Klankbordgroep Windpark Korendijk 6

Vergelijkbare documenten
1. Opening /mededelingen. Aanwezigen. Bijeenkomst 18 november 2015

Aanwezigen. Inleiding. Aftrap. Juni 23, 2015

Participatieplan Windpark Spui

Windpark Spui Korendijk. PS 22 juni 2016, te Korendijk

Windinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep oktober 2017

OAR NHH 27 maart Stand van zaken omgevingsovereenkomst Bijpraten bewoners omliggend gebied

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november

Met medewerking van: 5 november e Ronde tafel bijeenkomst Gebiedsagenda Hoeksche Waard West/Spuimonding. Welkom

OAR Oostermoer. OAR Oostermoer. Initiatief voor het opzetten van een OmgevingsAdviesRaad. 20 februari Gasselternijveen

Van: Namens Verzonden: Aan: CC: Onderwerp: zie bijlage zie bijlage

Windturbinepark Spui, gemeente Korendijk

Samenvatting. Hoofdstuk: Samenvatting

Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim. 28 oktober 2014 J j OKF ZOU

Omgevingsbeleving en Omgevingsparticipatie

Conceptverslag klankbordgroep herziening VRM 21 november 2016, Spaceswork, Hofplein 20, 3032 AC Rotterdam

Verslag bijeenkomst Werkgroep Omgeving Windmolens van Windpark De Rietvelden

Verslag gesprek gemeenteraad van Korendijk en gedeputeerde over windenergie in Korendijk - definitief

Welkom. Belangenvereniging Omwonenden Windmolens de Geer

Nieuwsbrief Windenergie A16. Uitgave 11 April 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Voor: het kappen van 27 bomen Locatie: diverse locaties binnen de gemeente (3265, 3264, 3267, 3284)

Informatieavond omwonenden. Bewonersavond Weijerswold en Europark Coevorden 22 februari pagina 1

Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014

Aan: Het college van Gedeputeerde Staten Provincie Noord-Brabant Postbus MC s HERTOGENBOSCH. Geachte college,

Behandelend ambtenaar: W. Ubachs Akkoord. Ambtelijk opdrachtgever / Leidinggevende: Murk, PJCM digitaal

Waarom windenergie op land?

OAR NHH 4 april Schraard. Stand van zaken omgevingsovereenkomst Bijpraten bewoners omliggend gebied

Aanvullingen, wijzigingen en reactive op regiobijeenkomsten plan Opschalingscluster Sieswerd

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 9. Extra windturbines in gemeente Dalfsen. Datum: 25 maart Decosnummer: 7

Vast te stellen de Regeling financiële compensatie verbetering ruimtelijke kwaliteit 2014, luidende als volgt:

Windpark Zwartenbergerweg. 1 februari 2016 Arjen Boesveld

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies

Raadsvoorstel gemeente Coevorden

Inpassingsplan Windenergie A16 Kenniscafé zienswijzen en beroep. door: Esther Vos Gaby Toenbreker Marc v.d. Ven

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle

Geachte dames, heren,

Stichting Platform Tegenwind N33 tegen de plaatsing van windturbines in het zoekgebied N33

Bijlage 1 - Stand van zaken windparken in ontwikkeling

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

Tegen tenzij : de argumenten?

Windinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep 5 10 januari 2018 Sikkens Experience Center, Sassenheim

Federatieplan Windenergie Wind werkt voor Flevoland

Bewonersavond Windenergie Korendijk. John Ebbelaar (Tauw) Bob Schulte (Ecofys)

'b1:i...1>... Gemeente

2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december

Gedeputeerde Staten kiezen voor voorkeursalternatief Bundeling Noord

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân

Samenwerkingsovereenkomst Wind Werkt voor Goeree-Overflakkee. Gemeente Goeree-Overflakkee Provincie Zuid-Holland Coöperatie Windgroep

Rapportage publieksbijeenkomsten

5 -minuten versie voor Provinciale Staten

Communicatieplan windenergie

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 4

Windenergie Al 6 Samen op weg naar een duurzame toekomst -- >--- GEMEENTE. elen. >X<&< Gemeente Breda. gemeente. Zundert. lvloerdijk 2 ( S3W < fed

Dialoog en participatie. Wat kun je bereiken?

Dossiernr (Olo nr )

Verslag. Onderwerp: Omgevingswerkgroep Baarlo Hout-Blerick. Plaats/datum bespreking: Baarlo, Voorzitter: mevr. Cals, dhr.

C. Evers raad00510

Naam en telefoon. Y. de Graaf M. van t Hof Afdeling. Portefeuillehouder

VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE MAASSLUISE SPORT- EN RECREATIERAAD, GEHOUDEN OP dinsdag 15 mei 2001 OM UUR.

Programma vanavond.

Windpark De Veenwieken

Rapportage Raadsinformatieavonden. Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Brabantlaan TV s-hertogenbosch

Terugkoppeling resultaat inloopbijeenkomst 27 juni 2017 optimalisatie opstellingsvarianten windmolenpark

Agendapunt 5 Opinienota

Beleidsnotitie participatie Windplan Wieringermeer. 7 juli 2011

Vraag en antwoord windmolens in de gemeente Dronten

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR NATUUR- EN RECREATIESCHAP IJSSELMONDE

Titel / onderwerp: Flexibel Meerjaren Programma Rijn- en Veenstreek als toeristische trekpleister

Verslag van de vergadering van de verkeersgroep obs Herman Gorter/Tamarinde Datum: 17 december 2014 om uur Locatie: Stadhuis gemeente Zaanstad

Datum: Adviserend. 24 januari Feb/mrt 30 januari

De gehouden presentaties kunnen worden bekeken op

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer :

PLAN VAN AANPAK FINANCIELE PARTICIPATIE EN GEBIEDSFONDS WINDPARK NIJ HIDDUM HOUW

Zakelijke samenvatting overeenkomst

Besluit tot coördinatie procedures Ressen/Bouwmarkt

VERSLAG VAN HET WERKATELIER GROTE BUITENDIJK/HOFGEEST. Datum : 16 februari 2010 Locatie: De Hofstede

SOLAR PARK VEENKOLONIËN. Van wind naar zon. Ondernemersorganisaties Drentse Monden en Kanaalstreek 1

Notitie Reikwijdte en Detailniveau

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD. Registratienummer:

Inbreng VVD fractie in de 1e termijn bij agendapunt, vaststelling gebiedsvisie Swaneblake:

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Aanleg aansluiting A27-N629 eind 2017

Nota van Zienswijzen

WINDENERGIE BASISINFORMATIE

Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Besluit Studielocaties Windenergie Nationale Landschappen.

Klankbordgroep Windpark Waardpolder. 2 juli 2015 Dolf Geertzema

Stichting Platform Tegenwind N33 tegen de plaatsing van windturbines in het zoekgebied N33

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

Windpark Lage Weide ondanks participatie toch geen windpark. Simone Maase bestuurslid Energie-U 19 maart 2015

Datum raadsvergadering maandag 19 december 2016

Raadsvoorstel Start m.e.r.-procedure windpark Spinder

27 januari 2005 SROB/05/008

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 3 mei 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 mei 2008 onder nummer

proaincieþrenthe Yraao2 de heer H. Loof

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Eemnes. Datum: 12 mei Rapportnummer: 2011/144

Dialoog veehouderij Venray

Onderwerp Vaststelling wijzigingsplan Wensink Zuid, Van Speykplein 9

Transcriptie:

1 Klankbordgroep Windpark Korendijk 6 Bijeenkomst 8 december 2015 Concept verslag Aanwezigen Onafhankelijk voorzitter, Fon ten Thij Gemeente Korendijk, Henk Groeneveld Gemeente Nissewaard, Heidi Rensen Compensatieplangroep (CPG), Mark Speldenbrink, Niels van Hamburg NLVOW (adviseur CPG), Rob Rietveld Aandeelhouder Klein Piershil BV / Yard Energy, Jan Hiemstra Aandeelhouder Klein Piershil BV, planontwikkelaar Dick de Bruijne Actiecomité Zuidrand, (mede namens Zuidrand) Mark Kouwenhoven Dorpsbelang Zuid-Beijerland, Willy Spaan Vereniging Hoekschewaards Landschap, werkgroep milieu, Martijn Verweijen Dhr. Lex Kouwenberg (Goudswaard) Dhr. Van Hoogstraten (Piershil, Molendijk) Dhr. W. Boender (Nieuw Beijerland, Oudendijk) Provincie Zuid-Holland, Willemien Croes Provincie Zuid-Holland, Jeanine Zwalve Afwezig, met bericht: Aandeelhouder Klein Piershil BV / Yard Energy, Jeffrey Lapré Bosch & Van Rijn (opstellers onderzoek), Jeroen Dooper Comité Zuidzijde e.o., Paul van Munster Comité Zuidrand Korendijk, Henk de Vos Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard, Martin Roobol Initiatiefnemers Swaneblake, Roelof Kooistra Dhr. en Mevr. Sas (Nissewaard, Schuddebeursedijk) Zonder bericht: Waterschap Hollandse Delta agendalid Ondernemersvereniging Hoeksche Waard, Jaco Stolk Dorpsvereniging Goudswaard i.o, Wim van Eijk 1. Opening /mededelingen Nieuw aanwezig zijn: Rob Rietveld van de NLVOW, die als deskundige de CPG terzijde staat. Jan Hiemstra, directeur bij Yard Energy, mede-aandeelhouder in Klein-Piershil B.V. Wijziging: Lex Kouwenberg neemt deel op persoonlijke titel, niet als vertegenwoordiger van de Dorpsvereniging i.o. dit was een misverstand bij de voorzitter. 2. Voorkeursalternatief /vergunningaanvraag Bij de stukken is een memo gevoegd over de wijze en de aspecten waarop initiatiefnemer en provincie de keuze voor het voorkeursalternatief hebben gebaseerd. De provincie licht de keuze toe: het voorkeursalternatief bestaat uit vijf windturbines in een rechte lijn. Het alternatief betrof een opstelling in een boog. De boogopstelling is vooral qua rendement gunstig omdat hierdoor 1 turbine meer neergezet kan worden (extra

2 MW). De lijnopstelling zorgt voor een grotere afstand tot het Spui (en de woningen aan de overzijde). Uiteindelijk hebben de effectberekeningen uit de concept-mer en de signalen uit de klankbordgroep om (de kans op) overlast op voorhand zoveel mogelijk te beperken, in de keuze de doorslag gegeven, evenals de effecten op het landschap. Bij dat laatste heeft ook het advies van de PARK aanzienlijk meegeteld. De initiatiefnemer licht toe dat voor Klein-Piershil B.V. de exploitatie belangrijk is, ook vanwege de hoge aanlegkosten. Daarom was er aanvankelijk een voorkeur voor 6 turbines in een boogopstelling. Voor de keuze zijn de objectieve normen in principe bepalend. Verder is gekeken naar de invloed op de omgeving en het advies van de PARK ten aanzien van stedenbouw en landschap. Er is ook een gesprek met de gedeputeerde geweest, die heeft aangedrongen om de inbreng vanuit de KBG en omgeving zwaar te laten meewegen. Daarom is Klein-Piershil B.V. akkoord gegaan met 5 turbines in een lijnopstelling. Voor de grootte van de turbine moet de keuze nog gemaakt worden. De markt biedt echter onvoldoende zekerheid voor turbines van ruim 4 MW. Daarom wordt in de vergunningaanvraag nu uitgegaan van 5 windturbines van 3,5 MW in een rechte lijn. De voorzitter constateert dat ook de KBG een lijnopstelling ziet als beste (of minst slechte) oplossing 1. De heer Rob Rietveld geeft aan liever een opstelling van vier grote turbines te zien dan vijf middelgrote, zoals de initiatiefnemer nu wil. Dat wordt gesteund door de CPG. HWL heeft, bij monde van de Martijn Verweijen juist een voorkeur voor kleinere turbines omdat grotere turbines ook een grotere impact op het landschap hebben. Er vindt een uitwisseling van argumenten plaats: - Grote turbines (van bijvoorbeeld 4,2 MW) draaien langzamer (11 wentelingen /min.). Dit zorgt voor een rustiger beeld; - Ze kennen vaak een lagere bronsterkte en zijn daardoor qua piekbelasting van geluid gunstiger; - Vier turbines kunnen verder van kern van Nieuw Beijerland afstaan en zijn dan minder dominant voor deze bewoners. Gevraagd wordt of de afstand tot de kern van Nieuw Beijerland maximaal kan worden vergroot in relatie tot opbrengst van het windpark; - Het hoogteverschil tussen een middelgrote (110 m) en grote (136m) turbine is voor het menselijk oog niet/moeilijk waarneembaar. De initiatiefnemer geeft daarop aan dat: - men al van zes turbines naar vijf is gegaan, terwijl de exploitatieverschillen tussen zes, vijf of vier turbines best groot zijn; - ook bij vier turbines naar een optimale invulling zal worden gezocht waardoor de afstand tussen de turbines onderling groter wordt en de afstand tot woningen dus niet perse kleiner. Er kunnen zelfs vijf grote turbines geplaatst worden, met vergelijkbare effecten op de directe omgeving. De milieuruimte wordt ingevuld; - vier turbines niet in de rede liggen omdat de ruimte op deze plek beperkt is (mede door de aanduiding op de kaart van de Verordening) en de kosten hoog (ook voor de aansluiting op het net); - grote turbines vaak nog niet gecertificeerd zijn en daardoor risicovoller voor de ondernemer. De markt biedt op dit moment nog geen geschikte grote turbines voor deze locatie. De heer Groeneveld meldt dat zijn persoonlijke voorkeur ook uitgaat naar 4 turbines met een maximale afstand tot de kern van Nieuw Beijerland. 1 Let op!: Veel deelnemers aan de KBG hebben aangegeven dat zij de keuze voor Windpark Spui op de locatie Klein Piershil afwijzen. Instemming met opstellingsvarianten en/of meewerken aan de dialoog over de voorstellen voor participatie en compensatie mag dan ook niet worden gezien als steun voor die locatie, maar als meedenken voor het geval dat deze locatie, ondanks het verzet daartegen, toch het definitieve voorkeursalternatief wordt voor de formele procedure.

3 De heer Boender vraagt of een afstand van 900 m tot bebouwing kan worden aangehouden, zoals ook op Goeree het geval is. PZH legt uit dat de afstand tot bebouwing niet bepalend is, maar de geluidsbelasting. Waarop de CPG aangeeft dat het brongeluid het meest bepalende is, ook bij piekbelasting. Door te kiezen voor een modern turbinetype met een bronsterkte van maximaal 105 db kan dit voorkomen worden. De initiatiefnemer ziet het als een gezamenlijk belang om te kijken naar stille turbinetypes. Ten aanzien van de aanduiding op de kaart van de verordening merkt Henk Groenveld op, dat de regels enige flexibiliteit bieden en dringt aan op het overwegen van een lijn van 4 turbines. Conclusie door Voorzitter (zie ook voetnoot 1 op p.2): Vanuit de KBG is er een voorkeur voor een lijn boven een boog. De CPG en anderen dringen aan op het voorkomen van overlast met minder, maar grotere turbines op zo groot mogelijke afstand van woonkernen. Het HWL wijst op de impact van grote turbines op het landschap. De initiatiefnemers geven aan dat de variant met 4 grote turbines door het parkeffect (dat wil zeggen onderlinge beïnvloeding van de turbines) voor hen financieel niet uitkomt, maar dit wordt door de CPG betwist, met een verwijzing naar tabellen in het MER. Er is een gezamenlijk belang van initiatiefnemers en omwonenden om te zoeken naar een stiller turbinetype. Door CPG en andere KBG leden wordt aan PZH en initiatiefnemers gevraagd om in het MER drie varianten van de lijnopstelling nogmaals in overweging te nemen: 4 groot, 5 groot en 5 middel en daarbij ook te kijken naar een zo groot mogelijke afstand tot de kern van Nieuw Beijerland. Men dringt erop aan nogmaals af te wegen of de variant met vier grote turbines met een grotere afstand tot Nieuw- Beijerland voor initiatiefnemers en PZH haalbaar is. Op de vraag van de gemeente Nissewaard of de provincie hier een standpunt over heeft, zegt de PZH geen harde voorkeur te hebben, mits opstelling voldoet aan provinciaal beleid en minsten 15 MW omvat. 3. Participatieplan, afspraken 2 over kaders en wijze van uitwerking a. Planschaderegeling De CPG vraagt of de initiatiefnemer bereid is om vooraf specifieke afspraken te maken over planschade waarin tevens rekening wordt gehouden met vergoedingen voor het maatschappelijk eigen risico. Willemien Croes geeft aan dat de PZH voorstander is voor het volgen van de wettelijke procedure, daarvan afwijken zorgt alleen maar voor meer onduidelijkheid. Ook de initiatiefnemers wijzen het voorstel van de CPG af. In de eerste plaats omdat het kan leiden tot ongelijke behandeling van bewoners en ook omdat zij verwachten dat er toch planschadeclaims zullen worden ingediend en er op voorhand weinig te zeggen valt of, en in welke mate, deze claims door een rechter zullen worden gehonoreerd. De CPG en de heer Rietveld benadrukken dat het om een beperkt aantal woningen gaat en stelt dat de vergoedingen uit de burenregeling en/of het gebiedsfonds niet van de planschadevergoeding mag worden afgetrokken. De initiatiefnemer is het wat dat betreft met de heer Rietveld en de CPG eens. De CPG verzoekt de initiatiefnemer naar twee praktijkvoorbeelden te kijken (die door hem worden nagestuurd) waarin planschade wel vooraf werd geregeld. Daar zit zelfs een regeling in voor het maatschappelijk eigen risico, waarin een drempel is ingebouwd zodat mensen niet tevens een officiële planschadeclaim indienen. Initiatiefnemer zegt toe hiernaar te zullen kijken, maar houdt vooralsnog vast aan zijn standpunt dat voor Windpark Spui zal worden aangesloten bij de wettelijke regeling. De toezeggingen over stille(re) turbines, de burenregeling, het gebiedsfonds en de maatregelen voor ruimtelijke kwaliteit enzovoort, zijn volgens Jan Hiemstra mede bedoeld om omwonenden het vertrouwen te 2 Zie ook voetnoot 1

4 geven dat de initiatiefnemers zich inspannen om schade en overlast te voorkomen, maar hij geeft ook aan dat hij niet verwacht dat daarmee planschadeclaims kunnen worden voorkomen. De CPG vraagt naar de wet- en regelgeving en hoe een planschadeverzoek moet worden ingediend. Jeanine Zwalve verwijst hiervoor naar paragraaf 6.1 van de Wro. Zo n verzoek moet worden ingediend bij de gemeente, die het vervolgens in dit geval zal doorzenden naar de provincie, Daar wordt het volgens een vaste procedure behandeld door een onafhankelijke commissie. De PZH zegt toe dat de omwonenden hierover zullen worden geïnformeerd. Toevoeging achteraf: informatie hierover zal op de provinciale website worden geplaatst. Over het voorstel van de gemeente Nissewaard om de mogelijkheden van vooruitgeschoven planschadeclaims verder uit te werken, wordt afgesproken dat de kennis daarover zal worden uitgewisseld en dat afspraken hierover zo nodig worden opgenomen in de uitwerking van het participatieplan. b. Burenregeling De initiatiefnemer heeft voor de burenregeling een bedrag van 50.000 gereserveerd. De CPG vindt dit aanbod nogal karig en Rob Rietveld vult aan dat de verhouding burenregeling/gebiedsfonds bij dit project ongeveer 20/80 is, terwijl dat elders juist omgekeerd is. Dat vindt hij erg vreemd. Hij wijst erop dat bij andere windparken de regelingen voor direct omwonenden gerelateerd zijn aan de afstand tot het park. Dit heeft voor de CPG de voorkeur. Bewoners die dichtbij wonen zouden meer geld uit de burenregeling moeten krijgen. Initiatiefnemer licht toe dat de burenregeling in zijn voorgestelde vorm niet bedoeld is voor de betaling van generieke vergoedingen aan omwonenden Deze burenregeling is bedoeld voor het oplossen van specifieke problemen en klachten bij direct omwonenden, bijvoorbeeld vanwege enkelglas of technische storingen. Het gaat om een eenmalig bedrag van circa 50.000, maar als er iets meer nodig zou zijn, dan valt daar over te praten. Na vijf jaar kan het resterende geld in het (op te richten) gebiedsfonds worden gestort. Zo is dit ook bij het windpark bij Hoek van Holland gedaan. Hij geeft aan dat een andere verhouding tussen de burenregeling en het gebiedsfonds ook bespreekbaar is en dat hij in dat verband ook wil kijken naar de voorstellen van de heer Rietveld. Afgesproken wordt om de ervaringen te delen om bij de uitwerking te komen tot een optimale verhouding tussen de bedragen voor direct omwonenden en het gebiedsfonds. Het is in elk geval een en-en regeling. Na een opmerking van Dick de Bruijne ontstaat een discussie over de besteding van gelden vanuit het gebiedsfonds (zie ook onder d). Willy Spaan merkt op dat het SOHW uitgaat van besteding binnen de hele regio, terwijl de KBG van mening is dat dit in de omgeving zou moeten zijn (gebied nader te bepalen). De voorzitter constateert dat de KBG van mening is dat het gebiedsfonds bedoeld is voor projecten in de directe invloedsfeer van het park (inclusief de gemeente Nissewaard) en niet voor algemene doelen in de Hoeksche Waard mag worden ingezet. c. Ruimtelijke kwaliteit in directe omgeving, svz overleg HWL, initiatiefnemer, PZH. De Verordening ruimte van PZH is erop gericht dat bij transformatie van een gebied zo nodig maatregelen worden genomen om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. Daarvoor kijkt initiatiefnemer naar het herstellen dan wel toevoegen van kenmerkende landschapselementen. Er zijn twee verkennende gesprekken met HWL geweest over de mogelijkheden op de grond van Dick de Bruijne in de Polder Klein Piershil en Noordpolder, bijvoorbeeld qua kreekherstel, vergroting van wateroppervlak, verbetering van waterkwaliteit, aanleg van flauwe oevers, akkerranden, patrijzenbosjes en recreatieve elementen. Op verzoek van Dick de Bruijne zal een landschapsarchitect drie scenario s uitwerken. De heer Hoogstraten merkt op dat de polder zo wijds en open al mooi genoeg is, zijns inziens wordt dat door deze maatregelen niet beter. HWL is het daar niet mee eens, door ruilverkaveling zijn veel mooie elementen verloren gegaan en het is goed om daar

5 iets aan te doen. Op verzoek van de KBG zeggen PZH en initiatiefnemers toe dat de omwonenden hierover worden geïnformeerd. In het participatieplan zal worden opgenomen hoe zij bij de uitwerking van deze maatregelen worden betrokken. De gemeente Nissewaard ziet op haar grondgebied ook mogelijkheden, bijvoorbeeld bij de Riethilseweg. Er is begrip voor de insteek dat de ruimtelijke kwaliteitsmaatregelen beperkt blijven tot de gronden van Dick de Bruijne, maar het gebiedsfonds moet wel ook voor Nissewaard beschikbaar zijn. De provincie beaamt dit. De maatregelen ruimtelijke kwaliteit gaan overigens niet ten koste van de gelden voor het gebiedsfonds: het is een extra impuls, waarbij ook de provincie nog 50% kan bijdragen vanuit gelden van het UitvoeringProgrammaGroen (UPG) d. Gebiedsfonds Uit het gebiedsfonds kunnen projecten worden gefinancierd in de directe invloedssfeer van het windpark. Het voorstel van de initiatiefnemer is om jaarlijks (gedurende 15 jaar) een bedrag van 1000 per MW te storten in een (nog op te richten) gebiedsfonds. Als de burenregeling wordt uitgebreid (zie onder b.) gaat dat echter wel ten koste van het geld dat beschikbaar is voor het gebiedsfonds. De initiatiefnemers hebben de PZH gevraagd om dit fonds te beheren. Deze optie wordt nu verkend. Uitgangspunt is dat de fondsbijdrage ten goede komt aan projecten in de omgeving (gedacht kan worden aan een bepaalde straal rond het park) en niet voor algemene doelen elders in de Hoeksche Waard. Dit uitgangspunt en de verdere voorwaarden voor de toekenning zullen in nader overleg met de KBG worden uitgewerkt, e. Obligatieregeling Voor de obligatielening bestaan verschillende uitwerkingsmogelijkheden. Rob Rietveld noemt enkele voorbeelden. Jan Hiemstra geeft aan dat geen blokkade s zijn om tot een goede regeling te komen tussen de CPG, gemeenten en initiatiefnemers. Afgesproken wordt Jan Hiemstra en Rob Rietveld hierover voorstellen uitwisselen. Daarbij wordt opgemerkt dat direct omwonenden meestal geen behoefte hebben om geld te lenen aan het windpark. Jan Hiemstra stelt voor om te bekijken of eventuele vergoedingen op verzoek van omwonenden ook kunnen worden verstrekt in de vorm van obligaties. Ook het leveren van goedkope stroom is een bespreekbare optie, hoewel dat administratief redelijk complex is. Overigens meldt Rob Rietveld dat de NLVOW minister Kamp heeft verzocht om de stroom in een straal van 2 kilometer om een windpark te fiscaliseren. Initiatiefnemer ondersteunt deze actie van de NLVOW van harte. Initiatiefnemers benadrukken nogmaals dat het aanbod voor financiële participatie (bestaande uit de onderdelen b, c, d en e) gestapeld is: de bijdrage aan het gebiedsfonds per MW én een (nog te bepalen) bedrag voor de burenregeljng én een investering in de ruimtelijke kwaliteit én een obligatieregeling. Dit zal in het participatieplan worden vastgelegd, de uitwerking ervan vindt plaats in overleg met de CPG en andere klankbordgroepleden. Hiervoor zal een vervolgafspraak worden ingepland. f. Stilstandregeling /Windparkloket / Handhaving Met betrekking tot het indienen van klachten meldt de PZH dat de OZHZ en DCMR één klachtenloket hebben dat 24 uur per dag bereikbaar is. Een folder over de klachtafhandeling is rondgestuurd en ook te vinden op de website van de OZHZ. Jan Hiemstra geeft aan dat Yard Energy zelf ook een afdeling Beheer heeft die bij klachten zo nodig direct in actie komt. Omwonenden geven er de voorkeur aan om rechtstreeks bij Yard te kunnen aankloppen in geval van problemen. De CPG vraagt of de gegevens van het windpark gedeeld kunnen worden, zoals de energieproductie, geluidmodus, windsnelheden enz, zodat je als bewoner weet wat je kunt verwachten. Yard geeft aan dat weersvoorspellingen altijd lastig zijn, maar dat de powercurve van de te bouwen turbines en de vollasturen zeker gedeeld kunnen worden, evenals informatie over de geluidsmodi. Op de vraag of er

6 maatwerkvoorschriften voor het geluid komen, zegt de PZH dat afwijking van de wettelijke norm niet erg waarschijnlijk is en alleen zal gebeuren als daar een heel specifieke aanleiding voor is. De CPG geeft aan dat er met omwonenden van het windpark Burgervlotbrug (van de Windcentrale) afspraken zijn gemaakt over de toepassing van de stilstandregeling. In de praktijk leidt dit volgens de CPG tot minder overlast in de zomer (als ramen open staan) en meer energieopbrengst in de winter. De initiatiefnemer vindt dit een interessante suggestie en zal nagaan of dat hier ook mogelijk is. De heer Boender vraagt of verlichting van het park echt nodig is, en of die knippert. Hij verzoekt om dit beperkt te houden. Initiatiefnemer zegt dit toe (binnen de wettelijke mogelijkheden). De CPG zal voorbeelden toesturen van afschermende verlichting bij andere windparken. Gezondheid (toegevoegd punt) De CPG vraagt om een nulmeting op het gebied van gezondheid. Zowel PZH, initiatiefnemer en de gemeenten weten niet goed hoe ze met dat verzoek moeten omgaan. De CPG zegt toe de nulmeting uit Drenthe toe te sturen als voorbeeld. De PZH meldt dat OZHZ wel bezig is met een nulmeting voor geluid. Deze is door de weersomstandigheden nog niet afgerond. De heer Van Hoogstraten merkt daarover op dat bij noordenwind het bromgeluid van de raffinaderijen in Rijnmond goed hoorbaar is en dat dit mogelijk verward kan worden met een brom vanuit de windturbines. Gemeente Nissewaard meldt dat over het project Geervliet/Heenvliet ruim 3700 klachten zijn geregistreerd. Het is moeilijk om vast te stellen of de vergunningseisen worden overtreden. Er is één overtreding gesignaleerd en daarvoor is een dwangsom opgelegd. De voorzitter wijst erop dat de vraag over gezondheid steeds vaker aan de orde wordt gesteld bij grote gebiedsprojecten (niet alleen windparken) en verwacht dat er bij de GGD s en DCMR wellicht wel info te vinden is. Werk met werk regeling Het onderwerp werk met werkregeling is niet meer ter sprake gekomen. De initiatiefnemer heeft eerder al toegezegd dit onderdeel op te nemen in het participatieplan. Conclusie voorzitter: Door de bespreking van bovengenoemde onderdelen zijn de contouren van de participatiemix een stuk duidelijker geworden. Er wordt afgesproken dat dit kader zal worden vastgelegd in een concept participatieplan, dat voor een schriftelijke ronde zal worden rondgestuurd aan de leden van de KBG. Er blijft behoefte om verder met elkaar kennis te delen. De initiatiefnemers en omwonenden zijn bereid om het plan vervolgens in gezamenlijk overleg uit te werken. 4. MER Voorafgaand aan het overleg is het concept-mer, versie 4 december, toegezonden. Willemien Croes merkt op dat dit een redelijk complete versie van het concept is dat zo ver gevorderd en aangepast is, dat het kon worden gedeeld. Ook het voorkeursalternatief is hierin opgenomen. Er is eerder ook naar concepten gevraagd, maar deze waren naar de mening van PZH nog te onvolledig om te delen. Dit zou, zeker zonder verdere toelichting, alleen maar tot verwarring hebben geleid. Hoewel nu redelijk compleet, is ook deze versie nog in bewerking. Het MER zal straks samen met het ontwerp-pip, de ontwerpbesluiten voor de vergunningen en de overige documenten, ter inzage worden gelegd in de formele procedure. De voorzitter benadrukt dat het MER een informatiedocument is bij deze besluiten. De CPG zegt dat in de NRD staat dat de omvang van het park circa 15 MW zal zijn terwijl nu wordt uitgegaan van tenminste 15 MW zonder bovengrens. Dat wordt door hem als misleidend ervaren. Het lijkt

7 erop dat er meer MW worden geplaatst om terugval bij andere moeilijke locaties op te vangen. De PZH en initiatiefnemers zeggen dat in de VRM bij de omvang van dit windpark 15 MW staat, zonder minimum of maximum. Het getal stamt bovendien uit 2006 en dus gebaseerd op de toenmalige stand der techniek (bijvoorbeeld 6 turbines van 2,5 MW). Als rekening wordt gehouden met de technische vooruitgang sindsdien, zouden nu veel meer MW mogelijk zijn: de turbines zijn groter, maar ook stiller, waardoor er binnen de gegeven milieuruimte meer mogelijk is. De provincie heeft met circa 15 MW niet bedoeld om een bovengrens aan te geven. Het is op zichzelf waar dat de provincie op zoek is naar alternatieve locaties om de provinciale doelstelling van 735,5 MW te halen, maar die zoektocht staat los van de locatie in Korendijk. Als de provincie alleen op MW zou sturen, dan zou hier ook een opstelling van ruim 25 MW als voorkeursalternatief ook mogelijk zijn geweest. De voorzitter geeft aan dat het huidige voorkeursalternatief uitgaat van 5 x 3,5 MW (17,5). Dat is niet veel meer dan 15 MW. Over het MER wordt afgesproken om tekstuele opmerkingen rechtstreeks aan Jeroen Dooper te mailen, in cc aan Willemien Croes, zodat deze in de afronding kunnen worden meegenomen. 5. Planning Voor wat betreft het participatieplan wordt afgesproken: - De kaders voor het participatieplan (dat wil zeggen de besproken elementen van de participatiemix en een voorstel voor de wijze van uitwerking) worden opgesteld. Het concept participatieplan zal worden rondgemaild voor schriftelijk commentaar (medio december/half januari); - De gemeente Korendijk is eerder al gevraagd om mee te denken over het participatieplan. De PZH dringt erop aan dat die input snel wordt aangeleverd, dit geldt ook voor de gemeente Nissewaard. Heidi Rensen zegt toe deze boodschap ook naar haar gemeentebestuur te brengen; - Op basis hiervan zal het participatieplan (inclusief een voorstel voor nadere uitwerking) in januari door PZH en initiatiefnemer worden vastgesteld, in samenhang met de anterieure overeenkomst; - Voor de verdere uitwerking maakt de initiatiefnemer vervolgafspraken met de betrokken stakeholders (PZH zal dit wel blijven volgen en zo nodig ook deelnemen aan de vergaderingen); - PZH neemt het initiatief voor een overleg over de ruimtelijke kwaliteitsmaatregelen. 6. Verslagen In het conceptverslag van 18 november zijn wijzigingen opgenomen op verzoek van de gemeente Korendijk, inclusief de toevoeging dat niet alle varianten zijn besproken. Verzoeken van de gemeente Nissewaard en van Niels van Hamburg leiden tot een erratum op het definitief verslag van 6 oktober. Naar aanleiding van een vraag over de representativiteit van de KBG, antwoordt de voorzitter dat de KBG zeker representatief was: alle belanghebbenden en maatschappelijke partijen zijn immers uitgenodigd. De vergadering in november is ook gemeld aan alle omwonenden. Deelname is steeds op vrijwillige basis geweest, maar men was wel geïnformeerd. Voor de vergadering van 8 december zijn de KBG uitgenodigd en omwonenden die eerder al positief op de uitnodiging van 18/11 hadden gereageerd. 7. Rondvraag en afsluiting - PZH vraagt of de gemeenteraad van Korendijk op 9 december alleen bepaalt of ze voorstellen willen doen of dat men ook met voorstellen zal komen. Antwoord: geen voorspelling over te doen. - Mark Kouwenhoven vraagt hoe de andere bewoners worden betrokken en geïnformeerd. PZH antwoordt dat voor het participatieplan het initiatief voor communicatie nu vooral bij de initiatiefnemer ligt, en daarna bij de CPG en omwonenden. De PZH houdt het initiatief voor wat betreft de formele procedure voor het PIP, het MER en de anterieure overeenkomst.

8 - De voorzitter vraagt de gemeente Nissewaard om via de wethouder ook input te leveren dan wel te laten reageren op de participatievoorstellen. - Omdat dit de laatste KBG van het informele participatieproces is, wordt afgesproken dat het conceptparticipatieplan zal worden rondgezonden aan de KBG (in de huidige samenstelling) zodat men daarop schriftelijk kan reageren (met cc aan iedereen). Dat zal vervolgens op basis van de afspraken tussen de omgeving en de initiatiefnemer wordt uitgewerkt. - De gemeente Korendijk vraagt of in de anterieure overeenkomst tussen PZH en initiatiefnemers een sloopregeling wordt opgenomen. PZH zegt dat dat niet het geval is. Dick de Bruijne antwoordt dat in een privaatrechtelijke overeenkomst met Klein Piershil B.V. wel is vastgelegd dat als de windturbines niet meer worden gebruikt, de gronden weer (agrarisch) bewerkbaar worden opgeleverd. - De voorzitter wordt bedankt voor zijn inzet en de werkzaamheden die hij heeft verricht in dit proces.