Raad van Bestuur van 4 februari 2015

Vergelijkbare documenten
Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw

3/04/2015. De OCMW s opdoeken: een goed idee? Situatie in Vlaanderen. Inhoud

DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw

Naar een sterker lokaal sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw. NAZARETH 26 november 2015 Mark Suykens, algemeen directeur VVSG vzw

Raad van bestuur. 1 Goedkeuring verslag raad van bestuur van 2 maart Mededelingen van het DC. 3 Dossier vluchtelingen. 13 april Verslag

Ronde van Vlaanderen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012

Algemene Vergadering VVSG Brussel, 7 december 2016

Verzelfstandiging in het Gemeentedecreet

DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS Administratie Binnenlands Bestuur - Juridische adviezen

De OCMW op weg naar 2020 in woelige tijden. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven

De lange weg van de sociale dienstverlening in Vlaanderen. K. De Ceuninck H. Reynaert. 1. Inleiding

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA )

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS Lokale besturen - Financieringsmogelijkheden

nr. 236 van MARIUS MEREMANS datum: 13 januari 2016 aan LIESBETH HOMANS Organisatie-audits bij lokale besturen - Verbeterpunten

1. Goedkeuren van de notulen van de openbare zitting van de OCMW-raad van 19 juni 2018 De OCMW-raad

NOTULEN VAN DE RAAD VAN 07/12/2016

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

29/11/2015. VVOS Vlaams-Brabant. Verzelfstandigen van openbare zorgvoorzieningen in een zorgbedrijf. Inhoud. Vraagstellingen

Een korte situering: het decreet integraal handelsvestigingsbeleid

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen kleurt lokaal. Samen voor een lokaal gezinsbeleid maart 2017

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Verzelfstandiging: de verschillende manieren

OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN OUDENBURG PROCES-VERBAAL VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN


Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

RAAD VAN 7 APRIL 2015

1. Goedkeuren van de notulen van de openbare zitting van de OCMW-raad van 19 juni 2018 De OCMW-raad

ADVIES 84 OPRICHTING VAN HET INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INSTITUUT VOOR INNOVATIE DOOR WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE

ONTMOETINGSDAG VERZELFSTANDIGING LOCUS en VVC

Toekomst intergemeentelijke samenwerking Besturen is samenwerken

Het provinciedecreet voert wel een nieuwheid in, nl. het budgethouderschap. (art. 154 e.v. Provinciedecreet)

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

Het proces-verbaal van de openbare zitting van de Raad dd. 13 december 2016 wordt goedgekeurd.

Ontwerpverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d

RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN ZITTING VAN 29 NOVEMBER 2016 NOTULEN

Inleiding. Verslag overlegsessies met armoedeorganisaties en ervaringsdeskundigen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies nummer 06/04 van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 1 februari 2006;

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

1. De Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (hierna: "VTC");

Toelichting bij de nota Opvolging van doelstellingen in de regeerperiode Dieter Vanhee Departement Bestuurszaken

Zitting van de gemeenteraad van maandag 24 april Openbare zitting

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12

Paritaire commissie decentralisatie VERSLAG VERGADERING 12 DECEMBER 2014 INHOUDSOPGAVE. Ontwerpversie 16 december 2014

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen krijgt samen vorm. David Vits Kind en Gezin Ann Lobijn VVSG

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

BESTUURSMEMORIAAL VU.Hilaire Ost, Provinciegriffier, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200, Sint-Andries

Statuut lokale mandataris Directiecomité VVSG 18 oktober 2017


De omgevingsvergunning komt eraan!

OPENBARE ZITTING NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 28 OKTOBER 2014

De verantwoordelijkheid van de OCMW-secretaris. Alexander De Becker 19 september 2014

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9

Directiecomité Verslag 7 september 2017

Verslag vergadering gemeenteraadscommissie algemeen beleid op 08/09/2015

Beleids- en beheerscyclus: Papieren waarheid of daadkrachtig bestuur. Pilootbesturen getuigen over hun ervaringen met BBC

Notulen van de vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Dirk Vanderpoorten Secretaris Generaal

gemeenteraad Besluit OPSCHRIFT Vergadering van 20 november 2017 Besluit nummer: 2017_GR_01061

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

Brussel, 12 november _Advies_wijzigingsdecreet_VLM. Advies. Wijzigingsdecreet VLM

Directiecomité. 12 oktober Verslag. 1. Directiecomité: verslag 7 september goedkeuring. Aanleiding

Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 27 november 2015

DOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD

VR DOC.1318/1BIS

Gemeente-, OCMW- en provinciedecreet gewijzigd voor meer efficiënte Vlaamse lokale besturen

Advies. EVA Toegankelijk Vlaanderen. Brussel, 29 januari 2018

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving


ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid

Notulen van de vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Nieuws uit Brussel. Lerend netwerk vrijetijdscoördinatoren Huis van het Nederlands, 22 februari 2018

RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN ZITTING VAN 19 DECEMBER 2017 NOTULEN

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

Proficiat, u bent verkozen!

COMITE VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN Afdeling 2 Onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap".

Raad van bestuur. 24 oktober 2018 Verslag. 1. Raad van bestuur: verslag 13 juni 2018 goedkeuring. Aanleiding

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De organisatie van inspraak en beleidsadvies via advies- en beheersorganen in de vrijetijdssectoren

Verzelfstandiging van Lokale Besturen. Door Sven De Spiegeleer 26 juni 2008

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De staatshervorming in vogelvlucht: stand van zaken. (West4work 3/11/2015)

Digitalisering Omgevingsvergunning

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

Transcriptie:

Raad van Bestuur van 4 februari 2015 Verslag Aanwezig: Jan Anciaux, Frieda Brepoels, Karin Brouwers, Rik Carpentier, Rudy Coddens, Jan Dalemans, Bruno Debrabandere, Lieven Dehandschutter, Patrick De Klerck, Dirk de Kort, Marnic De Meulemeester, Dirk de Vetter, Else De Wachter, Michel Doomst, Filip Gijssels, Geert Hillaert, Luc Kupers, Marco Laenens, Linda Lauwers, Luc Martens, Corné Meesters, Steven Michiels, Jan Peeters, Jan Pletinckx, Stijn Quaghebeur (voorzitter), Mieke Ramaekers, Katrien Schryvers, Piet Seynaeve, Ilse Uyttersprot, Ludo Van Campenhout, André Van de Vyver, Christoph Van de Wiele, Sabine Van Dooren, Jurgen Vanlerberghe, Griet Vanryckegem, Ann Vansteenkiste, Dieter Wouters Mark Suykens, algemeen directeur, Piet Van Schuylenbergh, directeur afdeling OCMW s, Jan Van Alsenoy, directeur beweging (verslag) Stafmedewerkers: Xavier Buijs, diensthoofd omgeving (voor punten 4 en 5), Steven Verbanck (voor punt 5), David Vanholsbeeck (voor punt 6) Verontschuldigd: Hans Bonte, Koenraad De Ceuninck, Wim Dries, Raf Drieskens, Katja Gabriëls, Marie Jeanne Hendrickx, Kris Van Dijck 1 Verslag raad van bestuur van 7 januari 2015 Het verslag wordt goedgekeurd. 2 Mededeling van het DC Het verslag van het directiecomité van 21 januari 2015 3 Standpuntnota directiecomité VVSG over de toekomstige vormgeving lokaal sociaal beleid Mark Suykens licht het dossier toe. 3.1 Overzicht van de besluitvorming Het Vlaams en federaal regeerakkoord 2014-2019 De akkoorden spreken zich uit voor de integratie van het OCMW in de gemeente. Verslag raad van bestuur van 4 februari 2015-1/11

We integreren de OCMW s uiterlijk tegen de start van de volgende lokale bestuursperiode volledig in de gemeentebesturen (vrijwillig voor de centrumsteden). We werken modellen uit die de gemeenten bij deze integratie kunnen hanteren (bv. sui generis EVA), zodat ze de taken die ze in het kader van de federale wetgeving moeten uitoefenen kunnen blijven opnemen. We garanderen alleszins de nodige waarborgen voor de persoonlijke levenssfeer en een neutrale dossierbehandeling zoals die in de huidige bijstandscomités bestaat bij toekenning van maatschappelijke dienstverlening en individuele steun. We overleggen met de federale overheid om hinderpalen voor deze maximale integratie op te heffen. Het federale regeerakkoord zegt het zo: De federale regering zal het wettelijk kader aanpassen zodat een organieke integratie van de gemeentebesturen en de OCMW s mogelijk wordt. Daarbij wordt erover gewaakt dat de huidige opdrachten van het OCMW met betrekking tot maatschappelijke dienstverlening met respect voor de privacy van de betrokkenen en met de nodige waarborgen met betrekking tot de professionaliteit van de dienstverlening verzekerd blijven. 3.2 Motie Vlaams Parlement De voltallige vergadering van het Vlaams Parlement hield op 7 januari 2015 een actualiteitsdebat over de toekomst van de OCMW s. Tot besluit van deze bijeenkomst keurde het Vlaamse Parlement deze motie goed: De vergadering vraagt de Vlaamse regering: 1 spoedig werk te maken van een conceptnota die de krijtlijnen schetst van de integratie van de gemeente en het Openbare Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) en deze conceptnota ter bespreking voor te leggen aan het Vlaams Parlement; 2 bij de uitwerking van deze krijtlijnen erover te waken dat: a) De gemeenteraad het lokaal sociaal beleid bepaalt b) Er geen afbreuk gedaan wordt aan het vertrouwelijk karakter van de behandeling van individuele steunverleningsdossiers in een apart sociaal comité; c) De gemeenteraad over de volledige vrijheid beschikt om, in functie van de eigen lokale situatie, te beslissen volgens welk model de operationele uitvoering van het lokaal sociaal beleid gebeurt (bv. eigen dienst, verzelfstandiging of samenwerking met andere gemeenten); d) Er voor het OCMW-personeel een stelsel van overgangsmaatregelen uitgewerkt wordt, rekening houdend met de rechten die het geniet op het ogenblik van de inwerkingtreding van de integratie van het OCMW en de gemeente; 3.3 Conceptnota Vlaamse regering Op 16 januari 2015 keurde de Vlaamse regering de conceptnota Integratie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in de gemeentebesturen: inhoudelijke en proces-gerelateerde krijtlijnen goed. Dat gebeurde zonder voorafgaand overleg met de lokale besturen zelf of de VVSG. In de conceptnota schetst ze de krijtlijnen waarbinnen de Vlaamse regering de integratie van het OCMW in de gemeente wil uitwerken tot een ontwerp van decreet. Deze conceptnota zal Verslag raad van bestuur van 4 februari 2015-2/11

met het oog op de verdere uitwerking en concretisering voor consultatie aan de belanghebbenden en het Vlaams Parlement voorgelegd worden. De Vlaamse regering beoogt met deze integratie naar eigen zeggen vier doelstellingen: een maximaal geïntegreerd sociaal beleid: een goed lokaal sociaal beleid ten bate van de burgers is geen geïsoleerd onderdeel van het lokale beleid maar maakt deel uit van alle aspecten van het lokaal-maatschappelijk functioneren. Daarom is een institutionele verkokering tussen armoede en welzijnsbeleid en de andere beleidsdomeinen onwenselijk; politiek-democratisch: de rechtstreeks verkozen gemeenteraad moet instaan voor de belangrijke politieke keuzes van het lokale beleid en dus ook voor het lokale sociale beleid; beheersmatige redenen en efficiëntie-overwegingen: door het samengaan van beide besturen en beide administraties zijn er belangrijke efficiëntiewinsten te realiseren en wordt de bestuurskracht van het lokale bestuur versterkt. Sinds de invoering van het gemeentedecreet beschikt de gemeentelijke administratie over een kader dat vrijheidsgraden toelaat om recht te doen aan de eigenheden die gepaard gaan met hulpverlening; klantgerichtheid en drempelverlagend: een apart OCMW is stigmatiserend, wanneer er één uniek loket is waar de sociale dienstverlening wordt geleverd, valt dat stigma weg. Na afweging van een aantal scenario s kiest de Vlaamse regering voor het zogenaamde bijzonder comité-scenario. Dit scenario omvat de volgende elementen: een bijzonder comité neemt beslissingen in individuele dossiers van maatschappelijke dienstverlening en maatschappelijke integratie. De leden van dit comité worden aangesteld door de gemeenteraad. Het comité wordt voorgezeten door een lid van het schepencollege. Naast gemeenteraadsleden kunnen ook niet-gemeenteraadsleden en externe experten in het comité worden opgenomen. Dit comité vergadert met gesloten deuren en moet in zijn werking het respect voor de persoonlijke levenssfeer van de cliënten waarborgen. Dossiers worden voorbereid door de sociale dienst van de gemeente die per dossier een sociaal verslag opmaakt dat als basis dient voor de besluitvorming; - de gemeenteraad bepaalt het lokale sociale beleid. Dit betekent dat: - het OCMW als aparte rechtspersoon verdwijnt; - de politieke aansturing gebeurt door de gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen; - de gemeenteraad bepaalt hoe de uitvoering van het beleid organisatorisch vorm zal krijgen. Alle noodzakelijke vormen van samenwerking tussen besturen onderling en tussen besturen en private actoren moeten een plaats krijgen in dit nieuwe model; de gemeentelijke sociaalbeleidsplanning via de beleids- en beheerscyclus (BBC) verloopt en in het meerjarenplan van de gemeente verankerd wordt; uitvoering in functie van de lokale context: de OCMW-administratie wordt ondergebracht in de gemeentelijke administratie. Mits men dit grondig motiveert, kan de uitvoering van bepaalde sociale taken/opdrachten van het sociale beleid (bijzondere diensten, woonzorgcentra, ziekenhuizen) ondergebracht worden in verzelfstandigde entiteiten, al dan niet in samenwerking met private actoren, of in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Lokale Verslag raad van bestuur van 4 februari 2015-3/11

besturen moeten rekening houden met het principe van maximale scheiding tussen hun rol als actor en hun rol als regisseur. de bestaande OCMW-verenigingen kunnen geïntegreerd worden in het gemeentebestuur of kunnen blijven bestaan. In dat laatste geval ressorteren ze rechtstreeks onder het gemeentebestuur en niet langer onder het OCMW. Er zal onderzocht worden hoe de huidige OCMW-verenigingen omgevormd kunnen worden tot intergemeentelijke samenwerkingsverbanden of tot nieuwe aangepaste vormen; de gemeenten nemen alle patrimonium, schulden, rechten en verplichtingen van de OCMW s over. Wat de overdracht van het personeel betreft, wordt bepaald dat: de specifieke bepalingen m.b.t. de rechtspositieregeling van het specifiek OCMW-personeel geïntegreerd worden in de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel; de gemeente voor de invulling van de functies van secretaris en financieel beheerder moet kiezen tussen één van beide functiehouders; de niet-gekozen secretaris en/of financieel beheerder krijgt decretaal bepaalde waarborgen. Tot slot verlaat de conceptnota de piste van het regeerakkoord en de beleidsnota Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid dat de integratie een keuze is voor de centrumsteden: het wordt voor alle besturen een verplichting, met uitzondering van de specifieke behandeling van Voeren en de zes faciliteitengemeenten rond Brussel. 3.4 Standpunt directiecomité van 21 januari Op 21 januari nam het directiecomité van de VVSG een standpunt in over de integratie van het OCMW en de gemeente. 1. Vlaams regeerakkoord 2014-2019 Het Vlaamse regeerakkoord is duidelijk: We integreren de OCMW s uiterlijk tegen de start van de volgende lokale bestuursperiode volledig in de gemeentebesturen (vrijwillig voor de centrumsteden). We werken modellen uit die de gemeenten bij deze integratie kunnen hanteren (bv. sui generis EVA), zodat ze de taken die ze in het kader van de federale wetgeving moeten uitoefenen kunnen blijven opnemen. We garanderen alleszins de nodige waarborgen voor de persoonlijke levenssfeer en een neutrale dossierbehandeling zoals die in de huidige bijstandscomités bestaat bij toekenning van maatschappelijke dienstverlening en individuele steun. We overleggen met de federale overheid om hinderpalen voor deze maximale integratie op te heffen. Zowel Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans als de politieke fracties in het Vlaams Parlement die de regeringsmeerderheid vormen, hebben in het actualiteitsdebat dat op 7 januari 2015 plaatsvond in het Vlaams Parlement duidelijk gemaakt dat ze het regeerakkoord op dat punt onverkort willen uitvoeren. Verslag raad van bestuur van 4 februari 2015-4/11

De VVSG vertrekt van dit gegeven en wil binnen deze context constructief meewerken aan bestuurlijke modellen die deze nieuwe oriëntatie moeten vormgeven. Het zogenaamde bipolaire model met twee parallelle besturen gemeente en OCMW met elk een eigen politieke en ambtelijke organisatie, die allebei het sociaal beleid kunnen vormgeven, zal vanaf de volgende gemeentelijke beleidsperiode tot het verleden behoren. De OCMW-werking wordt ingekanteld in de gemeentelijke organisatie. 2. Sterk sociaal beleid is een geïntegreerd beleid Voor de VVSG moet een bestuurlijke hervorming tot doel hebben het lokale sociale beleid te versterken. Lokale besturen zijn goed geplaatst om ervoor te zorgen dat mensen een menswaardig bestaan kunnen leiden. Dit realiseren is geen opdracht van een apart bestuur, maar maakt deel uit van het totale gemeentelijke beleid. Het is een breed beleid dat zich uit op talloze beleidsdomeinen. Het gaat over mensen die in armoede leven, die op zoek zijn naar werk, maar ook naar een betaalbare woning en begeleiding bij hun schuldproblemen of op zoek naar een oplossing voor de problemen van hun kinderen op school of naar betaalbare kinderopvang. Het gaat over toegankelijke en burgernabije zorg, maar even goed over de inrichting van de publieke ruimte en over het scheppen van ontmoetingsplaatsen, over participatie aan de samenleving en betrokkenheid bij de gemeenschap en de buurt waarin men leeft. Deze brede benadering vraagt een globale visie als basis voor het gemeentelijke beleid dat strategische politieke keuzes moet maken. De politieke verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de gemeenteraad. Eenheid van beleid vergt één politieke aansturing, één beleidsplan, één budget. 3. Gemeenten beslissen zelf over de wijze van uitvoering Sociaal beleid wordt concreet via allerlei acties die thuishoren in de sfeer van de individuele en collectieve hulpverlening en die zich onderscheiden van andere acties van het lokaal bestuur: hulpverlening is zeer ingrijpend en speelt zich af in de persoonlijke levenssfeer. Het neemt daarom een bijzondere plaats in ten opzichte van andere beleidsdomeinen als cultuur, sport, ruimtelijke ordening en vergt een zekere afscherming. Bovendien kent hulpverlening eigen methodieken zoals groepswerking, emancipatorisch en proactief werken met de cliënten. Dat vraagt vaak een zeer intens en langdurig begeleidingstraject met het oog op de integratie van cliënten in de samenleving en een goede samenwerking met bijvoorbeeld armenverenigingen en andere zelforganisaties van de doelgroep; het beheer van zorgvoorzieningen in een vaak concurrentiële setting er zijn ook private non-profit en commerciële spelers in de zorg vraagt een operationeel beleid dat meer bedrijfsmatig is. Zo zijn er in verschillende gemeenten zorgbedrijven, beheerd door lokale besturen. Het komt voortaan aan de gemeenteraad toe om te bepalen hoe het lokale sociale beleid uitgevoerd wordt. Dat is de essentie van lokale beleidsruimte. De invulling kan verschillen van Verslag raad van bestuur van 4 februari 2015-5/11

gemeente tot gemeente, ook omdat het aanbod aan hulp- en dienstverlening van het lokale bestuur en van andere aanbieders niet overal identiek is. Voor de uitvoering van het lokale sociale beleid zijn verschillende modellen mogelijk waaruit de gemeenteraad zal kiezen. Om te vermijden dat er in de gemeenten totaal uiteenlopende modellen ontstaan waardoor de burger door de bomen het bos niet meer zou zien, beperken we de keuze tot drie: een gemeentelijke welzijnsdienst: uitvoering in eigen beheer, wat gepaard kan gaan met het toekennen van het budgethouderschap; een intern verzelfstandigd agentschap (IVA): uitvoering door een agentschap dat operationele autonomie krijgt om welbepaalde opdrachten uit te voeren binnen de gemeentelijke organisatie; een IVA heeft geen rechtspersoonlijkheid en sluit een beheersovereenkomst met de gemeente; een extern verzelfstandigd agentschap (EVA): uitvoering door een agentschap dat operationele autonomie krijgt om welbepaalde opdrachten uit te voeren buiten de diensten van de gemeente; een EVA heeft eigen rechtspersoonlijkheid en sluit een beheersovereenkomst met de gemeente. Er is geen enkele reden waarom de mogelijkheden tot verzelfstandiging die voor andere gemeentelijke beleidsdomeinen reeds bestaan niet zouden kunnen worden gehanteerd voor de uitvoering van het lokale sociale beleid, weliswaar in een aangepaste vorm en met duidelijke afspraken in de beheersovereenkomst dat een terugkeer naar het bipolaire model vermeden moet worden. Omwille van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer worden beslissingen over individuele dossiers van maatschappelijke dienstverlening uit de klassieke politieke besluitvorming van de gemeente gehouden (gemeenteraad, college van burgemeester en schepenen) en, ongeacht het gekozen model, steeds genomen door een bijzonder comité, aangeduid door de gemeenteraad. De gemeenteraad heeft de volledige vrijheid om voor de uitvoering van het geheel of van onderdelen van het lokale sociale beleid een keuze te maken tussen deze drie modellen en kan bijgevolg deze modellen ook combineren. 4. Stimuleren van intergemeentelijke samenwerking Meer en meer werken lokale besturen samen over de grenzen van de gemeente heen. Op deze wijze kan dienstverlening aangeboden worden die elk bestuur apart niet zou kunnen aanbieden wegens te weinig volume, te geringe financiële mogelijkheden of te weinig expertise. Ook m.b.t. sociaal beleid heeft gemeentegrensoverschrijdende samenwerking heel wat voordelen. De bestaande vormen van samenwerking (intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, OCMW-verenigingen) kunnen behouden blijven en zelfs opgewaardeerd worden. 5. Aanpassingen federale wetgeving noodzakelijk Verslag raad van bestuur van 4 februari 2015-6/11

Een aantal modellen kunnen slechts gerealiseerd worden als de federale wetgeving op heel wat punten gewijzigd wordt. Het gaat niet enkel over de OCMW-wet of de Leefloonwet, maar over talloze wetten waarin opdrachten en taken expliciet aan het OCMW toegewezen worden of het OCMW als aparte rechtspersoon en als aparte werkgever benaderd wordt. Zo niet, dreigen de lokale besturen subsidies of tegemoetkomingen mis te lopen of zijn de modellen gewoon niet uitvoerbaar. De VVSG vraagt uitdrukkelijk dat de Vlaamse overheid voorafgaand een grondige analyse maakt van de wetswijzigingen die zich opdringen en dat de Vlaamse overheid met de federale overheid duidelijke afspraken maakt over deze wijzigingen vooraleer de nieuwe modellen ingevoerd worden. Dit is een correcte toepassing van het door Vlaanderen gehuldigde Belfort-principe. 6. VVSG gaat dialoog met haar leden aan De VVSG wil haar expertise ter beschikking stellen en haar medewerking verlenen aan het uitwerken van deze bestuurlijke modellen. De VVSG wil als vereniging van de lokale besturen de goede praktijken van samenwerking tussen gemeente en OCMW die in heel wat gemeenten gegroeid zijn, ontsluiten en deze kennis en ervaringen ter beschikking stellen. Over de verdere uitwerking van de modellen zal de VVSG in dialoog gaan met haar leden. 3.5 Toelichting van Mark Suykens bij het standpunt van het directiecomité Het standpunt gaat verder dan de Conceptnota van de Vlaamse regering: 1) Het sluit sterk aan bij de motie van het Vlaams Parlement dat expliciet de vormgeving van het lokaal sociaal beleid toevertrouwt aan de gemeenteraad. 2) Het standpunt spreekt over drie gemeentelijke modellen waaruit de gemeenteraad kiest, ook voor het algemeen sociaal beleid. 3) Het standpunt stimuleert intergemeentelijke samenwerking. 4) Het standpunt legt een sterk accent (met bijhorende voorwaarden zoals het Belfort-principe) op de aanpassing van de federale regelgeving en de financiële consequenties. 5) Het standpunt legt veel nadruk op de garanties voor een sterk inhoudelijk sociaal beleid (welke structurele vormgeving). 3.6 Opmerkingen, visies uit de raad De vrije keuze voor de centrumsteden (cf. regeerakkoord) valt weg. Sommige leden van de raad begrijpen deze onverwachte wending niet. Er is onvoldoende geluisterd naar de VVSG-afdeling OCMW s (waar ook verschillende meningen leven). De Vlaamse overheid moet consequent zijn: als ze in het algemeen kiest voor meer gemeentelijke beleidsruimte moet ze ook in dit dossier de ruimte geven. De vrije keuze voor de drie modellen uit de standpunt van het directiecomité mag niet betekenen dat een bipolair model van twee besturen blijft bestaan. Het OCMW is vandaag trekker van het sociale beleid. Dat is zo op basis van de OCMWwet van 1976, die iedereen het recht geeft op een menswaardig inkomen en bestaan. De Verslag raad van bestuur van 4 februari 2015-7/11

overheid oordeelde toen dat de zorg voor dat menswaardige bestaan bij voorkeur door een zelfstandige entiteit werd opgenomen, die net door dat zelfstandige statuut een sterke intragemeentelijke lobby voor lokaal sociaal beleid kon vormen. Maar door de Vlaamse verplichting om de OCMW s tegen 2019 op te doeken en te integreren in de gemeentelijke administratie, dreigt hieraan een einde te komen. En dreigt het lokaal sociaal beleid op termijn aan slagkracht in te boeten. Die verplichting kwam als een dictaat. De Vlaamse regering vond het immers niet nodig om de huidige aanpak samen met de lokale besturen te evalueren. Essentieel is de politieke besluitvorming: één overheid met college en gemeenteraad. Hoe de gemeente zich organiseert inzake het sociale beleid - in functie van lokale noden, de aard van het bestuur enz. is de verantwoordelijkheid van de gemeente. Er is een beslissing van de Vlaamse overheid en een federaal akkoord dat hierover een duidelijke uitspraak doet. Het komt er nu op aan wat er leeft bij de leden zo goed mogelijk naar voren te brengen onder meer van de 1200 vertegenwoordigers uit gemeenten en OCMW s die deelnamen aan de Ronde van Vlaanderen. Op de volgende raad van bestuur volgt een uitgebreid verslag van de opmerkingen van de deelnemers. 3.7 Besluit De raad geeft haar goedkeuring aan het standpunt van het directiecomité. Opmerkingen en aanbevelingen uit de Ronde van Vlaanderen worden na de raad van bestuur van 4 maart overmaakt aan de Vlaamse regering en het Vlaams parlement. De VVSG zorgt voor goed overleg met haar leden. 4 Voorontwerp van besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de gevallen waarin ontvoogde gemeenten geen afschriften of kennisgevingen moeten overmaken aan het departement VVSG-stafmedewerker Xavier Buijs licht het ontwerpbesluit toe. Het ontwerpstandpunt wordt zonder verdere opmerkingen goedgekeurd. 5 Standpunt omgevingsvergunningsbesluit Stafmedewerkers Xavier Buijs en Steven Verbanck overlopen het standpunt aan de hand van deze presentatie. Volgende opmerkingen worden gemaakt: Verbazend dat de provincie bevoegdheden erbij krijgt. Zij worden immers voor het eerst bevoegd op stedenbouwkundig vlak in eerste aanleg, nl. voor de zgn. provinciale projecten en voor klasse 1-bedrijven. Ons standpunt geeft daarom aan dat er ook een lijst met gemeentelijke projecten moet komen als uitzondering op deze regel. Verslag raad van bestuur van 4 februari 2015-8/11

Het kan niet dat gemeenten die al ontvoogd zijn, plots weer advies moeten vragen aan de Vlaamse administratie ruimtelijke ordening in dossiers waar ze dit nu, dankzij hun ontvoogding, niet meer moeten doen. Dat bedrijven niet meer na 20 jaar een hernieuwing van hun milieuvergunning moeten aanvragen (zgn. permanente milieuvergunning), is in geen enkel opzicht voordelig voor de overheid. Dit is duidelijk alleen ten voordele van de bedrijven bedoeld: het zal zeer moeilijk worden om een vergunning nog te doen stoppen. Bovendien zal de gemeenten bij een evaluatie de dossierkost waarschijnlijk niet kunnen doorrekenen aan het geëvalueerde bedrijf (daar waar zij dat wel kan bij een hervergunningsaanvraag) Bij de volledige digitalisering van een vergunningsproces mag zeker niet onderschat worden hoeveel tijd en werk dit vergt en dat het bestellen van nieuwe hard- en software een financieel zwaarwegende investering is, ook al bestaan hiervoor subsidies. Als we vragen dat de werklastmeting wordt geactualiseerd, dan stellen we de methodologie van de oorspronkelijke meting niet in vraag. Die was in de gegeven omstandigheden (decreet nog in ontwerpfase) het beste wat er aan info te halen viel. Wel moeten de assumpties van toen (bv. 3% bedrijven per jaar evalueren) getoetst worden aan de regelgeving die intussen veel concreter uitgekristalliseerd is. Die werklastmeting handelde overigens niet alleen over de gemeenten, maar gaf ook aan dat op Vlaams niveau minder dossiers zullen behandeld worden. De voorzitter vraagt dat nader wordt bekeken wat er gebeurt met de provinciale taken in de omgevingsvergunningsprocedure in Antwerpen en Gent als zij provincievrij worden. De voorzitter besluit dat het standpunt scherper mag geformuleerd worden bij het punt van de adviesverplichtingen voor al ontvoogde gemeenten en dat er het best een politiek onderhoud met het kabinet van de minister komt waarbij de belangrijkste bezorgdheden uit ons standpunt worden aangekaart. 6 Problematiek strafrechtelijke aansprakelijkheid burgemeesters en gemeenten VVSG-stafmedewerker David Vanholsbeeck licht toe. Het dossier van de strafrechtelijke aansprakelijkheid sleept al vele jaren aan en is nu weer actueel, o.a. door enkele nieuwe wetsvoorstellen (vooral een herneming van vroegere voorstellen). Toch is er hoop op een definitieve oplossing, vooral door de samenwerking tussen de Nederlandstalige en Franstalige partijen (zeker in het CD&V/MR-voorstel). Het is in elk geval zaak om dit zo goed mogelijk eensgezind te regelen. Niemand is gebaat bij uiteenlopende visies die alleen maar leiden tot nieuw afstel. Een oplossing is dus liefst ook zo breed mogelijk gedragen. Verslag raad van bestuur van 4 februari 2015-9/11

Historiek: aantal markante gevallen (Damme, Kortenberg, Destelbergen, ), waaruit vooral het absurde van de bestaande regeling blijkt, waarbij lokale mandatarissen (bij uitstek de burgemeester) voor vanalles en nog wat verantwoordelijk worden gesteld. Het gaat dan vooral om zaken die voortvloeien uit hun algemene veiligheidsverplichting (burgemeester) voor het hele grondgebied van de gemeente, soms met uitlopers naar andere individuele leden van het college. De VVSG startte in 2006-2007 een werkgroep van interne en externe experts en in nauw overleg met de Waalse en Brusselse zusterverenigingen. Daaruit kwamen twee pistes van wetgevende actie naar voren: Een aanpassing van art. 5 Strafwetboek (strafrechtelijke aansprakelijkheid rechtspersonen): in deze bepaling zijn gemeenten, OCMW s, meergemeentezones, uitgesloten van de strafrechtelijke aansprakelijkheid, waardoor men vaker bij de individuele mandataris terechtkomt. De kern van de voorstellen in deze richting was dan ook het schrappen of nuanceren van de uitzonderingsregeling voor publiekrechtelijke rechtspersonen, al dan niet met een aangepaste regeling voor bepaalde rechtspersonen. Dit voorstel werd steeds bepleit door de VVSG (en de VSGB, en voorgesteld door zowat alle partijen aan deze zijde van de taalgrens). Loskoppelen van de burgerlijke en de strafrechtelijke fout ( le criminel tient le civil en état, art. 4 V.T. Sv.): een fundamentele wijziging van m.n. het strafrecht, dat een ruimer debat verdient dan de hier aangekaarte problematiek. Deze piste werd vooral door de UVCW (en de Franstalige partijen) bepleit. Nu liggen er twee wetsvoorstellen op tafel: Wetsvoorstel 0816/001 (CD&V/MR): heft de strafrechtelijke immuniteit op van de gemeente en andere publiekrechtelijke rechtspersonen. Schaft tevens de (de)cumulregeling af. Wetsvoorstel N-VA (nog niet gepubliceerd op website Kamer): schaft de (de)cumulregeling af. Versoepelt verder de immuniteit voor publiekrechtelijke rechtspersonen: een objectieve strafrechtelijke aansprakelijkheid voor bepaalde rechtspersonen (o.a. gemeenten, OCMW s, ) enkel voor lichte fouten; mandatarissen blijven verantwoordelijk voor zware fout, herhaalde lichte fout en opzet. Besluit Wellicht komen hierover nog hoorzittingen. In afwachting daarvan en ter voorbereiding van een VVSG-standpunt wordt een overleg gepland met de experten die de voorbije jaren met dit dossier zijn bezig geweest (academici, advocaten, verzekeraars, zusterverenigingen, VVSGmedewerkers, ). Van zodra dit overleg heeft plaatsgevonden, zal een nota op de raad van bestuur worden gepresenteerd. 7 Mededelingen Verslag stuurgroep externe audit Verslag raad van bestuur van 4 februari 2015-10/11

Problematiek Strafregister Aanvraag globale machtiging toegang databank DIV voor gemeentelijke administratieve sancties Voortgang werkgroepen Commissie Decentralisatie. 8 Interne zaken Vervangingen bestuurders vzw VVSG: - Rob Van de Velde door Ludo Van Campenhout, voor de stad Antwerpen - Belinda Beauprez door Griet Vanryckegem, voor de gemeente Menen De RVB gaat akkoord met deze vervangingen en zal ze ter bekrachtiging voorleggen aan de eerstvolgende algemene vergadering. Aanvraag erkenning VVSG als sociaal-culturele beweging De RVB gaat akkoord met deze aanvraag. De leden van de algemene vergadering zullen hierover elektronisch bevraagd worden. 9 Volgende vergaderingen 4 maart, 1 april, 6 mei, 3 juni, 2 september, 7 oktober, 4 november (herfstvakantie!), 2 december (algemene vergadering VVSG vzw: goedkeuring begroting 2016). Verslag raad van bestuur van 4 februari 2015-11/11