InterprovinciaalOverleg

Vergelijkbare documenten
InterprovinciaalOverleg

Structuurvisie Ondergrond

Ons kenmerk: Z / mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk

Houden we voldoende drinkwater? Aanvullende Strategische Voorraden voor de drinkwatervoorziening

Drinkwaterstrategie van Vitens en provincie Utrecht. voor de drinkwatervoorziening tot 2040

Grondwater en ondergrond: een afweging waard!

Position Paper. AO Water 24 juni 2015

2. Bij herziening van bestemmingsplannen beschermde maatregelen tegen proefboringen en winning van schaliegas opnemen. F. Buijserd burgemeester

PROVINCIAAL BLAD. Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014 (regels inzake geothermie in milieubeschermingsgebieden)

STRONG Samen met decentrale

ffi SrnTEN '?",irîhorrand E f;e ll I JAil 2017 Lid Gedeputeerde Staten Ontwerp Structuurvisie Ondergrond

Statenvoorstel nr. PS/2015/867

PROVINCIE FLEVOLAND. Verbeek. drs T. van der Wal. Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw A. Kost INTERN

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Onderwerp: Aanvullende Strategische Voorraden (ASV) grondwater voor de drinkwatervoorziening

Zienswijze Ontwerp Structuurvisie Ondergrond November 2016

~ O M E 2 M 2 OKT. 2013

Meten en weten aan grondwater in de toekomst

Programma STRONG. landsdelige bijeenkomsten. Toets probleemstelling

Memo van de gedeputeerde drs. J.J.C. van den Hout Gedeputeerde Natuur, Water en Milieu

Presentatie informatieavond Luxwoude. Zoektocht naar nieuwe winning en pompproef Luxwoude Feike Bonnema, 8 februari 2018

Wij hebben uw verzoekbeoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Bescherming van bronnen voor ons drinkwater. Arjen Frentz (Vewin) en Harrie Timmer (OASEN)

InterprovinciaalOverleg

PROVINCIALE COMMISSIE LEEFOMGEVING (PCL) UTRECHT

Zienswijze Ontwerp Structuurvisie Ondergrond

Strategische planning drinkwater Lange termijnvisie Vitens

Beleid ondergrond Provincie Noord- Brabant

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat De heer E.D. Wiebes Inspraakpunt winningsplan Waalwijk-Noord Postbus AE VOORSCHOTEN

Inzet voor de Structuurvisie Ondergrond

(ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

De Omgevingsvisie vervangt de volgende wettelijk verplichte plannen:

1 Aanleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water

No Emmeloord, 24 juli Onderwerp Plan van aanpak zonneweides. Advies raadscommissie. Aan de raad. Status: ter besluitvorming

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum : 28 oktober 2003 Nummer PS :PS2003WEM21 Dienst/sector : WEM/Water Commissie :17 november Ontwerpbesluit I pag. 3 Ontwerpbesluit II pag.

Datum 26 januari 2017 Betreft Beantwoording vragen over de plannen van NAM om de put Vries-10 in Assen op te starten

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht.

1. INLEIDING 2. REIKWIJDTE BELEIDSKADER

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

Ontwerpbesluit. Toelichting

Naar een 100% duurzame energievoorziening voor Flevoland?! Vera Pieterman, plv. directeur Energie & Omgeving

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd;

Arnhem Schaliegasvrij?

Mededeling. 17 december J. van der Perk. Onderwerp Oosterwold, betrokkenheid provincie bij initiatieven in het gebied.

Geachte mevrouw Franke,

c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen

Verbreed bodembeleid

Gezien het advies van de commissie Ecologie en Handhaving d.d. 16 januari 2015

Notitie bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

III III Hill Hill III INI NI II

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

Ontwerp Beschikking van Gedeputeerde Staten van

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HOE STELLEN WE ONS DRINKWATER VEILIG ONDER DE OMGEVINGSWET?

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015

SAMENVATTING. en funderingen

Zienswijze windvisie Provincie Gelderland

Beleidskader windenergie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 juli 2018 De voortgang van het Kustpact

Provinciale Staten van Overijssel

VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

5 Uitvoeren van activiteiten

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

- regels zijn altijd gekoppeld aan digitale werkingsgebieden - de werkingsgebieden van de Verordening ruimte zijn digitaal

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 4

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Verzenddatum 1 9 APR^OIZ. 'ovlnciesecretaris. Onderwerp ontwerp 8e tranche Provinciale milieuverordening Zuid-Holland (PMV)

Gebiedsvisie windenergie Drenthe. Voorgestelde behandeling: - Provinciale staten op 26 juni 2013

PS2009RGW : Concept-Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht (Eindbalans) Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 7

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Olie, gas en aardwarmte in Nederland Aanvragen voor vergunningen voor opsporing en winning

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht.

Grondwater in de omgevingsvisie

Olie, gas en aardwarmte in Nederland Aanvragen voor vergunningen voor opsporing en winning

Bescherming grondwater door goede samenwerking

Factsheet: NLGW0018. Naam: Maas_Slenk_diep

WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld. Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012

Bijgevoegd zenden wij u de motie die de gemeenteraad van Stadskanaal in zijn vergadering van 26 januari 2015 heeft aangenomen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvergadering d.d. 13 september 2011 agendapunt 15. Aan: De Gemeenteraad. Vries, 21 juni 2011

^itensj. Inspectie Leefomgeving en Transport Afdeling Handhaving, Drinkwater en Legionelia. Postbus BD Den Haag

Provincie 4B Noord-Holland

Revisie Omgevingsvisie Drenthe

Ministerie van Economische Zaken

Toezegging/motie/amendement: In de vergadering van Provinciale Staten op 5 juni 2013 heb ik toegezegd u te informeren over de gewijzigde zienswijze

Statenvoorstel. Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2017/ januari Onderwerp Bijlage(n) Behandeld door Zienswijze herindelingsontwerp - J. Boons /

Eigendom bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte

Houten, 17 februari Geachte leden van het rondetafelgesprek,

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Transcriptie:

Herengracht 23 Postbus 16107 2500 BC Den Haag telefoon (070) 888 12 12 fax (070) 888 12 80 www.ipo.nl Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus ministerie van Infrastructuur en Milieu Postbus 20901 2500 EX 's-gravenhage '1111111,,1""1,11,11'1'1 ji"ii 11'1"lh II InterprovinciaalOverleg uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DROW 07796/2016 11 oktober 2016 onderwerp RijksStructuurvisie Ondergrond Geachte mevrouw Schultz van Haegen, Wij waarderen dat wij als koepel en provincies reeds geruime tijd nauw betrokken zijn bij het proces om te komen tot de RijksStructuurvisie Ondergrond, en het bijbehorende Programma Bodem en Ondergrond. Het proces komt in een afrondende fase. Wij willen u graag onze inzet op verschillende onderdelen van de Structuurvisie kenbaar maken. Voor de Structuurvisie Ondergrond zijn de transitie naar duurzame energie en de drinkwatervoorziening voor ons de meest prominente onderwerpen. Die raken immers onze wettelijke taken en verantwoordelijkheden. Het is mede onze verantwoordelijkheid om opgaven voor de drinkwatervoorziening en de transitie naar duurzame energie op te pakken, waarbij wij voor de drinkwatervoorziening een wettelijke taak hebben. 1. Drinkwatervoorziening 1.1. Algemeen De provincies beschouwen zich 'hoeder van het grondwater' en maken zich hard voor behoud van de voorraad zoet grondwater en de borging van grondwaterkwaliteit voor de drinkwatervoorziening, zonder daarbij de (economische) ontwikkelkansen van de ondergrond uit het oog te verliezen. Wij zien het als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid de drinkwatervoorziening, voor nu en voor de lange termijn, veilig te stellen. Daar hebben wij ook de wettelijke verantwoordelijkheid en bevoegdheid voor. De Beleidsnota Drinkwater is voor ons het vertrekpunt. Wij hebben daarnaast een belangrijke integrale rol in het afwegen van ruimtelijke belangen op regionale schaal, zowel boven- als ondergronds. Daarbij hebben wij onder meer oog voor het belang van de transitie naar duurzame energie. Inlichtingen bij Doorkiesnummer Bijlagen : Ivo Buijnsters : 06 2890 1260 : 1

- 2 - Het duurzaam veiligstellen van de openbare drinkwatervoorziening is gericht op: 1. de bestaande winningen: deze dienen een goede bescherming te hebben en te houden. De bescherming dient (in 3D en tijd) zowel qua ruimtelijke inpassing als milieutechnisch bescherming afdoende te zijn om ook op langere termijn veilig en duurzaam te kunnen functioneren; 2. bestaande (strategische) reserveringen die recent of langer geleden door verschillende provincies zijn aangewezen. De aard van hun bestaande bescherming (ruimtelijk en/of milieutechnisch) is gekoppeld aan de regionale bodemopbouw. Ook bij nieuwe reserveringen dient de bescherming (in 3D en tijd) zowel ruimtelijk als milieutechnisch afdoende te zijn om op termijn veilig en duurzaam te kunnen functioneren; 3. het accommoderen van een mogelijke vraagverandering (daling of stijging) richting de toekomst (tot 2040): dit is voor alle partijen een duidelijke opgave. De mate van onzekerheid over hoe die toekomst vorm zal krijgen vereist een gezamenlijke aanpak waarin verschillende scenario's en de ontwikkelingen in de tijd worden beoordeeld. Essentieel daarbij is dat ook bij een maximale stijging van de vraag de drinkwatervoorziening duurzaam veilig kan worden gesteld. 1.2. Gezamenlijk traject Om in beeld te brengen wat het accommoderen van een maximale vraagstijging voor eisen zou stellen aan de openbare drinkwatervoorziening, nemen provincies en drinkwaterbedrijven het initiatief voor een gezamenlijk traject om in beeld te brengen wat nodig is om, vertrekkend vanuit de huidige kaders (bestaande winningen, en bestaande reserveringen), een vraagstijging op te kunnen vangen zoals beschreven staat in het zogenaamde 'GE-scenario'. Uit dit traject zal moeten blijken hoeveel aanvullende strategische voorraden (ASV's) hiervoor nodig zouden moeten zijn. Het is daarbij van belang te benadrukken dat provincies ASV's zien als één van de mogelijke maatregelen voor het opvangen van een dergelijk groeiscenario, naast besparen, het sluiten van kringlopen en andere oplossingen. Daarnaast zien provincies ASV's niet als een 'star eindbeeld', omdat toekomstige veranderingen in vraag en aanbod zich vooraf moeilijk laten voorspellen. Of de ASV's ook daadwerkelijk gebruikt zullen gaan worden voor reguliere drinkwaterwinningen, zal afhangen van de toekomstige ontwikkelingen van vraag en aanbod. Provincies hanteren een adaptieve benadering. Het beleidsmatig instrumentarium om deze adaptieve aanpak mogelijk te maken is in de eerste helft van 2016 ontwikkeld, en kan nu regionaal worden toegepast. In het kader van dit traject zullen provincies over de provinciegrenzen heen kijken, rekening houdend met de mogelijkheid van interprovinciale leveringen. Het is namelijk niet mogelijk om binnen iedere afzonderlijke provincie een eventuele vraagstijging volgens het GE-scenario te accommoderen, simpelweg omdat daarvoor niet altijd voldoende beschikbare zoetwatervoorraden aanwezig zijn (zoals in de provincie Zeeland). Provincies zullen daarnaast evalueren of het beschikbare instrumentarium binnen het beschermingsbeleid past bij het beoogde doel van borging van de drinkwatervoorziening. Provincies zullen in het kader van het traject rekening houden met aanwezige potenties voor geothermie, en met reeds aanwezige verontreinigingen. De provincies zijn in verschillende stadia voor het vastleggen van de strategische voorraden: van juridisch verankerd, met begrenzing en beschermingsniveau in de verordening, tot een verkenning van de mogelijkheden. Het hierboven beschreven traject vergt een zorgvuldig proces. Wij verwachten ca. 2,5 jaar nodig te hebben om dit op landelijke schaal uit te voeren. Als bijlage bij deze brief treft u enkele voorbeelden van reeds aangewezen en beschermde aanvullende strategische voorraden (in Flevoland, Drenthe en Utrecht).

- 3 - Deze voorbeelden illustreren de wijze van het proces voor het bepalen van het beschermingsgebied en het beschermingsregime in samenspraak met het drinkwaterbedrijf en andere relevante actoren verloopt. Uw ministerie is één van de belangrijke actoren in deze processen. Het zijn goede voorbeelden van het regionaal maatwerk dat vereist is bij zowel het vaststellen van de begrenzing van beschermingsgebieden als de wijze van bescherming. 1.3. Functiecombinaties Als provincies erkennen we dat mijnbouwactiviteiten een risico vormen voor de kwaliteit van grondwaterpakketten, en dus voor de openbare drinkwatervoorziening. Vanwege deze reden gaan provincies in het kader van het onder paragraaf 1.2 genoemde gezamenlijk traject uit van functiescheiding tussen mijnbouwactiviteiten en ASV's. Op het moment dat de afweging plaatsvindt om toch een mijnbouwactiviteit in een ASV toe te staan, dan zal een zorgvuldige risicoanalyse gemaakt gaan worden. Op basis van de uitkomsten van deze risicoanalyse zal de provincie een besluit nemen. Dit kan inhouden dat de ASV verplaatst of verkleind gaat worden, maar dat kan ook inhouden dat de desbetreffende mijnbouwactiviteit onder (strikte) voorwaarden toch wordt toegestaan in de ASV. Dit op voorwaarde dat de risico's beheersbaar en aanvaardbaar zijn, bijvoorbeeld door mitigerende maatregelen te nemen. Hierbij staat het drinkwaterbelang altijd op nummer 1, en wordt uitgegaan van regio specifiek maatwerk. Bovenstaand is een regionale politieke afweging. Op basis van praktijkervaringen weten provincies dat door regionaal maatwerk (het 3D ordenen van de boven- en ondergrond) en het zoeken naar slimme functiecombinaties, ruimte geboden kan worden aan andere belangrijke functies - zoals geothermie - zonder het drinkwaterbelang te schaden. Dit kan bijvoorbeeld door slimme locatiekeuzes of andere uitvoering. Om onze taak goed uit te kunnen voeren vragen wij u ons binnen de Structuurvisie Ondergrond de ruimte te geven om dit regionaal maatwerk te kunnen leveren en bij het afwegen van mijnbouwactiviteiten onze provinciale verordeningen te respecteren. 1.4. Een passend beschermingsregime De bestaande waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden en, waar aan de orde, intrekgebieden en boringsvrije zones, zijn momenteel al voorzien van een beschermingsregime, vastgelegd in Provinciale Milieuverordeningen. Dit geldt in enkele provincies ook voor strategische grondwatervoorraden. Provincies zullen samen met de drinkwaterbedrijven, gemeenten en andere stakeholders evalueren of het huidige instrumentarium binnen het beschermingsbeleid past bij het beoogde doel: borging van de drinkwatervoorziening. We willen komen tot een robuust en toekomstgericht beschermingsregime met een scherper beschermingsregime waar dat moet en een soepeler regime waar het kan. Daaruit volgt ook in hoeverre er ruimte kan zijn voor functies die van belang zijn voor de transitie naar duurzame energie. De provincies zullen samen met drinkwaterbedrijven en andere stakeholders een passend beschermingsregime voor strategische grondwatervoorraden ontwikkelen, waarbij regionaal maatwerk leidend is. 1.5. Verankering drinkwaterbelangen in de Structuurvisie Ondergrond Het vaststellen van beschermingsgebieden voor de drinkwatervoorziening en het vereiste beschermingsregime is een wettelijke taak van de provincies. Zowel de begrenzing als het beschermingsregime zullen in de loop der tijd aangepast moeten worden. Uw ministerie zal bij deze processen betrokken worden om gezamenlijk draagvlak te verwerven.

- 4 - Gelet op het vorenstaande is het naar onze mening niet wenselijk de beschermingsgebieden concreet vast te leggen in de Structuurvisie Ondergrond, omdat daarmee niet de actuele situaties met betrekking tot de beschermingsgebieden voor de drinkwatervoorziening worden gewaarborgd. Wij stellen voor in de Structuurvisie Ondergrond als toetsingsgrond bij vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten op te nemen dat de door de provincies vastgestelde beschermingsgebieden en het beschermingsregime in acht zullen worden genomen. 1.6. Nationale grondwaterreserves (NGR's) De provincies zijn geen voorstander van het ruimtelijk vastleggen van Nationale Grondwaterreserves. Wij onderkennen dat in Nederland op meerdere plaatsen grondwatervoorraden van zeer hoge kwaliteit aanwezig zijn, waarmee zeer prudent moet worden omgegaan. Voor een deel vallen deze voorraden samen met reeds bestaande winningen, reserveringen én met - beoogde - aanvullende strategische reserveringen. Wij willen bij de uitwerking van het beleid voor de aanvullende strategische voorraden deze zeer goede voorraden in samenhang hiermee bezien. Het sec aanwijzen van een grondwatervoorraad als Nationale Grondwaterreserve heeft volgens ons geen meerwaarde wanneer daarbij niet direct wordt ingespeeld op de wijze waarop die voorraad benut zou kunnen worden, zoals bij het optreden van een nationale ramp. De wijze waarop dat kan worden ingevuld moet onderdeel zijn van een door het rijk op te stellen (nationaal) rampenplan. Wij willen graag in samenspraak met uw ministerie en de drinkwatersector verkennen wat bij een aantal mogelijke scenario's de benodigde omvang van de grondwaterbijdrage aan de drinkwatervoorziening zou moeten zijn, en met welke infrastructuur dat vanuit de dan geldende situatie op welke plaatsen geleverd zou moeten worden. 2. Transitie naar duurzame energievoorziening. Wij realiseren ons dat de transitie naar een duurzame energievoorziening een majeure opgave is, om de hoogstnoodzakelijke reductie van de uitstoot van C02 tot stand te brengen. Provincies zetten daarom volop in op diverse vormen van duurzame energiewinning zoals wind, zon, geothermie, bodemenergie e.d. Het gebruik van de ondergrond kan hier op verschillende manieren aan bijdragen. De Energiedialoog en de daaruit resulterende Energieagenda zullen duidelijk maken wat de inzet op de diverse sporen wordt. Het is daarbij van groot belang om de spanning te onderkennen die bestaat tussen de nationale belangen van een energietransitie en de impact die dat heeft bij de regionale inpassing. Draagvlak voor het realiseren van diverse vormen van energiewinning is sterk afgenomen; denk bijvoorbeeld aan de winning van aardgas en schaliegas, de opslag van stoffen in de bodem en het realiseren van windmolenparken en zonneweiden. 2.1. Aardgas In de transitie naar duurzame energie zal aardgas vooralsnog een belangrijke rol blijven spelen. Mede gelet op de noodzakelijke beperkingen in de winning van het Groningergasveld zal conventionele winning van gas uit kleine velden een belangrijke positie innemen in het transitieproces. Dit is altijd regionaal maatwerk. Daarentegen staat het maatschappelijk en politiek-bestuurlijk draagvlak voor nieuwe gaswinningen onder druk. Gedeputeerde Staten in Frvslán hebben zich bijvoorbeeld in het Coalitieakkoord 2015 uitgesproken tegen nieuwe gasboringen. Ook meerdere Friese gemeenten hebben een afwijzend standpunt ten aanzien van gaswinning aangenomen.

- 5 - De provincie Groningen is geen tegenstander van gaswinning uit kleine velden, maar is wel terughoudend met nieuwe gasboringen vanwege de risico's, die ermee samenhangen, en vanwege de maatschappelijke gevoeligheid met betrekking tot gaswinning in Groningen. 2.2. C02-opslag Wij realiseren ons dat de opslag van C02 in lege gasvelden of zoutkoepels (CCS) een belangrijke bijdrage kan leveren aan de transitieopgave. Wij vinden het echter noodzakelijk dat eerst ervaring wordt opgedaan met C02-opslag in lege gasvelden op zee (ROAD-project). Indien in de toekomst blijkt dat eventuele opslag op land noodzakelijk is, dan kan op basis van deze ervaringen beter beoordeeld worden in hoeverre C02-opslag in lege gasvelden op land verantwoord mogelijk is. Provincies willen in dat geval graag betrokken worden bij een eventueelonderzoek naar geschikte locaties. Het verleden heeft geleerd dat de opslag van C02 in lege gasvelden op land maatschappelijk zeer omstreden is. Daarom is het van het grootste belang om het verkrijgen van maatschappelijk draagvlak onderdeel laten zijn van zo'n onderzoek. 2.3. Schaliegas Ook de eventuele opsporing en winning van schaliegas ligt maatschappelijk bijzonder gevoelig. De meeste provincies hebben zich principieel tegenstander verklaard van opsporing naar en eventuele winning van schaliegas. Belangrijke argumenten daarbij zijn: de risico's voor het grondwater in algemene zin - en de drinkwatervoorziening in het bijzonder - als gevolg van een relatief intensief aantal boorputten in een beperkt gebied; de landschappelijke inpasbaarheid, mede als gevolg van het grote aantal boorputten in een beperkt gebied; de mogelijke negatieve effecten op de regionale economie en imagoschade; het ontbreken van maatschappelijk draagvlak. Bovenstaande punten, in combinatie met de onzekerheid in hoeverre schaliegaswinning van belang is voor de transitie naar duurzame energie en de constatering dat de provincies volop inzetten op diverse vormen van duurzame energiewinning, maken dat provincies niet direct voorstander zijn van deze vorm van transitiebrandstof. Provincies zijn van mening dat nut en noodzaak van schaliegaswinning eerst voldoende moet zijn aangetoond, voordat tot eventuele commerciële winning overgegaan wordt. 2.4. Geothermie In de basis zijn provincies voorstanders van de ontwikkeling van geothermie. Hierbij is het belangrijk dat dit veilig, verantwoord en passend in de omgeving gerealiseerd kan worden. Dit zal grotendeels via voorwaarden en voorschriften en goede monitoring geregeld kunnen worden. Voor de ontwikkeling van geothermie is de koppeling met de warmte-jenergievraag essentieel. Regionaal maatwerk is nodig om de combinatie met andere ruimtelijke (toekomstige) gebruiken, waaronder de strategische grondwatervoorraden, mogelijk te maken. Dit omdat: de met geothermie gewonnen energie lokaal wordt gebruikt. er alternatieve vormen van duurzame energieopwekking aanwezig kunnen zijn. er andere opgaven kunnen spelen, die een concurrerende claim op de ruimte leggen. Via het adviesrecht bij de vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten brengt de provincie deze locatie specifieke aspecten in. Daarbij zou het helpen als in de Structuurvisie Ondergrond opgenomen zou worden dat bij vergunningverlening rondom geothermie rekening gehouden wordt met de systematische uitrol van aardwarmte (warmtenetten).

- 6-3. Doorwerking naar vergunningverlening Mijnbouwwet Provincies pleiten voor een actieve betrokkenheid van de decentrale overheden bij procedures rondom de vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten, zodanig dat in een vroegtijdig stadium de decentrale belangen in het proces adequaat ingebracht kunnen worden. De in het kader van het Programma Bodem en Ondergrond ontwikkelde proces voor de afwegingssystematiek, en de brief van minister Kamp van februari 2016 over het Omgevingsmanagement, geven hiervoor een goede basis. Met het volgen van het proces zoals beschreven in deze brief, wordt de betrokkenheid van de belanghebbende actoren versterkt. Omgevingsmanagement vergroot de kans om maatschappelijk draagvlak te creëren voor de juiste stappen in de energietransitie. Wij verzoeken u in de Structuurvisie Ondergrond het daarvoor benodigde proces te verankeren. Wij zijn tevreden met de voorstellen voor de wijziging van de Mijnbouwwet, zoals deze luiden na behandeling in de Tweede Kamer. Door de uitbreiding van de weigeringsgronden zijn de mogelijkheden versterkt om de decentrale - ruimtelijke - belangen nadrukkelijker mee te wegen bij de vergunningprocedures op grond van de Mijnbouwwet. Wij verzoeken u een aantal haakjes in de Structuurvisie Ondergrond te maken om het decentrale beleid door te laten werken naar de vergunningverlening op grond van de Mijnbouwwet, zoals voor het provinciale beleid ten aanzien van de beschermingsgebieden voor de drinkwatervoorziening, en de planmatige uitrol van aardwarmte naar een warmtenetwerk. Tot slot Op 13 oktober 2016 staat een breed bestuurlijk overleg op de agenda, waarbij u aanwezig bent, uw collega van Economische Zaken, de heer H.G.J. Kamp, en per koepel een bestuurlijke vertegenwoordiging. Tijdens dit bestuurlijke overleg willen provincies graag met u afspraken maken over bovengenoemde inzet, en kijken uit de vruchtbare samenwerking met uw ministerie te continueren. Wij zijn bij onduidelijkheden uiteraard bereid tot nadere toelichting. Een afschrift van deze brief hebben wij ter kennisneming gestuurd aan uw collega van Economische Zaken, de heer H.G.J. Kamp. Wij zien uw reactie met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groet, INTERPROVINCIAAL OVERLEG ~ mr. H.M. Meijdam algemeen directeur

VOORBEELDEN OMGANG MET AANVULLENDE STRATEGISCHE VOORRADEN Versie 24 augustus 2016 1 Aanleiding In het kader van de totstandkoming van de Structuurvisie Ondergrond (STRONG) is aan de provincies gevraagd om Aanvullende Strategische Voorraden (ASV's) aan te wijzen voor de drinkwatervoorziening. In reactie hierop meldden een aantal provincies hiervoor meer tijd nodig te hebben. Andere provincies gaven aan dat ASV's al onderdeel uitmaken van hun huidige beleid, zij het vaak onder een iets andere naam. Het ziet er naar uit dat de provincies in de gelegenheid worden gesteld om binnen een termijn van circa 2,5 jaar hun ASV's aan te wijzen. Om het in STRONG niet alleen te hebben over plannen en goede bedoelingen, is gevraagd om voorbeelden te geven van provincies die de aanwijzing eigenlijk nu al op orde hebben. De voorbeelden zijn uitsluitend bedoeld om aan te geven dat het aanwijzen en verankeren in beleid van ASV's binnen 2,5 jaar een haalbare, realistische taakstelling is. De voorbeelden zijn niet bedoeld als richtlijn of protocol. 2 Flevoland AI voor de oprichting van de Provincie Flevoland in de jaren tachtig was bekend dat boven het derde watervoerende pakket dikke afschermende kleilagen aanwezig zijn. Onder deze kleilagen is een aanzienlijke hoeveelheid zoet grondwater aanwezig. Dit water wordt gevoed vanuit de Veluwe. Omdat het om oud water gaat is het niet antropogeen beïnvloed. Dat maakt het uitermate geschikt om in te zetten voor de drinkwatervoorziening. Het Flevolandse drinkwaterbeleid heeft na de oprichting geleidelijk zijn huidige vorm gekregen. Eén en ander is altijd afgestemd met de Flevolandse en omliggende drinkwaterbedrijven, provincies, waterschappen, de Flevolandse gemeenten en de regionale dienst van Rijkswaterstaat. Zowel ambtelijk als bestuurlijk is in de totstandkoming nauwafgestemd. Daarnaast zijn uiteraard inspraakprocedures geweest. Met name met de gemeente Almere hebben we diverse (bestuurlijke) overleggen gehad, met instemming als resultaat. Als vertrekpunt binnen het Flevolands beleid (zoals ondermeer verwoord in het Omgevinsplan) geldt dat het beschikbare grondwater voor een zo hoogwaardig mogelijk doel wordt ingezet of gereserveerd. Bij voorkeur sluit de kwaliteit aan bij de eisen die worden gesteld door het gebruiksdoel.ln de loop der jaren is onderzoek gedaan naar de winbaarheid van dit water ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. Geconstateerd werd dat de aanvulling vanuit de Veluwe nog steeds plaats vindt, en de kansen op een duurzame waterwinning dus groot zijn. Met de winning van grondwater bestemd voor menselijke consumptie anders dan voor de openbare drinkwatervoorziening wordt terughoudend omgegaan. Uit oogpunt van beheersbaarheid wordt de voorkeur gegeven aan grotere grondwateronttrekkingen. Voor kleinere onttrekkingen met als gebruiksdoel'water voor menselijke consumptie' gaat de voorkeur uit naar levering door het drinkwaterbedrijf. Buiten het gebied dat is gereserveerd voor de openbare drinkwatervoorziening kan medewerking worden verleend aan grotere onttrekkingen voor menselijke consumptie, indien deze een groot maatschappelijk belang dienen. Vooral in de randmeerzone van Oostelijk Flevoland bevindt zich

een grondwatervoorraad van uitstekende kwaliteit. Lange tijd hebben wij de Oostrand van Flevoland ook gereserveerd voor de openbare drinkwatervoorziening. In 2006 is het besluit genomen om die zone niet langer voor dat doel te reserveren omdat er voldoende reserve zit in Zuidelijk Flevoland. Bij de bestaande winningen is een beschermingsgebied: een waterwingebied en/of een 25 jaarszone. Omdat de voorraad in Zuidelijk Flevoland afgedekt wordt door een stevige kleilaag, en het voedingsgebied buiten de provincie ligt en de reistijden in de orde van eeuwen zijn, is het niet nodig om generiek een grondwaterbeschermingszone aan te wijzen. Voor de voorraad in Zuidelijk Flevoland is wel een boringsvrije zone vastgelegd die een groot deel van zuidelijk Flevoland beslaat. Boven de kleilaag zijn veel activiteiten toegestaan, in en onder de kleilaag weinig en dus ook geen mijnbouwactiviteiten. Binnen de boringsvrije zone voorzien wij geen vraag naar geothermie. Bovendien is het daar geologisch minder kansrijk (weinig winningsmogelijkheden voor geothermie). Mocht de vraag zich toch voordoen dan komt die afweging op de politieke tafel.buiten het gereserveerde gebied is volop ruimte voor mijnbouwactiviteiten. Er gebeurt wat dat betreft het nodige, bijvoorbeeld in Luttelgeest (geothermie). Ten behoeve van de vaststelling van deze zone is de diepteligging van de bovenkant van de afdekkende kleilaag in 3-D bepaald en samen met de regelgeving voor de boringsvrije zone vastgelegd in de Verordening Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL). De kaart van de boringsvrije zone is te raadplegen op de website van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) via www.ofgv.nl/boringsvrije-zones. -. _.. :: - Via websites wordt de regelgeving gecommuniceerd. De boringsvrije zone staat aangeduid als een kaart van het gebied, met daarop in kleuren aangegeven tot welke maximale diepte boorputten en energiesystemen mogen worden aangelegd. Ook zijn er beperkingen ten aanzien van het uitvoeren van sonderingen en heipalen. Omdat de winbare hoeveelheid groter is dan de vraag vanuit Flevoland zelf, is ook gekeken of de voorraad benut kan worden om schaarste in omliggende provincies te verhelpen. Inmiddels vinden er interprovinciale leveranties plaats aan Utrecht en Gelderland ter grootte van 9 miljoen m3jjaar. De inschatting is dat er vanuit hier nog 15 miljoen m3jjaar meer gewonnen kan worden, maar de onderbouwing hiervan is nog vrij globaal, er is nog onderzoek nodig naar de effecten hiervan op kwel, grondwaterstanden en verzilting.

3 Drenthe In Drenthe wordt water gewonnen voor de drinkwatervoorziening van Drenthe en Groningen, deels als oppervlaktewater, maar voornamelijk als grondwater. In de Omgevingsvisie is uitgesproken dat grondwater de voorkeur heeft als bron voor de drinkwatervoorziening. Ook is aangegeven dat het verstandig is om drie locaties achter de hand te hebben voor het geval er een winning als gevolg van een calamiteit uit mocht vallen. In een Plan-MER is onderzocht welke locaties de voorkeur hebben. In 2010 zijn drie locaties aangewezen als 'strategische grondwaterwinning'. Voor de locatie Assen-West is een onttrekking van maximaal 2 mln m3jjaar aan de orde, voor de locaties Kastelen Akkers en Darperweide elk 4 mln m3jjaar. De strategische grondwaterwinningen betreffen een uitwerking van het waterhuishoudkundige deel van het POPII (nu Omgevingsvisie). De uitwerking is tot stand gekomen in overleg met alle betrokken partijen. Daarna volgde een formele procedure waarbij de Adviescommissie voor de Fysieke Leefomgeving (stakeholders) en de Statencommissie Omgevingsbeleid advies hebben gegeven. De voorbereiding is verder overeenkomstig Afdeling 3.4 van de Awb tot stand gekomen. Op basis van deze aanduiding in het provinciaal beleid kan het waterleidingbedrijf een vergunning aanvragen. Dit is een slapende vergunning die ingezet kan worden als er een andere winning uitvalt. De strategische winningen zijn vooralsnog dus niet bedoeld om een toenemende vraag te compenseren. Er is weloverleg gaande om de inzetbaarheid te verbreden. In de uitwerking van POPII is opgenomen dat de strategische grondwaterwinningen na vergunning verlening de zelfde bescherming krijgen als reguliere grondwateronttrekkingen voor de drinkwatervoorziening. De drie belangrijkste grondslagen van het grondwaterbeschermingsbeleid van de provincie Drenthe zijn: Provinciale Omgevingsverordening: deze verordening kan worden gezien als de basis van ons grondwaterbeschermingsbeleid. In de verordening staat welke activiteiten niet zijn toegestaan in de grondwaterbeschermingsgebieden en de voorwaarden voor overige activiteiten. Ruimtelijke bescherming van grondwaterbeschermingsgebieden: de voorkeur gaat uit naar functies die bijdragen aan de grondwaterkwaliteit. We zetten instrumenten in om deze functies te bevorderen. Maatwerk en maatregelen per grondwaterbeschermingsgebied in de vorm van gebiedsdossiers en uitvoeringsprogramma's De omvang van het grondwaterbeschermingsgebied is gerelateerd aan de mate van kwetsbaarheid van de winning en is afgeleid van de geohydrologische opbouw van de ondergrond en van de grondwaterkwaliteit. De toegepaste berekeningsmethode geeft naast inzicht in de ligging en omvang van de intrekgebieden ook informatie over verblijftijden van het opgepompte water en de bijbehorende volumepercentages. Met behulp van een "responskarakteristiek" wordt daarmee een indruk verkregen van de kwetsbaarheid van de winning. Zo kenmerkt een kwetsbare winning zich door een groot volumepercentage (meer dan 80%) met een geringe leeftijd (minder dan 100 jaar), terwijl bij een nietkwetsbare winning een groot deel van het opgepompte water verblijftijden kent van enkele honderden tot meer dan duizend jaren. Er zijn drie typen winningen onderscheiden: 1. Het intrekgebied ligt aaneengesloten rondom het puttenveld: kwetsbaar. 2. Deel van het intrekgebied ligt nabij de putten en een deelligt ver weg: minder kwetsbaar. 3. Het intrekgebied ligt ver weg; grote verblijftijden door de aanwezigheid van slecht doorlatende kleilagen: niet kwetsbaar. Voor de eerste categorie wordt het gehele intrekgebied beschermd. Voor categorie 2 is een bescherming van 25 tot 75 jaar toereikend en voor categorie 3 wordt een boringsvrije zone aangewezen. De regelgeving is uitgewerkt in de Provinciale Omgevingsverordening. Voor andere activiteiten in de

ondergrond is met name het verbod op boringen van belang. grondwaterbeschermingsgebied. Dit verbod geldt ook in een Inmiddels is voor Assen-West een vergunning aangevraagd en afgegeven. Het betekent dat voor de resterende capaciteit (8 mln m3fjaar) nog een vergunning moet worden afgegeven. Daarna wordt de bescherming uitgewerkt. De resterende capaciteit is ongeveer 10 % is van de totaal vergunde hoeveelheid in Drenthe. 4 Utrecht In Utrecht levert Vitens aan de inwoners en bedrijven drinkwater. In samenwerking met Vitens - en met afstemming met andere belanghebbenden - heeft de provincie Utrecht in 2014 een strategische grondwatervoorraad vastgelegd in haar beleid. De strategische grondwatervoorraad bevat gebieden in de provincie die geschikt zijn voor toekomstige winning van grondwater voor drinkwater. Hierbij is zowel gekeken of de omgeving én waterkwaliteit geschikt is voor een nieuwe drinkwaterwinning als ook of de nieuwe winning geen onacceptabele effecten zal veroorzaken op de omgeving zoals verdroging van natuurgebieden. Het gaat om diepere watervoerende pakketten. Stedelijk gebied is in samenspraak met Vitens uitgesloten van de strategische grondwatervoorraad. Vitens wil niet in stedelijk gebied een nieuwe winning starten en bovendien is vooral in stedelijk gebied behoefte aan WKa en geothermie waardoor er nu ruimte voor is. Door een strategische grondwatervoorraad aan te wijzen en te beschermen wordt de toekomstige drinkwatervoorziening, ook bij toenemende drinkwatervraag, veiliggesteld. Middels het vastgestelde Bodem-, Water- en Milieuplan 2016-2021 zijn WKa activiteiten in de strategische grondwatervoorraad niet toegestaan(enkele uitzonderingen daargelaten). Ook vindt de provincie geothermie alleen onder strikte voorwaarden toelaatbaar in de voorraad; het drinkwaterbelang mag nooit in gevaar komen. De provincie vindt schaliegaswinning, op basis van de huidige kennis en stand-van-de-techniek, niet verenigbaar met het belang van veiligstellen van de toekomstige drinkwatervoorziening. Daarnaast wordt de strategische grondwatervoorraad in 2016 via een aanpassing van de ruimtelijke structuurvisie en ruimtelijke verordening planologisch beschermd m.a.w. dat ruimtelijke ontwikkelingen geen risico met zich meebrengen voor de grondwaterkwaliteit van de strategische grondwatervoorraad. In juli jl. is een overeenkomst tussen provincie en Vitens gesloten om in 2018 te komen tot een strategie om de drinkwatervoorziening in Utrecht robuust en toekomstbestendig te maken. Een van de aspecten in de overeenkomst is het uitwerken van het gebruik van de strategische grondwatervoorraad bij toenemende drinkwatervraag, inclusief het GE scenario. Doordat de strategische grondwatervoorraad nu dermate groot is (40% van de provincie) is er ook ruimte binnen deze voorraad voor andere functies zoals geothermie wat van belang is voor de energietransitie. Als in 2018 concreet wordt waar eventuele nieuwe drinkwaterwinningen komen om een toename in de drinkwatervraag op te vangen kunnen deze - indien nodig - aanvullend beschermd worden, bijvoorbeeld middels een boringsvrije zone.

Nadere toelichting (met verwijzingen) In 2014 is door Provinciale Staten van Utrecht de "Kadernota ondergrond" vastgesteld door PS in 2014 ( https://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/alle-onderwerpen/bodembeleid/kadernotaondergrond!). Hierin heeft de provincie geschikte gebieden voor toekomstige winning van grondwater voor drinkwater aangewezen, en de manier aangegeven waarop de provincie die gebieden wil beschermen. Er zijn geen kubieke meters aan toegewezen. In de kadernota is het gebied met de "strategische grondwatervoorraad" op kaart vastgelegd. Ook is aangegeven dat nieuwe drinkwaterwinningen moeten plaatsvinden in het tweede of derde watervoerende pakket. Het beschermingsbeleid van de strategische voorraad betreft planologische bescherming, Dit beleid is vervolgens opgenomen en nader uitgewerkt in het "Bodem-, Water- en Milieuplan 2016-2021", vastgesteld in 2015 (zie het 4e item in de plannenviewer http://ruimtelijkeplannen.provincieutrecht.nl/). Hier is bij de themakaarten onder nummer 7 de strategische grondwatervoorraad opgenomen, alsmede een tekst over het betreffende beschermingsbeleid: ruimtelijke bescherming ten behoeve van de grondwaterkwaliteit en -kwantiteit van het tweede en derde watervoerende pakket. De betreffende watervoerende pakketten worden in bijlage 4 benoemd. De ruimtelijke bescherming dient te worden ingewerkt in de Provinciale Structuurvisie (PRS) en Ruimtelijke Verordening (PRV). Momenteel is de provincie bezig met een herijking van de Provinciale Structuurvisie en Provinciale Ruimtelijke Verordening. De concepten voor de herijking hebben onlangs ter inzage gelegen (31 mei 2016 tot en met 11 juli 2016). Men is nu (juli 2016) in de fase van het beantwoorden van de zienswijzen. Naar verwachting worden de herijkte versie van de PRS en PRV nog dit jaar vastgesteld. De conceptversies van de herijking PRS en PRV zijn opgenomen als eerste en tweede item in de plannenviewer http://ruimtelijkeplannen.provincie-utrecht.nlf. In de concept-prs/prv wordt voorgesteld om de strategische grondwatervoorraad op te delen in een kwetsbaar deel en een matig kwetsbaar deel. Het kwetsbare deel van de strategische grondwatervoorraad krijgt hetzelfde planologische beschermingsregime als de kwetsbare grondwaterwinningen en de twee oppervlaktewaterwinningen. Voor deze zone gelden dus ook regels uit de verordening (PRV) met doorwerking naar de ruimtelijke plannen van gemeenten. In het matig kwetsbare deel van de strategische grondwatervoorraad geldt in het concept alleen de PRS, er is geen doorwerking naar derden. De provincie wil in die gebieden vooral aantasting van de beschermende kleilagen boven de grondwatervoorraden voorkomen, en wil er daarom nieuwe stedelijke ontwikkeling tegengaan.