schriftelijke ronde - Procesinleiding Over hele linie substantiërings- en bewijsaandraagplicht (art. 30a lid 3 f resp. g) - Schriftelijk verweer II. III. Eén mondelinge ronde - De mondelinge behandeling (MB) De uitspraak
Procesinleiding (art. 30a 30b) Art. 30a lid 1 Rv: hét procesinleidend stuk. Art. 30a lid 2 Rv: vorderingsprocedure/verzoekprocedure. Art. 30a lid 3 Rv: gegevens procesinleiding. Hele linie: substantiërings- en bewijsaandraagplicht (vgl. 111 lid 3 Rv ( oud )) Art. 30b: combinatie verzoek en vordering in procesinleiding. geen echt novum na 7:686a lid 3 BW terugdringen belang art. 69 Rv
Indiening (art. 30c) Art. 30c: elektronische indiening op twee wijzen: (1) Overgrote deel zaken: via Mijn rechtspraak.nl invulvelden (opdelen procesinleiding) + uploaden (2) Grote spelers rechtsbijstand: via Aansluitpunt Rechtspraak procesdocument als geheel uploaden Wat wordt ingediend? Hoofdregel: de procesinleiding sec gevolgd door oproeping verweerder via art. 112 resp. 271 Rv Uitzondering bij vorderingszaken door de route van art. 113 Rv Indiening procesinleiding sec via Mijn rechtspraak
Oproepen (vorderingsprocedure) 1. Eiser kan zelf de procesinleiding indienen langs elektronische weg (art. 30c). Griffier maakt oproepingsbericht (art. 111) dat binnen twee weken a) vormvrij kan worden bezorgd bij de verweerder (art. 112); b) formeel bij verweerder kan worden betekend door deurwaarder (art. 112). Het exploot van het oproepingsbericht wordt door eiser ingediend uiterlijk op de dag, voorafgaande aan de dag waarop de verweerder ten laatste kan verschijnen. 2. Eiser laat deurwaarder oproepingsbericht opstellen en bij exploot betekenen en dient vervolgens onverwijld exploot betekening, oproepingsbericht en procesinleiding na betekening in (art. 113). Onverwijld : binnen vijf dagen. In alle gevallen: indiening = aanhangigheid en dus verschuldigdheid griffierecht.
Oproepen (verzoekprocedure) - Handhaving bestaande systeem (art. 262 e.v Rv)
Positie verweerder Procesinleiding noemt een verschijningsdag, te weten: - ten minste 4 weken en uiterlijk 6 maanden na indiening - tenzij art.113 Rv, dan ten minste 2 weken en uiterlijk 6 maanden na betekening (zie art. 30a lid 3 aanhef en onder c Rv) Afwijkende termijnen: - art. 115 117 Rv Verschijnen door verweerder (art. 114 Rv): Kantonzaken: schriftelijk bericht aan griffie of indiening verweerschrift Zaken voorzieningenrechter: verschijnen op de mondelinge behandeling In alle andere zaken: advocaat stellen Indiening verweerschrift (art. 111 lid 2, aanhef en onder c Rv): kantonzaken: vier weken na verschijnen andere zaken: zes weken na verschijnen
Verweerder verschijnt niet in vorderingsprocedure Consequentie? 1. Hoofdregel: verstek (art. 139 Rv), vier weken aanhouding voor verstek vonnis 2. Uitzondering: bij bezorging oproepingsbericht op andere wijze (art. 112 lid 2 Rv). Dan binnen 2 weken na de dag waarop verweerder diende te verschijnen betekening van oproepingsbericht aan verweerder. Gevolg: verweerder krijgt een termijn van vier weken waarbinnen hij dient te verschijnen.
Mondelinge behandeling De mondelinge behandeling is geregeld in art. 30j-30n Rv Hoofdregel: mondelinge behandeling na indiening procesinleiding en verweerschrift in vorderingszaken en verzoekzaken (art. 30j lid 1 Rv). De rechter bepaalt in een vorderingsprocedure zo vroeg mogelijk nadat de verweerder is verschenen dan wel na ontvangst van de procesinleiding een dag en uur voor de mondelinge behandeling. Termijn tussen uitnodiging en mondelinge behandeling bedraagt ten minste 3 wkn (art. 30j)
Mondelinge behandeling (2) Stukken waarop partijen zich tijdens de mondelinge behandeling op willen beroepen dienen uiterlijk tot 10 dagen voor de mondelinge behandeling te worden ingediend (art. 30k lid 5). Doelen mondelinge behandeling (art. 30k lid 1 en 3) 1. Inlichtingen geven 2. Stellingen nader onderbouwen 3. Schikking beproeven 4. Overleggen over vervolg procedure 5. Proceshandelingen bevelen Tijdens deze zitting moeten partijen de gelegenheid krijgen om de zaak mondeling toe te lichten, te pleiten!
Mondelinge behandeling (3) Partijen horen in persoon aanwezig te zijn (art. 30k lid 4) Proces-verbaal (zakelijke samenvatting) of beeld en geluidopname van de zitting (art. 30n). Tijdens de mondelinge behandeling kunnen getuigen en deskundigen worden gehoord (art. 30k lid 2). Versterking regiefunctie van de rechter Voorbeelden: art. 30j en art. 30k Zaaksrechter en regiebureau Nadere mondelinge behandeling (art. 30o lid 1 onder c).
Uitspraak Wettelijke termijn uitspraak (art. 30q) Kantonzaken: binnen 4 wkn na afloop van de mondelinge behandeling Andere zaken: binnen 6 wkn na afloop van de mondelinge behandeling Uitzondering: verlenging bij bijzondere omstandigheden Mondeling uitspraak (art. 30p) Uitspraak wordt geplaats in digitale omgeving en eiser en verweerder ontvangen een afschrift opgemaakt in executoriale vorm (art. 231 en art. 290)
KEI key take aways één procesinleidend stuk voor vordering of verzoek combinatie mogelijk van verzoek en vordering (bijv. getuigenverhoor en 843a Rv.) hoofdregel: digitale indiening geen verplichte betekening bij vorderingszaken geen vaste roldata afschaffing van re- en dupliek. afschaffing van separaat pleidooi, wordt onderdeel mondelinge behandeling getuigenverhoren op mondelinge behandeling geluid- of beeldopname als proces-verbaal mondeling vonnis
2. Capita bijzonder procesrecht
Capita recente jurisprudentie 1. Rechtsmacht 2. Vervaltermijnen 3. Voorwaardelijk ontbindingsverzoek 4. Bewijsrecht 5. Loonbeslag- beslagvrije voet
Rechtsmacht - Art. 1 Rv - Drie territoria * Brussel 1 bis * Bi- of multilaterale verdragen * Rv - HR 3 februari 2017, JAR 2017/58 (Fehro c.s)
Vervaltermijnen - Art. 7:686a lid 4 BW * PM: wijze van indiening verzoek? - Procesreglement verzoekschriftprocedures rechtbanken, kantonzaken - Art. 33 Rv * Start termijn - Hof Den Bosch 2 maart 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:860 * Consequenties verlopen termijn? - Strikte handhaving - Rb Midden Nederland 31 maart 2016, ECLI:NL:RBMNE: 2016:1803 - Ambtshalve toetsing? - Rb Noord Nederland 8 maart 2017, ECLI:NL:RBNNE: 2017:828 - Verrekening? - Hof Den Bosch 19 januari 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:134 * Mogelijkheid wijziging verzoek (switch)? - Rb Amsterdam 5 oktober 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:6651
Voorwaardelijk ontbindingsverzoek - Vernietiging ontslag op staande voet * Tegenverzoek voorwaardelijke ontbinding? - HR 23 december 2016, JAR 2017/19 (Stichting Mediant) * Wijze van behandeling? * Reikwijdte met oog op appel en cassatie? - HR 31 maart 2017, JAR 2017/116 (Vlisco)
Bewijsrecht in art. 7:686a-zaken - Art. 284 Rv - Bewijsrecht en verzoek ontbinding arbeidsovereenkomst * Art. 7:685 BW (oud): nee * HR 23 december 2016, JAR 2017/19 (Stichting Mediant): ja
Loonbeslag- beslagvrije voet HR 31 oktober 2014, NJ 2016/217 (Cassatie belang der wet) Vordering Gemeente Spijkenisse B. Derdenbeslag op AOW-uitkering ( 1.074.97), maar beslag ex art. 475d Rv lager dan beslagvrije voet ( 1.443,57) Vakantiegeld ( 707,30) uitgekeerd aan gemeente, deel vakantiegeld ( 368,60) ex art. 475d Rv uitgekeerd aan B. Sociale Verzekerings Bank