Methodiekhandleiding. voor de netwerkgroepen

Vergelijkbare documenten
De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein

Handleiding voor het CJG

De keuze van Apeldoorn: een CJG over de volle breedte. Interview met wethouder Paul Blokhuis

De keuze van Utrecht: hulpverlenen zonder restricties. Casuïstiek: het Utrechtse buurtteam Jeugd en Gezin

Informele netwerken. Ouders ondersteunen elkaar. RadarGroep

De keuze van Kampen: transformatie in co-creatie. Casuïstiek: het Kamper Kompas

Handjehelpen. Inwerkdag 1 HBO

Handjehelpen. Inwerkdag 1 MBO

Handjehelpen Inwerkdag Social Work

Stap 7 Nabespreking met het slachtoffer en nabespreking met de steungroepleden (apart)

Collectief aanbod Jeugd Houten

Opvoeden en opgroeien doen we samen

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Grenzen stellen Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Jaarrapportage Home-Start en Home-Start+ Schagen en Hollands Kroon 2018

Richtlijn / info voor ouders. Uithuisplaatsing. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, BPSW en NIP

Opvoedingsondersteuning voor ouders van kinderen met autisme Begeleiding voor kinderen en jongeren met autisme.

Sociale Steun Stimuleren

Publiciteit en werving OSA

CURSUSSEN & TRAININGEN VOOR KINDEREN EN OUDERS

Scheiden: do s en don ts voor hulpverleners en ouders

Mentor!Wat nu? Danique Voorthuijzen Jaar 4

Scheiden doe je samen. Ieder kind reageert anders

Kind & echtscheiding. Geen lid van het gezin? ook dan kun jij een kind steunen!

Versterking in de zoektocht?

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Scheiden doe je samen. Ieder kind reageert anders

TOOLBOX TOOLBOX. Betekenisvol Contact AAN DE SLAG MET DE. Draaiboek voor twee trainingsbijeenkomsten

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?

Draaiboek voor het team Kwaliteit van verzorging en opvoeding in de residentiële jeugdzorg

Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games.

Handleiding Toolbox Mediaopvoeding

Werkbladen. Wat werkt in de pleegzorg?

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Beginsituatie. Aanpak

Voorbeeldprogramma startbijeenkomst

Advies en steun voor uw kind en uzelf

Opvoeding & Ontwikkeling

Communicatiekit Leren en Verbeteren met Ervaringen

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

LEZINGEN EN WORKSHOPS OPVOEDEN

Veelgestelde vragen over het Jeugddossier

Leven in een groep. Hoe gaat dat en wat vinden jongeren?

Pedagogische nazorg. Nazorg folder voor ouder(s)/verzorger(s) en kinderen na een ziekenhuisopname

Hertaling juni Door: Peter Eggen

SAMEN-WERKEN MET DE MENSEN OM JOU HEEN

Voorlichting Koning Willem 1 College te Den Bosch

Richtlijn / info voor ouders. Samen met ouders en jeugdige beslissen over passende hulp. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming.

Informatie voor ouders

Wat werkt in de residentiële jeugdzorg?

Toolkit. Mijn kind wil een kind. Kinderen, waar kies ik voor?

Onderwijskundige Visie

Start het gesprek en voorkom seksueel kindermisbruik *Ook voor naasten en professionals/publieke instanties

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden.

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

OPVOEDEN & OPGROEIEN

NIEUWSBRIEF Basisschool De Springschans

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

Veens trainingen. opkomen voor jezelf. samen leren. meer zelfvertrouwen. lotgenoten ontmoeten. durven vragen. een groter netwerk

Verbindingsactietraining

Naar een jeugdvisie voor de gemeente Oirschot. 16 oktober 2012

Delen is Helen. Wat kan je doen bij verlies van relatie, werk, geliefde of gezondheid

Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland

1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind

Lekker slapen. Tips voor een goede (nacht)rust

Nieuwsbrief NIEUWJAARSGROET. Centrum Jeugd en Gezin Rhenen wenst in 2013: Jaargang 2013 nr.7

Als opvoeden even lastig is

Centrum voor Jeugd en Gezin

Ouderbijeenkomst Week van de Lentekriebels

Gedragscode. Gewoon goed doen

Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland

Centrum voor Jeugd en Gezin

Lekker slapen. Tips voor een goede (nacht)rust

Lekker slapen. Tips voor een goede (nacht)rust

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

narratieve zorg Elder empowering the elderly

OVERZICHT INHOUD TRAINING

Protocol omgaan met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor vrijwilligersorganisaties

THEMAONTMOETINGEN. Er zijn ontmoetingen rondom vier thema s: Waardevol opvoeden Zelfbewust zijn Investeren in je relatie Leven met verlies

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Cursus Zorgen voor Zin bij mensen met dementie

Opgroeien met ziekte en zorg. Training voor professionals

Dip, down of depressie Hulp bij depressiviteit

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Gewoon opvoeden in Groningen

Hulpverlening Lijn5. Kom verder! LVB-ZORG PROVINCIE UTRECHT. Algemene informatiefolder voor jongeren, ouders en verwijzers

CAMPINGPASTOR WAAROM ZOU JIJ DAT NIET WORDEN, KOMENDE ZOMER? BELEEF DABAR

Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers

voor kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking of psychische problemen én hun gezin Cosis dichtbij voor hulp bij opgroeien

Optimale groei en bloei van ieder kind

De kracht van de pedagogische civil society

SAMEN-WERKEN MET DE MENSEN OM JOU HEEN

Ouders in Huis: gesprekskaarten. Gesprekskaarten Ouders in Huis - Thematische methodiek. Ontmoeten

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Appeltje van Oranje 17 januari MeeleefGezin: Samen meer! Voor 0 t/m 4 jarigen

Transcriptie:

Methodiekhandleiding voor de netwerkgroepen 1

2011 Stichting Mamma weet alles Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft deze handleiding geschreven in opdracht van de Stichting Mamma weet alles / Marina van der Wal. Auteurs Cécile Chênevert en Ingrid Ligtermoet Nederlands Jeugdinstituut Stichting Mamma weet alles Marina van der Wal Beverwijkerstraatweg 12 1901 NJ Castricum Telefoon 0251 71 40 87 Website www.mammaweetalles.nl E-mail info@mammaweetalles.nl Nederlands Jeugdinstituut Catharijnesingel 47 Postbus 19221 3501 DE Utrecht Telefoon 030-230 63 44 Website www.nji.nl E-mail info@nji.nl 2

Welkom bij Mamma weet alles! Ik ben blij dat ik je, als initiatiefneemster mag en kan verwelkomen in de grote groep ouders met pubers die hun ervaringen willen én durven delen. Je zult de komende tijd met mensen in gesprek gaan die je voorheen misschien nog nooit gezien had. Of snel, in het voorbij gaan. Vanaf vandaag ga je deze collega-ouders beter leren kennen. Gaan deze ouders van jou leren en jij (hopelijk) van hen. Sinds 2006 spreken ouders met pubers elkaar regelmatig vanuit Mamma weet alles. Sinds de start hebben we een groei meegemaakt die in één woord te vangen is: snel! Net zo snel als veel van onze puberkinderen zouden willen leven. Wat dat betreft is er in ieder geval overeenkomst. Deel uitmaken van Mamma weet alles heeft mijn leven veranderd. Als moeder blijk ik minder streng te zijn geworden. Dat hebben mijn pubers me pas geleden verteld. Ik ben minder huiverig geworden voor alle verleidingen die pubers kunnen tegen komen. Het beste voorbeeld is de naam Mamma weet alles; als je naar onze website gaat, dan kun je op de pagina waar komt die naam vandaan? lezen over de start en mijn eerste schreden op het gebied van het grote loslaten. Op een aantal andere belangrijke punten ben ik wél strenger geworden. Omdat ik ontdekt heb dat andere moeders er net zo over denken als ik dat doe. En sommige punten blijven voor mij belangrijk, gewoon omdat ik dat zo vind. De mening van andere ouders horen is dan leuk: je wordt uitgedaagd om na te denken waarom je dat zo vindt. Of waarom juist niet. Voor mij is het belangrijk geweest om te merken dat je opvoeden van pubers niet alleen doet. Dat er altijd andere ouders zijn die met je mee willen denken. Die je niet veroordelen, maar juist graag willen weten waarom je opvoedzaken aanpakt zoals je dat doet. En je dan helpen nadenken of het anders kan. Ik wens jullie als groep toe dat de komende bijeenkomsten je helpen om je eigen ideeën en meningen over opvoeden beter te begrijpen. Om te zien hoe anderen dat doen, dat opvoeden. En vooral: om enorm veel lol te hebben over de verhalen die je van elkaar hoort. Want geloof me: die pubers zorgen voor de meest bizarre, lachwekkende en ontroerende verhalen! Veel plezier! Marina van der Wal Castricum, januari 2012 3

Inhoudsopgave Inleiding 5 Hoofdstuk 1. Aanleiding, doelgroep en doelstelling 6 1.1 Aanleiding 6 1.2 Doelgroep 6 1.3 Doelstelling 6 Hoofdstuk 2. De organisatie van Mamma weet alles 8 2.1 Start 8 2.2 Duur 8 2.3 Aantal deelnemers 8 2.4 Locatie & praktische zaken 8 2.5 Coördinatie 8 2.6 De rol van het CJG 8 Hoofdstuk 3. De inhoud van Mamma weet alles 9 3.1 Startbijeenkomst 9 3.2 Verloop van de verdere bijeenkomsten 9 3.3 Algemene principes 10 3.4 Evaluatiemomenten 11 3.5 Gebruik van de toolkit 11 3.6 Website 12 3.7 Mogelijke knelpunten en vragen 12 Hoofdstuk 4. Het belang van Mamma weet alles: onderbouwing 13 4

Inleiding Voor je ligt de methodiekhandleiding van Mamma weet alles. Deze is geschreven voor deelnemers aan de bijeenkomsten van de netwerkgroepen van Mamma weet alles. De handleiding geeft aanwijzingen om de methodiek op de juiste manier uit te voeren. Het eerste hoofdstuk gaat kort in op waarom de methodiek is ontstaan en bespreekt vervolgens de doelgroep en doelen van de netwerkgroepen van Mamma weet alles. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de praktische organisatie van de netwerkgroep: hoe start de groep, hoeveel deelnemers zijn er, waar komt de groep bijeen et cetera. Vervolgens gaat hoofdstuk 3 over de inhoud van de methodiek: hoe verlopen de bijeenkomsten, wat is de tafelagenda, wat zijn belangrijke uitgangspunten, hoe wordt de toolkit gebruikt? In hoofdstuk 4 wordt tot slot het belang van de netwerkgroepen toegelicht met een brede onderbouwing. Vooraf aan de start van de bijeenkomsten is het handig deze methodiekhandleiding door te lezen. De handleiding kan tijdens de bijeenkomsten erbij gepakt worden om bepaalde onderdelen terug te zoeken. 5

1. Aanleiding, doelgroep en doelstelling 1.1 Aanleiding Bij het opvoeden van pubers staan ouders er steeds meer alleen voor. Toen de kinderen nog kleiner waren was het schoolplein een ontmoetingsplek om te praten over opvoeding, maar pubers gaan zelfstandig naar school en ouders zien elkaar onderling nauwelijks. Onzekerheid over de eigen manier van opvoeden neemt daarmee toe. Er is immers niemand die even een steuntje in de rug geeft of de bevestiging en erkenning geeft die gewenst is. Zeker in de puberleeftijd verandert er veel in de relatie die ouders met hun kinderen hebben. Andere thema s, als roken, uitgaan en huiswerk, spelen een rol in de opvoeding. Ouders hebben in deze fase behoefte aan informatie en uitwisseling. Veel ouders herkennen zich niet in het aanbod van opvoedingscursussen. Vaak zijn deze cursussen probleemgericht. Terwijl ouders geen grote problemen ervaren, maar juist herkenning, erkenning en uitwisseling van informatie zoeken. Vanuit deze achtergrond zijn de netwerkgroepen van Mamma weet alles ontstaan. Sinds kort ben ik gescheiden en sta er als vader grotendeels alleen voor. De groepen bieden mij een mogelijkheid om op een gelijkwaardige manier met andere ouders over dagelijkse zaken in de opvoeding te praten zonder dat er meteen de risico s die bij een scheiding horen bijgehaald worden. Voor mij betekent dit dat ik me vrijer voel in het uiten van mijn vragen en elke bijeenkomst bevestigd wordt in mijn gevoel dat het eigenlijk heel goed gaat met mijn pubers. Vader uit een van de groepen 1.2 Doelgroep Mamma weet alles is er voor ouders (dus zowel moeders als vaders) van pubers die graag ervaringen over de opvoeding van hun kinderen willen uitwisselen met andere ouders. De groepen kunnen naar wens zowel alleen met vaders/moeders als gemengd plaatsvinden. Iedere ouder met kinderen in de puberleeftijd is in principe welkom. Het is daarbij belangrijk dat de deelnemers: Nieuwsgierig zijn Open staan voor de ideeën van anderen Ervaringen over de opvoeding willen delen Elkaar gelijkwaardig behandelen Periodiek de groep deelnemers thuis willen ontvangen De netwerkgroepen van Mamma weet alles zijn niet voor ouders die hulp zoeken of nodig hebben. Ouders met problemen worden doorverwezen naar het CJG. Omdat de netwerkgroepen zelfsturend zijn, is het handig om binnen de groep een paar deelnemers te hebben die ervaring hebben met het aansturen van groepen. Tenslotte werkt Mamma weet alles regionaal en is het dus belangrijk dat de deelnemers bij elkaar in de regio wonen. Specifieke groepen Er zijn ook netwerkgroepen van Mamma weet alles voor specifieke groepen, zoals ouders van adoptiekinderen, alleenstaande ouders en ouders van kinderen met een beperking. In de praktijk blijkt dat deze ouders weinig steun ervaren in de puberteitsfase van hun kinderen, terwijl ze in die fase juist wel veel 6

vragen hebben. Het biedt deze ouders steun en herkenning om al die vragen met andere ouders in dezelfde situatie te bespreken. De specifieke groepen werken volgens dezelfde principes als de reguliere groepen. 1.3 Doelstelling Het doel van Mamma weet alles is ouders van pubers een mogelijkheid te geven om op een laagdrempelige manier kennis en ervaringen uit te wisselen over de opvoeding en zo opvoedproblematiek voor te zijn. Kernwoorden van Mamma weet alles zijn: Laagdrempeligheid Gelijkwaardigheid Uitwisseling van kennis en informatie Erkenning Herkenning Zelfsturend Uitgaan van de kracht van de ouders zelf Door Mamma weet alles heeft mijn moeder geleerd om niet steeds te zeggen maar toen ik vroeger zo oud was als jij Andere moeders hebben haar geleerd dat kinderen van nu in een andere wereld leven. We hebben met elkaar grenzen voor nu afgesproken. Voor mij is dit voordeliger, ik mag iets meer dan eerst. Maar daar staat tegenover dat ik nu wel weet dat mijn moeder het eng vindt om me los te laten. Ik hou me daarom aan de afgesproken staptijden. Eerst hadden we elk weekend ruzie, net zoals bij heel veel vriendjes. Ik ga niet meer stiekem het huis uit, s avonds laat. Nu maken we afspraken. Het is het afgelopen jaar gezelliger geworden. Want over andere dingen maken we ook eerder afspraken. Dat is fijner dan dat er meteen een regel wordt gegeven waar je je aan moet houden. Puber, 17 jaar 7

2. De organisatie van Mamma weet alles 2.1 Start Voordat de netwerkgroep Mamma weet alles kan starten wordt er eerst een groep gevormd. Het plaatselijke CJG kan hierin de leiding nemen. Dit toeleidingstraject wordt beschreven in een aparte handleiding voor het CJG. Daarnaast zijn er ook groepen die zelf starten zonder de tussenkomst van een CJG-medewerker. 2.2 Duur De deelnemers komen ongeveer eens per zes weken een avond bij elkaar. Het is handig om hiervoor een vaste avond te kiezen die de deelnemers schikt. De avond start om 20.00 uur en duurt tot 22.00 uur. De deelnemers bepalen zelf hoe lang zij doorgaan met de bijeenkomsten. Het kan zijn dat een netwerkgroep een jaar of soms wel 3 jaar (of langer) bijeen komt. De evaluatiemomenten ( 3.4) zijn een geschikt moment om te overleggen of de groep nog door wil gaan. 2.3 Aantal deelnemers Een groepsgrootte van minimaal acht ouders werkt het prettigst. Op die manier zijn er altijd voldoende mensen aanwezig om de casussen mee te bespreken. De groep bepaalt zelf of zij een gemengde groep (vaders & moeders) of een homogene groep wil (alleen maar moeders of vaders). Als er nog niet genoeg deelnemers zijn, kunnen groepen ondersteuning vragen bij het plaatselijke CJG om meer ouders te vinden. Natuurlijk kunnen de deelnemers ook zelf nieuwe deelnemers werven. Meestal wordt de groep tussentijds niet uitgebreid. Mocht dit gewenst zijn door afvallende deelnemers dan neemt de coördinator van de groep (zie 2.4) contact op met het CJG. Gezamenlijk wordt dan bekeken of er nieuwe deelnemers in de regio beschikbaar zijn. Het CJG zal samen met de nieuwe deelnemers aanschuiven tijdens de eerstvolgende bijeenkomst. Het is niet toegestaan om extra deelnemers (om ongegronde redenen) te weigeren. 2.4 Locatie & praktische zaken De bijeenkomsten van Mamma weet alles vinden meestal afwisselend bij de deelnemers thuis plaats. In sommige gemeenten vinden de bijeenkomsten plaats op een CJG-locatie. Het CJG zorgt voor een deelnemerslijst voor alle deelnemers en spreekt met hen af bij wie en wanneer de eerste bijeenkomst is. Als de bijeenkomsten bij mensen thuis plaatsvinden, betalen zij elke bijeenkomst 1,- aan de gastvrouw/-heer voor de koffie en thee. 2.5 Coördinatie Tijdens de eerste bijeenkomst spreken de deelnemers af welke deelnemer de coördinator van de groep wordt. Deze persoon leidt de bijeenkomsten en maakt een schema met de bijeenkomsten en de locaties voor het komende (half)jaar. Het coördinatorschap kan indien gewenst per (half) jaar rouleren onder de deelnemers. De coördinator neemt bij knelpunten en vragen contact op met het CJG. 2.6 De rol van het CJG Het CJG is verantwoordelijk voor het zoeken en werven van ouders die aan een netwerkgroep willen deelnemen. De CJG-medewerker die contactpersoon is voor de groep vult vooraf aan de eerste bijeenkomst de toolkit aan met relevant foldermateriaal van lokale instanties (of geeft in de eerste bijeenkomst aan waar deze folders op de website van het CJG te vinden zijn). Alleen bij de eerste bijeenkomst is deze CJGmedewerker aanwezig. Als de groep dat wenst, zal de CJG medewerker ook aanschuiven tijdens de evaluatiemomenten. Tenslotte is de CJG medewerker als achterwacht beschikbaar voor vragen/knelpunten 8

van deelnemers. Als een deelnemer graag extra hulp wil bij een opvoedingsvraag kan de CJG-medewerker een luisterend oor bieden en indien gewenst doorverwijzen naar passende hulp. 9

3. De inhoud van Mamma weet alles 3.1 Startbijeenkomst Tijdens de startbijeenkomst staat kennismaking met elkaar en de methodiek van stichting Mamma weet alles centraal. De CJG-medewerker is tijdens de startbijeenkomst aanwezig en zal deze ook leiden. Er wordt gestart met een voorstelrondje. De CJG-medewerker zal vervolgens deze methodiekhandleiding en de toolkit aan de deelnemers overhandigen en toelichten. Daarna legt de medewerker uit hoe de tafelagenda werkt. Vervolgens speelt de groep meestal het puberkwartet (zie 3.5). Dit kwartet gaat over allerlei thema s die pubers en hun ouders tegenkomen en zorgt daarmee voor veel herkenning bij de deelnemers. Als ouders liever direct starten met de tafelagenda, dan gebeurt dat. Tot slot kiest de groep gezamenlijk een coördinator (één van de deelnemers) die de bijeenkomsten de komende tijd zal leiden en een overzicht voor de komende bijeenkomsten zal maken (locatie en data). 3.2 Verloop van de verdere bijeenkomsten Bij de verdere bijeenkomsten is het CJG niet aanwezig en werkt de groep zelfsturend. De schrik was enorm groot toen wij ontdekten dat onze dochter van 17 jaar een relatie met een volwassen man had. Het feit dat ik als moeder een groep van MWA had om raad te vragen heeft ons veel verdriet bespaard; moeders die vanuit hun eigen moederschap raad gaven en er mede voor hebben gezorgd dat we, naast onze teleurstelling en boosheid, vooral hebben ingezet op onze relatie met ons kind. Ook naar de betreffende persoon hebben we door deze ondersteuning niet vanuit onze emotie gereageerd. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in begrip, gesprek én in samenwerking om een verdere ontwikkeling in deze relatie stop te zetten. De relatie met onze dochter is hierdoor positief beïnvloed: deze is beter dan voor de ontdekking van deze ontwikkelingen. Moeder uit een van de groepen Start Bij de start van de avond is het goed om een kwartiertje de tijd te nemen om koffie/thee in te schenken en even bij te praten met elkaar. Met elkaar zorgt de groep ervoor dat dit niet uitloopt en de casusbespreking op tijd begint. De tafelagenda Na het eerste kwartier start de groep met de casusbespreking. Tijdens de bijeenkomsten wordt gewerkt met de tafelagenda. De tafelagenda is gebaseerd op de incidentmethode. Dit is een intervisiemethode waarin telkens een casus centraal staat die met de groep uitgebreid besproken wordt. We spreken bij Mamma weet alles niet echt van incidenten, maar van situaties. Door op deze manier met elkaar in gesprek te gaan word je geholpen je te verplaatsen in de situatie van de verteller, degene die de situatie brengt. Het doel van de bespreking volgens de tafelagenda is dat je de reacties van andere ouders leert kennen. Door de kennis en ervaring van de deelnemers te koppelen aan een gebeurde situatie krijgt iedereen de mogelijkheid in de praktijk te leren. 10

De tafelagenda bestaat uit een aantal stappen. Het volgen van de stappen brengt structuur in het gesprek en geeft iedereen de mogelijkheid om actief deel te nemen aan het gesprek. De stappen op een rij, waarbij de coördinator de tijd bewaakt: Stap 1: beschrijving van de situatie. Inbrengen van een voorval en keuze van de situatie Iedereen beschrijft om de beurt een situatie die de afgelopen tijd is voorgevallen tussen de ouder en de puber. Deze beschrijving hoeft niet negatief te zijn, maar kan ook positief zijn. Een handleiding voor het geven van de beschrijving is: Wie was er aanwezig? Wat gebeurde er? Als iedereen een situatie heeft beschreven, kiest de groep samen welk voorval deze bijeenkomst wordt behandeld. Dit hoeven niet alleen heftige situaties te zijn, elke situatie kan de moeite waard zijn om te bespreken. Duur: ongeveer 20 minuten. Stap 2: verder vertellen over het gekozen voorval De deelnemer wiens voorval is gekozen om in de groep te bespreken, vertelt er verder over. Vertel alleen wat er gebeurt is alsof je een filmer bent die de gebeurtenis verslaat. Vertel nog niet precies wat je gedaan hebt. Je kunt er voor kiezen om je vragen, twijfels en dilemma s te delen met de groep. Duur: ongeveer 5 minuten Stap 3: Vragen stellen ter verduidelijking De andere deelnemers mogen aan de verteller vragen stellen. Wat is je opgevallen? Of waar mis je nog informatie? De coördinator houdt de tijd in de gaten en zorgt dat verschillende mensen het woord krijgen. Duur: ongeveer 5 minuten Stap 4: Informatieronde Het voorval is nu helder voor alle deelnemers. Nu kunnen ze alles vragen wat ze verder nog willen weten. Het voorval blijft centraal staan. Wat de verteller zelf gedaan heeft doet er in deze fase nog niet veel toe. Let er op dat je echt vragen stelt en dat de vragen geen verkapte adviezen, terechtwijzingen of veroordelingen zijn. De verteller beantwoord de vragen zoveel mogelijk. Duur: ongeveer 15 minuten Stap 5: Bespreken van de situatie De deelnemers bespreken hoe zij zouden reageren op het ingebrachte voorval. Hoe zou je zelf met de situatie om (willen) gaan? Duur: ongeveer 30 minuten Stap 6: Wat is er echt gebeurd? De verteller licht toe wat hij/zij in deze situatie heeft gedaan en waarom. Duur: ongeveer 5 minuten Stap 7: Stuurlui aan wal De verteller geeft aan welke adviezen bruikbaar zijn voor hem/haar. Met elkaar worden de voor- en nadelen van een bepaalde aanpak besproken. Duur: ongeveer 10 minuten Gedurende de avond kan de groep besluiten even pauze te nemen. De coördinator bewaakt wederom de tijd. De tafelagenda is ook beschreven in een boekje in de toolkit (zie 3.3). Dit boekje kunnen de deelnemers erbij houden tijdens de bijeenkomst. 11

Terugblikken De volgende bijeenkomst start meestal met het terugblikken op de casus van de vorige keer. Hebben de adviezen gewerkt? Wat heeft het geleerde opgeleverd in de praktijk? De groep blikt hier kort op terug en begint dan weer opnieuw met de stappen uit de tafelagenda. Thema s van bespreking Elk thema in de opvoeding van pubers kan besproken worden. De situatie, zoals hierboven beschreven, staat daarbij centraal. Thema s die veel terugkomen zijn: huiswerk, relaties, alcohol, seksualiteit, uitgaan en internetgebruik. De deelnemers kunnen ervoor kiezen om voorbereidend op de volgende bijeenkomst één thema te kiezen om situaties over te verzamelen. Dat thema staat dan de volgende bijeenkomst centraal. 3.3 Algemene principes Bij de uitvoering van de methodiek gelden twee algemene principes: Positieve gespreksvoering De gesprekken gaan altijd uit van de regels van positieve gespreksvoering. Deze regels zijn: We veroordelen niemand op zijn of haar acties of meningen Er bestaat geen goed of fout We willen van elkaar leren We geven van blijk van waardering voor iemands openhartigheid Met elkaar zorgen we ervoor dat niemand in de aanval of verdediging hoeft te gaan Geheimhoudingsplicht Tijdens de netwerkgroepen staan openheid en veiligheid centraal. De situaties die besproken worden zijn vaak erg intiem en privé. De deelnemers stellen zich daarmee open en kwetsbaar op. Een gevoel van veiligheid is dan essentieel om de bijeenkomsten te laten slagen. Om deze redenen spreken de deelnemers af dat zij nooit buiten de bijeenkomsten om, met derden informatie uitwisselen over wat in de bijeenkomsten besproken is. Alle deelnemers ondertekenen hiervoor bij aanvang een geheimhoudingsverklaring. 3.4 Evaluatiemomenten Minimaal eens per jaar (of halfjaarlijks) ruimt de groep tijdens een reguliere bijeenkomst tijd in voor een evaluatie. De CJG-medewerker schuift dan indien gewenst aan. De groep evalueert de gang van zaken tot zover. De feitelijke methodiek van Mamma weet alles staat tijdens de evaluatie niet ter discussie, maar wel zaken als: groepsgrootte, wisseling van coördinatorschap, cyclus van de bijeenkomsten, gang van zaken tijdens de bijeenkomsten (veilige sfeer, voldoende afwisselinge.d.) en voortgang van de bijeenkomsten. De coördinator leidt de bijeenkomst. Belangrijke vragen hierbij zijn: Welke zaken willen we behouden? Waar zijn we tevreden over? Welke zaken willen we anders doen? En hoe dan? Start hierbij altijd met wat er goed gaat, waar mensen tevreden over zijn. Voor de coördinator is het verder van belang dat: Iedereen aan de beurt komt Elkaars mening gerespecteerd wordt Er wordt gesproken over een oplossing voor bepaald knelpunt Zaken die afgesproken zijn, herhaald worden Als de CJG-medewerker niet bij de bijeenkomst aanwezig is, stelt de coördinator de CJG-medewerker op de hoogte van de gemaakte (nieuwe) afspraken. 12

Ik vind het gewoon leuk om met andere ouders te praten over opvoeding. Elke keer weer realiseer ik me hoe verschillend ouders over opvoeden denken, hoe anders andere ouders zaken aanpakken. Zelf heb ik hier veel van geleerd en soms reageer ik anders op situaties. Eén van mijn kinderen heeft dit inmiddels in de gaten en kan dan plagend zeggen he, heb ik dit aan de moeders te danken? Voor mij betekent het deelnemen aan de MWA groepen, dat mijn kijk op opvoeden verbreed is. Moeder uit een van de groepen 3.5 Gebruik van de toolkit Tijdens de startbijeenkomst wordt de toolkit overhandigd door de CJG-medewerker. De toolkit is een tas met materiaal voor de netwerkgroep. De tas bevat materiaal dat ingezet wordt tijdens de bijeenkomsten zelf, en materiaal dat optioneel gebruikt kan worden naast de bijeenkomsten. Hieronder wordt per product toegelicht hoe en wanneer het door de deelnemers gebruikt kan worden. De tafelagenda De tafelagenda zoals hierboven toegelicht, wordt ook toegelicht in een compact boekje in de toolkit. Dit boekje kunnen deelnemers bij de hand houden tijdens de bijeenkomsten. Het biedt zeker in het beginhouvast om de tafelagenda goed te gebruiken. De boeken In de toolkit zitten twee boeken over het opvoeden van pubers en de ontwikkeling van pubers, te weten: Het puberbrein binnenstebuiten van Huub Nelis en Yvonne van Stark Groeigids Puberteit van de GGD Amsterdam De boeken zijn goed leesbaar en bieden aanvullende informatie over pubers en de opvoeding. De deelnemers kunnen de boeken thuis zelf lezen. Dit kan bijvoorbeeld door een roulatiesysteem binnen de groep. Bij groepen die al lang samenkomen kunnen de boeken eventueel als variatie op de standaardbijeenkomst, besproken worden in een bijeenkomst. Het puberkwartet De toolkit bevat ook een puberkwartet. Dit kwartet wordt tijdens de startbijeenkomst gebruikt om kennis te maken met elkaar en met typische puberthema s. Het kwartet zorgt vaak voor veel herkenning binnen de groep. Deelnemers kunnen het kwartet ook thuis spelen om bepaalde onderwerpen bespreekbaar te maken met hun puber. Hiervoor kan de groep, net als bij de boeken een rouleersysteem afspreken. Foldermateriaal De toolkit bevat tenslotte folders of een link naar de CJG website met folders over thema s die tijdens de bijeenkomsten vaak terugkomen, zoals alcohol, internet en seksualiteit. De informatie is te gebruiken als aanvulling op het bespreken van het thema door de groep zelf. De deelnemers kunnen indien gewenst de folders of de website erbij nemen tijdens de gezamenlijke bespreking van het thema. Dit kan ook individueel thuis. Als ouders nog vragen hebben kunnen ze via de folders of de website ook contact opnemen met specifieke instanties. De informatie op zich zal echter vaak al genoeg houvast bieden. 13

3.6 Website De website van Mamma weet alles bevat veel informatie over de verdere activiteiten van stichting Mamma weet alles. Ook kunnen ouders er meerdere boekentips en informatie vinden over opvoeding en puberteit. 3.7 Mogelijke knelpunten en vragen Mochten er knelpunten ontstaan in de groep dan lost de groep dit in principe zelf op. Indien gewenst kunnen de deelnemers een beroep doen op de CJG medewerker. Ook bij vragen kunnen de deelnemers altijd bij deze medewerker terecht. Dit contact zal meestal verlopen via de coördinator. Het staat iedere deelnemer echter vrij om contact op te nemen met de CJG medewerker. 14

4. Het belang van Mamma weet alles: onderbouwing Dat er behoefte is aan uitwisseling en sociale steun tussen ouders van pubers is zonder meer te concluderen uit het feit dat er steeds meer netwerkgroepen Mamma weet alles zijn, verspreid over heel Nederland. Maar niet alleen het succes ervan geeft het belang aan. Waarom netwerkgroepen voor ouders van pubers van belang zijn, is vanuit verschillende invalshoeken te onderbouwen: vanuit maatschappelijke overwegingen en ontwikkelingen, vanuit onderzoek en literatuur, en vanuit een wettelijk kader. Hieronder worden deze invalshoeken toegelicht. Voor jou als deelnemer kan dit interessante achtergrondinformatie zijn. Voor het starten van de netwerpgroepen is dit echter niet noodzakelijk. Maatschappelijke overwegingen en ontwikkelingen In eerste instantie zijn er maatschappelijke overwegingen en ontwikkelingen die voor informele netwerkgroepen als die van Mamma weet alles pleiten. Informele netwerken tussen ouders hebben namelijk een belangrijke betekenis voor het opvoeden en opgroeien, zo redeneert de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO, 2008). Deze netwerken zijn tot steun zijn bij onzekerheden, vragen of problemen in de opvoeding en een vanzelfsprekende bron van (ervarings) kennis en kunde zijn waar het opgroeiende kinderen en opvoeding betreft (Uit: De kracht van de pedagogische civil society, NJi 2010 ). Vanuit deze maatschappelijke overweging is het een negatieve ontwikkeling te noemen dat ouders steeds minder onderlinge steun ervaren. Volgens de RMO heeft dat te maken met allerlei maatschappelijke ontwikkelingen zoals: Gezinnen verhuizen vaker. Ouders werken vaak niet in de buurt van waar zij wonen. Sociale media als internet zorgen ervoor dat ouder meer tijd achter de computer doorbrengen en dan minder tijd hebben om elkaar te ontmoeten. De verzakelijking op scholen zorgt ervoor dat er minder ruimte is voor betrokkenheid en het investeren in relaties. Steeds minder mensen zijn verbonden aan een kerk of vereniging waar ze meer vanzelfsprekend een sociaal netwerk. Met andere woorden: in onze samenleving veranderen dingen waardoor informele netwerken tussen ouders wegvallen. Dit zou op andere manieren opgevangen moeten worden omdat informele sociale steun belangrijk is voor ouders. Theoretische onderbouwing Verschillende onderzoeken en literatuurbronnen bevestigen het belang van informele sociale steun tussen ouders, en specifiek tussen ouders van pubers. Samen vormen zij de theoretische onderbouwing van Mamma weet alles. Het balansmodel Het belang van sociale steun wordt bijvoorbeeld benadrukt in het balansmodel (Bakker e.a. 1997). Dit model gaat ervanuit dat opvoeding een proces is waar ouder-, gezins- én omgevingsfactoren een rol spelen. Het model maakt duidelijk dat vragen of problemen niet altijd oplosbaar zijn op het niveau van het kind of het gezin: it takes a village to raise a child. Daarmee is informele sociale steun volgens dit model een belangrijke beschermende factor die de draagkracht van ouders kan vergroten. Onderzoek bevestigt het belang van sociale steun dat het balansmodel uitdraagt. Zo blijkt uit onderzoek van Polanski (Baartman 2009 in RMO/RVZ 2009) dat hoe hoger de kwaliteit van de sociale omgeving is, hoe beter de kwaliteit van het ouderschap is. En Schreiber (2006) benoemt nog andere effecten van sociale steun: een vermindering van isolatie en een toename van opvoedingsvaardigheden en kennis. Het verbindt ouders met samenlevingsbronnen, zorgt voor ontspanning van de opvoedingsdruk, steunt relaties tussen ouders en hun kinderen en helpt met het beschermen van families tegen kindermishandeling en disfunctie in de familie (www.nji.nl). 15

Behoefte van ouders Ook uit onderzoek naar de behoeften van ouders aan steun bij de opvoeding (Van Egten e.a. 2008) blijkt dat ouders behoefte hebben aan informele steun bij de opvoeding. Zij zoeken die steun bij partner, familie en vrienden maar ook bij andere ouders. De onderzoekers stellen vast dat uitwisseling met andere ouders los van familie en vrienden, een belangrijke steun is in de opvoeding. Waarom dat zo is verwoordt van Egten als volgt: Vooral bij andere ouders met kinderen in dezelfde leeftijd kunnen ouders begrip vinden. Ook reiken andere ouders vaak tips of oplossingen aan voor bepaalde problemen. Een ouder vertelt dat ze het zeer fijn vindt om met andere ouders over de opvoeding te praten omdat zij niet direct betrokken zijn bij de opvoeding en dus met een frisse blik naar bepaalde problemen kunnen kijken in vergelijking met personen die dichterbij de opvoeding van hun kinderen staan zoals grootouders of andere familie. Wat maatschappelijke ontwikkelingen en theoretische modellen aangeven, wordt door ouders zelf in onderzoek dus ook bevestigd. De Puberfase Als kinderen ouder worden lijken contacten tussen hun ouders onderling te verwateren, te verdwijnen, terwijl kinderen dan juist in een kwetsbare periode komen. Ouders kunnen elkaar juist steunen en van elkaar leren. Het zou goed zijn om actief te stimuleren dat contacten tussen ouders behouden blijven. Natuurlijke ontmoetingsplekken zijn er voor deze leeftijdsgroep en hun ouders minimaal (Uit: It takes a village to raise a child, Paes en Sohier 2010) Niet alleen verandert er - zoals aangegeven in de vorige paragraaf -maatschappelijk veel waardoor ouders steeds minder vanzelfsprekend contact hebben. Het is ook de leeftijdsfase van pubers die ervoor zorgt dat er veel verandert (zie bijvoorbeeld Kohnstamm 2011). De puberteit wordt in deze bronnen beschreven als een nieuwe periode waarin kinderen snel veranderen, gevoelig zijn voor tal van invloeden en in het proces van loslaten en begeleiden andere zorg en aandacht nodig hebben dan in de basisschoolleeftijd nodig was. Daarbij moeten ook ouders het wiel opnieuw uitvinden; ook voor hen breken er andere tijden aan. Andere thema s, als roken, uitgaan en huiswerk, spelen een rol in de opvoeding. En bij al deze veranderingen staan ouders van pubers staan er ook nog eens steeds meer alleen voor. Toen de kinderen nog kleiner waren diende het schoolplein als punt van informatie overdracht over de opvoeding. Maar pubers gaan zelfstandig naar school en ouders treffen elkaar onderling nauwelijks op deze natuurlijke ontmoetingsplekken. Dat stelt ook het citaat hierboven (Paes en Sohier 2010) treffend. Wettelijke kaders Vanuit de maatschappelijke ontwikkelingen en wetenschappelijk bewijs volgen idealiter wettelijke kaders, ook als het gaat om het stimuleren van informele sociale steun tussen ouders. Dat is voor gemeenten zeker het geval. De 'Wet maatschappelijke ondersteuning' (Wmo) is namelijk gericht op het versterken van de eigen kracht van burgers. Deze wet geeft gemeenten de taak om wederzijdse ondersteuning in sociale netwerken te stimuleren en te faciliteren, zodat burgers- en dus ook ouders- elkaar kunnen ondersteunen in sociale verbanden. Waarom stimuleren niet alle gemeenten dan grootschalig informele sociale netwerken? Dat komt doordat de Wmo zich richt op burgers met dreigende problemen en dat zijn ouders van pubers meestal niet. Toch is er hoop, want als gevolg van de probleemgerichte benadering willen steeds meer gemeenten nu toch richting positief jeugdbeleid met daarin aandacht voor een positieve en betrokken sociale omgeving. 16

Literatuur en bronnen Bakker, I., Bakker, K., Dijke, A. van. & Terpstra. L.(1997). O+O=O2: naar een samenhangend beleid en aanbod van opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering voor kinderen en ouders in risicosituaties. Utrecht: Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn(NIZW). Dijk, M. Van & M. Gemmeke (2010) De kracht van de pedagogische civil society. Utrecht: NJi Egten, C., van., Zeijl, E., Hoog, S. de., Nankoe, C & Petronia, E. (2008). Gezinnen van de Toekomst. Opvoeding en Opvoedingsondersteuning. Den Haag: E-Quality. Kohnstamm, R. (2011) Kleine ontwikkelingspsychologie. De puberjaren. Houten: Bohn, Stafleu, Van Loghum Paes, M. & R. Sohier (2010) It takes a village to raise a child : steun van ouders, buurtbewoners en vrijwilligers bij het opgroeien. Den Bosch : PRMVZ Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) (2008). Tussen flaneren en schofferen: een constructieve aanpak van het fenomeen hangjongeren. Amsterdam: SWP Uitgeverij. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) & Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ) (2009). Investeren rondom kinderen. Den Haag: RMO/RVZ Winter, M. De (2011) Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding. Amsterdam: SWP www.nji.nl 17

Het Nederlands Jeugdinstituut: hét expertisecentrum over jeugd en opvoeding Het Nederlands Jeugdinstituut is het landelijk kennisinstituut voor jeugd- en opvoedingsvraagstukken. Het werkterrein van het Nederlands Jeugdinstituut strekt zich uit van de jeugdgezondheidszorg, opvang, educatie en jeugdwelzijn tot opvoedingsondersteuning, jeugdzorg en jeugdbescherming evenals aangrenzende werkvelden als onderwijs, justitie en internationale jongerenprojecten. Missie De bestaansgrond van het Nederlands Jeugdinstituut ligt in het streven naar een gezonde ontwikkeling van jeugdigen, en verbetering van de sociale en pedagogische kwaliteit van hun leefomgeving. Om dat te kunnen bereiken is kennis nodig. Kennis waarmee de kwaliteit en effectiviteit van de jeugd- en opvoedingssector kan verbeteren. Kennis van de normale ontwikkeling en opvoeding van jeugdigen, preventie en behandeling van opvoedings- en opgroeiproblemen, effectieve werkwijzen en programma s, professionalisering en stelsel- en ketenvraagstukken. Het Nederlands Jeugdinstituut ontwikkelt, beheert en implementeert die kennis. Doelgroep Het Nederlands Jeugdinstituut werkt voor beleidsmakers, staffunctionarissen en beroepskrachten in de sector jeugd en opvoeding. Wij maken kennis beschikbaar voor de praktijk, maar genereren ook kennisvragen vanuit de praktijk. Op die manier wordt een kenniscyclus georganiseerd, die de jeugdsector helpt het probleemoplossend vermogen te vergroten en de kwaliteit en effectiviteit van de dienstverlening te verbeteren. Producten Het werk van het Nederlands Jeugdinstituut resulteert in uiteenlopende producten zoals een infolijn, websites, tijdschriften, e-zines, databanken, themadossiers, factsheets, diverse ontwikkelings- en onderzoeksproducten, trainingen, congressen en adviezen. Meer weten? Wilt u meer weten over het Nederlands Jeugdinstituut of zijn beleidsterreinen, dan kunt u terecht op onze website www.nji.nl. Wilt u op de hoogte blijven van nieuws uit de jeugdsector? Neem dan een gratis abonnement op onze digitale Nieuwsbrief Jeugd. 18