O M G E V I N G S V E R G U N N I N G 2160-2016, 3 augustus 2016 Op 29 februari 2016 is een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen voor het verwijderen van vegetatie uit de stroombaan van de IJssel ten behoeve van de waterveiligheid (zaaknummer 2160-2016). De projectlocatie bestaat uit verschillende uiterwaarden van de IJssel (tussen het Ketelmeer en Zwolle). De aanvraag is geregistreerd onder nummer 2160-2016. Besluit Wij besluiten, gelet op artikel 2.2 en volgende van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) de omgevingsvergunning te verlenen. Ons besluit is gebaseerd op de volgende stukken: 1. Het aanvraagformulier d.d. 29 februari 2016; 2. Rapportage Principe Ontwerpen Duurzaam Beheer Maatregelen met kenmerk D31091368-TECM- RAPP-00133-20150320-RK-, d.d. 20 maart 2015; 3. Besluit ontheffing Boswet d.d. 18 juni 2013; 4. Begeleidende brief Courant aan de Gemeente Kampen, d.d. 29 februari 2016; 5. Overzichtstabel Kampen Tranche 3, versie 2, geupload in het OLO 26 juli 2016; 6. Rapportage Definitief Ontwerp met kenmerk 31091368-TECM-TEKE-00151-20151028-KT-ontwerp, revisiedatum 9 februari 2016; 7. Rapportage Definitief Ontwerp met kenmerk 31091368-TECM-RAPP-00208-20150416-KT-ontwerp, revisiedatum 4 juni 2015; 8. Rapportage Definitief Ontwerp met kenmerk 31091368-TECM-RAPP-0225-20150416-KT-ontwerp, revisiedatum 29 maart 2016; 9. Rapportage Definitief Ontwerp met kenmerk 31091368-TECM-RAPP-00228-20150416-KT-ontwerp, revisiedatum 12 februari 2016; 10. Rapportage Definitief Ontwerp met kenmerk 31091368-TECM-RAPP-00235-20150416-KT-ontwerp, revisiedatum 8 februari 2016; 11. Rapportage Definitief Ontwerp met kenmerk 31091368-TECM-RAPP-326-26-10-2015 ontwerp, revisiedatum 9 februari 2016; 12. Rapportage Definitief Ontwerp met kenmerk 31091368-TECM-RAPP-339-28-10-2015 ontwerp, revisiedatum 9 februari 2016; 13. Rapportage Definitief Ontwerp met kenmerk 31091368-TECM-RAPP-367-15-10-2015 ontwerp, revisiedatum 12 februari 2016; 14. Ontvangstbevestiging aanvraag ontheffing Flora en Faunawet d.d. 26 februari 2016; 15. Aanvraag Natuurbeschermingswet d.d. 25 februari 2016; 16. Overzichtskaarten Kampen Tranche 3, geupload in het OLO 29 februari 2016; 17. Archeologisch rapport Transect rapport 567 project Stroomlijn Gelderse IJssel, d.d. 28-09-2015; 18. Reactienota Zienswijzen Stroomlijn IJssel, d.d. 2 augustus 2016. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: -Het uitvoeren van werkzaamheden (artikel 2.1 lid 1 onder b Wabo) -Een houtopstand te vellen of te doen vellen (artikel 2.2 lid 1 onder g Wabo)
Procedure Uw aanvraag is beoordeeld voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheid aan artikel. 2.1 lid 1 onder b en artikel 2.11 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), en voor het vellen van een houtopstand aan artikel 2.2 lid 1 onder g Wabo en aan artikel 4.3.3.a. van de Algemene Plaatselijke Verordening. Daarnaast is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht. Gebleken is dat uw aanvraag hieraan voldoet en daarom verlenen wij u de gevraagde omgevingsvergunning. Natuurbeschermingswet 1998 en Flora- en faunawet Op grond van artikel 2.27 eerste lid van de Wabo wijst het Besluit omgevingsrecht of een bijzondere wet categorieën van gevallen aan waarvoor geldt dat een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Voor de omgevingsvergunning kan een verklaring van geen bedenkingen van het bevoegd gezag op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet noodzakelijk zijn. Deze zijn in dit geval echter niet nodig, omdat de vergunning en ontheffing op grond van die wetten eerder zijn aangevraagd en derhalve niet beoordeeld hoeven te worden in het kader van de aanvraag omgevingsvergunning. Bescherming van natuurwaarden en instandhoudingsdoelstellingen zijn geborgd doordat in deze gecoördineerde procedure de omgevingsvergunning tegelijk bekend wordt gemaakt met benodigde besluiten op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Rijkscoördinatieregeling van toepassing De voorbereiding en bekendmaking van de (ontwerp) besluiten voor de uitvoering van het Programma Inhaalslag Stroomlijn worden door de Minister van Infrastructuur en Milieu gecoördineerd. Deze coördinatie vindt plaats op basis van het besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 5 maart 2014 tot toepassing van de rijkscoördinatieregeling (Staatscourant 2014, nr. 8335), op grond van artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening (wro). Deze coördinatie is van toepassing op besluiten aangeduid in artikel 1 lid 2 van het rijkscoördinatiebesluit. De coördinatie heeft tot gevolg dat op deze besluiten de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure artikel 3.35 vierde lid Wro van toepassing is. Zienswijzen De ontwerpbesluiten hebben voor eenieder ter inzage gelegen van donderdag 26 mei 2016 tot en met woensdag 6 juli 2016. Binnen deze zes weken bestond de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Er zijn 6 zienswijzen ingediend. De zienswijzen hebben geleid tot wijzigingen in enkele besluiten van andere bevoegde gezagen. Tevens zijn ambtshalve wijzigingen doorgevoerd in een aantal besluiten (ook in dit besluit). Voor de beantwoording van de zienswijzen en de beschrijving van de ambtshalve wijzigingen wordt verwezen naar de Reactienota Stroomlijn Deelgebied 5 tranche 3 die met de definitieve besluiten ter inzage is gelegd. Beroep instellen Belanghebbenden kunnen, in de periode zoals genoemd in de bekendmaking, bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State beroep instellen.
Belanghebbenden kunnen beroep instellen als zij een zienswijze hebben ingediend. Heeft een belanghebbende geen zienswijze ingediend, dan kan deze alleen beroep instellen als het redelijkerwijs niet verweten kan worden dat geen zienswijze is ingediend. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als er bij de vaststelling van het definitieve besluit wijzigingen zijn aangebracht ten opzichte van het ontwerpbesluit. Beroepsschriften dienen, onder vermelding van Programma Stroomlijn en de naam van het besluit, gericht te zijn aan: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus 20019 2500 EA s-gravenhage Het beroepschrift moet worden ondertekend en dient ten minste te bevatten: a) naam en adres; b) de dagtekening; c) een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht; d) de redenen waarom de belanghebbende zich niet met het besluit kan verenigen. Voorlopige voorziening Een besluit treedt in werking met ingang van de dag na het einde van de beroepstermijn. Het indienen van een beroepschrift verandert dit niet. Om de werking van een besluit op te schorten kunnen degenen die beroep hebben ingesteld een voorlopige voorziening aanvragen. Een verzoek hiertoe kan worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA, s- Gravenhage. Bij het verzoek moet een afschrift van het beroepschrift worden overgelegd. Crisis- en herstelwet van toepassing Op de besluiten is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet (Chw) van toepassing. Dit heeft onder meer tot gevolg dat de beroepsgronden in het beroepschrift moeten worden opgenomen, een beroep niet ontvankelijk wordt verklaard indien binnen de beroepstermijn geen beroepsgronden zijn ingediend en de beroepsgronden na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld. Dit betekent onder andere dat het indienen van een zogenaamd pro forma beroepschrift niet mogelijk is. Vragen Voor vragen en nadere informatie over het project en de procedure kunt u terecht bij de Rijkscoördinator Wro Ruimte voor de Rivier van Rijkswaterstaat Grote projecten en onderhoud Ruimte voor de Rivier, de heer J. Ponsioen, via telefoonnummer 06-538 10 184. Hoogachtend, namens burgemeester en wethouders van Kampen, M. Roelink Teammanager Vergunningen
(Deze brief is in een geautomatiseerd proces aangemaakt en is daarom niet ondertekend) Leges Overeenkomstig de legesverordening bent u voor het in behandeling nemen van uw aanvraag voor een omgevingsvergunning leges verschuldigd (zie tabel). Voor betaling van dit bedrag ontvangt u binnenkort een factuur. Bij deze factuur wordt vermeld op welke wijze u eventueel bezwaar kunt aantekenen tegen de hoogte van het legesbedrag en de gehanteerde grondslagen. Wabo aanleggen (art. 2.3.2) 264,20 Wabo kappen bomen (art. 2.3.10.1) 953,00 Totaal Leges: 1217,20
Deeltoestemmingen: Toestemming voor het deel werk of werkzaamheden uitvoeren (art. 2.1 lid 1b wabo) VOORWAARDEN: - het werk of de werkzaamheden dienen overeenkomstig de bij dit besluit behorende stukken te worden uitgevoerd; - het team Toezicht en Handhaving dient ten minste twee dagen van tevoren in kennis te worden gesteld van de start van de werkzaamheden. Dit kan telefonisch (038) 339 2692 of (038) 339 4145, digitaal via www.kampen.nl/omgevingsmelding; - het team Toezicht en Handhaving dient in kennis te worden gesteld van de voltooiing van de werkzaamheden. Dit kan telefonisch (038) 339 2692 of (038) 339 4145, digitaal via www.kampen.nl/omgevingsmelding; OVERWEGINGEN: De gronden waar het werk of de werkzaamheden worden uitgevoerd liggen binnen de grens van het geldende bestemmingsplannen Bedrijventerrein Haatland en Buitengebied 2014 en kennen daarin de bestemmingen: - Bedrijventerrein; - Agrarisch; - Natuur. Daarnaast kennen de gronden de volgende dubbelbestemmingen: - Leiding; - Waarde-Archeologie 2; - Waarde-Landschap; - Waarde-Natuur; - Waterstaat-Waterstaatkundige functie. Daarnaast kennen de gronden de volgende gebiedsaanduidingen: - vrijwaringszone-dijk; - vrijwaringszone-molenbiotoop. Op grond van de genoemde bestemmingsplannen is een omgevingsvergunning benodigd voor het uitvoeren van een werk, of werkzaamheden. De omgevingsvergunning kan worden verleend: a. indien voor het werk of de werkzaamheid een vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 of de Flora- en Faunawet is vereist en deze is verleend indien zulks vereist is; b. indien door het uitvoeren van het ander werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurwaarden of hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen. Aan de voorwaarde onder a wordt voldaan. Er wordt geen blijvend onevenredige afbreuk gedaan aan de natuurwaarden. Om die reden wordt voldaan aan de voorwaarde onder b. Omdat er wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden verlenen wij u toestemming voor het uitvoeren van de werkzaamheden.
Toestemming voor het deel kappen (art. 2.2 lid 1g wabo) VOORWAARDEN: Flora- en Faunawet Ten aanzien van de uitvoering willen wij u wijzen op de bepalingen zoals opgenomen in de Flora- en Faunawet. OVERWEGINGEN: Het kappen van bomen is geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (A.P.V.) Een aanvraag dient dus in overeenstemming met het bepaalde in de A.P.V. te worden behandeld c.q. getoetst. De A.P.V. (art. 4.3.3.a.) kent een gelimiteerd aantal gronden waarop een vergunning kan worden geweigerd, te weten: - de natuurwaarde van de houtopstand - de landschappelijke waarde van de houtopstand - de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon - de beeldbepalende waarde van de houtopstand - de cultuurhistorische waarde van de houtopstand - de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand Toetsing aan criteria A.P.V. - de natuurwaarde van de houtopstand; De beplantingen hebben een zekere natuurwaarde. Ze bieden verblijfplaats, nestelplaats en voedselbron voor o.a. vogels. Het kappen van de houtopstand zal echter geen duidelijke gevolgen hebben voor het voortbestaan van de voorkomende soorten (zie ook natuurinventarisatie bij de aanvraag). Weigering van de vergunning op grond van dit criterium is daarom niet gerechtvaardigd. - de landschappelijke waarde van de houtopstand; De beplantingen staan in de uiterwaarden van de IJssel. Vanwege de ligging, vorm, grootte en leeftijd heeft de beplanting een landschappelijke waarde. Weigering van de vergunning op grond van dit criterium is daarom wel gerechtvaardigd. - de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon; De beplantingen staan in het buitengebied. Dit criterium niet van toepassing. Weigering van de vergunning op grond van dit criterium is daarom niet gerechtvaardigd. - de beeldbepalende waarde van houtopstand; De beplantingen staan in de uiterwaarden van de IJssel. Vanwege ligging, vorm, grootte en leeftijd heeft de beplanting beeldbepalende waarde. Hoewel in directe omgeving ook enige bomen blijven bestaan, betekent verwijdering van het gevraagde een zodanige aantasting dat op grond daarvan de vergunning kan worden geweigerd. Weigering op grond van dit criterium is daarom wel gerechtvaardigd.
- de cultuurhistorische waarde van de houtopstand; Gezien de standplaats en soort beplanting is dit criterium hier niet van toepassing. Weigering van de vergunning op grond van dit criterium is daarom niet gerechtvaardigd. - de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand; De beplanting verkeert in redelijk tot goede gezondheid. Weigering van de vergunning op grond van dit criterium is daarom wel gerechtvaardigd. Gebleken is dat uw aanvraag op grond van de landschappelijke, de beeldbepalende waarde en de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand geweigerd zou kunnen worden. De bomen staan in de uiterwaarden langs de IJssel. Als gevolg van het niet periodiek onderhouden van deze beplantingen zijn de bomen, struweel en ruigtes uitgegroeid tot een zodanig niveau dat dit de afvoer van rivierwater belemmert. Omdat verwijdering van de beplantingen bijdraagt aan het verminderen van de kans op overstromingen en daarmee van groot maatschappelijk belang is, kan ingestemd worden met het verwijderen van deze beplanting. Daarom verlenen wij u toestemming voor het kappen van de bomen.