VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

Transcriptie

1 VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET verleend aan Woningcorporatie Lefier Ontwikkelbedrijf De activiteit water in de bodem brengen en eraan ontrekken (Locatie: Berkenstraat 2 kadastraal bekend gemeente Wildervank, sectie E, nr. 4834) Groningen, 9 oktober 2012 Nr /41, MV Zaaknummer

2 Inhoudsopgave 1. VERGUNNINGAANVRAAG Onderwerp aanvraag Actuele vergunningsituatie Beschrijving van de aanvraag 3 2. PROCEDURE Voorbereiding Adviezen naar aanleidingvan de aanvraag 3 3. TOETSING EN BEOORDELING VAN DE AANVRAAG Inleiding Gronden van de beslissing Afsluitende overwegingen 5 4. CONCLUSIE Algemeen 5 5. BESLUIT Vergunning Vergunningtermijn Verhouding aanvraag-vergunning Ondertekening en verzending 5 VOORSCHRIFTEN 7

3 GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 9 oktober 2012 Nr /41, MV Zaaknummer Verzonden: 1 6 OKT Beschikken hierbij op de aanvraag van Woningcorporatie Lefier Ontwikkelbedrijf (Lefier) om vergunning op grond van de Waterwet voor de activiteit water in de bodem brengen of eraan te onttrekken. 1. VERGUNNINGAANVRAAG 1.1 Onderwerp aanvraag Op 17 april 2012 hebben wij een aanvraag ontvangen van Remon Aardwarmte BV namens Lefier voor een vergunning ingevolge artikel 6.4 van de Waterwet voor de volgende activiteit: water in de bodem brengen of eraan te onttrekken. De onttrekking is gelegen aan de Berkenstraat 2 te Stadskanaal, kadastraal bekend gemeente Wildervank, sectie, nummer(s) Actuele vergunningsituatie Voor de onttrekking zijn geen andere vergunningen, ambtshalve wijzigingen en/of meldingen ingevolge de Waterwet van kracht. 1.3 Beschrijving van de aanvraag Lefier vraagt een vergunning aan voor het onttrekken en infiltreren van grondwater ten behoeve van een bodemenergiesysteem. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een monobronsysteem waarbij grondwater onder de grond wordt rondgepompt van een haalbron, langs een warmtewisselaar onder de grond wordt geleid en wordt opgepompt door een retourbron. 2. PROCEDURE 2.1 Voorbereiding Voor de voorbereiding van de beschikking hebben wij afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. 2.2 Adviezen naar aanleiding van de aanvraag Er zijn adviezen noch zienswijzen ingebracht. 3. TOETSING EN BEOORDELING VAN DE AANVRAAG 3.1 Inleiding Op grond van artikel 6.4 van de Waterwet zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen. 3.2 Gronden van de beslissing Onttrekking De aangevraagde maximale hoeveelheid te onttrekken grondwater is 6 m^ per uur, 75 rr? per etmaal, rr? per maand, n? per kwartaal en w? per jaar. pagina 3 van 8

4 Systemen onder de 10 m^ per uur worden door de provincie Groningen als kleine systemen beschouwd, waar een lichtere procedure wordt gevoerd dan systemen waar meer dan 10 m^ per uur wordt onttrokken. Om te voorkomen dat bij geringe verhoging van de netto pompcapaciteit een wijzigingsvergunning moet worden ingediend, wordt bij kleien systemen standaard de bruto pompcapaciteit van 10 m^per uur vergund. Wijze inbrengen water in bodem Er wordt gebruik gemaakt van een monobronsysteem waarbij het grondwater onder maaiveld wordt verplaatst van een haalbron naar een retourbron. beide bronnen bevinden zich op verschillende diepte maar wel in hetzelfde watervoerende pakket. Beperking grondwateronttrekking Per saldo wordt er geen grondwater onttrokken. Er vindt geen lozing op het oppervlaktewater plaats. Effecten op het grondwaterregime De hoeveelheid verplaatste grondwater is zo gering dat naar verwachting er geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt op stijghoogte of grondwaterstand. Hydrothermische effecten De hoeveelheid verplaatste grondwater is zo gering dat naar verwachting er geen nadelige beïnvloeding plaatsvindt op de temperatuur van het grondwater. Opbarst risico (bij infiltratie) Vanwege de geringe hoeveelheid onttrokken grondwater en de grote diepte waarin het grondwater wordt geïnfiltreerd is er geen risico op het opbarsten van de bodem. Kwel/i nzijg ing Gezien de geringe hoeveelheid verplaatste grondwater is het niet te verwachten dat de onttrekking/infiltratie invloed heeft op aanwezige kwel/inzijgingspatronen in het grondwater. Effecten op de landbouw/natuur en andere belangen Gezien de geringe hoeveelheid verplaatste grondwater is het niet te verwachten dat de onttrekking/infiltratie invloed heeft op aanwezige landbouw/natuurwaarden, oppervlaktewater of bebouwing(zetting)- Effecten op grondwaterverontreiniging Er is geen bodem/grondwaterverontreiniging in de omgeving van het geplande bodemenergiesysteem. Effecten op grondwaterkwaliteit In het gebouwencircuit wordt leidingwater gebruikt- De waterpompen voor het gebouwencircuit en het grondwatercircuit bevinden zich in de bronnen beneden maaiveld, contact met de atmosfeer is uitgesloten. Er is dus geen risico op verontreiniging van het grondwater. Invloed op het zoet-zout grensvlak De zoet-zout grens bevindt zich naar verwachting op meter beneden NAP. Gezien de geringe hoeveelheid grondwater dat rondgepompt wordt en de diepte van de bronnen (40-80 meter beneden maaiveld) is niet te verwachten dat het zout-zout grensvlak wordt beïnvloed. Archeologie Het bodemenergiesysteem heeft geen nadelige invloed op gebieden met archeologische waarde. Onttrekkingen van derden Er bevinden zich geen permanente onttrekkingen in de directe omgeving van het geplande bodemenergiesysteem. pagina 4 van 8

5 Energiebalans Omdat verwacht wordt dat er amper thermische effecten zullen optreden bij bodemenergiesystemen met een pompcapaciteit kleiner dan 10 m per uur, worden er geen eisen gesteld aan de energiebalans. Toetsing aan het Provinciaal Omgevingsplan (POP): Wij stimuleren een zorgvuldig gebruik van grondwater omdat bij grondwateronttrekking onvermijdelijk neveneffecten optreden. We fianteren daarom de volgende uitgangspunten bij het verlenen van vergunningen voor grondwateronttrekking: fiet onttrokken grondwater wordt weer aangevuld, hetzij op natuurlijke wijze dan wel kunstmatig met water van een geschikte kwaliteit de samenstelling van het grondwater wordt niet nadelig beïnvloed de onderlinge beïnvloeding voor de verschillende gebruiksdoelen is maatschappelijk aanvaardbaar Het bodemenergiesysteem voldoet aan bovengenoemde uitgangspunten. Het verlenen van de vergunning is dus niet in strijd met beleid, zoals in het POP geformuleerd wordt. Afsluitende overwegingen 3.3 Afsluitende overwegingen Door toepassing van het energieopslagsysteem wordt, in vergelijking met conventionele koeling en verwarming, een besparing gerealiseerd van het gebruik van fosiele brandstoffen. Het elektriciteitsverbruik neemt wel enigszins toe. De reductie van het energieverbruik heeft een vermindering van uitstoot van CO2 en stikstofoxiden (NOx) tot gevolg. Het onttrekken en infiltreren van grondwater ten behoeve van het energieopslagsysteem heeft geen nadelige effecten op andere belangen. Het verlenen van de gevraagde vergunning is daarom niet strijdig met het beleid ten aanzien van het grondwaterbeheer, zoals vastgelegd in het Provinciaal Omgevingsplan. De provincie Groningen staat positief tegenover het gebruik van grondwater ten behoeve van koude-/warmte opslagen. 4. CONCLUSIE 4.1 Algemeen Uit de overwegingen volgt dat de gevraagde vergunning niet strijdig is met belangen van het grondwaterbeheer en daarom kan worden verleend. 5. BESLUIT 5.1 Vergunning Gelet op de Waterwet, de Omgevingsverordening provincie Groningen 2009, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet Milieubeheer en de vergunningsaanvraag van 17 april 2012 besluiten wij: I. aan Woningcorporatie Lefier Ontwikkelbedrijf een vergunning te verlenen voor het in de bodem brengen en eraan onttrekken van water op het percelen kadastraal bekend gemeente Wildervank, sectie E, nrs. 4834), plaatselijk bekend als Berkenstraat 2, gemeente Stadskanaal, II. te bepalen dat de vergunning op grond van artikel 3.28 Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 wordt opgenomen in het landelijk grondwaterregister onder gemeente Stadskanaal nr ; Aan de vergunning verbinden wij de bijgevoegde voorschriften. 5.2 Vergunningtermijn 5.3 Verhouding aanvraag-vergunning De vergunningaanvraag maakt onderdeel uit van de voorschriften. Voor zover de vergunningaanvraag niet in overeenstemming is met de gestelde voorschriften, zijn de voorschriften bepalend. 5.4 Ondertekening en verzending Gedeputeerde Staten van Groningen:, voorzitter., secretaris, pagina 5 van 8

6 Een exemplaar van dit besluit is gezonden aan: - aanvrager - N.V. Waterbedrijf Groningen, - NLTO, - Waterschap Hunze en Aa's, - Gemeente Stadskanaal - Ministerie van Infrastructuur en Milieu. pagina 6 van 8

7 VOORSCHRIFTEN 1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN pagina 7 van 8

8 ALGEIVIENE VOORSCHRIFTEN 1. De aan de bodem te onttrekken hoeveelheid grondwater mag niet meer zijn dan 10 rt? per uur, 75 m^ per etmaal, rv? per maand, w? per kwartaal en m^ per jaar. 2. Het grondwater mag slechts op een diepte van meter beneden het maaiveld aan de bodem worden verplaatst. 3- Het grondwater mag alleen worden onttrokken ten behoeve van en voor zoveel nodig voor de warmte-koude opslag als beschreven in de aanvraag. 4. De temperatuur van het te retourneren grondwater mag niet hoger zijn dan 25 C, niet lager dan 5 C en de samenstelling van dat grondwater mag niet afwijken van de samenstelling van het onttrokken grondwater. 5. Het onttrokken grondwater dient, behoudens de hoeveelheid die nodig is voor het regenereren van de putten, geheel in de bodem terug gebracht te worden. 6. Vergunningshoudster dient: a) het boren van de bronnen te laten uitvoeren door een gecertificeerd boorbedrijf. Een afschrift van het certificaatbewijs dient opgestuurd te worden naar Gedeputeerde Staten, voordat met de werkzaamheden begonnen wordt. b) voor dat er begonnen wordt met de aanleg van de bronnen, contact op te nemen met de toezichthoudende ambtenaar van de afdeling Milieutoezicht. 7. Vergunninghoudster dient elk jaar in de maand januari aan Gedeputeerde Staten opgave te verstrekken van de in het voorafgaande kalenderjaar per kwartaal onttrokken hoeveelheid grondwater en de in de bodem teruggebrachte hoeveelheden grondwater 8. Vergunningshoudster dient er voor zorg te dragen dat, wanneer de putten niet worden gebruikt of buiten gebruik worden gesteld, deze op zodanige wijze worden afgesloten respectievelijk worden afgedicht, dat verontreiniging van watervoerende pakketten wordt uitgesloten. De wijze waarop dit gebeurt dient in overleg te gebeuren met de toezichthoudende ambtenaar van de afdeling Milieutoezicht. Gedeputeerde Staten moet akkoord gaan met de wijze van afdichten alvorens begonnen mag worden met het afdichten van de putten. 9. Vergunningshoudster dient Gedeputeerde Staten binnen drie maanden na de afronding van de onttrekking schriftelijk mee te delen dat de inrichting is ontmanteld en uit het grondwaterregister kan worden verwijderd. pagina 8 van 8