Watervergunning Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van: Tata Steel IJmuiden B.V. Werkeenheid Direct Sheet Plant Wenckebachstraat 1 1951 JZ VELSEN-NOORD Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Aanvraag 4. Toetsing aanvraag 5. Procedure 6. Conclusie 7. Ondertekening 8. Mededelingen 1. Aanhef De minister van Infrastructuur en Milieu beschikt op grond van de volgende overwegingen op een aanvraag om wijziging van de vergunning zoals bedoeld in artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet. De aanvraag is ingediend door Tata Steel IJmuiden B.V. (verder Tata Steel genoemd), gevestigd aan de Wenckebachstraat 1 te IJmuiden. De aanvraag is ontvangen op 23 februari 2016 en geregistreerd onder nummer RWS-2016/8574 (Olo-nummer: 2207221, dossiernummer: RWSZ2016-00002784). Pagina 1 van 6
2. Besluit Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwegingen besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt: De wijziging, zoals deze in paragraaf 3.3 van dit besluit is beschreven, voldoet aan de in artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet gestelde eisen. De wijziging kan als zodanig worden vergund. 3. Aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de watervergunning van de werkeenheid Direct Sheet Plant (DSP) van 29 maart 2007 (kenmerk WSW 2007/1850). 3.1. Algemeen DSP is een werkeenheid die hoort bij de groep werkeenheden van Tata Steel IJmuiden BV die worden aangeduid als Strip Products Mainland Europe, Iron & Steel. In deze installatie wordt vloeibaar staal uit Oxystaalfabriek 2 verwerkt tot rollen staal met een door de klant gewenste dikte. 3.2. Huidige situatie Bij DSP vindt er een directe koeling plaats. Hierdoor raakt het koelwater verontreinigd met vaste delen en olie. Om de afscheiding te verbeteren, wordt er voor de settlers een combinatie van coagulant en flocculant toegepast. Hiervoor worden de volgende stoffen gebruikt: Nalco 7132, 60 ton per jaar, waterbezwaarlijkheid 8A; Nalco 71403, 5 ton per jaar, waterbezwaarlijkheid 9B. 3.3. Gewenste wijziging In het kader van een verbeterproject wordt voorgesteld om de combinatie van een coagulant en flocculant te vervangen door één product, namelijk Nalco Ultimer 7752. Volgens het Veiligheidsinformatieblad (VIB) heeft dit product een waterbezwaarlijkheid van 7B. Het verwachte jaarverbruik bedraagt 40 ton. 4. Toetsing aanvraag 4.1Beste beschikbare technieken Bij het gebruik van koelwateradditieven is het BBT om voor de minst waterbezwaarlijke alternatieven te kiezen, waarbij wel volledig aan de functionele eisen wordt voldaan. Het gebruik van het additief moet worden geminimaliseerd, zonder dat het zijn werking verliest. Door het toepassen van Nalco Ultimer 7752 wordt naar verwachting 25 ton minder hulpstoffen gebruikt. Dus door de overschakeling wordt de hoeveelheid hulpstoffen verminderd. Ondanks dat de waterbezwaarlijkheid van Nalco Ultimer 7752 vergiftig voor in water levende organismen luidt, kom ik tot de conclusie dat dit preparaat in de aangevraagde hoeveelheid minder waterbezwaarlijk is. Dit omdat de componenten Pagina 2 van 6
van dit mengsel wel goed biologisch afbreekbaar zijn. Dit in tegenstelling van het bestaande mengsel Nalco 7132 dat volgens het VIB componenten bevat die slecht afbreekbaar zijn, waardoor deze langer in het milieu aanwezig zijn. 4.2Gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem De aangevraagde wijziging leidt niet tot het overschrijden van de vergunde hoeveelheid hulpstoffen. De gebruikte hoeveelheid hulpstof voor deze toepassing neemt substantieel af. De leverancier heeft de koelwateradditieven beoordeeld volgens de ABM. Hierbij komt zij voor het mengsel tot een waterbezwaarlijkheid van: vergiftig voor in water levende organismen, Saneringsinspanning: B. Op basis van de aangeleverde informatie, heb ik geen aanleiding om tot een andere conclusie te komen. Gelet hierop zal het gebruik van Nalco Ultimer 7752 in de aangevraagde hoeveelheden naar verwachting niet leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem dan volgens de geldende vergunning is toegestaan. 5. Procedure De voorbereiding van de beschikking op grond van de Waterwet heeft volgens het gestelde in afdeling 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht plaatsgevonden. Aangezien de aanvraag tot wijziging van de vergunning voor het lozen van stoffen niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem dan volgens de geldende vergunning is toegestaan, is volgens artikel 6.26 lid 2 Waterwet afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. De artikelen 3.8 en 3.9, eerste lid, onderdeel a, en tweede tot en met vierde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn van overeenkomstige toepassing op de voorbereiding, bedoeld in de eerste volzin, met dien verstande dat voor «omgevingsvergunning» wordt gelezen: vergunning. Deze beschikking treedt in werking één dag na de bekendmaking. Pagina 3 van 6
6. Conclusie De ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens voldoen aan de in artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet gestelde eisen. De beoogde verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen dan volgens de geldende vergunning al zijn toegestaan. 7. Ondertekening DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU namens deze, hoofd afdeling Vergunningverlening Pagina 4 van 6
8. Mededelingen Voor meer informatie over dit besluit kunt u terecht bij de in dit besluit genoemde contactpersoon. De contactgegevens staan in de begeleidende brief bij dit besluit. De contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en het besluit met u doornemen. Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen: - Is de inhoud van het (besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent? - Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting? - Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt? Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen. Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn. De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar: - Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent? - Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat? - Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken? Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de bij het besluit vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen. Hoe maakt u bezwaar? Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de Minister van Infrastructuur en Milieu, p/a, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht. In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan: - uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer; - een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen); - de reden waarom u bezwaar maakt; - de datum en uw handtekening. Pagina 5 van 6
Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen. Indiening kan ook via de site http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden. Afschrift van het besluit is gezonden aan: a. Het Bureau Verontreinigingsheffing Rijkswateren (Postbus 20906, 2500 EX Den Haag); b. Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Postbus 209, 1500 EE Zaandam); c. Omgevingsdienst IJmond (Postbus 325, 1940 AH Beverwijk). Pagina 6 van 6