de fontein Het verhaal van 1898 AANGEBODEN DOOR DE M A N N E N VA N RO E R MOND BY GELEGENHEID HULDE AAN DE ROERMONDSE VROUWEN

Vergelijkbare documenten
Jan van Haaf. Wiel Roeselers. De zoeёmer kumt! Ich wil naoё boete Ich wil der oet Ich wil mich neet opsjlete Ich blief neet in de boet

ZJWAME IN DE RIEJ VEUR PRINS EEF 1

Tekst inspreker de heer H. Geraedts.

WAEM ZIN EIGELIJK DE FOBMÖTSE?

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon

Proclamatie Jeugdprins Kevin II en Jeugdprinses Joëlle I

OORLOG IN OVERIJSSEL 2015

2

Ik ben Mirjam Krieg. Ik ben in 1933 geboren in Amsterdam. Eerder dat jaar waren mijn ouders met mijn zus Duitsland

Prins Raf d n eerste. Jeugprins D n Uul t ÓNSJTAON VAN EIN PRINSEMÖTS. De Póppedokter OETGAVE VAN SJTADSVASTELAOVESVERENIGING D N UUL REMUNJ

Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december Kerstverhaal

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

Een buik van wol. Tom! Tom! Cato kwam hard aan rennen. En zei: vandaag word mevr. Catharina. 90 jaar en ik wil haar een heel mooi cadeau

De tijd die ik nooit meer

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen.

Televisie. binnenwerk_herrie 64 pagina s inclusief schutbladen_ indd 4

KINDEREN VAN HET LICHT

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Tijd van de wereldoorlogen: De tweede wereldoorlog

Deilnummesj lies vastelaovesoptoch 2015

Panninge-A veties Belvend veties 1 7

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser

Wild breien, een voorstelling voor groep 1 t/m 8 door Fabela-Rozo theaterproducties

Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940)

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

Verhaal: Jozef en Maria

Roermonds leren praten

Sam en de Wonderolie Museum Catharijneconvent 2016

Hansje en Fransje. F.A. Haak-Ochsendorf. Zie voor verantwoording:

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Sofie en Regenboog HOOFDSTUK ÉÉN

Niet in slaap vallen hoor!

Tösse vroeg- en naojaor

\C-o. Hansje en Fransje wonen boven op een berg Naar boven is het sjouwen, maar naar beneden is het niet erg.

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

LEVEN IN DE OORLOG LES 1. Het begin van de oorlog

Kikker in de kou. geschreven door Max Velthuijs

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Annie van Gansewinkel. Vast

Het Petje Henk Kuiper. uit eigen pen deel 8 De Stiep Educatief

MARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

Neet te filme. Waat kent gier verwachte? Regie: Riny Jalhay. De Sketches: CSI Houtum

STADSWANDELING VELDEKE KRINK MESTREECH ZOONDAG 8 OKTOBER 2017

SCHINDERHANNES )' "^ F^-\\. ^^^^^^

Eerste druk, april Piety Alkema Illustraties: Studio Roede te Grootegast en Piety Alkema

Kaat, Kaaier.. Vasteiaovend!

De kleine wildebras. Th. Storm. Magda Stomps. Zie voor verantwoording:

Er was eens een meisje dat zich heel alleen voelde. Haar naam was Sterre. Ze hield van lezen, maar ze had maar één boek:

KPJ DORPSZESKAMP 12 AUG 1984

Het olifantenboekje. het eigenwijze Fantje. C.A. Leembruggen. Zie voor verantwoording:

De kleine draak vindt het drakenland Iris Kater. Vandaag wil ik jullie iets vertellen over een kleine draak.

De eekhoorn kon niet slapen. Hij liep van zijn deur om zijn tafel heen naar zijn kast, bleef daar even staan, aarzelde of hij de kast zou opendoen,

Samen met Jezus op weg

Jij bent gemaakt te stralen als een.

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.


Toen ze opkeek, zag ze dat ze niet meer alleen was. Bij de koeien stond een jongen met een stok. Hij had blond haar, dat rood leek in het late

Gaat het wel goed met Joseph? Hij ligt zoveel te slapen. Angelina gaat het wel goed met hem?

Cornelis Vrijschool 22 april 2009 opa en oma-dag groep 3. Opa en oma dag groep 3

Hoofdstuk 1. De eerste dag op een nieuwe school met een nieuw begin

De oude kapitein stapte de herberg binnen.

Bart Moeyaert. Blote handen

1 Kussen over mijn hoofd

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

Toen ze buiten stond, knipperde Sabien met haar ogen. Overal zag ze sneeuw en ijs, zelfs op de vijver en op de heuvel.

Liedjes Kerstmusical: Volg die ster

Eh ja, zegt hij, dat kan ook.

Tommie, Dik en Esmeralda

René van der Velde. met tekeningen van Georgien Overwater. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

GAWSTRÈKKE Programmabeukske. Wae wurd de nuje käöning op deensdig 12 fibbrewari 2013? Käöning Hen gratis beukske -

Shayla en de bewegende ster

Anne Frank, haar leven

Op reis naar Bethlehem

WILLEM VAN HANEGEM Een voetballer die veel verdriet had door Auke Kok

11 jaor Zjwamer. Mertsjpektakel. Van Erpelezak nao Fobmötse pak. Vaate feesje van Ós prinses: Prinses Eefke I. Van Potte Bekker nao Vèsmeister

Voor de ouders of verzorgers

Ruth 1. Ruth en Noömi

Extra materiaal nummer 8.1 Groep 5&6

Licht Een vertelling

LES 6. De Tempel opbouwen

Wie zijn Pluck & Pien?

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 12 Op straat

Hoofdstuk 1. Zomer 1961

Joep van Deudekom. 10 tegen 1. Tekeningen Michiel van de Vijver. Leopold / Amsterdam


»05« Het marktplein. Nog nooit had hij zijn boterham zo snel opgegeten. Mam, Erika en Lien hadden hem verbaasd aangekeken.

Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes,

Eerste druk, september Tiny Rutten

De exodus. Foto s van het materiaal

FINALE 2 FEBRUARI 2007 SPORTHAL JO GERRIS MAASNIEL

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Vergacte Aorlog. roman. Frits Criens

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Transcriptie:

Het verhaal van de fontein op het Mun ste rp le in Vlakbij de Munsterkerk staat een heel bijzonder kunstwerk. In 1946 heeft de Oranjevereniging geld ingezameld om een fontein te laten vervaardigen door Dolf Wong. Twee jaar later, in 1948, werd de fontein onthuld; toen nog op een andere plaats als waar hij nu staat. Dit unieke monument is door de mannen van Roermond uit dankbaarheid opgedragen aan vrouwen en kinderen vanwege hun verdiensten in de oorlog. Die dappere vrouwen en kinderen van Roermond, hebben de boel draaiende gehouden tijdens de zware oorlogsjaren, toen de mannen door de Duitse bezetters weggevoerd waren. 1898 AANGEBODEN DOOR DE M A N N E N VA N RO E R MOND BY GELEGENHEID VA N H E T 5 0 - J A R I G REGERINGSJUBILEUM VAN H.M. KONINGIN WILHELMINA 1948 De Roermondse Vrouwenraad vindt het belangrijk om de herinnering aan hun moedige houding te blijven gedenken door de schoolkinderen van Roermond te vertellen waarom dit fonteintje er staat. Deze lesbrief is bedoeld om de leerlingen van de bovenbouw attent te maken op dit bijzondere Roermondse monument. Bovendien wil de RVR het besef laten groeien dat vrijheid niet blijvend en vanzelfsprekend is. Door deze lesbrief willen we de toekomstige generatie leren nadenken over vrede en veiligheid en doen stilstaan bij alles waar ze dankbaar voor kunnen zijn... HULDE AAN DE ROERMONDSE VROUWEN VOOR HAAR MOEDIG GEDRAG TYDENS DE BEZET TINGSJAREN 1940-1945

W.O. 2 in Roermond En op het Munsterplein En op det Munsterplein daar staat een nieuwe fontein! dao sjteit ein nuuj fóntein! door Meta van Appeven De Tweede Wereldoorlog heeft geduurd van 1940 tot 1945. In Roermond begonnen de eerste gevechten in de nacht van 9 op 10 mei 1940 op de Kapellerlaan. Daarna werd de brug over de Maas opgeblazen en de Nederlandse soldaten moesten zich overgeven. De Duitse bezetting was een feit. Het dagelijkse leven veranderde enorm.tijdens bombardementen moest iedereen naar de schuikelders en de volwassen mannen en jongens vanaf 16 jaar werden opgeroepen om in Duitsland te gaan werken. Vele mannen zijn ondergedoken omdat ze niet weg wilden van hun familie. De Duitsers wisten dat en deden er alles aan om ze op te sporen. Om een voorbeeld te stellen werden op 26 en 27 december 14 mannen in het Elmpterwald doodgeschoten. Degenen die ondergedoken zaten moesten zich toen wel melden en op 30 december 1944 zijn 2800 mannen en jongens weggevoerd. De vrouwen en kinderen bleven alleen achter. Maar het zou nog erger worden. Koerierster van pater Bleijs: Mia Mulders, hier gefotografeerd in de Slachtuisstraat in Roermond. Deze foto heeft later als affiche gediend voor de landelijke tentoonstelling over verzetswerk en hulp aan onderduikers. Een paar weken later moesten de overgebleven inwoners van Roermond geëavuceerd worden omdat er zware gevechten zouden komen. De moeders moesten met hun kinderen en wat spullen die ze konden dragen 20 km lopen naar Brüggen in Duitsland en van daaruit met de trein naar Groningen, Friesland of Overijssel. Daar was het tenminste veilig. Enkele maanden later werd Roermond bevrijd maar het duurde nog tot september voordat iedereen weer terug was. De wederopbouw kon beginnen... Het was net in de laatste maar ook de koudste Oorlogswinter, in 1944, toen twee kinderen bij de keukenkachel zaten om een beetje warm te worden. He Jan: Hoorde jij gisteravond ook dat lawaai op de trap hiernaast? Ik hoorde deuren open en dicht gaan en er was gefluister. Het leek wel een geheime bijeenkomst! Och Lieske, hou daar maar gauw over op, jij hoort t tegenwoordig overal spoken. Pap en mam hebben al genoeg zorgen aan hun hoofd door die rot Duitsers! Lieske knikte: ze wist goed dat de bezetter iedere dag weer iets nieuws bedacht om de mensen er onder te krijgen. t Kan nu niet lang meer lang duren Lieske, voor de Engelsen ons komen helpen. Op Radio Oranje zeggen ze dat de geallieerden al bij de Ardennen (in Frankrijk) zijn. Och Jan, de moed zakt me in de schoenen. t Kon nog wel eens een hele andere kant op gaan. t Duurt nog lang voor de geallieerden aan deze kant van Moeder Maas zijn. En die Duitsers doen er alles aan om overeind te blijven. Ik hoop maar dat ze niet nóg meer rottigheid uithalen. Maak je niet druk, lief zusje, ik sjouw iedere dag met kolen voor de kachel. Daar wordt je sterk van. Ik kan die gasten wel aan. Die volgende nacht schrokken de kinderen wakker. Lieske kreeg gelijk met dat akelig voorgevoel. Ze keek uit t venster en zag dat de Duitse soldaten alle huizen langsgingen en alle mannen en jongens die oud genoeg waren, meenamen. Degene die tegenspartelden, kregen klappen met t geweer en moesten doorlopen. Ze werden als vee vooruit gedreven. Moeders grepen hun zonen vast en trokken ze weer terug in t huis. Maar niemand kreeg de kans om te ontsnappen. Die Duitsers hadden de ogen niet in de zak. Iedereen die lopen kon, moest mee. Lieske trok Jan aan de mouw: Kom mee, op zolder is nog een plekje waar ze je niet kunnen vinden. t Waas kórt veur de lèste mer ouch de kaajtste oorlogswintjer in 1944, det twee kienjer zich wermden aan de sjtoof in de keuke. Hei Janne: Heurdes se giesteraovend ouch det lewej oppe trap hie naeve? Ich heurde deure aopen en toe gaon, ich heurde zaach fluustere. t leek waal n geheim bie-einkóms. Och Lieske, doe heurs t allewiel euveral sjpoke, sjwieg d r mer euver. Pap en Mam höbben al genóg zorg aan de kop mit die nutte Pruse. Lieske knikde: t wis good det die ederen daag weer get nuujts bedachte óm de luuj d r ónger te kriege. t Kint noe neet meer lang doere, Lieske, veur det de Ingelse ós kómme helpe. Op Radio Oranje zègke ze det de Ingelse al bie de Ardenne (in Belsj) zeen. Och Janne, de mood zak mich in de sjoon. t Kós waal ins ne gans angere kantj op gaon. t Doert nog lang veur det de geallieerde aan deze kantj van Moder Maas zeen. En die Pruse doon d r alles aan óm euverinj te blieve. Ich haop det die zich neet nog meer rottigheid laote invalle. Maak dich gein dieke bein, leef zösterke, ich sjleip ederen daag mit kaole veur de kachel. Dao wurs se sjterk van. Ich kin die Pruse waal aan. Die nach sjrókke de kienjer wakker. Lieske kreeg geliek euver zien akelig veurgeveul. t Keek oet de vinster en zoog det de Pruse sóldaote alle hoezer aafginge en alle manne en jónges die aad genóg ware, mitnome. Degene dae taegesjpertelde kreeg sjlaeg mit t gewaer en mós doorloupe. Zie waerde wie vee veuroet gedreve. Moders grepe häör zeuns vas en trokke ze weer trök in t hoes. Mer nemes kreeg de kans om zich te verduje. Die Pruse hadde de ouge neet in de tes. Ederein dae kós loupe, mós mit. Lieske trok Janne aan de moew: Kóm mit, oppe zölder is nog e plekske wo ze dich neet kinne vinje.

De kinderen renden de trappen op en kropen door een losse achterwand van een oude kleerkast het schuine gedeelte in. Ze pasten er precies in. Door de spleten van de vloerplanken konden ze zien hoe de soldaten de slaapkamers nakeken of er soms iemand achtergebleven was. Er stormde zelfs n soldaat de zoldertrap op om te loeren of hij daar nog iemand vinden kon. Net toen hij bij de kast was, schreeuwden de anderen dat ze verder gingen. Dat scheelde maar een haartje! Toen t weer stil was, kropen Jan en Lieske uit hun verstopplekje. Hun moeder zat met betraande ogen aan de keukentafel, de vaatdoek lag nog in haar handen. De deur naar de gang stond nog open. Pap was weg en opa ook! De keuken leek nog donkerder als anders. Moeder keek de kinderen aan en zei: Nou komt t op ons aan en wij laten er ons niet onder krijgen. Haar mond werd n rechte streep toen ze naar t donker gat van de voordeur keek. Van slapen kwam die nacht niet veel. Iedereen was bang voor wat er met de mannen ging gebeuren. Wat deden die Duitsers met ze, waar gingen ze heen? En de vraag die niemand hardop op wilde stellen: Kwamen ze nog wel terug? Van de ene op de andere dag moesten de kleintjes meehelpen in t huishouden: aardappels schillen, kolen halen, hout sprokkelen, de was vouwen. De kinderen begrepen dat t niet anders kon. t Eten was op de bon. Stadsmensen hebben geen moestuintje waar ze groenten konden plukken. Lieske droomde van n zuurtje, ze wist haast niet meer hoe dat smaakte. Mam was druk met naaiwerk voor andere mensen om wat bonnen bijeen te krijgen. Dat was niet gemakkelijk, t stukje worst werd iedere week korter. Doe t raam dicht!, zei mam dan; De worst vliegt weg! Op die manier maakte ze de kinderen aan t lachen. Maar Lieske zag wel hoe lastig t waas om aan eten te komen. De kienjer rende de trappen op en krope door ne losse achterwandj van nen aje kleijerkas t sjuunse gedeilte in. Ze pasde d r persies in. Door de sjplete van de vloerplenk kóste ze zeen wie de Pruse sóldaote de sjlaopkamers naokeke of emes waas achter gebleve. D r sjtoof zelfs ne sóldaot de zöldertrap op óm te loere of d r dao nog emes kós vinje. Net veur d r bie de kas waas, sjreefde d n angere det ze wiejer ginge. Det sjilde mer n häörke. Toen t weer sjtil waas, krope Janne en Lieske oet häör sjoelplekske. Häör moder zoot mit nate ouge aan de keuketaofel mit de sjóttelsplak in de henj. De deur nao de de gank sjtóng nog aope. Pap waas weg en opa ouch! De keuke leek nog duusterder es angers. Moder keek de kienjer aan en zag: Noe kump t op ós aan en veer laote ós d r neet ónger kriege. Häöre móndj waerde n rechte sjtreep toen ze nao t dónker gaat van de veurdeur keek. Van sjlaope kwaam die nach neet väöl. Ederein waas bang euver waat d r mit de mansluuj ging gebeure. Waat deje die Pruse mit häör, wo ginge ze haer? En de vraog die nemes helop wól sjtèlle: Kwame ze nog waal trök? Van d n eine op d n angeren daag móste de klein kienjer mithelpe in t hoeshaje: aerpele sjèlle, kaole haole, hout zeumere en de was faje. De kienjer begrepe det t neet angers kós. t Aete waas op de bón. Sjtadsmiense höbbe geine mooshaof wo ze greunte kinne plökke. Lieske druimde van e babbeltje, t wis bekans neet meer wie det sjmaakde. Mam waas drök mit neje veur anger miense óm get bónne bie-ein te kriege. Det waas neet mekkelik, t sjtökske wórs waerde eder waek kórter. Doot de raam toe!, zag Mam dan; De wórs vluug weg! Op die meneer kreeg ze de kienjer aan t lache. Mer Lieske zoog waal wie lestig t waas óm aan aete te kómme. Lieske kreeg een briljante inval. Ze speurde de hele zolder af op zoek naar allerhande spulletjes.. Ze haalde alles overhoop. Maar aan t einde van de middag had ze n mooi schilderij, enkele Mariabeelden, n oud horloge en t beste ding van allemaal: een fotoapparaat, gevonden. De volgende dag fietste Lieske de stad uit naar Maasniel en verder naar t Spik, over Maalbroek naar Asenray en over De Straat weer terug naar huis. t Was haar gelukt! Ze had alles kunnen ruilen voor voedsel. Die avond en de ook die hele week konden ze eens flink opscheppen! Zo ging t niet alleen bij Lieske en Jan thuis. In de hele stad hielden de vrouwen en kinderen de moed erin. Ze wisten zich te behelpen. Alle kerels waren weg en niemand wist waar ze waren. Wel hadden ze gehoord dat de mannen moesten werken in Duitsland. Ze hadden naar de grens moeten lopen en al eerder werden daar 13 man doodgeschoten. De rest van het manvolk moest in fabrieken werken waar oorlogsgerei gemaakt werd. De weken werden maanden. De mannen waren weg en de vrouwen en kinderen moesten zichzelf zien te redden. t Was nog nooit zo koud geweest, ze hadden nog nooit zoveel honger geleden. Maar ze hielden dapper stand! t Viel niet mee om vol te houden terwijl ze niet wisten wat hun nog meer te wachten stond. Ze maakten zich zorgen over de jongens en kerels die maar wegbleven. Toen na al die ellendige lange maanden de mannen eindelijk uit de oorlog terugkwamen, waren die diep onder de indruk van de moed van hun vrouwen en kinderen. Uit pure dankbaarheid voor hun inzet en moed wilden ze hun een prachtig cadeau aanbieden, een standbeeld, gemakt door kunstenaar Dolf Wong. Hij was ook n Roermondse jongen en pas cum laude afgestudeerd aan de Kunstacademie in Amsterdam. Hij maakte de fontein op t Munsterplein. Lieske kreeg ne gojen inval. t Sjuumde de ganse zölder aaf nao grej. t Haolde alles euverhoup. Mer aan t inj van de middaag had t n sjoon sjilderie gevónje, e Mariabeeldje, n aaj horloge en t bèste sjtök: n fototoesjtèl. De volgende daag fietsde Lieske de sjtad oet nao Neel en verder nao t Sjpik euver Maolbrook nao Azeraoj en euver De Sjtraot weer op hoes aan. t Waas m gelök, t had alles kinne rule veur aete. Daen aovend en ouch die ganse waek kóste ze ins flink opsjöppe! Zo ging t neet allein bie Lieske en Janne thoes. In de ganse sjtad hele de vrouwe en kienjer de mood d rin. Ze wiste zich te behelpe. Alle manskaerels ware weg en nemes wis wo ze ware. Waal hadde ze geheurd det de mansluuj móste wèrke in Pruses. De manne en jónges hadde nao de grens mótte loupe en al eerder waerde dao 13 manne doodgesjaote. De res van de mansluuj móste in febrieke wèrke wo oorlogstuug gemaak waerde. De waeke waerde maonje en nog altied ware de mansluuj weg en de vrouwe en kienjer móste zich zelf redde. t Waas nog nooit zo kaad gewaes, ze hadde nog nooit zoväöl hónger geleje. Mer ze hele dapper sjtandj! t Veel neet mit óm vol te haje terwiel ze neet wiste waat häör nog meer te wachte sjting. Ze broke zich de kop euver die erm jónges en manne die mer wegbleve. Toen nao al die ellenjige lang maonje d n oorlog aafgeloupe waas en de manne eindelik trök kwame, ware die deep ónger d n indrök van de mood van häör vrouwe en kienjer. Oet pure dankbaarheid veur häören inzat en mood wólle ze häör ne sjone kedo aanbeje, e sjtandjbeeld, gemaak door kunsteneer Dolf Wong. Hae waas ouch ne jóng oet Remunj en pas cum laude aafgesjtudeerd aan de Kunsaccedemie in Amsterdam. Hae maakde de fóntein op t Munsterplein.

Dolf Wong En zo kwam t dat er op n mooie herfstdag in 1948 duizenden mensen zich tussen t Godshuis en de Munsterkerk verzamelden om t kunstwerk voor de eerste keer te zien. De stad was versierd en t nieuwe monument was bedekt met de Nederlandse vlag. De bisschop bad in zijn mooiste kleren; met de mijter op en de staf in zijn handen. Meneer kapelaan en de andere priesters waren er ook bij. Belangrijke bestuurders en Parlementsleden waren speciaal voor deze gelegenheid naar Roermond gekomen. De burgemeester sprak over vrijheid en vrede. t Hele Comité van Aanbeveling van de Oranje Vereniging was aanwezig, t koor van de Kathedraal zong het hoogste lied en de Koninklijke Harmonie speelde het Wilhelmus. Er werd ook nog n openluchtspel opgevoerd. Maar eindelijk, eindelijk was t dan zo ver. De mensen riepen drie maal Hoera! en t water in de fontein ging stromen. Iedereen vond de fontein met de spelende kinderen, de spugende vissen en de druppelende schelpen, prachtig. Vanaf dat moment staat er op t Munsterplein een prachtig monument als teken dat Roermond trots is op de vrouwen en kinderen die in die zware oorlogsjaren, de rug recht gehouden hebben. Dit fonteintje helpt ons er aan herinneren dat we dankbaar kunnen zijn om in vrede en vrijheid te mogen leven, maar ook dat wij ons nu moeten inzetten om dat zo te houden. En zitten jullie dan eens met n frietje hier op t bankje, bedenk dan dat t nog niet overal zo vrij is als hier. t Is zoals Prins Willem Alexander zei: Zolang andere mensen niet vrij zijn, hebben wij geen vrede! En zo kwaam t det zich op ne sjonen herfsdaag in 1948 doezjende miense tössen t Godshoes en de Munsterkèrk verzamelde om t kunswerk veur d n eerste keer te zeen. De sjtad waas versierd en t nuuj monument waas bedèk mit de Nederlandse vlag. De busjop in zien bèste kleijer, ziene mijter op en de sjtaaf in de henj, baejde heel sjoon. Ouch meneer keplaon en de anger geistelike ware d r bie. D r ware belangrieke besjtuurders en Parlementsleje extra veur dees gelaegenheid nao Remunj gekómme. De börgemeister spjrook euver vriejheid en vree. t Ganse Comité van Aanbeveling van de Oranje Vereniging waas aangetraoje, t koor van de Kathedraal zóng t hoogste leed en de Keuninklike Hermenie sjpeelde t Wilhelmus. Ouch waerde d r nog n Aope Lóch Sjpeel opgeveurd. Mer eindelik, eindelik waas t dan toch zo wiet. De miense repe drie keer hoera en t water in de fóntein ging sjtruime. Ederein vónj de fóntein mit de sjpelende kienjer, de sjpiejende vèskes en de dröppelende sjelpe, prachtig. Vanaaf det moment stjeit d r op t Munsterplein n prachtig monument es teiken det Remunj greuts is op de vrouwe en kienjer die in die zjwaor oorlogsjoare, de rök rech höbbe gehaje. Dit fónteintje hulp ós herinnere det veer dankbaar kinne zeen óm in vree en vriejheid te moge laeve, mer ouch det veer ós noe mótte inzitte óm det zo te haje. En zit geer dan ins mit e frietje hiej op t benkske, bedink dan det t nog neet euveral zo vriej is es hiej. t Is wie Prins Willem Alexander zag: Zolang anger miense neet vriej zeen, höbbe veer gein vree! de Kunstenaar Adolf Egbert Adriaan Marie (Dolf) Wong Lun Hing werd geboren als zoon van een huisarts in Roermond. Hij wilde aanvankelijk ook dokter worden maar koos uiteindelijk voor de kunst. Meneer Wong houdt erg veel van de natuur en van dieren; die spelen dan ook vaak een rol in zijn beelden. Misschien ken je het beeld van het meisje met de meeuwen op de rotonde bij Brugman Keukens of de twee herten in het Stadspark. Ook het beeld van de pelikaan met jongen bij het ziekenhuis is door hem gemaakt. Voor hem is het belangrijk dat zijn kunstwerken in ere worden gehouden en hij is dan ook blij dat zijn fontein weer in originele staat is teruggebracht. Tijdens de officiële heropening van de jubileumfontein heeft hij symbolisch een duif losgelaten. Wat heerlijk dat we nu in vrijheid kunnen genieten van deze prachtige fontein.

Munsterpleinwals Remunj, sjtedje van al mien druime, doe zits mich zo deep in mien hert. Mit al dien historische plekskes, de Wal en de Sjteeg en de Mert. Maar ein plekske geit nooit nieks baove, gein plekske det is t r zo fijn. Dèt ligk zo in t midde van t sjtedje, mien aad Munsterplein. Refrein: En al op det Munsterplein, dao sjteit ein nuuj fontein. Ein pómp mer det is bluf, die gaar gein water guf. En Cuupers monument, en ouch ein friete tent. Zo sjteit dao van alles biej ein, dao op det Munsterplein. d Vastelaoven 1952 En dan oze blazers en zengers, die gaeve dao zomers kónzaer. En al waat mer aeve kan loupe, det trek dan gezellig dao haer. En es dich de ore dan toete, dan geit me tevreje nao hoes. En pak dan toet sjlot van de aovend, ein täötje mit friet op de voes. Refrein Uitgave: Roermondse Vrouwenraad 2010 Teksten: Meta van Appeven Jolanda van de Rotten Vormgeving: Join form Roermond Druk: Drukkerij Hub. Tonnaer Kelpen