TOESPRAAK GEHOUDEN DOOR DE HEER PAUL BREYNE, GOUVERNEUR VAN WEST-VLAANDEREN, TER GELEGENHEID VAN HET KONINGSFEEST Brugge, 15 november 2007 Dames en heren, Mag ik u allen, mede in naam van provinciecommandant De Vos, van harte welkom heten op deze plechtigheid, aansluiteind op het Te Deum dat door de kerkelijke overheid georganiseerd werd naar aanleiding van het Koningsfeest. De plechtigheden op 15 november behoren tot de geplogenheden eigen aan de functies die wij allen bekleden. Het is een traditie, waarbij sommigen zich vragen stellen. Het ligt niet in mijn aard om tradities zomaar overboord te gooien en als overbodig te beschouwen. Nee, ik ben eerder geneigd om het waardevolle in tradities te zoeken en te beklemtonen en er een nieuwe, eigentijdse invulling aan te geven. Via het Koningsfeest geven we uiting aan ons respect en onze loyauteit ten aanzien van de overheid die wij vertegenwoordigen en in wiens naam wij onze functies uitoefenen op welk niveau dan ook. We moeten immers steeds voor ogen houden dat wij, als gezagsdragers ten dienste staan van onze bevolking en van de overheden die de bevolking
2 vertegenwoordigen via het stelsel van de parlementaire monarchie zoals deze in onze grondwet is opgenomen. Het Koningsfeest is ook het ogenblik om even stil te staan bij de verantwoordelijkheden die gepaard gaan met de bevoegdheden die ons zijn toegekend. Onze functies vragen immers geen gratuite invulling, ze vragen inzet en het opnemen van verantwoordelijkheid en het afleggen van verantwoording. Dit alles wordt gesymboliseerd in het Koningsfeest, vandaar het belang dat ik hecht aan deze plechtigheid en voornamelijk aan de waarden die hieraan verbonden zijn. Het lijkt misschien niet meer van deze tijd, maar waarden zijn belangrijk voor een samenleving. En misschien komt dit waardebesef terug en is de periode van het eigen grootgelijk en de eigengeaardheid en soms de te grote nadruk op de eigenwaardigheid voorbij. Een samenleving moet zich er in eerste instantie op richten dit samen leven te organiseren en dit kan pas door gelijkwaardigheid, respect voor eenieders eigenheid, zoniet vervallen we in een intolerante samenleving waar het onderdrukken van wie niet tot het groter geheel behoort of wil behoren de norm wordt. De geschiedenis leert ons tot welke excessen dit kan leiden. De Spaanse filosoof Georges Santayana zegt: Wie zich het verleden niet herinnert is gedoemd het opnieuw te beleven.. Daarom dat wij deze geschiedenis moeten herinneren en doorgeven aan de volgende
3 generaties. Dit wil ik vandaag doen door hulde te brengen aan de overlevenden van de nazi-concentratiekampen en slachtoffers van het naziregime. Meer dan 60 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog worden zij stilaan de laatste getuigen van de ontsporingen waartoe de mensheid in staat is. Wij herinneren ons nog de namen Auschwitz, Dachau, Buchenwald, Ravensbrück, Flossenbürg of nog vele anderen. Voor hen is dit, na zoveel jaren, nog altijd realiteit. Het zijn herinneringen die niet kunnen worden uitgewist, die zelfs niet vervagen. Iedere dag nog worden zij geconfronteerd met deze realiteit. En ik kan mij gerust indenken dat zij wanneer zij rondom zich kijken, zich soms de vraag stellen of het dat wel allemaal waard was. Of hun leed niet nodeloos was. Ik kan hen geruststellen. De waarden waarvoor zij gestreden hebben, geleden hebben en familie en vrienden verloren hebben blijven intact. Hoe konden we dat beter tot uiting brengen dan door hun getuigenis in aanraking te brengen met de getuigenis van onze jeugd, verpersoonlijkt door een delegatie van leerlingen uit het Sint- Aloysiuscollege van Menen. Deze school is als actieve School Zonder Racisme een voorbeeld van verdraagzaamheid en openheid van geest. Zij hebben hun ideeën neergeschreven in het boek Niet Opnieuw, waarover ze hier een toelichting zullen geven en waaruit ze zullen voorlezen. Ik dank hen hiervoor.
4 De confrontatie van jongeren met getuigenissen van overlevenden van de kampen en hun reactie hierop is hoopgevend. Onze jeugd zal borg blijven staan voor een wereld van verdraagzaamheid, vriendschap en solidariteit. Laten we deze fundamentele waarden blijvend hoog in ons vaandel voeren. Daarom maak ik van de gelegenheid gebruik om een initiatief aan te kondigen dat volgend jaar plaats vindt. Het instituut voor Veteranen heeft het idee gelanceerd om onze jeugd naar Buchenwald te brengen met een boodschap voor Democratie en Vrijheid. In het kader van dit project zullen meer dan 1000 jongeren (waaronder 250 Belgische) van 10 tot en met 14 april 2008 naar Buchenwald reizen. Ook een 25-tal leerlingen en 2 leerkrachten uit West-Vlaanderen zullen hieraan deelnemen. Dit initiatief grijpt plaats in het kader van de herdenking van de 60 e verjaardag van de Universele Verklaring van de Mensenrechten. Het is een initiatief dat wij volop steunen. Ik wens ook professor Romain Van Eenoo te danken voor zijn bereidheid om hier vandaag een toespraak te houden. Als historicus onderschrijft hij het belang van de geschiedenis voor de huidige samenleving. Geschiedenis is niet wereldvreemd en professoren in de geschiedenis allerminst. Vanuit hun historische kennis en bewust zijn zijn zij in staat perfect te reflecteren op de huidige samenleving en deze te plaatsen in een historische context. Het heden is immers het verleden van de toekomst.
5 Mijn speciale dank en erkentelijkheid gaat uiteraard uit naar de eregasten van vandaag, de overlevenden van de concentratiekampen. Ik dank hen voor hun aanwezigheid. Ik weet dat voor sommigen onder hen aanwezig zijn op een dergelijke herinnering, emotioneel moeilijk is. Een aantal afwezigen hebben mij medegedeeld dat ze zeer vereerd waren met de uitnodiging maar om emotionele redenen hierop niet konden ingaan. Ik kan daar alleen maar diep respect voor opbrengen. Onze erkentelijkheid willen wij symboliseren in een klein geschenk, een medaille speciaal voor deze gelegenheid gemaakt met de inscriptie We zullen het nooit vergeten. Provinciaal Hof. 15 november 2007. Het is een kleine attentie die symbool staat voor een grote erkentelijkheid. Daarnaast biedt het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding een exemplaar aan van de DVD België vanuit Auschwitz gezien. Dit is het relaas van Gérard Preszow over het scholen project Scholen voor democratie, een zoektocht, geconcretiseerd in een reis naar Auschwitz, naar samenwerking over diversiteit heen. Tenslotte biedt de heer Maurice Michielsen in het naar buitengaan een roos aan. Geachte toehoorders, 15 november is niet zomaar een plechtigheid. Ik hoop door deze hulde een extra dimensie te hebben gegeven aan het Koningsfeest. Het is een bezinningsmoment, waarvan we er misschien te weinig hebben. In onze voortstuwende wereld is het passend om nu en dan eens stil te staan, zich te bevragen en zich te bedenken. Ik laat het aan iedereen zelf over om de voor hem of haar passende bedenkingen voor zich te formuleren.
Ik dank u voor uw aandacht. 6