CUMULATIEONDERZOEK GEMEENTE EMMEN 2015

CUMULATIEONDERZOEK GEMEENTE EMMEN 2015

Cumulatieonderzoek gemeente Emmen 2015 Een onderzoek naar het gebruik en meervoudig gebruik van de Wmo, Schuldhulpverlening en het Leerlingenvervoer in de gemeente Emmen. Colofon Opdrachtgever Gemeente Emmen Datum Februari 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp Bert van Putten Databewerking Wim Zijlema KWIZ Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen 050-5252473 contact@kwiz.nl Uitgave Deze publicatie is een uitgave van KWIZ B.V.. Het overnemen van cijfers en / of teksten is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt worden in welke vorm dan ook zonder voorafgaande toestemming van KWIZ B.V..

Inhoudsopgave Inleiding... 2 Gemeente... 3 1.1. Inwoners... 3 1.2. Kenmerken huishoudens... 3 Gebruik voorzieningen... 5 2.1. Totaal gebruik... 5 2.2. Kenmerken gebruikers... 6 2.3. Gebruikers per gebied... 7 Cumulatief gebruik... 13 3.1. Stapeling voorzieningen... 13 3.2. Overlap van voorzieningen... 14 3.3. Overlap per gebied... 15 Bijlage 1. Verantwoording... 19 1

Inleiding De transities binnen het gemeentelijke sociaal domein hebben ingrijpende gevolgen voor het aantal inwoners dat direct dan wel indirect met ondersteuningsvragen op de gemeente afkomt. De gemeente staat nu voor de opgaven om de voorzieningen aan te bieden aan de doelgroepen die deze écht nodig hebben, grip te houden op de financiën, de effecten van het beleid te monitoren en sociale teams te faciliteren met actuele informatie. Vanuit dit kader wenst het team Maatschappelijke Zaken en Zorg inzicht te hebben in de stapeling van het gebruik van de diverse Wmo-voorzieningen, de Schulddienstverlening en het leerlingenvervoer. Op deze manier kunnen diverse doelgroepen in beeld worden gebracht zodat het team gerichte innovaties uitvoeren in haar integrale aanpak van het sociale domein. Daarom heeft de gemeente Emmen onderzoeksbureau KWIZ gevraagd om een cumulatieonderzoek uit te voeren. Onderzoeksvraag De centrale onderzoeksvraag luidt: Wat is de stapeling van de Wmo-voorzieningen, de schulddienstverlening en het leerlingenvervoer binnen de gemeente Emmen in 2015? Om deze vraag te beantwoorden komen in dit onderzoek de volgende onderwerpen komen aan bod: Het aantal huishoudens dat van een of meerdere voorzieningen gebruik heeft gemaakt; Kenmerken van deze huishoudens, zoals huishoudtype en etnische achtergrond; De verdeling van het aantal huishoudens naar geografisch gebied; De kenmerken van de gebruikers per geografisch gebied; Cumulatief gebruik en overlap tussen de voorzieningen. Onderzoeksopzet Bij dit onderzoek is gebruikgemaakt van registratiegegevens van de Wmo (inclusief begeleiding en beschermd wonen), schulddienstverlening en leerlingenvervoer. Deze gegevens zijn aangevuld met gegevens over de WSNP en de algemene schoonmaakondersteuning die de gemeente per 1 januari 2015 aanbiedt. Met behulp van de Basisregistratie Personen(BRP) zijn de gebruikersgegevens vervolgens op huishoudniveau gegroepeerd. Op deze manier ontstaat een samenhangend beeld op de omvang en samenstelling van de doelgroep en de overlap tussen de voorzieningen. Leeswijzer In het eerste hoofdstuk brengen we de bevolkingspopulatie van de gehele gemeente Emmen in beeld aan de hand van een aantal kenmerken. In hoofdstuk twee geven we per voorziening het aantal huishoudens weer dat in 2015 gebruik van heeft gemaakt en gaan we in op de kenmerken van deze huishoudens. Vervolgens gaan we nader in op de zes geografische gebieden die de gemeente kent. Per gebied geven zowel het aantal gebruikers per voorziening weer als ook de kenmerken van deze gebruikers. Het derde hoofdstuk richt zich op het cumulatief gebruik en geeft het aantal voorzieningen per huishouden weer alsmede de overlap tussen de voorzieningen. 2

Gemeente Dit hoofdstuk beschrijft de samenstelling van de bevolking in de gemeente Emmen. Er wordt een aantal achtergrondkenmerken van de huishoudens en personen in beeld gebracht. 1.1. Inwoners Onderstaande tabel laat het aantal personen en huishoudens op het peilmoment van het onderzoek zien. Tabel 1.1.1 Aantal huishoudens en inwoners gemeente Emmen 1 Aantal personen 107.662 Aantal huishoudens 48.356 Gemiddelde huishoudgrootte 2,2 In de gemeente wonen 107.662 personen, verdeeld over 48.356 huishoudens. De gemiddelde huishoudgrootte komt daarmee uit op 2,2 personen, gelijk aan het landelijk gemiddelde. 1.2. Kenmerken huishoudens De volgende tabellen geven een aantal kenmerken van de huishoudens in de gemeente Emmen weer. Tabel 1.2.1 Leeftijd oudste persoon in huishouden Aantal Aandeel tot 27 jaar 1.975 4% 27 tot 45 jaar 11.385 24% 45 tot 65 jaar 18.929 39% 65 jaar en ouder 16.067 33% Totaal 48.356 100% In een op de drie huishoudens in de gemeente is de oudste persoon 65 jaar of ouder. Tabel 1.2.2 Huishoudtype alle huishoudens Aantal Aandeel Alleenstaand 15.959 33% Eenoudergezin 1.796 4% Meerpersoons zonder kinderen 20.395 42% Meerpersoons met kinderen 10.206 21% Totaal 48.356 100% Drie kwart van alle huishoudens in de gemeente is een huishouden zonder kinderen. Dit hoge aandeel houdt voor een deel verband met de relatief grote groep 65-plussers in de gemeente. 1 Alle gegevens in de tabellen in dit onderzoek zijn gebaseerd op de gekoppelde gemeentelijke bestanden, tenzij anders aangegeven. Landelijke cijfers zijn afkomstig van het CBS. 3

Tabel 1.2.3 Etniciteit oudste persoon in huishouden Aantal Aandeel Autochtoon 42.937 89% Westerse allochtoon 3.738 8% Niet-westerse allochtoon 1.681 3% Totaal 48.356 100% Het merendeel van de huishoudens is van autochtone afkomst. Tabel 1.2.4 Woongebied huishoudens Aantal Aandeel De Monden 5.093 11% Emmen Noord 7.694 16% Emmen Zuid 9.649 20% Emmen Oost 9.405 19% De Velden 7.288 15% De Blokken 9.227 19% Totaal 48.356 100% De meeste huishoudens wonen in Emmen Zuid, gevolgd door Emmen Oost en De Blokken. 4

Gebruik voorzieningen In dit hoofdstuk geven we het gebruik van voorzieningen in de gemeente weer. Hierbij gaat het om huishoudens die op enig moment in 2015 van de voorziening gebruik hebben gemaakt. Tevens geven we een aantal kenmerken van deze huishoudens weer. 2.1. Totaal gebruik Onderstaande tabel geeft het gebruik van zes voorzieningen weer. Sommige voorzieningen bestaan uit meerdere regelingen: Leerlingenvervoer Schuldhulpverlenings o Minnelijk o Wettelijk Budgetbeheer (schuldhulpverlening) Wmo nieuwe voorzieningen 2 o Begeleiding o Beschermd wonen Wmo Algemene voorziening 3 Wmo oude voorzieningen 4 o Gehandicaptenparkeerkaart o Woonvoorziening o Rolstoel o Collectief vervoer o Individueel vervoer o HV PGB. De aantallen worden afgezet tegen alle huishoudens (48.356) in de gemeente. Huishoudens kunnen van meerdere voorzieningen en regelingen tegelijk gebruikmaken. Tabel 2.2.1. Gebruik voorzieningen en regelingen Voorziening Aantal Aandeel huishoudens gemeente Leerlingenvervoer 147 0,3% Schuldhulpverlenings 788 1,6% Minnelijk 280 0,6% Wettelijk 511 1,1% Budgetbeheer 359 0,7% Wmo nieuwe voorzieningen 2015 2.192 4,5% Begeleiding 1.818 3,8% Beschermd wonen 406 0,8% Wmo Algemene voorziening 3.825 7,9% Wmo oude voorzieningen 4.073 8,4% Gehandicaptenparkeerkaart 2.258 4,7% Woonvoorziening 204 0,4% Rolstoel 250 0,5% Collectief vervoer 1.881 3,9% Individueel vervoer 373 0,8% HV PGB 52 0,1% 2 Onder de nieuwe Wmo-voorzieningen verstaan we de voorzieningen die per 1 januari vanuit de AWBZ naar de gemeente zijn overgekomen. 3 Dit is de schoonmaakondersteuning. 4 De oude Wmo-voorzieningen zijn de voorzieningen die ook al vóór 2015 binnen de Wmo vielen. 5

Bijna 150 huishoudens hebben in 2015 gebruikgemaakt van het leerlingenvervoer. 788 huishoudens volgden in hetzelfde jaar een minnelijk en/ of wettelijk schuldhulpverlenings (1,6 procent van alle huishoudens in de gemeente) en 359 huishoudens zaten in budgetbeheer. Bijna een op de twintig huishoudens in de gemeente krijgt begeleiding of beschermd wonen vanuit de nieuwe Wmo 2015. Ruim 3.800 huishoudens hebben in 2015 gebruikgemaakt van de Algemene (schoonmaak)voorziening en nog eens ruim 4.000 huishoudens maakten gebruik van Wmo-voorzieningen die ook al vóór 2015 onder de gemeente vielen. 2.2. Kenmerken gebruikers In deze paragraaf geven we per voorziening de verdeling naar leeftijd, huishoudtype en etniciteit weer. Het gaat daarbij om de kenmerken van de oudste persoon in het huishouden en dus niet om de individuele kenmerken van de gebruiker(s). Leeftijd Tabel 1.2.1 Leeftijd oudste persoon in huishouden Wmo Wmo Wmo Alle Alg nieuw oud huish. vrz tot 27 jaar 1% 2% 5% 7% 0% 1% 4% 27 tot 45 jaar 58% 36% 36% 24% 3% 5% 24% 45 tot 65 jaar 39% 53% 50% 40% 14% 29% 39% 65 jaar en ouder 2% 9% 9% 29% 83% 65% 33% Aantal huishoudens 147 788 359 2.192 3.825 4.073 48.356 Logischerwijs zijn de gebruikers van de algemene voorziening en van de oude Wmo ouder dan de andere gebruikers. Eveneens is de groep 65-plussers binnen deze voorzieningen groter dan binnen de hele gemeente. De nieuwe klantgroep van de Wmo is jonger. Verder zien we dat de meeste huishoudens in de schuldhulpverlening tussen de 45 en 65 jaar oud zijn. Tussen huishoudens in een - en huishoudens in budgetbeheer is weinig verschil in leeftijd te constateren. Tabel 1.2.2 Huishoudtype Wmo Wmo Wmo Alle Alg nieuw oud huish. vrz Alleenstaand - 36% 43% 48% 71% 41% 33% Eenoudergezin 20% 14% 15% 5% 1% 1% 4% Meerpersoons zonder kinderen - 27% 25% 35% 26% 52% 42% Meerpersoons met kinderen 80% 22% 17% 12% 2% 6% 21% Aantal huishoudens 147 788 359 2.192 3.825 4.073 48.356 Op het leerlingenvervoer na, zijn de meeste huishoudens die van een van de zes voorzieningen gebruikmaken een alleenstaand huishouden. Vooral bij de algemene voorziening is deze groep oververtegenwoordigd; waar in de gehele gemeente 33 procent een alleenstaand huishouden vormt is dit bij de algemene voorziening 71 procent. Verder is ongeveer een derde van de huishoudens die in de schuldhulpverlening zit een huishouden met kinderen. 6

Tabel 1.2.3 Etniciteit Wmo Wmo Wmo Alle Alg nieuw oud huish. vrz Autochtoon 91% 83% 81% 88% 91% 91% 89% Westerse allochtoon 6% 10% 11% 8% 8% 8% 8% Niet-westerse allochtoon 3% 7% 8% 4% 1% 1% 3% Aantal huishoudens 147 788 359 2.192 2.825 4.073 48.356 Net als in de gehele gemeente is de meerderheid van de gebruikers van autochtone afkomst. Onder huishoudens in de schuldhulpverlening is de groep allochtonen groter dan onder huishoudens die van een andere gemeentelijke voorziening gebruikmaken. 2.3. Gebruikers per gebied In deze paragraaf geven we voor de zes geografische gebieden die de Gemeente Emmen kent het aantal huishoudens per voorziening weer. Eveneens gaan we per gebied in op de kenmerken van deze huishoudens. De volgende tabel brengt de verdeling van de gebruikers naar geografisch gebied weer. Tabel 2.3.1 Gebruikers naar gebied op huishoudniveau Wmo Wmo Wmo Alle Alg nieuw oud huish. vrz De Monden 15% 12% 13% 9% 10% 10% 11% Emmen Noord 5% 16% 16% 17% 23% 20% 16% Emmen Zuid 23% 16% 18% 20% 11% 15% 20% Emmen Oost 10% 27% 27% 25% 21% 21% 19% De Velden 23% 13% 13% 12% 13% 12% 15% De Blokken 24% 16% 13% 17% 22% 22% 19% Aantal huishoudens 147 788 359 2.192 2.825 4.073 11% Huishoudens die gebruikmaken van het leerlingenvervoer wonen, vergeleken met alle huishoudens, het vaakst in De Velden en De Blokken. Huishoudens in de schuldhulpverlening (zowel een regulier en budgetbeheer) wonen relatief vaak in Emmen Oost. De verdeling van de huishoudens naar gebied die zijn overgekomen uit de AWBZ wijkt weinig af van die van alle huishoudens. Gebruikers van de Algemene voorziening en de oude Wmo wonen relatief het vaakst in Emmen Noord en De Blokken. Onderstaande tabel beschrijft het bereik van Leerlingenvervoer per gebied specifiek voor gezinnen. Tabel 2.3.2 Gebruikers naar gebied op huishoudniveau Gebied Gebruik Gezinnen Aandeel De Monden 22 1.394 1,6% Emmen Noord 7 1.193 0,6% Emmen Zuid 33 2.655 1,2% Emmen Oost 15 2.138 0,7% 7

De Velden 34 2.099 1,6% De Blokken 36 2.523 1,4% totaal 147 12.002 1,2% In Emmen-Noord en Oost wordt het minst gebruik gemaakt van het leerlingenvervoer. 2.3.1. De Monden Tabel 2.3.1 Leeftijd oudste persoon in huishouden tot 27 jaar - 1% 2% 4% - - 3% 27 tot 45 jaar 48% 43% 40% 24% 2% 6% 22% 45 tot 65 jaar 52% 49% 53% 45% 14% 37% 44% 65 jaar en ouder - 7% 5% 27% 84% 57% 41% Aantal huishoudens 22 94 45 200 372 418 5.093 Tabel 2.3.2 Huishoudtype Alleenstaand - 40% 42% 38% 67% 26% 26% Eenoudergezin 12% 17% 20% 8% 1% 1% 3% Meerpersoons zonder kinderen % 23% 18% 38% 31% 62% 47% Meerpersoons met kinderen 88% 20% 20% 16% 1% 11% 24% Aantal huishoudens 22 94 45 200 372 418 5.093 Tabel 2.3.3 Etniciteit Autochtoon 95% 93% 91% 92% 91% 92% 93% Westerse allochtoon 5% 4% 7% 7% 9% 8% 6% Niet-westerse allochtoon - 3% 2% 1% - - 1% Aantal huishoudens 22 94 45 200 372 418 5.093 2.3.2. Emmen Noord Tabel 2.3.4 Leeftijd oudste persoon in huishouden tot 27 jaar - 3% 7% 11% - - 6% 27 tot 45 jaar 43% 31% 36% 24% 2% 3% 20% 45 tot 65 jaar 57% 55% 49% 25% 7% 17% 29% 65 jaar en ouder - 11% 8% 40% 91% 80% 45% Aantal huishoudens 7 127 60 369 866 803 7.694 8

Tabel 2.3.5 Huishoudtype Alleenstaand 51% 56% 59% 75% 48% 45% Eenoudergezin 58% 11% 17% 5% 1% 1% 3% Meerpersoons zonder kinderen - 23% 22% 30% 23% 48% 39% Meerpersoons met kinderen 42% 15% 5% 6% 1% 3% 13% Aantal huishoudens 7 127 60 369 866 803 7.694 Tabel 2.3.6 Etniciteit Autochtoon 57% 81% 83% 91% 92% 93% 89% Westerse allochtoon 43% 7% 4% 5% 7% 6% 7% Niet-westerse allochtoon - 12% 3% 4% 1% 1% 4% Aantal huishoudens 7 127 60 369 866 803 7.694 2.3.3. Emmen Zuid Tabel 2.3.7 Leeftijd oudste persoon in huishouden tot 27 jaar - 3% 5% 9% - 2% 4% 27 tot 45 jaar 59% 37% 38% 29% 8% 9% 26% 45 tot 65 jaar 38% 52% 49% 46% 24% 33% 44% 65 jaar en ouder 3% 78% 8% 16% 68% 56% 26% Aantal huishoudens 33 123 64 439 405 615 9.649 Tabel 2.3.8 Huishoudtype Alleenstaand - 35% 46% 57% 72% 47% 33% Eenoudergezin 9% 12% 13% 5% 3% 1% 4% Meerpersoons zonder kinderen - 25% 27% 29% 23% 47% 40% Meerpersoons met kinderen 91% 28% 14% 8% 2% 5% 23% Aantal huishoudens 33 123 64 439 405 615 9.649 9

Tabel 2.3.9 Etniciteit Autochtoon 94% 83% 70% 85% 89% 90% 88% Westerse allochtoon - 9% 16% 8% 7% 8% 8% Niet-westerse allochtoon 6% 8% 14% 7% 4% 2% 4% Aantal huishoudens 33 123 64 439 405 615 9.649 2.3.4. Emmen Oost Tabel 2.3.10 Leeftijd oudste persoon in huishouden tot 27 jaar - 1% 4% 9% - 1% 5% 27 tot 45 jaar 71% 38% 38% 29% 3% 6% 25% 45 tot 65 jaar 29% 55% 51% 40% 20% 31% 26% 65 jaar en ouder - 6% 7% 22% 77% 62% 34% Aantal huishoudens 34 217 98 546 818 836 9.405 Tabel 2.3.11 Huishoudtype Alleenstaand - 34% 42% 45% 71% 46% 38% Eenoudergezin 50% 17% 14% 7% 2% 1% 5% Meerpersoons zonder kinderen - 29% 24% 33% 24% 46% 39% Meerpersoons met kinderen 50% 20% 20% 15% 3% 7% 17% Aantal huishoudens 34 217 98 546 818 836 9.405 Tabel 2.3.12 Etniciteit Autochtoon 79% 70% 70% 81% 88% 88% 80% Westerse allochtoon - 17% 14% 11% 10% 9% 11% Niet-westerse allochtoon 21% 13% 16% 8% 2% 3% 9% Aantal huishoudens 34 217 98 546 818 836 9.405 10

2.3.5. De Velden Tabel 2.3.13 Leeftijd oudste persoon in huishouden tot 27 jaar 3% 4% 9% 8% 1% 1% 3% 27 tot 45 jaar 53% 30% 33% 17% 8% 4% 24% 45 tot 65 jaar 41% 54% 47% 40% 90% 26% 41% 65 jaar en ouder 3% 12% 11% 35% 1% 69% 32% Aantal huishoudens 34 103 46 256 501 491 7.288 Tabel 2.3.14 Huishoudtype Alleenstaand - 30% 29% 34% 73% 36% 26% Eenoudergezin 20% 14% 20% 4% 1% 1% 3% Meerpersoons zonder kinderen - 36% 27% 48% 24% 57% 45% Meerpersoons met kinderen 80% 20% 24% 14% 2% 6% 26% Aantal huishoudens 34 103 46 256 501 491 7.288 Tabel 2.3.15 Etniciteit Autochtoon 94% 93% 98% 93% 93% 95% 93% Westerse allochtoon 6% 5% 2% 6% 7% 4,% 6% Niet-westerse - - allochtoon - 1% 1% 1% 1% Aantal huishoudens 34 103 46 256 501 491 7.288 2.3.6. De Blokken Tabel 2.3.16 Leeftijd oudste persoon in huishouden tot 27 jaar - 1% - 3% - 3% 27 tot 45 jaar 68% 39% 31% 15% 3% 4% 23% 45 tot 65 jaar 29% 48% 51% 43% 11% 32% 42% 65 jaar en ouder 3% 12% 18% 39% 86% 64% 32% Aantal huishoudens 36 124 46 382 863 910 9.227 11

Tabel 2.3.17 Huishoudtype Alleenstaand - 30% 40% 41% 66% 33% 26% Eenoudergezin 13% 11% 9% 3% 1% 1% 3% Meerpersoons zonder kinderen - 26% 31% 41% 31% 57% 46% Meerpersoons met kinderen 87% 33% 20% 15% 2% 9% 25% Aantal huishoudens 36 124 46 382 863 910 9.227 Tabel 2.3.18 Etniciteit Autochtoon 94% 89% 89% 94% 92% 92% 93% Westerse allochtoon 6% 10% 11% 6% 8% 8% 6% Niet-westerse - - allochtoon - 1% - - 1% Aantal huishoudens 36 124 46 382 863 910 9.227 12

Cumulatief gebruik In dit hoofdstuk gaan we in op het gebruik van meerdere voorzieningen. Dit doen we op huishoudniveau. 3.1. Stapeling voorzieningen Stapeling 6 voorzieningen In deze paragraaf wordt het cumulatief gebruik van de zes voorzieningen zoals genoemd in het tweede hoofdstuk weergegeven. Dit is het aantal voorzieningen waarvan een huishouden in 2015 gebruik van heeft gemaakt. Tabel 3.1.1 Cumulatief gebruik voorzieningen huishoudniveau Aantal Aandeel Aantal Aandeel voorzieningen gemeente 1 6.779 76% 14,0% 2 1.836 21% 3,8% 3 284 3% 0,6% 4 19 0% 0,0% 5 1 0% 0,0% Totaal 8.919 100% 18,4% 14 procent van alle huishoudens in de gemeente heeft in 2015 van één voorziening gebruikgemaakt (6.779 in getal). Bijna 4 procent heeft van twee voorzieningen gebruikgemaakt en minder dan 1 procent heeft van drie of meer voorzieningen gebruikgemaakt. Stapeling belangrijkste voorzieningen: Wmo nieuw, Wmo oud, Wmo algemene voorziening, schuldhulpverlening en budgetbeheer Onderstaand geven we het cumulatief gebruik van de hierboven genoemde voorzieningen. Dit is het aantal voorzieningen waarvan een huishouden in 2015 gebruik van heeft gemaakt. Tabel 3.1.2 Cumulatief gebruik voorzieningen huishoudniveau Aantal Aandeel Aantal Aandeel voorzieningen gemeente 1 6.675 76% 13,8% 2 1.827 21% 3,8% 3 277 3% 0,6% 4 18 0% 0,0% 5 1 0% 0,0% Totaal 8.798 100% 18,4% De verhoudingen zijn identiek aan de het cumulatief gebruik van alle voorzieningen. Slechts een klein deel van de huishoudens maakt gebruik van 3 of meer voorzieningen. 13

In het onderstaande gaan we nader in op de combinaties van cumulatief gebruik die het meest voor komen. Tabel 3.1.3 Meest voorkomende combinaties cumulatief gebruik voorzieningen huishoudniveau Combinatie Aantal Wmo oud, Wmo alg vrz 1048 Wmo nieuw, Wmo alg vrz 315 Wmo nieuw, Wmo oud 214 Wmo nieuw, Wmo oud + Wmo alg vrz 199 + 188 Wmo nieuw,, 48 Wmo nieuw, 26 Wmo oud, 19 Wmo oud,, 10 Tussen de oude Wmo-voorzieningen en de algemene voorziening zit het meeste overlap in gebruik. 3.2. Overlap van voorzieningen De volgende tabel geeft de overlap tussen de voorzieningen weer. Hiervoor zijn de oude Wmovoorzieningen uitgesplitst naar de gehandicaptenparkeerkaart, het collectief vervoer en de overige individuele Wmo-voorzieningen. Tabel 3.2.1 Overlap voorzieningen op huishoudniveau Wmo Wmo Wmo Wmo Wmo nieuw Alg. V. GPK coll. overig Leerlingenvervoer (N = 147) ** 6,1% 2,7% 6,8% 0,7% 6,8% 1,4% 0,7% Schuldhulpverlenings (N = 788) 1,1% ** 34,3% 12,2% 3,8% 3,3% 3,4% 1,1% Budgetbeheer (N = 359) 1,1% 75,2% ** 17,8% 6,4% 3,6% 4,2% 1,7% Wmo nieuwe voorzieningen 2015 0,5% 4,4% 2,9% ** 23,9% 8,8% 10,8% 4,7% (N =2.192) Wmo Algemene voorziening (N = 3.825) 0% 0,8% 0,6% 13,7% ** 16,2% 17,4% 5,6% Wmo GPK (N = 2.258) 0,4% 1,2% 0,6% 8,5% 27,9% ** 13,4% 10,2% Wmo collectief vervoer (N = 1.881) 0,1% 1,4% 0,8% 12,6% 35,4% 16,1% ** 15,5% Wmo overige voorzieningen (N = 695) 0,1% 1,3% 0,9% 14,7% 30,9% 33,1% 41,9% ** *leeswijzer: van de 147 huishoudens die gebruikmaken van het leerlingenvervoer zit 6,1 procent eveneens in een -. Vanuit het oogpunt van de huishoudens die gebruikmaken van het leerlingenvervoer is de overlap het grootst met de -en, de nieuwe Wmo-voorzieningen en de gehandicaptenparkeerkaart. Van de huishoudens die in een - zitten heeft een derde ook budgetbeheer. Andersom zien we dat drie kwart van de huishoudens in budgetbeheer in 2015 ook in een lopend - zat. Daarnaast heeft 18 procent van de huishoudens in budgetbeheer ook een nieuwe Wmo-voorziening. 14

Huishoudens met begeleiding of begeleid wonen (nieuwe Wmo) maken daarnaast voornamelijk gebruik van de Algemene voorziening en het collectief vervoer. Huishoudens met een Algemene voorziening zien we eveneens terug bij het collectief vervoer en de GPK. Huishoudens met een gehandicaptenparkeerkaart of collectief vervoer maken daarnaast het meest gebruik van de Algemene voorziening (resp. 27,9 procent en 35,1 procent). Tenslotte zien we een redelijke overlap tussen huishoudens met een overige (individuele) Wmovoorziening en de Algemene voorziening, de GPK en het collectief vervoer. 3.3. Overlap per gebied In deze paragraaf geven we de overlap tussen de voorzieningen per gebied weer. De indeling van de voorziening is gelijk aan die in paragraaf 3.2. 3.3.1. Overlap De Monden Tabel 3.3.1 Overlap voorzieningen op huishoudniveau De Monden Wmo Wmo Wmo Wmo Wmo nieuw Alg. V. GPK coll. overig Leerlingenvervoer (N =22) ** 4,8% 4,8% 4,8% - 4,8% - - Schuldhulpverlenings (N = 94) 1,4% ** 52,9% 20,0% 4,3% 5,7% 5,7% 1,4% Budgetbeheer (N = 45) 2,2% 82,2% ** 24,4% 4,4% 8,9% 4,4% - Wmo nieuwe voorzieningen 2015 0,6% 8,0% 6,3% ** 26,1% 13,1% 9,1% 2,8% (N = 200) Wmo Algemene voorziening (N = 372) - 0,8% 0,6% 13,0% ** 19,0% 14,7% 2,3% Wmo GPK (N = 278) 0,4% 1,5% 1,50% 8,7% 25,5% ** 9,9% 7,2% Wmo collectief vervoer (N = 146) - 3,5% 1,70% 13,9% 45,2% 22,6% ** 6,1% Wmo overige voorzieningen (N =55) - 2,9% - 14,3% 22,9% 54,3% 20,0% ** *leeswijzer: van de 22 huishoudens die gebruikmaken van het leerlingenvervoer zit 4,8 procent eveneens in een -. 15

3.3.2. Overlap Emmen Noord Tabel 3.3.2 Overlap voorzieningen op huishoudniveau Emmen Noord Wmo Wmo Wmo Wmo Wmo nieuw Alg. V. GPK coll. overig Leerlingenvervoer (N = 7) ** 14,3% - 14,3% - 28,6% - - Schuldhulpverlenings (N = 127) 1,1% ** 46,8% 18,1% 5,3% 3,2% 3,2% 3,2% Budgetbeheer (N = 60) - 74,6% ** 20,3% 3,4% 1,7% 1,7% 1,7% Wmo nieuwe voorzieningen 2015 0,3% 5,2% 3,7% ** 27,1% 10,2% 12,0% 4,0% (N = 369) Wmo Algemene voorziening (N = 866) - 0,6% 0,2% 10,7% ** 13,5% 15,8% 5,0% Wmo GPK (N = 369) 0,6% 0,9% 0,3% 9,5% 31,8% ** 12,3% 8,0% Wmo collectief vervoer (N =441) - 0,9% 0,3% 11,2% 37,4% 12,4% ** 6,3% Wmo overige voorzieningen (N =140) - 3,4% 1,1% 14,8% 46,6% 31,8% 25,0% ** *leeswijzer: van de 7 huishoudens die gebruikmaken van het leerlingenvervoer zit 14,3 procent eveneens in een -. 3.3.3. Overlap Emmen Zuid Tabel 3.3.3 Overlap voorzieningen op huishoudniveau Emmen Zuid Wmo Wmo Wmo Wmo Wmo nieuw Alg. V. GPK coll. overig Leerlingenvervoer (N = 33) ** - - 6,3% 3,1% 6,3% - 3,1% Schuldhulpverlenings (N = 123) - ** 46,2% 18,7% 7,7% 4,4% 3,3% 2,2% Budgetbeheer (N = 64) - 66,7% ** 17,5% 11,1% 3,2% 3,2% 3,2% Wmo nieuwe voorzieningen 2015 0,5% 4,4% 2,8% ** 20,2% 7,0% 10,4% 3,9% (N =439) Wmo Algemene voorziening (N = 405) 0,3% 1,8% 1,8% 20,3% ** 17,4% 16,1% 5,2% Wmo GPK (N = 318) 0,7% 1,3% 0,7% 9,0% 22,3% ** 15,9% 11,3% Wmo collectief vervoer (N = 321) - 1,2% 0,8% 15,8% 24,5% 19,0% ** 7,5% Wmo overige voorzieningen (N =124) 1,3% 2,6% 2,6% 19,2% 25,6% 43,6% 24,4% ** *leeswijzer: van de 33 huishoudens die gebruikmaken van het leerlingenvervoer heeft 6,3 procent eveneens een nieuwe Wmo-voorziening. 16

3.3.4. Overlap Emmen Oost Tabel 3.3.4 Overlap voorzieningen op huishoudniveau Emmen Oost Wmo Wmo Wmo Wmo Wmo nieuw Alg. V. GPK coll. overig Leerlingenvervoer (N = 34) ** - - 14,3% - - - - Schuldhulpverlenings (N = 217) - ** 49,7% 18,6% 5,0% 4,3% 4,3% 1,2% Budgetbeheer (N = 98) - 82,5% ** 19,6% 6,2% 4,1% 4,1% 2,1% Wmo nieuwe voorzieningen 2015 0,40% 6,3% 4,0% ** 22,1% 7,5% 8,3% 4,2% (N = 546) Wmo Algemene voorziening (N = 818) - 1,0% 0,8% 13,6% ** 17,0% 17,5% 4,0% Wmo GPK (N = 450) - 1,6% 0,9% 8,5% 31,0% ** 14,3% 8,2% Wmo collectief vervoer (N =409) - 2,2% 1,2% 12,4% 42,1% 18,9% ** 7,4% Wmo overige voorzieningen (N =143) - 2,2% 2,2% 22,2% 34,4% 38,9% 26,7% ** *leeswijzer: van de 34 huishoudens die gebruikmaken van het leerlingenvervoer heeft 14,3 procent eveneens een nieuwe Wmo-voorziening. 3.3.5. Overlap De Velden Tabel 3.3.5 Overlap voorzieningen op huishoudniveau De Velden Wmo Wmo Wmo Wmo Wmo nieuw Alg. V. GPK coll. overig Leerlingenvervoer (N = 34) ** 9,4% 6,3% 3,1% - - 3,1% - Schuldhulpverlenings (N = 103) 3,9% ** 39,5% 6,6% 1,3% 5,3% 1,3% - Budgetbeheer (N = 46) 4,4% 66,7% ** 8,9% 2,2% - 2,2% - Wmo nieuwe voorzieningen 2015 0,4% 2,2% 1,8% ** 28,4% 10,2% 10,2% 5,8% (N = 256) Wmo Algemene voorziening (N = 501) - 0,2% 0,2% 13,4% ** 15,3% 11,6% 2,9% Wmo GPK (N = 292) - 1,4% - 8,3% 26,4% ** 12,0% 10,5% Wmo collectief vervoer (N =207) 0,6% 0,6% 0,6% 14,1% 33,7% 20,2% ** 6,7% Wmo overige voorzieningen (N =87) - - - 23,6% 25,5% 52,7% 20,0% ** *leeswijzer: van de 34 huishoudens die gebruikmaken van het leerlingenvervoer zit 9,4 procent eveneens in een -. 17

3.3.6. Overlap De Blokken Tabel 3.3.6 Overlap voorzieningen op huishoudniveau De Blokken Wmo Wmo Wmo Wmo Wmo nieuw Alg. V. GPK coll. overig Leerlingenvervoer (N = 36) ** 11,8% 2,9% 8,8% - 14,7% 2,9% - Schuldhulpverlenings (N = 124) 4,3% ** 35,9% 13,0% 6,5% 4,3% 9,8% 1,1% Budgetbeheer (N = 46) 2,2% 73,3% ** 13,3% 8,9% 4,4% 11,1% 2,2% Wmo nieuwe voorzieningen 2015 0,9% 3,6% 1,8% ** 35,4% 12,8% 14,3% 4,8% (N = 382) Wmo Algemene voorziening (N = 863) - 0,7% 0,5% 14,5% ** 19,9% 16,6% 4,8% Wmo GPK (N = 551) 1,0% 0,8% 0,4% 8,2% 31,2% ** 9,6% 7,1% Wmo collectief vervoer (N =357) 0,4% 3,2% 1,8% 17,0% 48,2% 17,7% ** 7,8% Wmo overige voorzieningen (N =146) - 1,1% 1,1% 17,4% 42,4% 40,2% 23,9% ** *leeswijzer: van de 36 huishoudens die gebruikmaken van het leerlingenvervoer zit 11,8 procent eveneens in een -. 18

Bijlage 1. Verantwoording Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende bronnen. In deze bijlage geven we hier inzicht in. Bronnen Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van (geanonimiseerde) persoonsgegevens uit de volgende registratiebronnen: Gemeentelijke bestanden (Wmo, Leerlingenvervoer en Schuldhulpverlening); BRP-gegevens: vanuit de BRP zijn gegevens gebruikt om de huishoudsituatie, leeftijd en geografische verdeling te bepalen. Met behulp van de gecombineerde informatie is vervolgens in een aantal bewerkingsstappen een onderzoeksbestand gecreëerd dat de basis vormde voor deze rapportage. Stap 1 In de eerste bewerkingsstap wordt de informatie uit de genoemde registratiebronnen aan het actuele BRP bestand gekoppeld, op persoonsniveau. Op deze wijze wordt inzichtelijk welke personen gebruik maken of gebruik hebben gemaakt van welke voorziening. Stap 2 In stap 2 wordt aan de hand van de BRP een analysebestand op huishoudniveau gemaakt. We onderscheiden 4 huishoudtypes: alleenstaanden, eenoudergezinnen, meerpersoonshuishoudens met kinderen en meerpersoonshuishoudens zonder kinderen. Stap 3 Het feitelijke gebruik van voorziening op huishoudniveau wordt vastgesteld. Indien één persoon binnen het huishouden gebruik heeft gemaakt van een bepaalde voorziening, wordt dit toegerekend naar het hele huishouden. Statistisch kader In tegenstelling tot wat gangbaar is bij sociaal wetenschappelijk onderzoek is dit rapport gebaseerd op gegevens van de totale bevolkingspopulatie. Dat betekent dat de vermelde aantallen en percentages niet getoetst hoeven te worden op statistische betrouwbaarheid en altijd de feitelijke situatie weergeven. Operationele definitie huishouden Het bepalen van het soort en type huishouden gebeurt aan de hand van gegevens uit de bevolkingsadministratie en wel op de volgende wijze: indien één persoon op een adres woont, is duidelijk dat er sprake is van een alleenstaande; personen op één adres waartussen geregistreerde ouder-kindrelaties of echtrelaties bestaan worden tot een gezamenlijk huishouden gerekend; indien er één meerderjarige op een adres woont met een ouder-kindrelatie tellen we een eenoudergezin; indien er meer meerderjarige op een adres wonen waarbij één meerderjarige ouder is en er een ouder-kindrelatie bestaat met de andere meerderjarige (en/of minderjarige) tellen we een eenoudergezin. als er vier of meer meerderjarigen op een adres wonen, gaan we ervan uit dat er meerdere huishoudens op dit adres gevestigd zijn; indien er drie meerderjarigen zonder echtrelatie op één adres wonen, kijken we naar de gemiddelde leeftijd. Ligt die onder de 27 jaar dan rekenen we iedere persoon als een afzonderlijk (studenten)huishouden. Ligt deze boven de 27 jaar dan tellen we één meerpersoons huishouden. als er minimaal 20 personen op een gezamenlijk adres wonen, registreren we een institutioneel huishouden, tenzij de gemiddelde leeftijd van alle bewoners hoger is dan 65 19

jaar. Iedere bewoner wordt dan als afzonderlijk huishouden meegeteld (gehuwden tellen als één huishouden). Huishoudsoort Naar soort huishouden maken we onderscheid tussen alleenstaanden, meerpersoons huishoudens met en zonder kinderen en eenoudergezinnen. Etniciteit (CBS) Voor bepaling van etniciteit wordt gekeken naar het geboorteland van de ouder(s). Een allochtoon is iemand waarvan minimaal één van de ouders in het buitenland is geboren. Inwoners afkomstig uit Europa, Noord-Amerika, Australië, Japan en Indonesië worden als westerse allochtonen gezien. 20