Sarens bouwde mee aan viaduct van Millau



Vergelijkbare documenten
MEMORANDUM. voor het beleid op politiek en academisch vlak

Indeling hoger onderwijs

Jongeren ten opzichte van hun eerste job

Memorandum over de internationale opleiding van de industrieel ingenieur

Microsoft Dynamics NAV + SPHINXdistri

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

BRUSSEL t. Master in het tolken. Faculteit Letteren

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Het hoger onderwijs verandert

Evaluatie project webshop 2.0

Scriptie over Personal Branding en Netwerking

Adinda Keizer - Copyright 2013 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van Vindjeklant.nl worden gekopieerd of gebruikt in commerciële

Bij. research. Gemaakt door: Flore Wassenberg A3c Stage gelopen bij Ron en Janne.

Verhaal van verandering

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Voorwoord! Wie wil ik helpen?!

Dat ze klaarstaat voor haar vrienden. Als ze samen is met haar vriendinnen, is er veel gein

Lisa Van Damme. Ik hou ervan om het juiste moment af te wachten!

Omvorming naar de masteropleidingen

6 In Beeld. Bieke Depoorter

Karin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach.

OCAI. veelgestelde vragen

Meer succes met je website

doorheen de metaal welkom!

Proefhoofdstuk Spaans.

HERMAN VAN ROMPUY SCHOLARSHIP

E-BOEK: DE STUDIEKEUZE KOMT ERAAN!

Mijn naam is Fons. Ze noemen me een groene jongen. Weet je hoe dat komt?

Het leven zoals het is Rechtspraktijk, van CVO naar KHLeuven Klik hier voor meer informatie over Rechtspraktijk in het CVO Leuven-Landen

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Verder studer e n. Wat je best weet als student in spé

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Verhaal: Jozef en Maria

Werkbladen. Uitdaging! Wat betekent succes en geluk voor mij? Gaat voor jou geluk samen met succes? Of gaat het

De bouw Conceptueel bouwen. Klinkt ingewikkeld,

Milieuwetenschappen in Leiden

Breek taboe omtrent kansarme

Omvorming naar de masteropleidingen

BE HAPPY. 90-dagen Goed Gevoel conditionering programma

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Verder studer e n. Zoek de zeven verschillen: bachelor en master

foto s sina willmann haar mannetje

Master in het vertalen

ONDERWIJS & ONDERNEMEN

Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag.

VRAGENLIJST JOnG. Mail het formulier met jouw antwoorden naar Dionne Neven (Regioadviseur MKB Limburg):

Contactadres (enkel als dit verschilt van je officieel adres)

Proefhoofdstuk Spaans voor beginners.

Sta zonder twijfels en vragen, vol overtuiging en vreugde, in jouw authentieke kracht! Dit zegt een enthousiast gebruiker van deze planner:

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Timemanagement Kerngebieden onderscheiden

Screening op prostaatkanker

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

Proefhoofdstuk Gitaar.

Crelan Leerstoel aan de UGent ter bevordering van innovatie in de duurzame landbouw

De geest is goed, maar het lichaam is versleten tekst PATRICK MEERSHOEK foto s AD NUIS

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Ik ben David de Graaf

Portret van H. Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Kids United Inhoudsopgave. Kids United Voorwoord Henk Sijtsma. Inhoudsopgave 02 Voorwoord 03 Terugblik 04 Samenwerking 08 Hoofdsponsor 10

Het zijn veel vragen... waar we elk individueel een stuk van de oplossing voor moeten aandragen.

Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat

ID 343 Studiefase op het moment dat je op Erasmus vertrok. Master eerste studiefase (hoofdinschrijving) Pedagogische Wetenschappen.

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014

Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan. Naam student: Maes Pieter

De meest gestelde sollicitatievragen

POSTGRADUAAT INNOVEREND ONDERNEMEN VOOR INGENIEURS

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

Inge Test

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Je gezicht en houding. spreken boekdelen!

Zorg voor een ander begint bij jezelf!

Welkom in het Horizon College

Werkboek Het is mijn leven

Participatief leiderschap. Hoe leid je een samenwerkingsverband?

Hoe gaat het in z n werk daar? Wat is er anders dan een gewone poli?

Reflectie Verslag. 25 januari. Game Developement Informatica Hogeschool v. Amsterdam

1. Jurriaan Vogel. 2. Mark van Wijgerden. Waarde medestudenten,

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

EINSTEIN. Weet je wat, ik neem mijn neef mee naar het laboratorium. Daar werken mijn assistenten met stikstof. Dat vindt hij vast mooi.

INNOVEREND ONDERNEMEN

Waarom volgen mensen avondschool?

onthaalbrochure

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

TANDARTSASSISTENTE. Lis Hendriks 11 NOVEMBER Sectorwerkstuk HET ASSINK LYCEUM

Juridische medewerker

4 Zijn heerlijke producten ook eerlijke producten?

t Magazijn centrum voor arbeidszorg met zorg gemaakt

U in het middelpunt Die migraine hè Levenservaring verzilveren

Blok 1 - Introductie

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

VRIJWILLIGER BIJ DE SENIORENDIENST Voor elke senior wat wils

Ondernemen als. Deel 1. Doelgroep: Naam: Telefoon:

Tineke Boudewijns VERSTAG

Transcriptie:

MAANDBLAD VAN DE VLAAMSE INGENIEURSKAMER 02-2010 INGENIEURSMAGAZINE Sarens bouwde mee aan viaduct van Millau Philippe De Wit wil hulpmiddelen voor blinden verbeteren Revalideren dankzij technologie Ing. Dirk Cordeel: 36 jaar in de bouw VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem jaargang 48, nummer 02, februari 2010 maandelijks tijdschrift, verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor ANTWERPEN X- P2A8632

Commentaar I-mag Ingenieursmagazine is een uitgave van de Vlaamse Ingenieurskamer vzw Lid van World Federation of Engineering Organisations (WFEO) van de UNESCO. Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers (U.P.P.) VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Ing. Bart Demol MSc, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem HOOFDREDACTEUR Ing. Noël Lagast MSc EINDREDACTIE Luc Vander Elst REDACTIERAAD Ing. I. Born MSc - Ing. B. Demol MSc Ing. H. Derycke MSc - Ing. K. De Wever MSc Ing. N. Lagast MSc - Ing. G. Roymans MSc Ing. W. Samyn MSc - Ing. L. Wezenbeek MSc REDACTIESECRETARIAAT Francine Demaret SECRETARIAAT VIK Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem Tel. +32 3 259 11 00 - Fax +32 3 259 11 01 Website: www.vik.be - e-mail: ing@vik.be Doorlopend open van 08.30 uur tot 17.00 uur LIDMAATSCHAPSBIJDRAGEN rek.nr.: 406-0098501-56 61,00 voor technisch en industrieel ingenieurs, die meer dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor geassocieerde leden 34,00 voor hen, die 3 jaar of minder dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor een samenwonend lid; voor gepensioneerden 17,00 voor studenten-industrieel ingenieur 78,00 voor leden woonachtig in het buitenland 580,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met meer dan 250 werknemers 280,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met minder dan 250 werknemers Schitterende opdracht voor de dames en heren politici! Wie een diploma behaalt aan een instelling voor hoger onderwijs, kan sinds 2003 een bachelor- of mastertitel voeren. Bachelors en masters van bètaopleidingen krijgen de toevoeging of science (Sc), geesteswetenschappen of arts (A) en juristen of laws (LL) voor de M). Dat zijn internationale afspraken over het gebruik van de titulatuur als indicator voor hogere opleidingen. Ingenieursopleidingen zijn bètaopleidingen, een term die in andere landen meer bekend en gebruikt wordt dan bij ons, maar door de lange traditie zowat wereldwijd bekend is en uitdrukt waarvoor de opleiding staat. Het gebruik van de uitdrukking bètawetenschap is ook niet nieuw. Net zoals de term gammawetenschap en alfawetenschap is ze sinds de Verlichting - eind 18de eeuw - in gebruik. Het is een weliswaar kunstmatige indeling van de wetenschap, maar haar geschiedkundige achtergrond is gefundeerd, vandaag nog bruikbaar en bekend, tenminste voor wie de moeite wil doen om de achtergrond ervan te bestuderen. Rond 1670 zag de positieve wetenschap of ervaringswetenschap het daglicht. De natuurkunde is daar een voorbeeld van. De ingenieurswetenschap is in feite een exponent van de toegepaste wetenschap, die in ons land op het einde van de achttiende eeuw het levenslicht zag. Eind van de negentiende eeuw werd in ons land de aanzet gegeven voor de opleiding en vorming van ingenieurs die voorbestemd waren voor de industrie. De vorming van die ingenieurs - toen al industrieel ingenieurs genoemd - was én wetenschappelijk én praktisch. Ze genoten een groeiend succes. Opleidingen veranderen in de loop van de jaren: naar inhoud, studieduur en volgens het concept. Diploma s moeten ook internationaal uitwisselbaar zijn, dat wil zeggen dat ze waar ook ter wereld moeten staan voor dezelfde inhoud en graad. De internationale leesbaarheid van een diploma is daarom van groot belang. Het vergemakkelijkt de erkenning van de studies in andere landen. Voor industrieel ingenieurs betekent het dat de graad van hun opleiding overeenkomt met die van master en met de specificatie van de toegepaste wetenschap (MSc). Masteropleidingen horen ook thuis in een universiteit. De opleiding van industrieel ingenieur moet dus in een universiteit worden opgenomen. Bovendien moet de studieduur van de opleiding dezelfde zijn als die van alle ingenieurs in de wereld, d.w.z. 5 jaar of 300 studiepunten en volgens de internationaal gangbare structuur: 3 jaar bachelor en 2 jaar master. De basis om dat allemaal uit te voeren werd al in 1970 gelegd en als we heel nauwkeurig willen zijn al in 1962!! Kan er decretaal eens werk worden gemaakt van de uitvoering daarvan? We voegen er bovendien aan toe: alstublieft, dames en heren politici en beleidsmakers, want ons geduld geraakt op!! Het kan ook voor jullie niet moeilijk zijn, want het voorbereidende wetgevende werk hebben jullie voorgangers al gedaan. Ing. Joseph NEYENS MSc Algemeen voorzitter VIK DRUKKERIJ & LAY-OUT Drukkerij SLEURS nv, Overpelt Tel. +32 11 80 90 90 - Fax +32 11 80 90 95 Voor de ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk. COVER Viaduct van Millau (Fr) in aanbouw Sarens nv VIP-DAYS 2010 Van ERP naar shopfloor Tweedaags symposium op 22 en 29 april 2010 3 I-mag februari 2010

Inhoud Commentaar Schitterende opdracht voor de dames en heren politici!... 03 Inhoudstafel... 04 Naar een tweejarige master en internationale erkenning! Brandpunt...................................................... 05 Sfeerbeelden van de VIK-nieuwjaarsreceptie Brandpunt...................................................... 07 Ing. Carl Sarens trok in Millau 4.400 ton recht Technologie..................................................... 08 Blinde Philippe De Wit verbetert hulpmiddelen voor blinden Technologie..................................................... 10 Revalideren dankzij technologie Samenleving.................................................... 12 Ing. Dietmar Bernaers MSc verrichtte onderzoek in Reims Centrum Onderwijs............................................... 14 Naar een betrouwbare en betaalbare energievoorziening? Centrum Industrie................................................ 16 In de kijker: Het Pass, wetenschappelijk avonturenpark Afdeling Noord-West-Vlaanderen..................................... 19 Nieuws van de afdelingen.............................................................. 20 Stijn Pauwels is nieuwe VIK-jongerenvoorzitter Netwerk....................................................... 29 Jaarlijkse Barco-prijzen uitgereikt Netwerk....................................................... 30 Ing. Dirk Cordeel is CEO van de Cordeel Group Netwerk....................................................... 32 11de editie Nacht van de Ingenieur Netwerk....................................................... 36 Activiteiten van de studiegroepen Studiegroepen................................................... 38 VIP-days 2010 Vik Vorming..................................................... 41 Een ERP-pakket gebruiken in een productieomgeving Vik Vorming..................................................... 43 CE-markering: nieuwe machinerichtlijn 2006/42/EG Vik Vorming..................................................... 43 Veiligheidsmanagement voor leidinggevenden Vik Vorming..................................................... 44 Tijdstudie en normstelling Vik Vorming..................................................... 44 Rubbertechnologie Vik Vorming..................................................... 45 Verlijmingstechnieken Vik Vorming..................................................... 45 Cursusagenda Vik Vorming..................................................... 46 I-mag februari 2010 4

brandpunt BRANDPUNT Naar een tweejarige master en internationale erkenning! Nieuwjaarstoespraak door Ing. Joseph Neyens MSc, algemeen voorzitter Vlaamse Ingenieurskamer BRASSCHAAT. Sinds mensengeheugen worden jaarwisselingen aangegrepen om even stil te staan bij wat voorafging en uit te drukken wat we zouden willen verwezenlijkt zien. Aan een jaaroverzicht van wat de VIK gerealiseerd heeft, wil ik me vanavond niet wagen. De VIK-leden worden daarover voldoende op de hoogte gehouden via onze eigen publicaties en de tientallen bijeenkomsten. Het bindweefsel van de VIK is ongetwijfeld de belangenbehartiging van haar leden en dat houdt een brede waaier van items in. Bij de belangen, die de VIK behartigt, horen niet enkel de verdediging van de graad en het diploma van industrieel ingenieur, maar ook de voortdurende opleiding en vorming van onze leden. Dergelijke activiteiten dragen wezenlijk bij tot de netwerkvorming en het stimuleren van de vriendschap. Deze nieuwjaarsreceptie is er de uiting van. De verdediging van de beroepsbelangen is nog steeds een kernopdracht van de VIK. Voor buitenstaanders kan dat eigenaardig lijken. In ons land worden sinds 175 jaar burgerlijk ingenieurs opgeleid en sinds ruim 110 jaar industrieel ingenieurs. Bij mijn weten kent geen enkele hogere opleiding een dusdanige rommelige geschiedenis als die van de industrieel ingenieurs die in Wallonië in 1898 begon en in Vlaanderen in 1922. Twee soorten De omvorming van de opleiding van de Vlaamse industrieel ingenieur naar een volwaardige ingenieurmaster met een studieduur van twee jaar of 120 studiepunten is een dringende eis van de VIK. ding van vier jaar (in Vlaanderen), waarvan de internationale erkenning problematisch is. De opleiding van vijf jaar (drie jaar bachelor en twee jaar master) leidt aan de Franstalige scholen in ons land tot de graad en het diploma van master en sciences de l ingénieur industriel. Op 12 december 2009 werden die diploma s voor het eerst in de geschiedenis uitgereikt aan zowat vierhonderd Franstalige collega s. De omvorming van de opleiding van de Vlaamse industrieel ingenieur naar een volwaardige ingenieurmaster met een studieduur van twee jaar of 120 studiepunten is een dringende eis van de VIK om de afgestudeerden een volwaardige plaats te kunnen bezorgen op de internationale arbeidsmarkt. Sensu stricto kunnen hogescholen in Vlaanderen onafhankelijk geen masters uitreiken. Alleen in een associatieverband met een universiteit kunnen ze dat wel. In de Franstalige gemeenschap kunnen de hogescholen onafhankelijk tweejarige graden van masters uitreiken. In Vlaanderen moeten de universiteiten immers het zogenaamd academiseringsproces van de hogeschoolopleidingen begeleiden en ondersteunen. Alle steun dienaangaande is welkom en laat het voor de overheid een reden zijn om de noodzakelijke extra financiële inbreng voor academische hogeschoolopleidingen substanti- Algemeen voorzitter Ing. Joseph Neyens MSc. Ons land kent vandaag twee soorten industrieel ingenieurs: degenen met een studieduur van vijf jaar die een internationale erkenning van de graad en het diploma genieten en degenen met een opleieel te laten toenemen! Als men in 2013 dezelfde accreditatie-eisen zal stellen voor alle masters, dan moeten tegen die datum alle masters ook dezelfde mogelijkheden krijgen, o.a. qua studieduur of studiepunten en financiële inbreng! Logica De Vlaamse overheid kan inzake de masteropleidingen niet langer haar kop in het zand steken. Ons voorstel voor de Vlaamse overheid luidt als volgt: 1. de opleiding van industrieel ingenieur is van academisch niveau en een mastergraad of Science - MSc; 2. mastergraden horen thuis aan de universiteit; 3. de studieduur voor een masteropleiding van ingenieur bedraagt twee jaar of 120 studiepunten. 5 I-mag februari 2010

BRANDPUNT De regel van drie is een eenvoudige regel en in de eenvoud schuilt steeds een of andere vorm van efficiënte toepasbaarheid. Studieduurverlenging hoeft de hogescholen geen angst in te boezemen voor een terugloop van de instroom. Als de Vlaamse regering daarover niet onmiddellijk een beslissing neemt, dan zullen hoe langer hoe meer potentiële studenten voor industrieel ingenieur afhaken. Dat is niet goed! Een land zonder voldoende ingenieurs ondergraaft immers zijn welvaart en welzijn. Hypothekeer onze toekomst niet! In dit geval geldt de slogan Wat we zelf doen, doen we beter zeker niet! Het beleid wordt gekenmerkt door rust en vastigheid, maar wij maken ons zorgen over een overheid die onrustwekkend stil is. Die rust en stilte mag geen synoniem zijn voor besluiteloosheid. Immobilisme kunnen we ons niet langer permitteren. Ik verwijs hier graag en nadrukkelijk naar de interviews met de associatievoorzitters van Leuven en Gent en het bijbehorend commentaar in I-mag van mei 2009 en van januari 2010. Daar werden de standpunten en het mogelijk scenario gepubliceerd. Zonder enige vorm van pessimisme zeg ik u: de tijd dringt! Out of the box Als VIK willen we out of the box denken om ook in Vlaanderen dringend de opleiding voor industrieel ingenieur om te vormen, zodat die voldoet aan de internationale voortgang waarmee ingenieurs wereldwijd worden opgeleid. Een andere taak van de VIK is het stimuleren van het ondernemerschap door de nieuwe generatie van industrieel ingenieurs te inspireren, te mobiliseren, te helpen en te servicen op de terreinen van innovatie, internationalisatie en talentontwikkeling. Die taak kan enkel vruchten afwerpen in brede samenwerkingsverbanden, waarvan sommige grondvesten in de loop van de geschiedenis van de VIK al zijn gelegd. Ik vernoem in dat opzicht: de samenwerking tussen de vier ingenieursverenigingen van ons land, met name CIBIC, de vereniging van de industrieel en burgerlijk ingenieurs in ons land; de interactie van de VIK in de Europese en wereldorganisatie van ingenieurs door haar vertegenwoordiging binnen CIBIC in de Europese ingenieursvereniging FEANI. Ingenieurs worden opgeleid en gevormd om oplossingen voor problemen aan te reiken. Wie dat over de landsgrenzen heen belet, heeft niet de maatschappelijke opdrachten van de ingenieurs begrepen. Engcard De invoering van een Engcard (het Europees paspoort voor de beroepsmobiliteit van ingenieurs) is een van de doelstellingen van de Europese Commissie. Via haar vertegenwoordiging in CIBIC draagt de VIK haar steentje bij voor een adequate invoering van de Engcard. Maar ook daar draaien de bureaucratische molens naar ons gevoel tergend traag. Of juist niet? De geschiedenis van de industrieel ingenieur leert me immers dat elke verandering van enige betekenis 35 jaar vraagt. De vorige in Vlaanderen was in 1970, toen met de wet over de structuur van het hoger onderwijs in ons land de opleiding van industrieel ingenieur werd gecatalogeerd als van universitair niveau. In 2004 heeft de structurele en terechte inschaling van de industrieel ingenieur de toekenning van de graad van master mogelijk gemaakt. De fundamenten daarvoor werden 35 jaar geleden gelegd. Het samenwerkingspact met de overheden noemen we gemakshalve het lobbyen van de VIK. Lobby is geen hobby, maar een wezenlijk deel van onze werking. We doen dat niet alleen uit keiharde noodzaak, maar ook vanuit onze trots als industrieel ingenieur, die door een niet aflatend enthousiasme wordt gevoed. Enthousiasme is het sleutelwoord in de VIK. Het is één van de pijlers waarop de VIK steunt. Enkel dan kunnen we in onze doelstelling slagen. Een enthousiast bestuur treffen we in elk van de regionale afdelingen aan. Buitenstaanders beoordelen dat onder meer aan de talrijke en diverse activiteiten die in de regionale afdelingen plaatsvinden. Het dwingt bewondering af voor de paar honderd vrijwilligers die het elke maand voor elkaar krijgen. Goede doel Tijdens de nieuwjaarsreceptie van 30 januari 2009 kregen de VIK-ambassadeurs een oorkonde, waarin hun engagement werd omschreven. Onze ambassadeurs hebben hun taak behoorlijk ter harte genomen. Ik dank hen daarvoor en hoop dat ze dat in 2010 nog beter zullen doen. Alles kan immers beter, zo luidt één van de grondstellingen van een ingenieursopleiding. De Vlaamse Ingenieurskamer heeft zich in het verleden evenmin onbetuigd gelaten, als het ging om een of ander sociaal engagement. Haar steunbetuiging voor het goede doel, zoals fietsen en wandelen tegen kanker, zijn bekend. In onze opdracht van een samenwerkingspact wil ik graag en met enige fierheid ook wijzen op ons engagement met Ex- Change, het Vlaams uitzendplatform voor experts. Kenniseconomie Innoveren kan je leren, o.a. op de schoolbanken. Het begint meestal met nieuwsgierigheid, gevolgd door dromen en denken en dan doen en ook durven, maar meestal is het doorgaan, dat uiteindelijk voor de doorslag en dus het resultaat zorgt. Daarvoor is talent nodig, dat moet worden ontwikkeld om de behoeften op korte en langere termijn in het oog te houden. In onze maatschappij zijn zelfs in het dagelijkse leven wetenschap, techniek en technologische innovatie stuwende krachten. We moeten stilaan beseffen dat de trein van de kenniseconomie definitief vertrokken is. Die trein maakt geen rondjes om de achterblijvers op te pikken! Ingenieurs worden opgeleid en gevormd om oplossingen voor problemen aan te reiken. Wie dat over de landsgrenzen heen belet, heeft niet de maatschappelijke opdrachten van de ingenieurs begrepen. Ing. Joseph NEYENS MSc Wensen van de voorzitter De Vlaamse Ingenieurskamer wenst u allen een bruisend en innovatief 2011 een boeiend en gepassioneerd 2012 een succesvol 2013 veel vreugd en plezier in 2014 maar vooral een duurzame start in 2010! I-mag februari 2010 6

brandpunt BRANDPUNT VIK-nieuwjaarsreceptie en bekendmaking projectmanager van het jaar Ing. Joseph Neyens in gesprek met Karen Maex, Frank Baert en Ing. Rik Baron Jaeken. Ing. Rik Baron Jaeken overhandigt de prijs projectmanager van het jaar. De trofee voor de projectmanager van het jaar. Even poseren voor de foto tijdens de uitgebreide receptie. De genomineerden voor projectmanager van het jaar: Ing. Geert De Maesschalck MSc, Ing. Sabine Mertens MSc en ir. Frank Timmermans aan de zijde van Philip Maertens, voorzitter Agoria Industrial Automation. ir. Frank Timmermans koestert zijn trofee als laureaat. Ing. René Peeters MSc reikte het diploma van VIK-ingenieur-expert uit aan Ing. Marc Panen MSc en Ing. Hendrik Fort MSc. Het organisatieteam van de Vlaamse Ingenieurskamer. Netwerken is een belangrijk element van de VIK-werking. DiJazzed zorgde tijdens het officiële gedeelte voor de muzikale intermezzi. De nieuwjaarsreceptie is altijd een netwerkmoment bij uitstek. Foto's: Carine VANHEUCKELOM 7 I-mag februari 2010

technologie Ing. Carl Sarens trok in Millau 4.400 ton recht Het viaduct van Millau blijft een prestige- en een referentieproject WOLVERTEM. Een goede vijf jaar geleden, 14 december 2004 om precies te zijn, kon u voor het eerst naar het zuiden van Frankrijk via het viaduct van Millau. Het is 343 meter hoog en 2.460 meter lang en verbindt op de A75 de twee onooglijke dorpjes Millau en Creissels. Maar dit viaduct bespaart u wel minimum 800 kilometer omweg. De Vlaamse inbreng bij de bouw van dat prestigieuze kunstwerk via Sarens nv was niet gering. Het was niet een van onze grootste projecten, zegt Ing. Carl Sarens, maar allicht een van de meest prestigieuze. Tot nu vertellen mensen me: we zijn over jullie viaduct van Millau gereden. Het verhaal van Sarens nv en de brug van Millau. De Britse architect Norman Foster heeft de brug ontworpen, in Frankrijk noemen ze zo n project un ouvrage d art. Niet dat we Foster ooit ontmoet hebben. Een studiebureau, in dit geval het Luikse Greisch, rekent na hoe de creativiteit van de architect gerealiseerd kan worden en dan pas komen wij in beeld. Hoe we zo n project dan binnenhalen? Twee jaar voor de start van de werken heeft de staalbouwer beslist met ons in zee te gaan. Wij zijn onderaannemer van de firma Eiffel, dat zelf tot de groep Eiffage behoort, de concessiehouder van het viaduct. We werken al jaren samen met Eiffel, je zou ons hun hofleverancier kunnen noemen voor het verticaal en horizontaal transport van zwaar en speciaal hijswerk. Millau was niet ons eerste en evenmin ons laatste project met Eiffel. Wat onze scope in Millau precies inhoudt? We moesten vijf pylonen die ter plekke waren gemaakt, naar de eindlocatie transporteren over het onafgetuide viaduct en rechtop hijsen met een hijsportaal. Het transport is uitgevoerd met onze spmt s, self propelled modular trailers: de wagens met de vele wielen. Daarmee kon dat vervoer zeer kritisch naar de brug, die nog in aanbouw was, binnen de gangbare toleranties of normen worden uitgevoerd. Met het door ons ontwikkelde hijsportaal Sartower hebben we de pylonen van horizontale naar verticale positie gebracht. Wat de leek te zien krijgt, zijn de vijf hoogopstaande grote letters A die de brug als het ware dragen. Continu overleg met alle partners is noodzakelijk, omdat je zo nauw samenwerkt. Engineering Hoe moeten we het aandeel van Sarens nv in het hele project inschatten? We hebben alle engineering gedaan, de structurele analyse, de stabiliteitsstudie voor ons hijsportaal in de interactie met de brug. We hebben input gegeven, zodat Eiffel zijn gegevens over de brug kon narekenen en omgekeerd. Het is een voortdurende wisselwerking tussen de betrokken partners. Hoe lang voor de start van de eigenlijke werken zijn jullie aan het project begonnen? Het eerste jaar na de toewijzing van de werken ligt dat project bij wijze van spreken bij ons in de kast. Uiteraard doet Eiffel zijn engineering, wij de onze en op regelmatige basis vergaderen we en wisselen we informatie, tekeningen, procedures noem maar op met elkaar uit. Kortom, een jaar voor de werken begint het hele operationele gedeelte. Een onafhankelijke partner, aangewezen door de bouwheer, kijkt alle berekeningen na. Dat is dan de zogenaamde third party check. Alle berekeningen - het hele concept in feite - worden minutieus nagerekend om te zien of er geen conflicten zijn. Hebben wij de revisies van Eiffel correct meegenomen? Hebben zij de onze meegenomen? Zo n twee, drie maanden voor de uitvoering van de werken wordt alles tot in de kleinste details nagegaan en dan pas krijgen wij groen licht. Dan stellen wij de operationele detailplanning op: we stippelen de mobilisatie van het materiaal uit, kijken hoeveel mensen we nodig hebben. Gevaarlijk project Ing. Carl Sarens MSc Dat klinkt allemaal vrij routineus. Maar toch lijkt dat in de ogen van de leek geen makkelijke opdracht. De hoogte alleen al waarop je moet werken? Het was een gevaarlijk project in die zin, dat we op een beperkte ruimte moesten werken. De brug is amper 25 meter breed en één pyloon weegt 800 ton. Neem daar- I-mag februari 2010 8

TECHNOLOGIE Het zit in de familie bij Sarens nv Carl Sarens (37) studeerde in 1995 af als industrieel ingenieur elektromechanica aan het Instituut De Nayer in Sint-Katelijne-Waver. Hij kon meteen in het familiebedrijf aan de slag. Ik heb er nooit bij stilgestaan om elders te gaan werken, zegt Carl. Ik denk dat ik onbewust bewust voor industrieel ingenieur heb gekozen, van kindsbeen af loop ik hier rond, ik heb in feite nooit iets anders gekend. Carl Sarens, van de vierde generatie Sarens, is director global technical solutions en een van de 12 Sarensen in het familiebedrijf dat wereldwijd meer dan 2.300 werknemers telt. WVB Meccano Hoe krijgen jullie al je materiaal ter plaatse? Millau is niet bij de deur. Dat is ook routinewerk voor ons. Van hier in Wolvertem krijgen we via standaard transportmiddelen onze spmt s en Sar - tower in een viertal dagen in Millau, met gewone vrachtwagens via de autowegen dus. Het is zo n beetje als een meccano: op de brug in Milllau passen we alle stukjes in elkaar en bouwen we het hijsportaal op. En we demonteren wat nodig is om ons op de brug te verplaatsen, altijd opnieuw. bij de windkracht in Millau: plotseling kan het daar zeer hard gaan waaien, die ultieme windkracht moesten we uiteraard ook in onze berekeningen incalculeren. Maar het allerbelangrijkste was dat we ons voor het vervoer en de plaatsing van de vijf pylonen aan een heel strakke planning moesten houden. We hadden slechts een beperkte tijd, want de einddatum voor het opengaan van de brug moest gerespecteerd worden. Wij moesten weg zijn, voordat de anderen konden beginnen. De Fransen noemen dat het probleem van de co-activité. Op de werf in Millau liepen zo n duizend mensen rond. Zo lang de pylonen er niet stonden, kon men niet beginnen aan het aftuien van het brugdek, bijvoorbeeld. Als er een pyloon getransporteerd werd, moest iedereen klaar zijn en plaatsmaken voor het passeren van het transport. Maar zodra wij de pylonen hadden geplaatst, moesten de lassers meteen aan de slag kunnen. Het is een echt raderwerk. Met andere woorden: je moet s avonds gaan overleggen met de partners om eventueel bij te sturen? Tuurlijk, want continu overleg met alle partners is noodzakelijk, omdat je zo nauw samenwerkt. Nog een voorbeeld: we hadden gasolie nodig voor onze machines. Dan moeten we controleren of de brug niet afgesloten is op het moment dat de gasolie wordt geleverd. Je kunt hooguit s avonds zeggen: morgen beginnen we een uur vroeger of later. Op hotel Wie heeft er allemaal namens Sarens nv aan het viaduct meegewerkt? Met vijf mensen zijn we bijna drie maanden ter plekke gebleven. De werken hebben één week stilgelegen, dan zijn we terug naar België gekomen. Voor de rest zaten we drie maanden lang op hotel in Millau, waar niet veel te beleven valt. Maar goed, dat was niet erg. Je werkt er zeven dagen op zeven, tien tot twaalf uur per dag zit je op de werf. Opstaan rond halfzes of zes uur, papierwinkel bijwerken, ontbijt om halfzeven en dan tot zes, zeven uur s avonds op de werf. Altijd hetzelfde ritme, behalve de dagen dat het weer de planning beïnvloedde, de werkzaamheden op de brug konden dan wegens de storm niet veilig meer uitgevoerd worden. Of ik het werk als gevaarlijk heb ervaren? Niet echt, ik ben in mijn job nooit roekeloos: we weten waar we mee bezig zijn, we houden alles controleerbaar. Maar op grote hoogte werken is sowieso gevaarlijk, dat ga ik niet ontkennen. Hebben jullie alles netjes op tijd afgekregen? Ja, we zijn zelfs vijf dagen ingelopen op de planning. De bouw van het viaduct in Millau is in de media breed uitgesmeerd. Ervaren jullie je werk ook als een prestigeproject? Technisch was het werk wel complex, maar we hebben projecten die qua logistiek, omvang of techniek veel complexer zijn. Ook financieel was het eerder een standaardproject. En vergeet niet dat wij maar een klein radertje in het geheel waren. Maar we kunnen er niet omheen: Millau blijft voor ons een prestige- én een referentieproject. Als mensen uit vakantie terugkeren, vertellen ze me dat ze op de brug van Millau hebben gereden. En als ik in de middle of nowhere in Azië een presentatie geef, dan zal er wel één Aziaat van Millau gehoord hebben. Ervaar je dit project als jouw eigen project? Laat ik het zo stellen: ik heb me dat project toegeëigend. Ik had zowel voor engineering als uitvoering de volle eindverantwoordelijkheid. De nodige berekeningen heb ik, bijvoorbeeld, helemaal zelf ge - daan. En als je dan zo lang op die manier bij het project bent betrokken, dan wil je het ook zelf tot een goed einde brengen. Ik ga niet verbergen dat ik er grote voldoening aan heb beleefd. Tekst: Wilfried VANDEN BOSSCHE Foto s: SARENS NV en Wilfried VANDEN BOSSCHE 9 I-mag februari 2010

technologie Ik wil blijven innoveren Blinde Philippe De Wit probeert hulpmiddelen voor blinden te verbeteren BOOM. Toen de nu 31-jarige Philippe De Wit uit Aartselaar op zijn 18de een agressieve vorm van retinitis pigmentosa kreeg, wist hij dat hij enkele jaren later zo goed als helemaal blind zou zijn. Op dat moment zat hij al in zijn vijfde jaar elektromechanica. Hij wilde die technische opleiding per se afwerken. Meer nog: hij wilde zo ver mogelijk doorgaan in die technische richting om nadien een goede kans op de arbeidsmarkt te maken. Met veel begeleiding, extra opleidingen, hulp van instanties en derden en vooral met heel veel doorzettingsvermogen werkte hij aan de Plantijn-hogeschool in Boom zijn professionele bachelor elektromechanica, optie onderhoudstechnieken af. Sinds januari werkt hij bij BASF op de aankoopdienst. Hij is wellicht de enige blindgebruiker van SAP in België. Philippe De Wit aan het werk. Hoe zijn je studies voor die professionele bachelor verlopen? Philippe De Wit: Ik heb de hogeschool ervan moeten overtuigen om mij te willen inschrijven, want ik was natuurlijk een veiligheidsprobleem. Het was ook niet duidelijk hoe snel mijn zicht zou verslechteren. Na het eerste jaar had ik meer hulp nodig en moesten we de opleiding anders aanpakken. De school heeft extra inspanningen gedaan om tegemoet te komen aan de restvisie die ik toen nog had. s Avonds moest ik mijn deel van het extra werk doen door mijn nota s te kopiëren in grootschrift, want toen kon ik nog geen braille. Het tweede jaar werd steeds moeilijker op school. In labo s kreeg ik heel veel steun van medestudenten en ik heb er meer dan mijn deel van het werk gedaan. Ik deed eerder het voorbereidende werk: details voorbereiden en grondig opzoekwerk. De anderen deden de meer praktische kant van het labo, maar ik deed mee zo ver ik kon. Ik heb natuurlijk het hele traject afgelegd: ik heb de stages gedaan, mijn eindwerk gemaakt en had bijna onderscheiding in mijn laatste jaar. Mijn stage en eindwerk mocht ik op ZNA Stuyvenberg doen aan HVAC-groepen, maar naar het eind toe werd veiligheid tijdens de uitvoering van mijn werk echt een probleem en heb ik mij node toegelegd op het programmeren. Dat bleek nadien erg nuttig voor mijn eindwerk en dat komt mij nu goed uit bij mijn job en de andere projecten waaraan ik werk. Je bent wellicht de eerste en misschien de enige blindgebruiker van de industriële versie van SAP. Hoe gaat dat? Voor gewoon computergebruik werk ik met een uitlezingsprogramma (Virgo en zijn opvolger Cobra) van Baum, spraaktechnologie (realspeak) van L&H en met een brailleregel. Maar SAP is een programma met veel verschillende en opeenvolgende modules, waar een screenreader niet wijs uit geraakt. Daarvoor heb ik samen met een gespecialiseerde programmeur van Baum Duitsland en met de hulp van de collega s een patch-programma, allerlei scripts en allerlei krachtige tools ontwikkeld die het mij mogelijk maken om SAP te bedienen van op mijn klavier. Alle belangrijke en te controleren parameters van elke SAP-module heb ik via een ontwikkelde tool vastgelegd in een bladwijzer, zodat ik overal weet wat ik moet doen. Natuurlijk vraagt elke nieuwigheid in SAP of eender welk nieuw programma telkens weer veel voorbereiding om dat op mijn maat te herschrijven. De jongere generatie blinden en slechtzienden groeit op in een technologische omgeving en krijgt kansen die vorige generaties blinden niet hadden. Wat ik doe, is best wel pionierswerk dat een heel intensieve voorbereiding en opzet vraagt. Toch denk ik dat dit later zijn vruchten zal afwerpen voor mensen die na I-mag februari 2010 10

TECHNOLOGIE mij komen. De jongere generatie blinden en slechtzienden groeit op in een technologische omgeving en krijgt dankzij die technieken kansen die vorige generaties blinden niet hadden. Alleen moeten de functies van al die toepassingen omgezet worden voor de blindgebruikers en moeten er blinden zijn die als eindgebruiker de ontwikkelingen kunnen testen. Het is een pluspunt als die blinde testgebruikers daarbij ook nog een technische opleiding hebben genoten en wat van programmeren kennen. Daarin ligt mijn sterkte en die wil ik benutten voor iedereen die na mij komt. Daarom ook schrijf ik al mijn handleidingen per onderdeel stap voor stap uit. Ik ben een veeleisende gebruiker van hoogtechnologisch materiaal en wil hoge kwaliteit afleveren. Je werkt nu anderhalf jaar bij BASF. Ook voor je werkgever is dat een speciale situatie? Absoluut. Net zoals de hogeschool dat heeft moeten doen, is ook BASF bereid geweest (en is dat nog altijd) om een extra inspanning te doen voor mij. Ik was er ongeveer anderhalf jaar bezig met testfasen en programmering om een werkpost beschikbaar te maken voor mijn eigen gebruik. Het is niet evident dat zo n grote werkgever als BASF zulke inspanningen wil doen voor één werknemer. Heropleiding in De Markgrave Solliciteren was een lijdensweg, zegt Philippe De Wit. Dat werd een opeenvolging van desillusies, de ene al groter dan de andere. Het was een periode van veel kommer en kwel en depressie. Toen ben ik een heropleiding voor blinden en slechtzienden gaan volgen in De Markgrave in Antwerpen. Daar heb ik mijn toestand leren aanvaarden en ook geleerd hoe ik nieuwe hulpmiddelen voor mezelf kan gebruiken. In het tweede jaar van die heropleiding hield ik me heel intensief bezig met het verkennen, leren gebruiken en vergelijken van diverse uitleesprogramma s voor blinden en slechtzienden. Daar heb ik ervaren dat ik veel kon testen, verbeteringen aandragen, ideeën had om technologie voor onze nichedoelgroep beschikbaar te maken. Op die weg wil ik doorgaan. DVE We hebben veel hindernissen moeten overwinnen. Op een gegeven moment leek alles te complex en wilden we ei zo na stoppen. Mijn chef heeft toen enkele collega s vrijgesteld voor nieuw programmeerwerk. We moesten tot het op één na hoogste IT-niveau van BASF Duitsland om toestemmingen te krijgen, maar ik ben nu blij dat hun inspanningen renderen. Ik doe nu mijn werk als material planner bij BASF en ik ben verantwoordelijk voor het stockbeheer van verschillende magazijnen. Is je aanwerving bij BASF voor jou een eindpunt? Het is vooral een beloning voor het vele werk van mezelf en veel anderen, maar het is lang geen eindpunt. Tijdens mijn opleidingen zijn mijn technische interesses beginnen te renderen. Ik ben beginnen te experimenteren met screenreaders, met vergrotingen en zomeer. De laatste vijf jaren is de evolutie van computertoepassingen en technologische snufjes voor blinden, zoals gsm s en pda s, met grote stappen vooruit gegaan. Ik wil in die evolutie een rol spelen. Ik ben nog altijd dingen aan het ontwikkelen. Overal en altijd duikt mijn technische achtergrond op, als ik hier of daar een voor blinden onbereikbare toepassing zie, waarvan ik denk dat ze toch best handig zou kunnen zijn voor onze doelgroep. Ik wil helpen om zoveel mogelijk nuttige hulpprogramma s voor blindgebruikers aan te bieden. Ik breng ideeën aan, programmeurs schrijven die uit en ik ben hun testpersoon als eindgebruiker. Zo ben ik nu bezig met tests voor een nieuwe screenreader. Welke andere mogelijkheden zie je nog? Die toepassingen gaan heel ver. Er zijn bijvoorbeeld digitale telefoonmodules met een display die niet te lezen is. Dat moet nochtans kunnen. Ook de nieuwe screenreader Cobra van Baum kunnen we nog optimaliseren en verfijnen. Het komt erop aan om met mijn kennis en achtergrond toepassingen te vinden die breed toepasbaar zijn binnen de markt van blinden en slechtzienden. In een verdere toekomst droom ik bijvoorbeeld van een domoticasysteem voor blinden: onder meer de temperatuurregeling in huis. Op de thermostaat staat een Belangrijk dat hij doelen blijft stellen Ing. Frank Bekx MSc & MIOM was een van de lesgevers en ook stage- en eindwerkbegeleider van Philippe De Wit aan de Plantijn-hogeschool in Boom. De professionele bachelor elektromechanica, optie onderhoudstechnieken, die Philippe volgde, biedt de mogelijkheid om voort te studeren (met bijscholing ) naar een master. 41% van de afgestudeerden gaat door naar een masteropleiding. Philippe getuigde van veel doorzettingsvermogen. Hij heeft vaak steun gezocht, veel gepraat en gemaild. Het was af en toe nodig om hem bij te staan na de zoveelste ontgoocheling, ook na zijn opleiding, maar het is belangrijk dat hij doelen voor ogen blijft houden. Hij heeft een goede technische achtergrond en kan een voortrekkersrol spelen. Vanuit zijn opleiding kan hij goed inschatten wat kan, tegen welke kostprijs, welke inspanning nodig is om iets te ontwikkelen en dat af te zetten tegen de voordelen voor de potentiële gebruikers. DVE voor ons onbereikbare display. Het moet mogelijk zijn om met enkele omvormers op je pc die thermostaat beschikbaar te stellen voor blindgebruikers. Maar die weg is nog heel lang. Het komt er voor mij op aan om met mijn huidige kennis en achtergrond toepassingen te vinden die breed toepasbaar zijn binnen de markt van blinden en slechtzienden. Ik wil ook bestaande technologieën voor onze nichemarkt finetunen en de eindgebruikers inlichten dat die toepassingen bestaan voor hen. Die molen maalt heel traag, maar ik blijf ervoor vechten. Subsidieoverheden en ondernemingen werken niet bepaald vlotjes mee voor onze doelgroep. Tekst: Dirk VANDER ELST Foto s: Dirk VANDER ELST en BASF 11 I-mag februari 2010

samenleving Revalideren dankzij technologie Prothesen en innovatieve wetenschap kunnen het leven van gehandicapten een heel stuk vergemakkelijken. BRUSSEL. Net voor het feestgedruis van het jaareinde bouwde Handicap International zijn eigen feestje. Mensen met en zonder handicap werden op de vloer genodigd voor een dansmarathon. Want gehandicapten betrekken bij de samenleving is voor hen wat telt, hier en in ontwikkelingslanden. In de hal van de Brusselse Beurs, waar vroeger aandelen verhandeld werden, mochten de supporters van Handicap International een zwierig dansje placeren. Heel uitzonderlijk, want de hal is normaal niet toegankelijk voor publiek. In de glamoureuze hal kwamen mensen met een handicap positief in beeld: als mensen met zelfstandigheid. Dat is niet evident, zeker niet in landen met moeilijke leefomstandigheden. Om te beginnen zijn er de oorzaken van handicaps die geruimd moeten worden: in 1997 kreeg Handicap International mee de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn leidende rol in de strijd tegen antipersoonsmijnen. Op de valreep naar 2010 ratificeerde België nog de conventie die clustermunitie verbiedt, dankzij het lobbywerk van Handicap International. Maar het gaat niet alleen over niet-ontploft wapentuig. Praktijkkennis op het vlak van gezondheidszorg voorkomt ziekten die tot handicaps leiden. En zelfs verkeer is een even reële bedreiging, het is wereldwijd zelfs een van de belangrijkste oorzaken van handicaps. Investeringen in infrastructuur en sensibilisering zijn dus niet overbodig. Maar Handicap International is er ook achteraf, bij de soms moeilijke revalidatie en bij de integratie van mensen met een handicap in de samenleving. Zuid-zuidfocus Die revalidatie en integratie krijgt vaak vorm dankzij technologie. In Vietnam behoedt de nieuwste endoscopietechniek kinderen met hydrocefalus voor een vegetatief leven, dat zonder behandeling ook erg kort kan zijn. Hydrocefalus, in de volksmond waterhoofd, wordt veroorzaakt door overtollig vocht in de hersenen, wanneer de normale drainage niet meer functioneert. Het vocht drukt op omliggend Handicap International werkt hersenweefsel en kan veel schade berokkenen: van zware mentale achterstand tot overlijden. Hoewel hydrocefalus slechts bij een op honderdduizend kinderen wordt vastgesteld, blijft de preventie ervan binnen de globale visie van Handicap International passen. Handicap Interna - tional focust in Vietnam vooral op materniteit en pasgeborenen. Het project Welcome to life bijvoorbeeld wil handicaps voor en tijdens de bevalling voorkomen en ze vanaf de geboorte opsporen en behandelen. Premature baby s hebben bijvoorbeeld een verhoogd risico op ernstige intraveneuze bloedingen in de hersenen, die het waterhoofd initiëren. Of het komt vaak samen voor met spina bifida, een open ruggetje. Vandaar dat twee Vietnamese chirurgen in 2008 naar Oeganda trokken voor een gevorderde opleiding in de endoscopietechniek: 'endoscopic third ventriculostomy (EVT)'. Het Cure Children's Hospital of Uganda in Mbale is een teaching hospital, een referentie op het vlak van hydrocefalus, waar dokters van over de hele wereld hun gespecialiseerde trainingsprogramma volgen. Een mooi voorbeeld van zuid-zuidrelaties die ontwikkeling stimuleren, in I-mag februari 2010 12

SAMENLEVING plaats van de bekende noord-zuidontwikkelingssamenwerking. Gaatje in de hersenen In feite is er geen remedie tegen hydrocefalus. De arts kan alleen een drainagesysteem in de hersenen plaatsen om het vocht af te leiden. Bij de normale procedure leiden de katheters naar het buikvlies of de rechtervoorkamer van het hart, waardoor het opnieuw in de bloedbaan terechtkomt. De ETV-techniek doet eigenlijk het omgekeerde: hij houdt het vocht binnenin de hersenen en het ruggenmerg. Via een gat dat men in een van de ventrikels in de hersenen maakt, baant het zijn weg naar de onderkant, waar het op natuurlijke manier wordt geabsorbeerd. Zo heeft het patiëntje geen nieuwe operaties nodig, als het drainagesysteem te klein wordt of ontstoken geraakt. EVS is ook minder invasief: door de endoscoop van zo'n twee tot vijf millimeter zijn er minder incisies nodig. Een vijfentwintigtal Vietnamese baby s kon genieten van wat hun chirurgen leerden in Afrika. Dat is nog niet zo veel. Daar is de hoge kostprijs van alle apparatuur niet vreemd aan. De Vietnamese overheid participeert wel, maar dat blijkt niet altijd voldoende. Vele moeders die in afgelegen, rurale gebieden wonen, hebben vaak ook geen toegang tot de nieuwe kennis. Een betere registratie en identificatie van het aantal kinderen met hydrocefalus is een eerste stap om de afstand te overbruggen: het geld voor transport naar de gezondheidscentra kan zo beter gebudgetteerd worden. Flexibele hand Maar techniek hoeft niet altijd top of the bill te zijn om mensenlevens humaner te maken. In Cambodja heeft de simpele wetenschap om prothesen te fabriceren, heel wat impact. Neem nu de prothesen van polypropyleen. Tot tien jaar terug was er op de prothesemarkt vooral hout en leer te vinden. Beide - snel beschadigd of gebarsten en zwaar - waren niet aangepast aan de levensomstandigheden van een gehandicapte. De beschikbare prothesen waren meestal geïmporteerd en dus te duur. Niet dat Colombia er zelf geen grondstoffen voor had: op twee uur rijden van het orthopedisch centrum in Cartagena ligt een polypropyleenfabriek. De kennis ontbrak hen om daar prothesen uit te destilleren. Handicap International ondersteunde daarom een project dat drie Colombiaanse technici opleidde, met experts uit Canada en Duitsland. Er bestaat geen erkende opleiding orthopedie in eigen land. Daarvoor moeten de Colombianen naar het buitenland of moet het buitenland dus tot bij hen komen. Ondertussen blijft het moeilijk om complexe kunstledematen te maken, zoals een hand dat flexibel is. De onderste ledematen zijn het vaakst het voorwerp van een handicap. Daarvoor volstaat een eenvoudige prothese. In een land vol landmijnen lijkt dat logisch, maar de landmijnen veroorzaken slechts zowat vijf tot tien procent van de amputaties aan de onderste ledematen. Diabetes, verkeersongevallen Zowat 25 Vietnamese baby s haalden voordeel uit wat hun chirurgen in Afrika hadden geleerd. of accidenten in huis zorgen voor de meerderheid. Amputaties bovenaan zijn zeldzamer. De ervaring en de ontwikkeling van prothesen zijnmeteen even beperkt. Weten om te innoveren Een van de technici uit Cartagena kreeg een beurs om aan de Universiteit van Don Bosco in El Salvador te studeren, erkend door de International Society for Prosthetics and Orthotics. Daar leert hij de bestaande technieken en productiemethoden. Pas dan kan hij met die kennis aan de slag en de technieken zo gebruiken, omvormen of innoveren dat ze écht aansluiten op de behoeften uit de praktijk, zoals de flexibele hand. Colombiaanse collega's uit een andere streek deden het hem voor met de ontwikkeling van een prothese die het kniegewricht mee blokkeert, voor een betere genezing. Niet alleen de mens, ook de infrastructuur moet mee evolueren. Handicap Inter - national financierde de polijst- en snijmachines uit Europa, opnieuw wegens niet beschikbaar in Colombia. Naast de productiezaaltjes met hun mallen van gips, kreeg het centrum consultatiezaaltjes en oefenterreinen. Steile trappen, hangende bruggen en drukke rotondes in zand leren de nieuwe eigenaar om te allen tijde zijn evenwicht te behouden. Hopelijk loopt hij bij de eerste stappen in het echte leven niet meteen op een landmijn. Hoe partner Apopo dat met Afrikaanse ratten verijdelt, leest u in het volgend nummer van dit blad. Eenvoudige wetenschap met grote impact. Bij sommigen geven prothesen fantoompijn. Zij hebben specifieke begeleiding nodig. Tekst: Lisbeth JASPERS 13 I-mag februari 2010

centra Totaal afbreekbaar plastic is iets voor over honderd jaar Ing. Dietmar Bernaers MSc verrichtte onderzoek in Reims DIEPENBEEK. Ing. Dietmar Bernaers (22) is een van de vier masters in de industriële wetenschappen, verpakkingstechnologie die in juni 2009 afstudeerde aan de XIOS Hogeschool Limburg. Voor zijn masterproef trok hij via een Erasmusprogramma naar de prestigieuze Ecole Supérieure d'ingénieurs en Emballage et Conditionnement (ESIEC) in Reims. Hij onderzocht er hoe afbreekbaar bioplastics wel kunnen zijn. Niet dat we daar als consument al iets van merken. Maar Bernaers is ervan overtuigd dat we snel een alternatief moeten vinden voor de niet-afbreekbare plastic die op basis van aardolie is vervaardigd. En daar is zijn onderzoek een deel van. Bernaers is dan ook zo door de microbe gebeten dat hij over dezelfde materie gaat doctoreren. Ik heb even getwijfeld tussen bouwkunde en verpakkingstechnologie. Maar iedereen kiest voor bouwkunde. Ik ben wat tegendraads en dus werd het verpakkingstechnologie. Ook vanwege het bioaspect in de opleiding, zowel op het vlak van bioplastics als dat van de technologie van voedingsmiddelen. In de loop van het tweede jaar wist ik: dit wordt mijn ding. Je trekt dan voor zes maanden naar Reims. Geen evidente keuze? zoeken en experimenten met die materie. Zo had de hogeschool een soort plastic ontwikkeld uit twee materialen: polyethyleen en zetmeel. Ik moest onderzoeken hoe die blend in twee verhoudingen afbreekbaar was in een compostmengsel. De school beschikt daarvoor over een unieke installatie die ze zelf opgebouwd heeft en die voldoet aan de zogenaamde ISO-14855-norm, dat is een hoge norm om na te gaan hoe goed materialen afbreekbaar zijn. Bioreactoren Dat soort van onderzoeken is geïnspireerd door ecologische overwegingen? Ja, het afgebroken materiaal moet een zeker niveau halen om het etiket afbreekbaar materiaal opgekleefd te kunnen krijgen. Dat kadert in een internationale wetgeving waar alleen Amerika wat van afwijkt. Over naar je Erasmusprogramma zelf. Op 1 september 2008 kom je in Reims aan. Hoe begin je eraan? Beide scholen hadden uitgedokterd welke vakken bij elkaar pasten. Zo moest ik in Reims nog vier vakken volgen en die kwamen overeen met drie vakken hier. Uiteraard waren alle examens in het Frans. Theorie kun je uit het hoofd leren en reproduceren, maar als je moet antwoorden op vragen als: bedenk zelf een inzicht voor of wat is uw visie op. Dat is andere koek. Ik heb geluk gehad dat één docent heel goedgezind was: hij gaf me XIOS onderhield lang geleden goede contacten met de ESIEC-hogeschool. Eigenlijk was de opleiding hier gebaseerd op die van Reims, maar de contacten waren wat verwaterd. En dat was jammer, want de hogeschool staat op een zeer hoog niveau en werkt samen met de universiteit. De studenten lopen stage in wereldbedrijven als Nestlé, Danone en Henkel. XIOS wilde een masterproef op hoog niveau, toepasbaar op verpakking, en dat bleek voor mij in Reims te kunnen. Twee mensen van XIOS zijn ter plekke gaan verkennen, het eindwerk was voor een ingenieur een tikkeltje te academisch, maar het onderwerp werd toch aanvaard. Wat is de link tussen Reims en bioplastic? De regio staat uiteraard bekend om de champagne, maar ook om zijn graanproductie. Graan bevat zetmeel en dat is meteen een basisingrediënt voor de productie van bioplastic. Vandaar ook de vele onder- Vergisting tot compost. I-mag februari 2010 14

ONDERWIJS een nipte 10 (lacht). Maar goed, ik had ongeveer drie uur les per week, de rest van mijn tijd ging naar mijn onderzoek. Hoe ik daaraan begon? De tweede dag in Reims nam ik contact op met mijn Franse promotor. Hij gaf me twee doctoraatsthesissen, waarin te lezen stond wat ik de komende zes maanden moest doen: de theoretische achtergrond van de testen die ik ook zelf moest uitvoeren. Ik ben beginnen te lezen en tegelijk de testen beginnen uit te voeren. In het labo liepen een paar laboranten rond die van het onderzoek afwisten en me hielpen, waar nodig. We streven naar 100 procent afbreekbaarheid, maar dat is allicht iets voor over honderd jaar Hoe verliep de test zelf? cent. In staal 1 was na 45 dagen 67 procent afgebroken, in staal 2 slechts 53 procent. Slechts één van de twee mengsels haalde de norm dus, iets minder dan we gedacht hadden. Maar goed, persoonlijk vind ik zelfs 60 procent laag. We moeten streven naar 100 procent afbreekbaarheid voor alle plastics, maar dat is iets voor over honderd jaar allicht. Aardolie In juni zat je studie er met succes op. Je onderzoek in Reims krijgt een vervolg, want je begint aan een doctoraat? Ik heb even getwijfeld, maar uiteindelijk heb ik beslist om te doctoreren, ja. Het thema sluit nauw aan bij mijn onderzoek in Reims. Ik ga opnieuw de biodegradatie testen, maar dit keer op polyesters die afbreekbaar zijn. Momenteel ben ik aan het kijken welke literatuur er voorhanden is. Nadien moet ik een eigen weg zoeken: hoe kan ik polyesters veranderen, zodat ze sneller afbreken maar toch even sterk blijven? We gaan hier ook een bioreactor opzetten om die tests te doen. Of we zo n reactor zelf gaan bouwen of aankopen, dat bekijken we nu. Je onderzoek is een samenwerking tussen XIOS Hogeschool Limburg en Universiteit Hasselt? Dat klopt. Bij XIOS heb ik als assistent in het departement Toegepaste Ingenieurs - wetenschappen een lesopdracht van der- Het uitgangspunt was: een blend van niet-afbreekbaar polyethyleen en het biologisch afbreekbare weekgemaakte zetmeel. Die tests duren 45 dagen en ze werden toegepast op twee blends met verschillende verhoudingen polyethyleen en zetmeel. Die materialen werden in bioreactoren met compost geplaatst en om de zo veel dagen nam ik er een staal uit en deed ik de metingen. In welke mate was het zetmeel uit het staal afgebroken? Volgens de gangbare norm moest na 45 dagen 60 procent van de materie afgebroken zijn. In staal 1 zat 64 procent weekgemaakt zetmeel, in staal 2 was dat 44 protig procent. Dat komt neer op ongeveer vijf uur les per week. De andere zeventig procent kan ik bezig zijn met mijn onderzoek aan de Universiteit Hasselt Limburg. Over zes jaar hoop ik klaar te zijn en dan kan ik me doctor in de chemie noemen. We moeten niet-biologisch afbreekbaar plastic op basis van aardolie terugdringen Je bent echt wel gebeten door de materie? We moeten niet-afbreekbaar plastic op basis van aardolie terugdringen. Men heeft pas ontdekt dat, op de bodem van de Stille Oceaan, een achtste werelddeel rondzweeft van plastic, volgens sommigen zowat 100 tot 450 maal groter dan Vlaanderen. Vandaar dat we naar afbreekbaar plastic moeten streven. Maar kunnen we het niet-afbreekbaar plastic wel bannen? Ik denk het wel, maar het zal tijd en energie kosten. En daar is meer voor nodig dan alleen maar materiaal bannen. De mentaliteit van de mensen moet veranderen. We moeten beter sorteren, ook teruggrijpen naar beter recycleerbare materialen, zoals glas en blik. Kortom, minder plastic gebruiken. Hoeveel tijd daarvoor nodig is? (Zucht) Honderd jaar om honderd procent te bereiken? Vijftig jaar zou al heel mooi zijn. Toegegeven, voorlopig merkt de consument nog niet veel van ons werk. In de warenhuizen zijn de plastic zakjes vervangen door afbreekbare of herbruikbare biobags. Het is moeilijk uit te leggen, maar eigenlijk zou de consument al zijn afval moeten sorteren: dit bij het compost, dat daar, dat hier. Alles in een compostvat steken heeft geen zin. Vergelijk het met het sorteren van glas: een klein stukje gekleurd bij wit glas, en het glas is niet meer helemaal wit te krijgen. Er is dus nog werk aan de winkel. Als alles goed zit, ben je over zes jaar doctor in de wetenschappen, chemie. Heb je nooit zin om in het bedrijfsleven te stappen? Waar sta ik over zes jaar? Zodra de microbe van het wetenschappelijk onderzoek je te pakken heeft, wil je allicht naar een volgend onderzoek gaan. Maar ik denk wel dat ik ooit eens wil proeven van het bedrijfsleven. Zicht op de composteerinstallaties. Fungi compost. Tekst: Wilfried VANDEN BOSSCHE Foto s: Dietmar BERNAERS en Wilfried VANDEN BOSSCHE 15 I-mag februari 2010

centra Naar een propere, betrouwbare en betaalbare energievoorziening? Crisis verminderde ook investeringen in onderzoek en ontwikkeling naar nieuwe energietechnologieën De deelnemers aan het vierde Strategic Energy Forum bogen zich over mogelijke CO2-reducties die nodig zijn om tegen 2050 de vooropgestelde doelstellingen te kunnen halen. De EU heeft plannen voor een technologische energierevolutie en daar ging natuurlijk extra aandacht naar uit. Hans Romaen vond namens de Belgische ingenieursverenigingen dat een drastische inkrimping van de CO2-uitstoot tegen 2050 wel mogelijk is. Hij gewaagde van een reductie met 80%, op voorwaarde dat men zich houdt aan zeer strikte voorwaarden. "In een goed geregisseerde en weloverwogen omgeving kan de technologie de uitdaging aan. De energiebevoorrading is, mede door de complexiteit van de energieproblematiek, een interdisciplinaire zaak. De ingenieurs moeten continu bij het energiebeleid worden betrokken, want de rationele aanpak van de ingenieurs is meer dan aangewezen", aldus Romaen. D haeseleer VIK-gedelegeerd bestuurder Ing. Paul Bertels MSc tussen de laureaten, de sprekers en de panelleden. WOMMELGEM. Meer dan ooit is een propere, betrouwbare en betaalbare energievoorziening een topprioriteit voor de beleidsmakers van vandaag. Beleidsmakers op wereldvlak, maar zeker ook op Europees vlak. Op 10 december 2009 vond in Brussel het vierde Strategic Energy Forum plaats, een organisatie van CIBIC. De VIK nam een zeer prominente plaats in bij de organisatie van dat evenement en was er ook zeer sterk vertegenwoordigd. Ook professor William D haeseleer, energie-expert namens de ingenieursverenigingen, pleitte op het Energy Forum voor energiebesparing en voor inzet van alle mogelijke energiebronnen. "Alle energiebronnen moeten worden aangewend, zonder er a priori een van uit te sluiten. Energiebesparing is daarbij de eerste en de belangrijkste. Niet alleen alle sectoren, maar ook alle individuen moeten rationeler omspringen met energie. Betere technologie en doordachte ontwerpen kunnen De wereldwijde economische en financiële crisis die halverwege 2008 inzette, kan de verkeerde indruk wekken dat het energieprobleem momenteel minder acuut is. Doordat de economie bijna letterlijk wat gas terugnam, verminderde het energieverbruik. Maar als de economie opnieuw aantrekt, zal de vraag naar energie ook weer toenemen. Dan pas zal het een echte uitdaging worden om de wereldeconomie te kunnen voorzien van propere en goedkope energie. Want de wereldwijde crisis heeft er ook voor gezorgd dat de investeringen in onderzoek en ontwikkeling naar nieuwe, beloftevolle energievormen, gedaald zijn. En er wordt ook minder geïnvesteerd in de zoektocht naar een betere energievoorziening voor de toekomst. Investeringen zelfs in conventionele energie verminderden of vielen weg. Het resultaat zijn hoge en wisselvallige energieprijzen, waardoor de economie nog verder vertraagt dan aanvankelijk was vooropgesteld of gehoopt. En doordat er minder kapitaal voorhanden is, wordt er ook niet meer geïnvesteerd in de transformatie naar een efficiënte, CO2-arme energietechnologie. Een vicieuze cirkel en om daar uit te geraken is veel denkwerk nodig. Alle energiebronnen moeten worden aangewend, zonder er a priori een van uit te sluiten. Energiebesparing is daarbij de eerste en de belangrijkste. veel energiegebruik besparen. Hernieuw - bare energie, warmtekrachtkoppeling, aardgas, olie voor transport, steenkool in combinatie met CO2 afvang én nucleaire energie zullen deels noodzakelijk blijven aan de aanbodzijde. Geen enkele technologie kan alle benodigde energie op zijn eentje leveren. Energie moet ook tijdig en I-mag februari 2010 16

INDUSTRIE op de juiste plaats terechtkomen. Werken met gemiddelden, zoals die worden aangeleverd door de verschillende technologieën levert een verkeerd, vooral te optimistisch beeld op. De Belgische ingenieursverenigingen vragen een objectieve kosten-batenanalyse vooraleer er beslissingen worden genomen. Men moet ook voorkomen dat men voortijdig investeert in onrijpe energietechnologieën. Onderzoek en ontwikkeling Behalve energiebesparing en de inzet van verschillende energiebronnen om de noodzakelijke energievoorziening te kunnen halen, moet ook worden ingezet op onderzoek en ontwikkeling. De investeringen in onderzoek en ontwikkeling zouden spectaculair moeten worden verhoogd: tot zelfs viermaal het huidige niveau van de inspanningen, zowel voor publieke fondsen als voor privéfondsen. William D haeseleer pleit voor een grondig energieonderzoeksbeleid. "Als men via de conversietechnologie nieuwe energietypes creëert, moeten die ook volledig worden geïntegreerd. Daarbij moet men behalve met puur economische aspecten ook rekening houden met milieuaspecten. We pleiten voor een energierevolutie tegen 2050 en het meeste onderzoek moet worden gefinancierd door de publieke sector, bijvoorbeeld met de CO2-heffingen. D haeseleer vindt dat industrie en andere privéspelers zich niet onbetuigd mogen laten: als ze CO2-vrij zijn, dan moeten er ook kansen gegeven worden aan gedurfde of zelfs speculatieve energievoorzieningsmogelijkheden. Overheid VIK-voorzitter Ing. Joseph Neyens in gesprek met Nobuo Tanaka. De VIK-delegatie tijdens een van de netwerkmomenten. Aandachtige en goedgevulde zalen tijdens dit vierde energieforum. nig realistisch. Maar als men vandaag de juiste beslissingen neemt, dan is er tegen 2050 veel mogelijk", besloot professor D'haeseleer. Nobuo Tanaka Nobuo Tanaka is topman van het Inter - nationaal Energieagentschap (IEA). Hij stelde dat er een groene wereldeconomie op komst is. De leiders van die nieuwe wereldeconomie zijn bedrijven en landen die drastisch energie en CO2 besparen. De topman vindt dat China die boodschap goed heeft begrepen. Het Internationaal Energieagentschap gaat ervan uit dat de CO2-uitstoot van de energieproductie tegen 2050 wereldwijd herleid moet worden tot nul. Dat is de enige manier om de globale CO2-uitstoot met de helft te verlagen en de stijging van De Belgische ingenieursverenigingen vinden ook dat het juiste politieke kader voor langetermijninvesteringen moet worden uitgetekend. Binnen dat kader moeten zowel energieproductie als transport- en distributienetten worden opgenomen, zowel voor elektriciteit, aardgas als CO2- afvoer. De overheid moet een coherente langetermijnstrategie ontwikkelen op basis van correcte feiten en cijfers. Ze moet ook het juiste regulerend kader scheppen voor een goed functionerende energiemarkt. De CO2-reducties tegen 2020 zullen eerder in de buurt van 20% liggen. De relatief korte tijdspanne en het gebrek aan netinvesteringen maken grotere reducties weide gemiddelde temperatuur van onze aarde te beperken tot twee graden Celsius. Wij denken dat in 2050 wereldwijd de helft van de energie afkomstig zal zijn van duurzame energiebronnen, zoals wind, zon en water. De andere helft moet komen van kernenergie en centrales die over een installatie beschikken voor de opvang en opslag van CO2. Blijkt dat laatste te duur, dan zal kernenergie alleen moeten instaan voor de andere 50% van de broeikasloze elektriciteitsproductie. Ruusunen Jukka Ruusunen, CEO van Fingrid en vicevoorzitter van Entso-E, de federatie van Europese beheerders van hoogspanningsnetwerken, ziet veel heil in één groot Europees hoogspanningsnet. We werken nu aan de regelgeving en tegen 2020 moeten de kabelverbindingen er liggen. Dan moeten we het blok Frankrijk-Benelux-Duitsland kunnen koppelen aan de Scandinavische landen. De volgende jaren krijgen we te maken met veel meer kleinschalige stroomproductie: zonnepanelen, windenergie, biomassa, enz. De netwerkbeheerders voor de stroomdistributie zullen bijgevolg een veel belangrijkere rol gaan spelen, ook om het evenwicht op het net te bewaren. Ze moeten leren op een veel grotere schaal te denken. Posters Andris Piebalgs, de Letse EU-commissaris voor energie, en IEA-topman Nobuo Tanaka beloonden na afloopt van het forum de beste drie posters. De laureaten werden: Kasper Masschaele, Sam Kayaert en Johan Martens, postdoctorale onderzoekers aan de K.U.Leuven voor hun Photo-electrocatalytic reactor for CO2 into fuel conversion based on solarradiation and water. Maarten Vergote, lesgever aan het Patrimoine ERM met Controlled thermonuclear fusion research at the LPP ERM/KMS. Bert Vande Meerssche, docent aan het KHKempen met Actieve vraagsturing voor optimale benutting van hernieuwbare energiebronnen. Het volgende energieforum vindt plaats op 16 december 2010. Tekst: Luc VANDER ELST Foto s: K VIV 17 I-mag februari 2010

afdelingen ACTIVITEIT IN DE KIJKER > NOORD - WEST- VLAANDEREN HET PASS, WETENSCHAPPELIJK AVONTURENPARK Op zondag 28 maart 2010 nodigt de afdeling Noord-West- Vlaanderen iedereen uit voor een familie-uitstap naar het Pass. Het Pass is een museum. Een museum over wetenschappen, technologie en samenleving. Maar een nieuw soort museum: het andere museum. Hier geen verzamelingen, maar tentoonstellingen en spektakels op 12.000 m² die de bezoeker uitnodigen om iets te doen, om zijn nieuwsgierigheid te prikkelen en zich een mening te vormen over de plaats die wetenschappen en technologie innemen in onze samenleving. Daarnaast is er het park van 28 ha, dat integraal deel uitmaakt van de tentoonstellingen. Het Pass is een plaats waar je aanraakt, luistert, kijkt, zelfs een beetje leest... Waar je een stelling inneemt, droomt... Een plaats waar nieuwsgierigheid voor een keer geen slechte eigenschap is. zondag 28 maart 2010 13 uur: Start van de rondleiding De ontdekking van het Pass met gids. We krijgen een overzicht van het Pass, van zijn architectuur en van zijn tentoonstellingen. Zo ontdekken we de band tussen wetenschap en maatschappij. Voor de kinderen is er het alternatieve programma De televisiestudio. Kruip in de huid van een cameraman, een regisseur of zelfs van een journalist, speel televisiemaker en ontdek wat er zich allemaal achter de beeldbuis afspeelt. 15 uur: Koffie of chocomelk in de cafetaria/op het terras. 15.30 uur: Ga zelf op ontdekkingstocht in het Pass, bewonder de talrijke tentoonstellingen of maak een wandeling in het park. Het Pass is een weinig gebruikelijk museum dat je uitnodigt om op actieve en ludieke wijze op ontdekking te gaan naar de plaats die wetenschappen en techniek innemen in onze samenleving. Het bevindt zich in Frameries, nabij Bergen, op de verbazingwekkende site van een oude, beschermde steenkoolmijn. Er is voor elk wat wils: klein en groot, jong en minder jong,... Een volledige dag om je te testen, te lachen, je te verbazen, je te meten, te experimenteren en om te begrijpen waarom en hoe de wereld draait. Het Pass bestaat uit tien interactieve tentoonstellingen (o.a. de oude steenkoolmijn, Antarctica, het menselijk lichaam, genen, ) om op een aangename manier te ontdekken dat wetenschappen en technologie overal in ons leven aanwezig zijn. Dat alles doen we in een prachtig park aan de voet van de terril van een oude steenkoolmijn. Dat oude industrieterrein werd volledig gerenoveerd door de Franse architect Jean Nouvel. Er zijn ook twee nieuwe speeltuinen waar de kinderen hun hartje kunnen ophalen. Meer info over het Pass: www.pass.be PROGRAMMA 12 uur: Eerst eten we onze picknick op in de cafetaria of - bij mooi weer - op het terras. De VIK biedt daarbij een gratis drankje aan. In de cafetaria van het Pass zijn broodjes en snacks verkrijgbaar voor wie geen picknick mee heeft. Plaats: Het Pass, Rue de Mons 3, Frameries (dicht bij Bergen). Datum: zondag 28 maart 2010 om 12 uur ter plaatse. Kostprijs: 15 euro per persoon voor VIK-leden en partner; nietleden betalen 18 euro, kinderen onder de 14 jaar 10 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat en daarna betalen vóór 14 maart op rek. nr. 473-9049851-03 van de VIK-afdeling Noord-West-Vlaanderen. Bij inschrijving de leeftijd van de kinderen vermelden. Referte: CANWV10310. 19 I-mag februari 2010

afdelingen 20-mrt-10 29-apr-10 11-jun-10 ANTWERPEN Bezoek Filliers graanstokerij, Bachte-Maria-Leerne, 14 uur Bezoek Vondelmolen, Lebbeke, 16 uur Regionale ledenvergadering Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten Filliers zaterdag 20 maart 2010 In 1880 kreeg Kamiel Filliers een vergunning voor een graanjeneverstokerij in Bachte-Maria-Leerne. Ambacht, traditie en vakmanschap zijn er nu in handen van de vijfde generatie. Het stokerijproces begint bij de ongemalen granen en eindigt in de fles: van korrel tot borrel. Naast de klassieke graanjenever is er een ruim assortiment fruit- en creamjenevers, likeuren en wodka. In het voorjaar van 2009 heeft Filliers zijn bekende sectorgenoot Wortegemsen overgenomen, met daarbij de distributie van kwalitatieve wijnen en spirits. Op de website www.filliers.be vindt u een kleurrijke en uitvoerige beschrijving van het productieproces: vanaf de grondstoffen (maïs, mout, rogge, tarwe), het koken (omzetting in maltosesuiker), de gisting (alcohol en CO2), het distilleren (in distilleerkolom en alambiek). Daar worden ook al de eindproducten voorgesteld. De productie voldoet aan alle kwaliteitsnormen. Groepsrondleiding met gids met achteraf een degustatie. Plaats: Graanstokerij Filliers, Leernsesteenweg 5, Deinze (Bachte-Maria-Leerne). Datum: zaterdag 20 maart 2010 om 14 uur stipt. Kostprijs: 5 euro per persoon voor VIK-leden en niet-leden. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat, daarna betalen op rekeningnummer 414-3146851-13 van VIK-afdeling Antwerpen met de vermelding Filliers en aantal deelnemers. Inschrijven en betalen vóór 10 maart 2010. Referte: BBAWN10310. Vondelmolen donderdag 29 april 2010 In 1867 kocht de familie Borms de Vondelmolen, een windmolen aan de Vondelbeek in Lebbeke. Na de Eerste Wereld - oorlog begon men er met de industriële vervaardiging van beschuit, peperkoek en speculaas. Tijdens WO II werden de activiteiten teruggeschroefd en in 1942 overleed L. Borms. Zijn echtgenote nam het bestuur over en maakte werk van automatisatie en modernisering. In 1964 nam J. Borms de taken over en hij zette de groei voort. Het marktaandeel, de omzet en de export van Vondelmolen stegen gestaag. Door de overname van Couque Dinant in 1984 en Smets-Lido werd Vondelmolen de grootste producent van peperkoek in België en een top-vijfspeler in Europa, met ongeveer 50% export. Onder leiding van L. Borms, de vijfde generatie, maakt Vondelmolen zich op voor de toekomst. Naast de basisproducten peperkoek en honing-peperkoek worden biologische peperkoek en peperkoek verrijkt met calcium en beneo aan het productengamma toegevoegd in handige formaten. Qua milieuzorg blijft Vondelmolen bekommerd en worden grote inspanningen geleverd. Zo plaatst het bedrijf o.a. zonnepanelen, selecteert het doorgedreven zijn afval en schakelt het over op aardgas. In de bedrijfsfilosofie blijven kwaliteit en veiligheid prioritair en als voedselproducent hecht Vondelmolen veel belang aan gezonde en evenwichtige voeding. Moderne methodes garanderen dat. Productieproces en voedselveiligheid zijn HACCP-, IFS- en GMP-gecertificeerd. Alles kunt u in geuren (in de bakkerij) én in kleuren (ook op website) meemaken. Op de sitemap http://www.vondelmolen.be staat kleurrijk en uitvoerig de geschiedenis en de weetjes rond de Vondelmolen-peperkoek beschreven. Een gids leidt ons rond. Plaats:Vondelmolen, Dendermondsesteenweg 208, Lebbeke. Datum: donderdag 29 april 2010 om 16 uur stipt. Kostprijs: 3 euro per persoon, voor VIK-leden en niet-leden; kinderen vanaf 12 jaar welkom. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat vóór 19 april 2010. Eerst inschrijven, daarna betaling doen op rekening nummer 414-3146851-13 van de VIK-afdeling Antwerpen, met de vermelding Vondelmolen. Referte: BBAWN10410. KEMPEN 5-feb-10 Gezellig samenzijn, Turnhout, 19.30 uur 24-mrt-10 Bezoek waterzuiveringsinstallatie Aquafin, Hoogstraten, 14 uur 27-mrt-10 Toneel: '60? Ja, en dan?, Theater Zeemanshuis, Antwerpen, 20 uur 21-apr-10 Bezoek Bio-installatie, Merksplas, 14 uur 22-apr-10 Bezoek veiling Mechelen, 14 uur 6-mei-10 Lezing: 'Financial engineering', Turnhout, 19.30 uur 24-mei-10 Familiewandeling, 10 uur 16-jun-10 Bezoek renovatie en nieuwbouw ziekenhuis, Turnhout, 14 uur Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten Waterzuiveringsinstallatie van Aquafin woensdag 24 maart 2010 Waterzuivering is voornamelijk een biologisch proces dat ongeveer 24 uur duurt. Een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) bootst in grote mate het natuurlijk proces na dat zich afspeelt in elke waterloop. Het instromend rioolwater (influent) komt op een aanzienlijke diepte in de influentput van de RWZI toe. Als het water in de put een bepaald niveau haalt, slaan automatisch de vijzels aan. Het rioolwater wordt eenmalig opgepompt, zodat het daarna het zuiveringsproces gravitair kan doorlopen. I-mag februari 2010 20