Zomerakkoord 2017: sociale maatregelen voor de zelfstandigen

Vergelijkbare documenten
Wat zijn de belangrijke nieuwigheden?

Nieuwe facturatieregels vanaf 2013

Zomerakkoord 2017: sociale maatregelen voor de zelfstandigen

Wat betekent dat juist: zelfstandige in bijberoep?

De fiscus aanvaardt voortaan bezwaarschriften per

Aan welke voorwaarden moet een doktersattest voldoen?

Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet!

VIP uitnodiging Abeka 3/3/2016 Hortensiahoeve Kapellen

Groepsverzekeringen kunnen niet meer vóór het effectieve pensioen opgenomen worden.

Zomerakkoord 2017: sociale maatregelen voor de zelfstandigen

Hoe lang moet een factuur bewaard worden? Moet een factuur uitgereikt worden bij domiciliëring?

Verhoging roerende voorheffing van 25% naar 27% vanaf 1 januari 2016, maar wat bij uitkering?

U doet best geen schenking van een levensverzekering meer!!!

Alle bankrekeningen worden geblokkeerd na een overlijden. Wat nu?

Aangifte van nalatenschap

Einde bankgeheim!!! Permanente regularisatieprocedure op komst?

U hebt iemand die u nabij stond verloren. Wat nu?

Nog slechts 13 dagen de tijd om uw fiscaal geschenk binnen te halen: de liquidatiereserve 2013

Bankzaken. 10 Andere organisaties en instellingen. 1 Wat gebeurt er met de bankzaken van de 1 overledene? Was de overledene cliënt bij KBC Bank?

Infosessie 12/09/2013

Nieuwsbrief 2014/4. Wat brengt het regeerakkoord?

Hoe ziet het wettelijk erfrecht er binnenkort uit?

Erfbelasting - Gunsttarief voor familiale ondernemingen en vennootschappen

Nieuwe beslissingen VLABEL over erfbelasting

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking.

Mandaat vennootschap onbezoldigd sociale kas verplicht?

AANGIFTE PERSONENBELASTING INKOMSTEN 2018 (aanslagjaar 2019)

het overlijden moet worden gemeld en bankzaken

De roerende voorheffing op dividenden werd reeds opgetrokken van 15 % naar 25%.

Meewerkende echtgeno(o)t(e): informatiefiche

AANVRAAGFORMULIER VOOR HET ATTEST VRIJSTELLING SCHENKINGSRECHTEN ARTIKEL 140/6, 1, WETBOEK DER REGISTRATIE-, HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

F I N A N C I Ë L E I N F O F I C H E

Die reserves kan men al dan niet uitkeren (= dividenduitkering) tegen een gunstig tarief (zie tabel hieronder).

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk?

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht

Bij Overlijden : te contacteren personen

Verlies van een partner - Verwerking - Administratieve molen

Checklist: wat de doen na een overlijden?

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Verklarende nota BELANGRIJK :

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de aan roerende inkomsten overschreden wordt?

Inhoudstafel. Deel I - Groepsverzekering of IPT. Voorwoord Inhoudstafel. 1. Schema Algemeen... 6

Bouwbedrijven hebben eindelijk de langgevraagde lastenverlaging op de lonen!! Neem onmiddellijk actie!

Niet betalen RSZ, BV, BTW: aansprakelijkheid bestuurder

LSLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Inhoud 1. OLK. 2. Verzekeringsplicht. 3. Bijdrageplicht. 4. Stopzetting. 5. Vragen en reacties

Hervorming Sociale Bijdragen 2015

Fiscale aspecten van de vergoeding van officials. Jan LAMMENS

Meewerkende echtgeno(o)t(e): informatiefiche

Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet!

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

Gelieve de volledige lijst te doorlopen, aan te vullen, fiches toe te voegen waar nodig en te ondertekenen

Voor aandelen in vennootschappen met een sociaal oogmerk (VSO) geldt de 50 procent eigendomsvoorwaarde niet.

Fiscale en andere nieuwtjes.

Waarborg en Sociaal Fonds Voedingsindustrie Aanvullend pensioen. Wat?

Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013.

Statuut van de Zelfstandige in hoofdberoep

nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Overdracht familiebedrijf - Schenkingsrechten

WAT TE DOEN BIJ EEN OVERLIJDEN?

ALGEMENE VOORWAARDEN FIRST FISCAAL FIRST PENSIOENSPAREN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Starten met een zelfstandige activiteit in bijberoep

5. Waarom wordt een rc ook weleens een vuilbakrekening genoemd?... 3

FORMULIER TOT MEDEDELING VAN REKENINGEN IN HET BUITENLAND AAN HET CENTRAAL AANSPREEKPUNT. Verklarende nota

Het zomerakkoord: Wat verandert er voor u?

Naam :... Voornaam :... Rijksregisternummer :... Burgerlijke staat :... sinds :... Woonplaats :

Instelling. Onderwerp. Datum

De fiscale begrotingsmaatregelen van de regering Di Rupo I: invloed op uw beleggingen

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN Advies Interimdividend versus tussentijds dividend. Advies van 14 januari 2009

Vredegerechten Arrondissement Oost-Vlaanderen

Aanslagjaar Inkomsten 2015

FORMULIER TOT MEDEDELING VAN REKENINGEN IN HET BUITENLAND AAN HET CENTRAAL AANSPREEKPUNT. Verklarende nota

de hervorming sociale bijdragen van zelfstandigen uitgelegd

GROEPSVERZEKERING ALGEMEEN STEDELIJK ZIEKENHUIS AALST + MSSZ VOOR CONTRACTUELEN

Nieuwe beslissingen VLABEL over erfbelasting

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

SOCIAAL STATUUT VAN DE BEDRIJFSLEIDER Stef Van Attenhoven 20 december 2005 SITUERING SOCIAAL STATUUT. Inhoud Zeven vragen over het sociaal statuut

VRAGENLIJST VERDELING HUWELIJKSVERMOGEN. Naam: Voornamen. Actueel adres: Postcode: Gemeente: Faillissement

Aanvraag voor vrijstelling van sociale bijdragen als zelfstandige

DOSSIER. De Burgerlijke Maatschap

Helsen & partners bvba / Fiduciaire Helsen bvba 1 Privacy en bescherming van de persoonsgegevens.

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

Het Sociaal Statuut der Zelfstandigen

Privacy en bescherming van de persoonsgegevens.

Instelling. Onderwerp. Datum

Aanvraag overbruggingsrecht bij economische moeilijkheden

De zetel van de verantwoordelijke is gelegen te Wingene, Oude Bruggestraat 99 a, met als het ondernemingsnummer

Artikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten

AANVRAAGFORMULIER VOOR HET BEKOMEN VAN HET ATTEST

Wettelijk rustpensioen zelfstandigen. Liantis studiedienst

ENKELE MOGELIJKHEDEN OM NOG TE GENIETEN VAN VERLAAGDE ROERENDE VOORHEFFING

HET (NIEUWE) ERFRECHT ANNO 2018

Inlichtingenformulier A1

Transcriptie:

Zomerakkoord 2017: sociale maatregelen voor de zelfstandigen De regering keurde op 26 juli een pakket hervormingen goed. Daarin zitten enkele maatregelen die het sociaal statuut van de zelfstandigen verbeteren. Een verlaging van de sociale bijdragen in de eerste 2 startersjaren, 500 euro vrij van bijdragen en belastingen voor specifieke activiteiten, halvering van de carensperiode bij ziekte, afschaffing van de eenheid van loopbaan bij pensioen, Het zomerakkoord had heel wat in petto. Hierna volgt een overzicht. Deze maatregelen gaan in vanaf 2018, tenzij anders aangegeven. Sociale bijdragen: Nu betalen beginnende zelfstandigen in hoofdberoep 20,5 procent van hun inkomsten het eerste jaar, met een minimum van 681,43 euro per kwartaal (forfaitair geschat op netto-beroepsinkomsten 13.296,45 euro per jaar) De sociale bijdragen in de eerste twee startjaren worden verlaagd. Op basis van het barema van 2017 zou dat geven: eerste jaar: 1/3 van de minimumbijdrage of 234,07 euro per kwartaal (incl. beheerskosten); tweede jaar: 2/3 van de minimumbijdrage of 468,14 euro per kwartaal (incl. beheerskosten). Vrijetijdswerk social profit en deeleconomie:

Wie minstens 80 % in hoofdberoep werkt ook een zelfstandige zal via vrijetijdswerk tot 500 euro per maand of 6.000 euro per jaar kunnen bijverdienen zonder belastingen of sociale bijdragen te betalen. Het moet gaan over specifieke functies in de social profit (sportcoach, scheidsrechter, naschoolse kinderopvang, dirigent van het plaatselijk koor, inslapen bij mindervaliden, lesgever bij een cultureel-educatieve organisatie, seingever bij evenementen, ). Idem voor activiteiten in de deeleconomie (erkende internetplatformen), al geldt daar de 80 %-werknorm niet. Idem voor burger-tot-burger activiteiten. Dit concept moet de regering nog wel uitwerken. Ziekteverzekering: Bedienden hebben gedurende de eerste 30 dagen van hun ziekte recht op gewaarborgd loon. Dit geldt ook voor arbeiders. Zelfstandigen hebben dit nu niet. De carensmaand, namelijk de niet-vergoedbare periode, in de verzekering arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen, wordt gehalveerd. De arbeidsongeschikt erkende zelfstandige zal dus recht hebben op een uitkering na 14 dagen. De bedragen die zullen uitgekeerd worden zijn: alleenstaande 44,95 euro, samenwonende 34,47 euro, met gezinslast 56,17 euro. Pensioenen: Het minimumpensioen van de werknemers verhoogt met 0,7 % voor gepensioneerden met volledige loopbaan. Traditioneel volgt dan ook een verhoging voor de zelfstandigen.

De eenheid van loopbaan in de pensioenberekening wordt geschrapt. Men berekent pensioen nu op maximum 45 jaar, ook al heeft men langer gewerkt. Een loopbaan van 46/45 of hoger wordt dus mogelijk. Voor gelijkgestelde dagen boven de eenheid zal er echter geen pensioenrecht zijn, tenzij ze voordeliger uitvallen dan de gewerkte dagen. Vanaf 2019 wil de regering sleutelen aan de gelijkgestelde periodes zodat die minder pensioen opleveren dan de actieve periodes. Vanaf 2019 zal er ook een systeem van deeltijds pensioen ingevoerd worden, zowel voor werknemers als voor zelfstandigen. Men kan dan deeltijds blijven werken en dus pensioenrechten blijven opbouwen. (Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790) Wat betekent dat juist: zelfstandige in bijberoep? Wanneer ben ik zelfstandige in bijberoep? Je bent zelfstandige in bijberoep wanneer je: gelijktijdig met je zelfstandige activiteit nog een andere beroepsbezigheid uitoefent voor een werkgever of, als zelfstandige ook een loon vervangend inkomen krijgt voor een andere, weggevallen beroepsactiviteit als werknemer of ambtenaar. Aan welke voorwaarden moet mijn hoofdberoep voldoen?

Je bent pas zelfstandige in bijberoep als je hoofdactiviteit aan een aantal voorwaarden voldoet. Je bent werknemer Je hoofdactiviteit moet minstens de helft van een fulltime job bedragen. Het aantal arbeidsuren per maand moet minstens gelijk zijn aan de helft van het aantal arbeidsuren dat per maand door een voltijds werknemer in dezelfde onderneming of in dezelfde arbeidssector wordt gepresteerd. Voorbeeld Je bent bediende en verdient bij als zelfstandig landbouwer. Je geeft les Je bent benoemd (statutair) en geeft les in dagof avondonderwijs. Je opdracht omvat minstens 6/10 van een volledig lesrooster. Ben je statutair met een halve uurrooster, maar met onvoldoende uren voor 6/10 van een volledige uurrooster, dan kan je vragen om met een bijberoep gelijkgesteld te worden als je inkomsten uit het zelfstandig beroep eerder beperkt zijn (artikel 37 ARS). Geef je les volgens een contractuele overeenkomst? Dan volstaat een halve uurrooster. Je hoofdactiviteit geeft je rechten in een andere pensioenregeling Je hoofdactiviteit kan rechten doen ontstaan in een andere pensioenregeling die ingesteld is door een wet, een provinciaal reglement of door de NMBS. In dat geval moet je minstens 8 maanden of 200 dagen per jaar werken. Het aantal arbeidsuren per maand moet minstens de helft zijn van het aantal arbeidsuren per maand in een voltijdse betrekking. Voorbeeld

Je bent ambtenaar en verdient bij als zelfstandig frituurhouder. (Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790) Zeg niet meer faillissementsverzekering, maar overbruggingsrecht!! Mede met de naamswijziging werd het systeem uitgebreid. Gefailleerde zelfstandigen en zelfstandigen die hun activiteit noodgedwongen moeten onderbreken, hebben onder bepaalde voorwaarden recht op een uitkering gedurende maximum 12 maanden. Het overbruggingsrecht is van toepassing op: faillissement en collectieve schuldrekening (vonnis geeft een vaste datum) gedwongen stopzetting van de zelfstandige activiteit ten gevolge van een brand, vernieling, natuurramp, landbouwramp of allergie gedwongen stopzetting door economische moeilijkheden Op welk bedrag heeft de zelfstandige recht? zelfstandige zonder gezinslast: 1.092,36

zelfstandige met gezinslast: 1.431,80 rechten gezinsbijslag en terugbetaling gezondheidszorgen worden gedurende 4 kwartalen verder opgebouwd en dit zonder verdere sociale bijdragen te betalen (niet voor opbouw pensioenrechten) Nog niet alles lijkt even duidelijk, maar dit artikel zal verder aangevuld worden als het betreffende KB wordt gepubliceerd. Wij wijzen er tevens op dat, indien men voor de zelfstandige activiteit uitkeringsgerechtigde werkloze was en men de zelfstandige activiteit stopt binnen de 15 jaar, men recht blijft hebben op de vroegere werkloosheidsuitkering. De werkloosheidsuitkering krijgt hierbij voorrang op het overbruggingsrecht. (Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790) Alle bankrekeningen worden geblokkeerd na een overlijden. Wat nu? Vroeg of laat komen we spijtig genoeg allemaal wel eens in aanraking met een overlijden binnen onze familiale kring. Op dat ogenblik worden de familieleden naast de emotionele verwerking van het overlijden geconfronteerd met allerhande praktische problemen, in het bijzonder het regelen van de nalatenschap.

Cazimir advocaten schreef hierover een allesomvattend artikel welke wij u niet wensen te onthouden. Blokkering van de bankrekeningen Bij een overlijden blokkeert de bank alle bankrekeningen en bankkaarten van de overledene, alsook alle gemeenschappelijke of onverdeelde rekeningen van de overledene en zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner. Zélfs de eigen rekeningen van de overlevende partner worden geblokkeerd. De reden hiervan is ondermeer in de bescherming van de erfgenamen. De bank weet op het moment van overlijden niet wie de potentiële gerechtigden zijn. Dit is immers afhankelijk van verschillende factoren (onder meer het huwelijksstelsel, wie zijn de wettige en/of reservataire erfgenamen, is er een testament etc.). Deze blokkering heeft tot gevolg dat de langstlevende partner in principe niets meer kan betalen, noch met de bankrekening van de overledene, noch met de gemeenschappelijke rekeningen en zelfs niet meer met de eigen rekeningen. Ook de aanwezige kluizen, eender op wiens naam deze gehuurd zijn, worden geblokkeerd en de bestaande volmachten worden opgeheven. Dit kan tot schrijnende toestanden leiden omdat er geen betalingen meer kunnen worden uitgevoerd. Hoe deblokkeren? Vooraleer de bank de rekeningen zal deblokkeren, moet haar een attest van erfopvolging (opgemaakt door het registratiekantoor) of een akte van erfopvolging worden voorgelegd (opgemaakt door de notaris) (hierna ook samen erfrechtverklaring ). Een attest van erfopvolging kan door het registratiekantoor enkel worden afgeleverd indien er geen testament of andere uiterste wilsbeschikking voorhanden is. Er mag ook geen huwelijkscontract zijn opgemaakt, noch mogen er

onbekwame (= minderjarigen of onbekwaamverklaarden) erfgenamen aanwezig zijn. In al deze gevallen is de ontvanger van het registratiekantoor onbevoegd en zal een notaris een akte van erfopvolging moeten opstellen. In de praktijk zorgt de notaris meestal voor dit document. De verklaring van erfrecht ondertekend door het gemeentebestuur (bij minieme bedragen) en de akte van bekendheid opgemaakt door de vrederechter, zijn niet geldig voor de deblokkering van de bankrekeningen. Sinds de wet van 1 juli 2012 moet de notaris of de ontvanger van een registratiekantoor die gelast is met de opmaak van een erfrechtverklaring, steeds contact opnemen met de fiscale en sociale administraties. Deze instanties moeten onderzoeken of er geen schulden zijn op naam van de overledene en/of de erfgenamen. De sociale en fiscale instanties hebben 12 werkdagen de tijd om eventuele schulden te melden aan de betrokken notaris of ontvanger. Deze notificaties zijn belangrijk omdat een bank maar zal deblokkeren als in de erfrechtverklaring wordt verklaard dat er geen schulden werden gemeld van de overledene of de erfgenamen, dat alle gemelde schulden reeds werden voldaan of dat zij voorafgaand aan de vrijgave van de tegoeden zullen worden betaald met die tegoeden. Voor deze laatste hypothese is echter het akkoord van alle erfgenamen nodig. In de praktijk vraagt de bank evenwel niet enkel in deze laatste hypothese goedkeuring aan alle erfgenamen, maar gebeurt dit zo goed als altijd. Zelfs indien er een erfrechtverklaring aanwezig is, wordt gevraagd aan alle erfgenamen om te tekenen voor vrijgave. Dit kan vanzelfsprekend voor bijkomende problemen zorgen. Toch bepaalde schulden betalen met rekening (mede) op naam van overledene?

Op verzoek van de notaris, of de erfgenamen kan een bank een aantal gewone schulden betalen, ook zonder dat de sociale en fiscale notificaties zijn gebeurd. Onder gewone schulden vallen de begrafeniskosten (inclusief rouwmaaltijden en concessies), de kosten van de laatste ziekte van de overledene (gedurende een jaar) en de kosten betreffende de gezinswoning van de overledene, te weten facturen voor levering van water, elektriciteit, stookolie, gas, brandverzekering, huur of betaling van een hypothecair krediet (volgens het afbetalingsplan van kracht bij overlijden), met een vervaldag binnen de laatste drie maanden voor het overlijden en de eerste zes maanden na het overlijden. Beperkte vrijgave van tegoeden De langstlevende partner (gehuwd of wettelijk samenwonend) kan toch vrijgave krijgen van een beperkt bedrag, als voorschot om dringende uitgaven te doen, niettegenstaande het feit dat de rekeningen geblokkeerd blijven. Hiervoor moet geen erfrechtverklaring worden voorgelegd. Dit bedrag is beperkt tot de helft van het bedrag dat op de rekening staat en is nominaal begrensd tot een som van 5.000 euro. Voorbeeld 1: als er 2.000 euro op de zichtrekening staat, kan de overlevende partner maximaal 1.000 euro afhalen. Het maximum van 5.000 euro is echter geen beperking per rekening of per bank. Het is een maximum dat geldt voor alle bankrekeningen in totaal. Voorbeeld 2: Er zijn liquiditeiten bij bank A ten belope van 250.000 euro. Bij bank B en C staan daarnaast nog eens bedragen van respectievelijk 50.000 euro en 100.000 euro. De langstlevende partner mag in dit geval in totaal slechts een bedrag van 5.000 euro afhalen.

Het is echter mogelijk om bij verschillende banken geld af te halen, zonder dat de banken per se van elkaar weten dat een andere bank reeds een bepaalde som heeft vrijgegeven. Dit heeft evenwel gevolgen: voor het bedrag dat de langstlevende boven deze grenzen afhaalt, verliest de deze zijn/haar aandeel in het gemeenschappelijk vermogen, de onverdeeldheid of de nalatenschap. Voorbeeld 3: Indien de langstlevende 8.000 euro zou afhalen (dus 3.000 euro teveel), dan verliest de hij/zij alle rechten in de 3.000 euro die teveel zijn afgehaald. Indien het gaat om een nalatenschap van 100.000 euro, waarin de langstlevende in principe gerechtigd is voor 50.000 euro, dan zal de langstlevende (ten gevolge van het teveel afgehaalde geld) slechts recht hebben op 47.000 euro en de overige erfgenamen op 53.000 euro. De langstlevende verliest bovendien ook de mogelijkheid tot het verwerpen of aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving van de nalatenschap. Hij/zij wordt geacht de nalatenschap zuiver te hebben aanvaard. (Bron: Cazimir Advocaten) U doet best geen schenking van een levensverzekering meer!!! Wie ooit een levensverzekering gebruikte om zijn vermogen door te schenken aan zijn kinderen (zelfs met betaling van

schenkingsrechten bij het verlijden van de akte voor notaris) is er aan voor de moeite. De Vlaamse Belastingdienst heeft beslist dat er toch erfbelasting dient betaald te worden bij overlijdens vanaf 01/03/2016, en dit ondanks de datum van schenking en ondanks het feit dat er schenkingsrechten werden betaald. Welke mogelijkheden hebt u nog om aan deze erfbelasting te ontsnappen? De begiftigde koopt de geschonken polis af (opgelet: afkoopkosten en eventueel ook roerende voorheffing indien contract < 8 jaar) en opent eventueel een nieuw contract. De begiftigde stelt in de polis bij zijn overlijden een andere begunstigde aan. Wil u op heden nog een familiale planning via een levensverzekering (tak 21 tak 23), dan is het best om: Het contract als schenker af te kopen Het geld te schenken aan de begiftigde De begiftigde kan dan het geld opnieuw beleggen in een contract. (Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

Verlaging sociale bijdragen zelfstandigen vanaf 2016 De zelfstandigen betalen vanaf 2016 minder sociale bijdragen. Tot en met 2015 betaalt een zelfstandige 22% op zijn beroepsinkomsten. In 2016 en 2017 zal het tarief telkens met 0,5% dalen om vanaf 2018 uit te komen op 20,5%. Ook voor startende zelfstandigen (eerste 3 jaren van de activiteit) zal het bijdragepercentage dalen. Tabel 1 geeft een overzicht van de evolutie in de komende jaren. Tabel 1: percentage sociale bijdrage op jaarbasis De zelfstandigen zullen in de komende jaren dus bijdragen besparen. In tabel 2 vindt u enkele voorbeelden voor zelfstandigen vanaf het 4de jaar van de activiteit. Daarbij hebben we alleen rekening gehouden met de wettelijke sociale bijdrage, niet met de beheerskost van het sociaal verzekeringsfonds.

Tabel 2: jaarlijkse besparing in euro De overige bijdragepercentages wijzigen niet (hoogste inkomensschijf en gepensioneerden). Ook de berekeningsdrempels en -plafonds blijven dezelfde. (Bron: Acerta) Vanaf 1 januari 2010 kent de

fiscus al uw financiële rekeningen!!! Twee jaar na de afschaffing van het bankgeheim in België wordt nu een belangrijk instrument in het leven geroepen, waarmee de fiscus gemakkelijker gebruik kan maken van de nieuwe mogelijkheden om bankgegevens op te vragen. Vanaf 2014 zijn de banken verplicht om bepaalde gegevens van hun klanten en hun rekeningen of contracten één keer per jaar door te geven aan een Centraal Aanspreekpunt (CAP) van de Nationale Bank (NBB). Die gegevens worden daar maximaal 8 jaar in een register bewaard. Zo kan de fiscus nagaan bij welke financiële instelling u een rekening of contract hebt en de bank eventueel om meer info vragen. Niet alleen banken zijn verplicht om het bestaan van dergelijke rekeningen of contracten te melden aan het CAP. Ook leasingondernemingen of beleggingsvennootschappen moeten dat doen. En ook filialen of verkooppunten van buitenlandse financiële instellingen ontsnappen niet aan de meldingsplicht. Buitenlandse banken, die geen vestiging hebben in België, kunnen natuurlijk niet verplicht worden om een melding te doen aan het CAP. Maar om die lacune op te vullen, zullen Belgische belastingplichtigen met een buitenlandse rekening binnenkort zelf een melding moeten doen aan hetzelfde Centraal Aanspreekpunt. Deze nieuwe regelgeving geldt voor alle rekeningen van natuurlijke personen, rechtspersonen en de feitelijke verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid die sinds 1 januari 2010 geopend zijn en die nog geopend worden. Het heeft geen belang of deze cliënten al dan niet Belgische inwoners zijn, of ze meer- of minderjarig zijn, en of ze handelen in een privé-hoedanigheid of beroepsmatig zijn.

De fiscus mag echter uw gegevens alleen maar opvragen als hij: beschikt over aanwijzingen van belastingontduiking een indiciaire afrekening wil opstellen (geen onbelangrijk element.) de vraag van een buitenlandse zusteradministratie kreeg. De fiscus moet u altijd op de hoogte brengen als hij uw gegevens opvraagt en u de reden meedelen. De banken en kredietinstelling zijn verplicht jaarlijks alle rekeningen (spaar-, zicht- en transactierekeningen) die in de loop van het vorige jaar bestonden, door te geven aan het CAP. Dit met terugwerkende kracht tot en met het kalenderjaar 2010. Tegen 1 februari 2014 diende deze aangifte te gebeuren voor de jaren 2010, 2011 en 2012. Voor het jaar 2013 moet die informatie uiterlijk op 31 maart 2014 te worden afgeleverd. Voor kredietcontracten geldt die regel maar vanaf 1 januari 2014. Een krediet dat volledig werd terugbetaald voor 1 januari 2014 wordt dus niet doorgegeven. Het gaat dan vooral om alle mogelijke vormen van kredietverlening (hypothecaire lening, kredietopening, consumentenkrediet ) weliswaar alleen boven 200 euro en verder om leasingcontracten en overeenkomsten m.b.t. beleggingsactiviteiten. Die vindt de fiscus natuurlijk interessant voor een aanslag op basis van tekenen en indiciën: een lening voor een dure aankoop zou kunnen wijzen op een hoger inkomen dan wat men officieel aangegeven heeft in zijn belastingaangifte. Verzekeringscontracten vallen echter niet onder de meldingsplicht. Voor uw kredieten wordt alleen het type krediet en het contractnummer meegedeeld. Andere eigenschappen (zoals uw kredietbedrag of de looptijd) worden niet doorgegeven. De eerste mededeling voor bestaande contracten in 2014 moet gebeuren tegen uiterlijk 31 maart 2015. Welke gegevens dient de bank door te geven? Persoonsgegevens:

Natuurlijke personen: het rijksregisternummer Indien niet aanwezig: naam voornaam geboortedatum geboorteplaats geboorteland Rechtspersonen ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen: inschrijvingsnummer KBO. Andere klanten: volledige naam klant, rechtsvorm en land van vestiging. Rekeningnummers: De titularis of medetitularis worden doorgegeven (mandatarissen niet), ook als men maar een bepaalde periode in het jaar titularis was. Contractnummers en type contract: De hoofd- en medeondertekenaar worden doorgeven. Een borg wordt niet meegedeeld. Uw rekeningsaldo, uw bankverrichtingen en alle andere types van producten (bv. termijnplaatsingen) of rekeningen (bv. effectenrekening of pensioenspaarrekening) dienen niet doorgegeven te worden aan het CAP. Het CAP bewaart uw gegevens maximaal 8 jaar: 1. vanaf de afsluitingsdatum van het laatste kalenderjaar waarin nog identificatiegegevens werden meegedeeld; 2. vanaf de afsluitingsdatum van het kalenderjaar waarin de rekening/het contract afgesloten of beëindigd werd voor wat de gegevens van rekeningen/contracten betreft.

Vanaf 1 mei 2014 hebt u het recht om uw gegevens, die door het CAP werden opgeslagen, bij de Nationale Bank in te kijken. U kunt dat per brief aanvragen via: Nationale Bank van België, Kredietcentrales Centraal Aanspreekpunt, Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel. Bij de aanvraag moet een kopie van uw identiteitskaart gevoegd worden of als die er niet is, een verblijfsvergunning of een paspoort. U kan kosteloos de rechtzetting of verwijdering vragen van onjuiste gegevens die het Cap in zijn bezit zou hebben. (Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790) Dividend versus interimdividend versus tussentijds dividend (aangepast aan CBN advies 133-5 14/01/2009) Dividend Dividenden worden in principe toegekend op de algemene vergadering die jaarlijks bijeenkomt om het resultaat te bespreken, goed te keuren en de winstverdeling te bespreken. Op de uitkering van dividenden is een betaling van roerende voorheffing voorzien die 15% of 25% (zie voorwaarden in een ander artikel op onze website) kan bedragen en die binnen de 15 dagen na toekenning dient doorgestort te worden aan de Ontvanger.

Van de inning van de roerende voorheffing wordt volledig afgezien met betrekking tot dividenden die worden toegekend door een Belgische dochteronderneming aan een moedermaatschappij van een andere Lidstaat van de EU door een aan de vennootschapsbelasting onderworpen vennootschap aan een andere aan de vennootschapsbelasting onderworpen vennootschap, op voorwaarde dat de verkrijger, op het ogenblik van de toekenning van de inkomsten, gedurende een ononderbroken periode van ten minste 1 jaar een deelneming behouden heeft van ten minste 25 % in het kapitaal van de vennootschap-schuldenares van de inkomsten. Interim-dividend Onder welbepaalde voorwaarden is het echter toegelaten dat de raad van bestuur op een ander tijdstip kan beslissen om dividenden uit te keren. Dat heet het interim-dividend. Het gebruik van interim-dividenden is echter onderworpen aan bepaalde voorwaarden: de uitkering van een interim-dividend is voorbehouden aan de naamloze vennootschap en de commanditaire vennootschap op aandelen de statuten dienen de toekenning van interim-dividenden uitdrukkelijk toe te laten deze uitkering mag alleen geschieden op de winst van het lopende boekjaar, in voorkomend geval verminderd met het overgedragen verlies of vermeerderd met de overgedragen winst zonder onttrekking aan de reserves die volgens een wettelijke of statutaire bepaling zijn of moeten gevormd worden. Een uitkering uit de beschikbare reserves is verboden (in tegenstelling tot tussentijdse dividenden) de Raad van Bestuur dient eerst vast te stellen aan de hand van een staat van activa en passiva die niet ouder is dan twee maand dat er voldoende winst is om een interimdividend toe te kennen

het interim-dividend wordt ten vroegste zes maanden na het afsluiten van het voorgaande boekjaar toegekend, en nadat de jaarrekening van dat boekjaar is goedgekeurd na een eerste interim-dividend mag tot een nieuwe uitkering niet worden besloten dan drie maanden na het besluit over het eerste interimdividend. De Commissie is dan ook de mening toegedaan dat in een klassiek boekjaar van 12 maand slechts twee interim-dividenden mogen toegekend worden. Als de toegekende interim-dividenden uiteindelijk meer bedragen dan het jaardividend dat door de algemene vergadering werd vastgesteld/bevestigd, moet het te veel betaalde dividend worden beschouwd als een voorschot op het eventuele dividend van het volgende boekjaar. Het interim-dividend is dus steeds definitief verworven. Het is geen voorwaardelijke betaling. Deze voorwaarden maken het interim-dividend niet zo evident om toe te kennen. Boeking interim-dividenden: Bij de beslissing tot interim-dividend door het bestuursorgaan: 694 Vergoeding van het kapitaal aan 471 Dividenden over het boekjaar Bij de toekenning of betaalbaarstelling van het dividend: 471 Dividenden over het boekjaar aan 453 Ingehouden voorheffingen Bij de betaling van het dividend en de roerende voorheffing: 471 Dividenden over het boekjaar 453 Ingehouden voorheffingen aan 55 Kredietinstelling Tussentijds dividend

Een andere oplossing is het tussentijds dividend. Specifieke bepalingen in tegenstelling tot het interimdividend waartoe de Raad van Bestuur actie dient te ondernemen is het hier een bijzondere algemene vergadering die actie onderneemt op een datum die niet samenvalt met de statutair voorziene datum voor de goedkeuring van de jaarrekening. In tegenstelling tot het interimdividend waarbij de regeling specifiek is opgenomen in het Wetboek is er inzake het tussentijds dividend niets geregeld in het Wetboek, zodat we mogen aannemen dat elke bijzondere algemene vergadering, ook deze van een BVBA of een andere vennootschap, tot een toekenning van een tussentijds dividend kan beslissen. tussentijdse dividenden worden uitbetaald op basis van de beschikbare reserves zoals die blijkt uit de jaarrekening van het laatst afgesloten boekjaar, zonder dat kan worden geput uit de winst van het lopende boekjaar zoals het geval is met het interimdividend. Sommige auteurs stellen dat ook de overgedragen winst van het vorige boekjaar in aanmerking kan komen, maar hierover is zeker geen eensgezindheid. een bijzondere algemene vergadering kan op elk ogenblik van het boekjaar beslissen om aan de aandeelhouders een dividend uit te keren dat aan de beschikbare reserves wordt onttrokken, zonder daarbij de spelregels van het interimdividend te moeten volgen. nochtans is de Commissie van mening dat het niet aangewezen is een tussentijds dividend toe te kennen tussen de einddatum van het boekjaar en het moment van goedkeuren van de jaarrekening. De toekenning van een tussentijds dividend is zonder meer definitief. Een gelijkaardige boeking van de journaalposten als bij de interimdividenden is van toepassing.

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790) Werkingskosten 2014 sociaal verzekeringsfondsen Via onderstaande link kan u de werkingskosten 2014 van de verschillende sociaal verzekeringsfondsen raadplegen. Werkingskosten 2014 Nieuwe facturatieregels vanaf 2013 Vanaf 1 januari 2013 zijn er een aantal nieuwe facturatieregels van kracht. Het betreft voornamelijk volgende wijzigingen: de verplichte vermeldingen op de factuur, de aftrekbaarheid/opeisbaarheid van de BTW, de uitreikingdatum van de facturen. Vooral de wijziging van de aftrekbaarheid/opeisbaarheid van de

BTW is een zeer belangrijke aanpassing en vergt ieders aandacht. Verplichte vermeldingen op de factuur De datum van het belastbaar feit (levering van de goederen, datum prestatie) of de datum van de ontvangst van de gelden (bij voorschotten) zal op de factuur vermeld moeten worden. Er zal niet langer een verwijzing naar een wetsartikel vermeld moeten worden indien de btw wordt verlegd. De vermelding BTW verlegd of gelijkaardig in één der 23 officiële EU-talen is voldoende. Bij vrijgestelde leveringen is het voldoende te vermelden dat u de handeling vrijstelt en kort de reden omschrijft. Bijvoorbeeld: vrijgestelde handeling uitvoer van goederen. Als de klant zelf zijn factuur opstelt (bv bij online aankopen) moet op de factuur de vermelding Factuur uitgereikt door afnemer, Selfbilling of een gelijkaardige omschrijving in een andere taal komen. Opeisbaarheid en aftrekbaarheid BTW (ZEER BELANGRIJKE WIJZIGING) Tot vóór 2013 werd de BTW opeisbaar door het uitreiken van een factuur, bij het verstrijken van een periode waarin leveringen of diensten werden verricht of bij de levering van goederen. De BTW-aangifte was dus gelinkt aan de boekhoudkundige verwerking van de facturen. Vanaf 1 januari 2013 is het uitreiken van een factuur niet langer een oorzaak van opeisbaarheid. De BTW wordt wel opeisbaar van zodra een betaling ontvangen is of de levering/einde van de dienstverrichting is verricht. In de praktijk heeft dit ook een grote impact op de zogenoemde voorschotfacturen. Indien u een voorschotfactuur opmaakt zal

de BTW niet langer verschuldigd zijn louter en alleen door het opmaken van de factuur. De BTW wordt slechts opeisbaar op het ogenblik dat de leverancier de betaling van de factuur ontvangt. De klant zelf zal de BTW kunnen aftrekken vanaf datzelfde moment. Een voorbeeld: U maakt op 5/4/2013 een voorschotfactuur op, de klant betaalt op 31/5/2013, u ontvangt het geld op 2/6/2013. De BTW zal niet langer betaald moeten worden via de BTWaangifte van april, maar slechts via de BTW-aangifte van juni. Ook voor de klant is de BTW slechts aftrekbaar in de BTWaangifte van juni. Toch zal de voorschotfactuur die op 5/4/2013 opgemaakt is, niet correct zijn. Zie volgende alinea Voorschotfacturen nog mogelijk? Eén der verplichte vermeldingen om een geldige factuur op te maken en bijgevolg de BTW aftrekbaar te maken is het vermelden van het belastbaar feit. Zoals hierboven besproken is het belastbaar feit de datum van betaling of, indien reeds geleverd, de prestatie of de levering. Bij voorschotfacturen brengt dit met zich mee dat er een betaling ontvangen moet worden voorafgaandelijk aan het opstellen van de factuur. Indien u wenst dat uw klant een voorschot betaalt, zal in de praktijk een verzoek tot betaling of een proforma factuur opgesteld moeten worden en na ontvangst van de betaling de effectieve voorschotfactuur (met vermelding van de datum van de ontvangst van de gelden).

Uitreikingdatum van de factuur Vóór 1 januari 2013 moest de factuur opgemaakt worden uiterlijk de 5de werkdag van de maand volgend op de maand waarin de BTW opeisbaar was. Vanaf 1 januari 2013 dient de factuur opgemaakt te worden uiterlijk de 15de dag van de maand volgend op de maand waarin de BTW opeisbaar wordt. Tot op heden moet de BTW-aangifte ingediend worden ten laatste de 20ste van de maand. Rekening houdend met bovenstaande alinea betekent dit dat u in theorie maximum 5 dagen (3 dagen in het geval een weekend deze periode doorkuist) de tijd heeft om uw BTW-aangifte op te maken. Vanuit onze positie als boekhouder zouden wij u vriendelijk willen verzoeken niet te wachten tot de 15de, maar uw verkoopfacturen zo snel mogelijk op te stellen. In de BTWperiodes loopt de werkdruk en de hoeveelheid informatie die verwerkt moet worden hoog op binnen de boekhoudkantoren. IN DE PRAKTIJK Ondertussen is gebleken dat de nieuwe regeling inzake aftrekbaarheid van BTW belangrijke praktische gevolgen heeft in hoofde van klanten en leveranciers. Er zijn niet alleen de theoretische vragen over de toepassing van de nieuwe regels, bedrijven worden ook verplicht om vanaf 1 januari 2013 hun boekhoudsystemen aan te passen, zodat die voortaan rekening zullen houden met: de factuurdatum de betaaldatum de datum van de levering de datum van opeisbaarheid van de btw De BTW-aangifte wordt losgekoppeld van de boekhoudkundige

verwerking van de facturen!!!!! Gelet op het feit dat er twee weken vóór de inwerkingtreding nog steeds geen definitieve wet was, noch enige administratieve toelichting, was dergelijke aanpassing van de boekhoudsystemen praktisch niet meer haalbaar voor ondernemingen en is het vrijwel onmogelijk om de nieuwe regels te respecteren vanaf 1 januari 2013. Naar aanleiding van de praktische bezwaren die werden geuit, heeft de administratie nu beslist om de nieuwe regels inzake de opeisbaarheid van de BTW uit te stellen: In 2013 wordt een overgangsperiode van 12 maanden voorzien waarin zowel de leveranciers/dienstverrichters (voor wat betreft het uitreiken van facturen) als hun klanten (voor wat betreft het uitoefenen van het recht op aftrek) nog steeds de huidige regels mogen toepassen. Vanaf 1 januari 2014 zou de nieuwe regeling dan effectief moeten worden toegepast, zeker door klanten met het oog op de uitoefening van hun recht op aftrek. Voor de leveranciers/dienstverrichters zou er vanaf 1 januari 2014 nog wel in een overgangsperiode worden voorzien voor wat betreft het uitreiken van facturen. De definitieve invulling van de toepasselijke regels tijdens deze overgangsperiode, zullen in de loop van 2013 door de administratie worden gecommuniceerd. ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGING?????. wie sprak deze woorden ooit uit???? (Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)