Componentspecificatie Bovenbouw

Vergelijkbare documenten
Rij kswaterstaat Programma s, Projecten en Onderhoud

Vraagspecificatie Eisen

Stellingen voor bij de koffie

C wegdek 2002 het verhaal er om heen! Marc Eijbersen Jan Hooghwerff

Stil Stiller? : Ruim 10 jaar stille wegdekken provincie Gelderland. Harco Kersten Provincie Gelderland; Afdeling Uitvoering werken

Dr.ir. Jacob Groenendijk KOAC-NPC

Asfalt op brugdekken. Jacob Groenendijk Ook namens Jan Voskuilen (RWS-DVS) en Paul Spencer (RWS-DI) Infradagen 2012

Berekening wegverkeerslawaai Standaard Rekenmethode I - Reken- en Meetvoorschrift Geluid 2012

Monitoring dunne geluidreducerende asfaltdeklagen

STANDAARD RAW BEPALINGEN 2015 HOOFDSTUK ASFALTVERHARDINGEN

Honingerdijk. Stroeheidsmetingen. Concept. Projectcode YL8E30. Datum 9 maart Versie concept. werf Kralingen. ing. G.

Wehner/Schulze proef als methode voor de bepaling van de aanvangsremvertraging.

Annemarie van Beek Milieu en Natuurplanbureau Jan Hooghwerff M+P raadgevende ingenieurs

Standaard RAW Bepalingen Errata (Gepubliceerd 01 maart 2016)

Herziening geluidwetgeving 2012 en het effect voor wegverhardingen

Nieuwe opruwmethode voor ZOAB-wegdekken

Presentatie 12 november 2015 Wegdeklabel

RAW1040 Bladnr. 1 van 5 Afdrukdatum:

SMA-NL 8G+; Steenmastiekasfalt akoestisch geoptimaliseerd

Zijn stille wegdekken duur?

Handleiding Kostentool Stille Wegdekken

Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt --Adviesbureau en laboratorium--

Hoe voorkom je walsschade bij onderhoud aan ZOAB?

Akoestische achteruitgang stille wegdekken afhankelijk van verkeersintensiteit!!

A.1.2 Wat wordt verstaan onder het schadebeeld kantopsluiting Bij kantopsluiting wordt de zijdelingse steun aan de rand van de verharding beoordeeld

PenTack. Preventief asfaltonderhoud. Duurzaam. 60% Kostenbesparing. Snel & efficiënt. Milieuvriendelijk. Voor alle soorten asfalt

Bepaling van de indringingsdiepte van een rafelingscorrigerende maatregel voor ZOAB

Meer informatie over asfalt, voor- en nadelen kan u raadplegen op onze partnersite:

Aanpassingen in RAW-deelhoofdstuk 31.2 Asfaltverhardingen

Transportlawaai: Welke lokale acties om er iets aan te doen?

Aanvangstroefheid en andere aspecten van duurzamere ZOAB

Luidheid bij Belgische wegverhardingen. Barbara Vanhooreweder Agentschap Wegen en Verkeer Vlaamse Overheid

Keuzes maken bij de aanleg van geluidarme wegverhardingen. Frits Stas en Jacob Groenendijk KOAC NPC

Leidraad voor de beoordeling van de waterdichtheid van asfaltverhardingen op kunstwerken (beton en staal)

OPPERVLAKBEHANDELINGEN OP BRUGGEN EN VIADUCTEN

De invloed van boor- en zaagwerkzaamheden op de korrelverdeling van gap-graded mengsels

Normblad: 1 / 5 mei 2016

Geluid: wat mag je verwachten gedurende de hele levensduur. ing. Ronald van Loon M+P raadgevende ingenieurs

Deelhoofdstuk 31.2 Asfaltverhardingen

Stille Wegdekken. dr.ir. J. Groenendijk KOAC NPC. ing. R.C.L. van Loon M+P Raadgevende Ingenieurs. ir. M.J. Eijbersen CROW

Waar voor geld contractueel geregeld? ir. B.W. Sluer BAM Wegen B.V. Technologie & Ontwikkeling. Stille wegdekken. Waar voor uw geld?!

Volumetrie = levensduur: IVO-SMA en de Standaard 2015

Stille wegdekken Handleiding Kostentool

Hoe maak je een Ultra Stil Wegdek?

Akoestische duurzaamheid stille wegdekken

Wat betekent de nieuwe geluidwetgeving voor de infra-sector?

Meet- en rekenprotocol Droge remvertraging (middels remproef)

Richtlijn. Tweelaags ZOAB

Notitie. Henk Groeneveld (gemeente Alblasserdam) Ad de Hek (Milieudienst Zuid-Holland Zuid) Openstelling Randweg/Oude Torenweg voor alle verkeer

Actualiteiten stille wegdekken. Jan Hooghwerff (M+P) Saneringsdag 2012

Toekomstperspectief voor geluidarme wegdekken. Luc Goubert Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw

In hoofdstuk 2 zijn de gehanteerde uitgangspunten en randvoorwaarden opgenomen. Hoofdstuk 3 beschrijft tot slot de verhardingsconstructies.

Nieuw wegdek in de stad: duurzaam en stil

BESTEKSEISEN DUNNE GELUIDREDUCERENDE ASFALTDEKLAGEN

STILLE WEGDEKKEN. DR. IR. JACOB GROENENDIJK KOAC NPC, Apeldoorn. ING. R.C.L. VAN LOON M+P Raadgevende Ingenieurs, Vught

Ontwikkelingen van geluidarme wegdekken

Lichte herziening Hoofdstuk 81 - Bitumineuze verhardingen Hoofdstuk 82 - Betonverhardingen en Vlakheids-/stroefheidsproeven. Juli 2016.

Algemeen overzicht bewijsvoering Prestatie-termijnen Hoofdcode (Std. 2010)

Terechtwijzend bericht nr 1 dd

Geluid van voegovergangen

- 2 aansluitingen (op b.v. ontvangpunten en andere bouwdelen), lasnaden, handwerk of aanzetten waar geen bitumineus membraan is aangebracht dient onde

Geluidmonitoring van wegdekken voor de bepaling van het tijdgedrag van akoestische èn civieltechnische eigenschappen

Nieuwe variant tweelaags ZOAB: dunner en toch even stil!

Vernieuwing CROW publicatie 210

Keuze van asfaltmengsels en bindmiddelen Keuze en gebruik van materialen Kwaliteitscontrole Koolwaterstofproducten

SILENT WAY STILLE ELEMENTENVERHARDING

Product besteksteksten

Specificaties Ontwerp Asfaltverhardingen. Dienst Grote Projecten en Onderhoud, oktober 2014

Civieltechnische aspecten van duurzaamheid. Robbert Naus Dura Vermeer Infrastructuur BV. SilentRoads symposium 22 mei

Bijlage 3 Rapport akoestisch onderzoek

Oppervlakbehandeling. Effectief asfaltonderhoud. Duurzaam. Snel en efficiënt. Veilig. Voordelig. Voor vrijwel elk asfalt

Technisch Infoblad Stroefheidsmetingen 86% vertraagd wiel

Geluid van klinkers: de onderste steen boven

KPO Planontwikkeling BV. 'Stiereveld' te Watergang Akoestische verkenning

Systeemnummer : PD 1-1-2

C wegdek -methode 2002: een evaluatie van het bronbeleid

White Topping Ronald Diele en Marc van der Weide

04 Met freesnaden wordt hier bedoeld alle asfalt aansluitingen die gemaakt moeten worden.

STRADA: herontwerptool voor de toekomst!

Middels deze mail geven wij een korte toelichting op het project Groot Onderhoud en versterking Maasbrug Roermond.

Technische oplossingen en maatschappelijke afweging (CROW-publicatie 286) Wegverbredingen in cementbeton

Hoofdstuk 22, GEOBLOCK 2010 Grondwerken

Gebruikershandleiding geluidregister hoofdwegennet

Opdrachtgever: gemeente Leudal Besteknummer: Versie: Definitief D0

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai woonzorgcomplex Zundertseweg te Roosendaal

Gemeente Houten. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai De Koppeling

Kosten en baten stille wegdekken

TOELICHTING ASFALTMENGSELS VOLGENS STANDAARD 2005 WIJZIGING MEI 2008

Aanvangsstroefheid ZOAB+? Geen probleem!

Deelhoofdstuk 81.2 Asfaltverhardingen. Vastgesteld door de Beheerraad Aanbesteden en Contracteren op 6 november 2014

Reken- en meetvoorschrift geluid 2012

Systeemnummer : PD 1-2-1

Monitoring Stille Wegdekken

Richtlijn Tweelaags ZOAB

Silent Way. Cwegdek. Voor Silent Way vertaalt zich dit bij 50 km naar: -2,6 db = -4,0 db + 1,4 db

Park Forum Zuid. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai

PVO-PDV-001 Principedetail voor nieuwbouw met enkelvoudige stalen voegovergangen met lusankers (voor zwaar verkeer)

10 jaar Monitoring A12 demonstratie van perpetual pavement in asfalt

Inleiding. Gemeente De Bilt Afdeling beleid en strategie De heer M. Bosman Soestdijkseweg Zuid AB BILTHOVEN. Geachte heer Bosman,

Transcriptie:

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Componentspecificatie Bovenbouw

.................................................................................... Colofon Uitgegeven door: Ministerie van Infrastructuur en Milieu Dienst Grote Projecten en Onderhoud Beheerder: Arthur van Dommelen (GPO-W&G) E-mail arthur.van.dommelen@rws.nl Telefoon: 088 798 2279 Goedgekeurd: Vrijgegeven: A.J. Grashuis (Coördinator CS) E. Hendriksen (Hoofd GPO-W&G) Datum Paraaf Datum: 21 oktober 2014 Status: definitief Versie: 1.9 Componentspecificatie Bovenbouw 1

Inhoudsopgave........................................................................................ 1 Inleiding 1 2 Componentbeschrijving 2 2.1 Objectenboom 2 2.3 Componentgrenzen 3 3 Eisen aan de component Bovenbouw 4 3.1 Functionele eisen 4 3.2 Aspecteisen 6 3.2.1 Veiligheid 6 3.2.2 Betrouwbaarheid 11 3.2.3 Omgevingshinder 15 3.2.4 Onderhoudbaarheid 15 3.2.5 Sloopbaarheid 16 3.3 Raakvlakken 16 4 Gerefereerde documenten 20 5 Begrippenlijst 21 Bijlage CSB 1: Index Bovenbouweisen 23 Bijlage CSB 2: Indeling deklaagmengsels naar wegdekcategorieën 24 Bijlage CSB 3: Geluidreducties per wegdekcategorie 26 Bijlage CSB 4: Bijlage CSB 5: Bijlage CSB 6: Bijlage CSB 7: Aan te leveren informatie t.b.v. aantonen geschiktheid Dunne Asfaltdeklagen en Dunne Asfaltinlagen 27 Standaard (her)ontwerpuitgangspunten Asfaltverhardingen 28 Protocol aantonen stroefheid en remvertraging van voorgestelde onderhoudsmaatregelen 29 Meetmethode remvertraging middels remproef 30 Bijlage CSB 8: Meetmethode uitstroomtijd (Beckermeting) 35 Bijlage CSB 9: Veiligheidsmaatregelen verhardingswerkzaamheden 37 Bijlage CSB 10: Meetmethode remvertraging onder verkeer 39 Bijlage CSB 12: Meet- en rekenprotocol Actuele Stroefheidscore AS 42 Bijlage CSB 13: Protocol Akoestische gelijkwaardigheid dunne deklagen en andere niet standaard deklagen 45 Componentspecificatie Bovenbouw 2

Projectspecifieke bijlagen Componentspecificatie Bovenbouw 46 Bijlage Gegevens verkeersbelastingen 47 Bijlage Vereiste ontwerplevensduren Bovenbouw 49 Bijlage Overzicht vereiste deklagen 50 Bijlage Uit te voeren maatregelen en locaties 51 Bijlage Specificaties verbetering lengteprofiel 55 Overige bijlagen Componentspecificatie Bovenbouw 2 Belangrijkste wijzigingen Componentspecificate Bovenbouw versie 1.9 t.o.v. versie 1.8 3 Garantie-eisen Bovenbouw 4 Bonus malusbepalingen Bovenbouw 5 Grenswaarden en beoordelingsmethodiek voor schade Bovenbouw 7 Componentspecificatie Bovenbouw 3

1 Inleiding........................................................................... Deze componentspecificatie Bovenbouw bevat een beschrijving van de component Bovenbouw van de Weg en de aan de Bovenbouw gestelde eisen met bijbehorende verificatiemethoden. Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van de component Bovenbouw. Hoofdstuk 3 beschrijft de topeis aan de component Bovenbouw. Hoofdstuk 4 beschrijft de eisen voor de component Bovenbouw. Hoofdstuk 5 bevat een referentielijst waarin de volledige informatie is opgenomen van de in de component Bovenbouw aangehaalde referenties. Hoofdstuk 6 bevat een begrippenlijst met de betekenis van de gebruikte begrippen. Componentspecificatie Bovenbouw 1

2 Componentbeschrijving........................................................................... 2.1 Objectenboom De plaats van de component Bovenbouw waar deze componentspecificatie betrekking op heeft, in het totale systeem volgt uit de objectenboom (figuur 2-1). Voor diverse componenten van het object Weg is een componentspecificatie opgesteld. In de objectenboom is de component Bovenbouw van het object Weg weergegeven middels een arcering (grijstint). Weginfrasysteem Vaste Brug Beweegbare Brug Weg Ecopassage Stof- en Geluidbeperkende Constructie Verzorgingsplaats Tunnel Weggebonden DVM Openbare Verlichting Markering Bewegwijzeringsconstructie Bovenbouw Verkeerskundige Draagconstructie Onderbouw Bebakening, Bebording, Bewegwijzering Berm Voertuigkering Figuur 2-1 Objectenboom Componentspecificatie Bovenbouw 2

2.3 Componentgrenzen De component Bovenbouw kent de volgende fysieke begrenzingen: - De bovenzijde van de component Bovenbouw wordt begrensd door bovenzijde deklaag (zie figuur 2.2) - De onderzijde van de component Bovenbouw wordt begrensd door bovenzijde zandbed (= bovenzijde Onderbouw) of bovenzijde kunstwerk (zie figuur 2.2) - Aan de zijkanten wordt de component Bovenbouw begrensd door bermen of schampkanten van een kunstwerk (zie figuur 2.3) deklaag deklaag tussenlaag / lagen asfaltconstructie betonlaag onderlaag / onderlagen verharding (bovenbouw) asfaltlaag verharding (bovenbouw) fundering fundering zandbed onderbouw zandbed onderbouw Figuur 2-2 Principetekening asfaltbetonverharding (links) en betonverharding (rechts) op Onderbouw (Nomenclatuur [1]) Schampkant Asfaltconstructie (Bovenbouw) Brugdek Grens Bovenbouw - kunstwerk Figuur 2-3 Principetekening asfaltbetonverharding op kunstwerk Componentspecificatie Bovenbouw 3

3 Eisen aan de component Bovenbouw........................................................................... 3.1 Functionele eisen BO.F.01 DRAGEN WEGVERKEER draagvermogen nieuwe Asfaltverhardingen op aardebaan Een nieuwe Asfaltverharding op aardebaan dient de in Bijlage Gegevens verkeersbelastingen van Vraagspecificatie Eisen aangegeven verkeersbelasting te kunnen dragen gedurende de ontwerplevensduur die is vermeld in Bijlage Vereiste ontwerplevensduren Bovenbouw van Vraagspecificatie Eisen. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie Conform SOA [2]. Productverificatie Aantonen dat de aangebrachte verharding wat betreft opbouw, laagdikten en toegepaste materialen overeenstemt met het ontwerp, op basis van overzichten van de toegepaste materialen (voor asfalt aangegeven middels mengselidentificatiecodes) en hun locaties, alsmede op basis van resultaten van productie- en bedrijfscontroles en keuringen. Bij nieuwe weggedeelten met een breedte van 3,00 m of meer en een oppervlak van 4000m 2 of meer tevens de laagdikten en stijfheidswaarden van de gerealiseerde verharding toetsen aan het ontwerp conform toetsingsprocedure IR-N-04.006 [3]. BO.F.02 DRAGEN WEGVERKEER draagvermogen nieuwe verhardingen op aardebaan in doorgaand gewapend beton Een nieuwe doorgaand gewapend betonverharding op aardebaan dient de in Bijlage Gegevens verkeersbelastingen van Vraagspecificatie Eisen aangegeven verkeersbelasting te kunnen dragen gedurende een ontwerplevensduur van ten minste twee maal de waarde die is vermeld in Bijlage Vereiste ontwerplevensduren Bovenbouw van Vraagspecificatie Eisen. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie Conform SOB [4]. Productverificatie Aantonen dat de aangebrachte verharding overeenstemt met het ontwerp, op basis van resultaten van productie- en bedrijfscontroles en keuringen. Componentspecificatie Bovenbouw 4

BO.F.03 DRAGEN WEGVERKEER draagvermogen bestaande verhardingen op aardebaan met Integraal Groot Onderhoud Verhardingen op aardebaan ter plaatse van bestaande weggedeelten die zijn genoemd in Bijlage "Restlevensduren weggedeelten met Integraal Groot Onderhoud" van Vraagspecificatie Eisen, dienen de in Bijlage Gegevens verkeersbelastingen van Vraagspecificatie Eisen aangegeven verkeersbelasting te kunnen dragen gedurende de Ontwerplevensduren die zijn vermeld in Bijlage Vereiste ontwerplevensduren Bovenbouw van Vraagspecificatie Eisen. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie Conform SOA [2] indien de verharding geheel wordt vervangen. Conform Handleiding CARE [5] onderdelen Evalueren en Herontwerpen indien de bestaande verharding (deels) wordt gehandhaafd, waarbij - de voor het verleden aangehouden verkeersbelasting moet overeenstemmen met de restlevensduur en de bijbehorende verkeersbelastingsgegevens die zijn genoemd in Bijlage Restlevensduren weggedeelten met Integraal Groot Onderhoud van Vraagspecificatie Eisen - voor de toekomstige verkeersbelasting de waarden worden aangehouden zoals genoemd in Bijlage Gegevens verkeersbelastingen van Vraagspecificatie Eisen - voor overige ontwerpuitgangspunten de standaard waarden voor primaire wegen worden aangehouden conform Bijlage CSB 5 Productverificatie Aantonen dat de aangebrachte verhardingen / verhardingslagen overeenstemmen met het ontwerp, op basis van resultaten van productie- en bedrijfscontroles en keuringen. Bij vervanging door nieuwe weggedeelten met een breedte van 3,00 m of meer en een oppervlak van 4000m 2 tevens de gerealiseerde verharding toetsen aan het ontwerp conform toetsingsprocedure IR-N-04.006 [3]. BO.F.04 DRAGEN WEGVERKEER draagvermogen overige bestaande verhardingen op aardebaan Verhardingen op aardebaan ter plaatse van bestaande weggedeelten die niet zijn genoemd in Bijlage Restlevensduren weggedeelten met Integraal Groot Onderhoud van Vraagspecificatie Eisen, dienen een restlevensduur te hebben gelijk aan de kleinste waarde van: - de restlevensduur in de bestaande situatie - de restlevensduur die automatisch volgt uit correcte uitvoering van maatregelen genoemd in Bijlage Uit te voeren maatregelen en locaties van Vraagspecificatie Eisen - 20 jaar Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie Conform Handleiding CARE [5]. Indien geen vermindering van laagdikte of andere aantasting van de draagkracht van de bestaande constructie plaatsvindt kan de verificatie achterwege worden gelaten. Productverificatie Bij aanbrengen nieuwe verhardingen / verhardingslagen, aantonen dat deze overeenstemmen met het ontwerp, op basis van resultaten van productie- en bedrijfscontroles en keuringen. Bij vervanging door nieuwe weggedeelten tevens de gerealiseerde verharding toetsen aan het ontwerp conform toetsingsprocedure IR-N-04.006 [3]. Componentspecificatie Bovenbouw 5

3.2 Aspecteisen 3.2.1 Veiligheid BO.VH.01 VEILIGHEID lengteprofiel nieuwe wegvakken Baanbreed nieuw aangelegde wegvakken dienen een lengteprofiel te hebben conform de ontwerpwaarden van de NOA [6], binnen een verticale tolerantie van + 15 mm. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverficatie: Aan de hand van een ontwerp van het te realiseren verhardingsprofiel dat per 10 m een dwarsprofiel aangeeft, uitgedrukt in absolute coördinaten. Metingen van de deklaaghoogten, uitgedrukt in absolute coördinaten, in de in het ontwerp per 10 m aangegeven dwarsprofielen. BO.VH.02 VEILIGHEID dwarshelling nieuwe wegvakken Baanbreed nieuw aangelegde wegvakken dienen in rechtstanden, bogen en verkantingsovergangen een dwarshelling van de deklaag te hebben conform de ontwerpwaarden van de NOA [6] met een tolerantie per strook van + 0,2 procentpunt. Bovenliggende Onderliggende Bij verwachte restzettingsverschillen is bij openstelling een afwijking tot 1,0 procentpunt ten opzichte van de ontwerpeis toegestaan indien wordt aangetoond dat dit doelmatig is om te voldoen aan de garantiebepalingen betreffende dwarshelling. Ontwerpverificatie: Aan de hand van een ontwerp van het te realiseren verhardingsprofiel dat per 10 m een dwarsprofiel aangeeft, uitgedrukt in absolute coördinaten. Een initiële afwijking tot 1,0 procentpunt ten opzichte van de ontwerpeis moet daarbij worden onderbouwd met een zettingsanalyse conform SOO [16]. Metingen van de deklaaghoogten, uitgedrukt in absolute coördinaten, en daaruit berekende waarden van de dwarshellingen in de in het ontwerp per 10 m aangegeven dwarsprofielen. Componentspecificatie Bovenbouw 6

BO.VH.03 VEILIGHEID verbetering lengteprofiel bestaande wegvakken Bestaande wegvakken waarvoor in Bijlage Specificaties verbetering lengteprofiel van Vraagspecificatie Eisen een ontwerp voor een verbeterd lengteprofiel is aangegeven, dienen aan de aangegeven ontwerpwaarden te voldoen binnen een tolerantie van + 5 mm op de aangegeven hoogten en een tolerantie per strook van + 0,2 procentpunt op de aangegeven dwarshellingen. Onderliggende Bovenliggende Aan de hand van metingen van de wegdekhoogten (uitgedrukt in absolute coördinaten) en daaruit berekende waarden van de hoogte van de rechter kantstreep en de dwarshellingen in de in Bijlage Specificaties verbetering lengteprofiel van Vraagspecificatie Eisen onderscheiden dwarsprofielen. BO.VH.04 VEILIGHEID verbetering dwarshelling bestaande wegvakken Bestaande wegvakken waarvoor in Bijlage Uit te voeren maatregelen en locaties van Vraagspecificatie Eisen een verbetering van de dwarshelling is genoemd, dienen aan de gegeven ontwerpwaarden te voldoen met een tolerantie per strook van + 0,2 procentpunt. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie: Aan de hand van een ontwerp van het te realiseren verhardingsprofiel dat per 10 m een dwarsprofiel aangeeft, uitgedrukt in absolute coördinaten. Na voltooiing van het werk uitgevoerde metingen van de wegdekhoogten (uitgedrukt in absolute coördinaten) en daaruit berekende waarden van de dwarshellingen in de in het ontwerp per 10 m aangegeven dwarsprofielen. Componentspecificatie Bovenbouw 7

BO.VH.05 VEILIGHEID maximaal verschil dwarshelling bij verbreding van bestaande wegvakken Een nieuwe verbreding van een bestaand wegvak moet een dwarshelling hebben gelijk aan die van het verbrede wegvak. De tolerantie op deze eis bedraagt + 0,2 procentpunt. Bovenliggende Onderliggende Bij verwachte restzettingsverschillen is bij openstelling een afwijking tot 1,0 procentpunt ten opzichte van deze ontwerpeis toegestaan indien wordt aangetoond dat dit doelmatig is om te voldoen aan de garantiebepalingen betreffende dwarshelling. Ontwerpverificatie: Aan de hand van een ontwerp van het te realiseren verhardingsprofiel dat per 10 m een dwarsprofiel bevat, uitgedrukt in absolute coördinaten. Een initiële afwijking tot 1,0 procentpunt ten opzichte van de ontwerpeis moet daarbij worden onderbouwd met een zettingsanalyse conform SOO [16]. Na voltooiing van het werk uitgevoerde metingen van de wegdekhoogten (uitgedrukt in absolute coördinaten) en daaruit berekende waarden van de dwarshellingen in de in het ontwerp onderscheiden dwarsprofielen. BO.VH.06 VEILIGHEID hellingsverschillen bij dwarsnaden en voegen voegovergangen Ter plaatse van dwarsnaden of voegen dient het verschil in langshelling tussen de deklagen aan weerskanten van de dwarsnaad of voeg tussen - 1:375 en 1:375 te zijn. Bovenliggende Onderliggende Meten onder een rei met een lengte van 3,00 m. Deze rei wordt zodanig in de rijrichting neergelegd dat de naad of voeg zich exact halverwege de lengte van de rei bevindt. Het achtereinde van de rei (gezien in rijrichting) wordt tegen de verharding gedrukt. Vervolgens worden gemeten: - de speling DH1 (in mm) onder de rei gemeten onder het vooreinde van de rei (gezien in rijrichting) - de speling DH2 (in mm) onder de rei direct voor de dwarsnaad of voeg (idem) - de speling DH3 (in mm) onder de rei direct achter de dwarsnaad of voeg (idem) Indien de rei in een van deze posities de verharding raakt bedraagt de speling daar 0 mm. Deze spelingen dienen te voldoen aan de volgende eis: -4,0 mm < DH1 - DH2 - DH3 < 4,0 mm. Componentspecificatie Bovenbouw 8

BO.VH.07 VEILIGHEID hoogteverschillen binnen de verkeersruimte In door het verkeer te berijden stroken alsmede tussen aanliggende door het verkeer te berijden stroken mogen geen locale hoogteverschillen van meer dan 5 mm voorkomen. Bij aansluiting op voegen mogen geen hoogteverschillen van meer dan 3 mm voorkomen. Bovenliggende Onderliggende Meting onder rei met lengte van 3 m BO.VH.07.b VEILIGHEID - aansluiting verhardingslagen op berm Alle verhardingslagen dienen zich uit te strekken tot aan de berm of een zich aan rand verharding bevindende Uitstroomconstructie of Gootconstructie Bovenliggende Onderliggende Visueel BO.VH.08 VEILIGHEID - maximaal hoogteverschil uitstroomconstructie Het hoogteverschil tussen de bovenzijde van een open deklaag en de bovenzijde van de onderliggende dichte verhardingslaag bij een Uitstroomconstructie dient niet meer te bedragen dan 7 cm. Bovenliggende Onderliggende Meting onder de rei BO.VH.08b VEILIGHEID - maximaal hoogteverschil Gootconstructie Het hoogteverschil tussen de bovenzijde van een open deklaag en enig in dezelfde dwarsdoorsnede aanwijsbaar punt in een aanliggende Gootconstructie dient niet meer te bedragen dan 7 cm. Bovenliggende Onderliggende Meting onder een waterpas Componentspecificatie Bovenbouw 9

BO.VH.09 VEILIGHEID - natte stroefheid wegdek bij openstelling Iedere voor snelverkeer open te stellen Deklaag dient een actuele stroefheidscore AS van ten minste 0,02 te hebben. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie: Aantonen haalbaarheid stroefheidseis conform Bijlage CSB 6 Actuele stroefheidscore AS meten conform Bijlage CSB 12, uiterlijk één dag na openstelling voor het verkeer. Indien het aantal werkvakken per deklaagmengsel met eenzelfde mengselidentificatiecode binnen het Werk per jaar 4 of minder bedraagt dienen al deze vakken bemeten te worden; indien dit aantal meer dan 4 bedraagt dienen de eerste 4 werkvakken van dit mengsel bemeten te worden en dient vervolgens elk tiende werkvak van dit mengsel bemeten te worden. BO.VH.11 VEILIGHEID droge remvertraging openstelling Iedere voor snelverkeer open te stellen deklaag of tijdelijke deklaag dient een remvertraging van ten minste 5,2 m/s 2 mogelijk te maken. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie: Aantonen haalbaarheid remvertragingseis conform Bijlage CSB 6. Afgestrooide deklagen van asfaltbeton worden zonder ontwerpverificatie geacht aan deze eis te voldoen. Remvertraging meten conform Bijlage CSB 7 of conform Bijlage CSB 10, uiterlijk één dag na openstelling aan het verkeer. Indien het aantal werkvakken per deklaagmengsel met eenzelfde mengselidentificatiecode binnen het Werk per jaar 4 of minder bedraagt dienen al deze vakken bemeten te worden; indien dit aantal meer dan 4 bedraagt dienen de eerste 4 werkvakken van dit mengsel bemeten te worden en dient vervolgens elk tiende werkvak van dit mengsel bemeten te worden. Afgestrooide deklagen van asfaltbeton worden zonder productverificatie geacht aan deze eis te voldoen. BO.VH.12 VEILIGHEID geen verschillen in deklaag binnen rijstrook Binnen een rijstrook dient de deklaag in beide rijsporen te bestaan uit dezelfde bouwstoffen in dezelfde mengselsamenstelling en met een verschil in aanlegtijdstip van maximaal 1 dag. Bovenliggende Onderliggende Op basis van aan te leveren overzichten van toegepaste deklaagmengsels met mengselidentificatiecode en datum van verwerking. Componentspecificatie Bovenbouw 10

BO.VH.12.b VEILIGHEID geen gladde plekken door aanvullende voorzieningen in deklaag In of op het oppervlak van de deklaag mogen in langsrichting of overwegende langsrichting geen aanvullende voorzieningen voorkomen die minder stroef zijn, of binnen een periode van ten minste 1,5 maal de garantieperiode minder stroef kunnen worden, dan de aanliggende deklaag. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie: - voor verhardingen op aardebaan: verificatie geschiktheid materialen en technieken conform SOA [2] resp. SOB [4]. - voor asfaltverhardingen op kunstwerken: verificatie geschiktheid materialen en technieken conform Richtlijn brugdekasfalt [14] BO.VH.12.c VEILIGHEID geen onjuiste geleiding weggebruiker In of op het oppervlak van de deklaag mogen geen visuele discontinuïteiten of aanvullende voorzieningen voorkomen die een geleidend effect op de weggebruiker kunnen hebben dat conflicteert met de beoogde wegindeling. Bovenliggende Onderliggende Visueel BO.VH.13 VEILIGHEID - veiligheid verhardingswerkzaamheden Bij werkzaamheden aan de verharding dient te worden voldaan aan de veiligheidseisen volgens Bijlage CSB 9. Bovenliggende Onderliggende 3.2.2 Betrouwbaarheid BO.BB.01 BETROUWBAARHEID geschiktheid materialen en technieken De in de Bovenbouw toegepaste materialen en technieken dienen geschikt te zijn voor beoogd gebruik. Onderliggende Bovenliggende BO.BB.05 Ontwerpverificatie - voor verhardingen op aardebaan: aantonen geschiktheid materialen en technieken conform SOA [2] resp. SOB [4]. - voor asfaltverhardingen op kunstwerken: aantonen geschiktheid materialen en technieken conform Richtlijn brugdekasfalt [14] Componentspecificatie Bovenbouw 11

BO.BB.02 BETROUWBAARHEID - uitvoeren Voorgeschreven Maatregelen In de werkvakken genoemd in Bijlage Uit te voeren maatregelen en locaties dienen ten minste de bijvermelde onderhoudsmaatregelen te zijn uitgevoerd. Onderliggende Bovenliggende Ontwerpverificatie Verificatie aan de hand van het uitvoeringsontwerp. Productverificatie Op basis van resultaten van productie- en bedrijfscontroles en keuringen. BO.BB.03 BETROUWBAARHEID - polijstgetal deklaag Grof aggregaat in deklagen dient een polijstgetal te hebben van ten minste 58 met uitzondering van deklagen van asfaltbeton op niet - autosnelwegen met een maximumsnelheid van 80 km/u: hier geldt een eis van ten minste 53. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie: Conform NEN-EN 1097-8 [7] BO.BB.04 BETROUWBAARHEID - gebroken oppervlak aggregaat deklaag Grof aggregaat in deklagen dient een percentage gebroken oppervlak te hebben dat voldoet aan categorie C100/0 van NEN-EN 13043 lid 4.1.7. met uitzondering van deklagen van asfaltbeton op niet - autosnelwegen met een maximumsnelheid van 80 km/u: hier geldt categorie C95/5. Bovenliggende Onderliggende ontwerpverificatie: Conform NEN-EN 933-5 [9] BO.BB.05 BETROUWBAARHEID technische levensduren deklagen De in de Bovenbouw op aardebaan toegepaste deklagen dienen een verwachtingswaarde voor de technische levensduur te hebben conform SOA [2] tenzij op grond van dit contract expliciet een afwijkende gebruiksduur vereist is; in dat geval dient de verwachtingswaarde voor de levensduur van de deklaag ten minste gelijk te zijn aan de vereiste afwijkende gebruiksduur. Bovenliggende Onderliggende BO.BB.01 Ontwerpverificatie aantonen verwachtingswaarde levensduur deklagen conform SOA [2] Componentspecificatie Bovenbouw 12

BO.BB.06 BETROUWBAARHEID - geen langsnaden nabij rand verharding of andere langsnaad Tenzij anders aangegeven in Bijlage Uit te voeren maatregelen en locaties van Vraagspecificatie Eisen dienen in deklagen van verhardingen op aardebaan geen nieuwe langsnaden gemaakt te zijn dichter dan 1,50 m bij rand verharding of een andere langsnaad. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie Aan de hand het nadenplan in het uitvoeringsontwerp Visueel BO.BB.07 BETROUWBAARHEID - geen langsnaden in of nabij rijsporen Tenzij anders aangegeven in Bijlage Uit te voeren maatregelen en locaties van Vraagspecificatie Eisen dient - in een deklaag geen nieuwe langsnaad gemaakt te zijn in de zone van 0,5 m vanaf het hart van een rijstrook tot en met een afstand van 0,2 m vanaf de aangrenzende markering. Laatstgenoemde maat mag eventueel zijn verruimd tot 0,3 m om een bestaande asfaltnaad te kunnen wegnemen. - in een deklaag geen nieuwe langsnaad gemaakt te zijn in de zone van 0,5 m vanaf het hart van de zwaarst belaste rijstrook tot de buitenzijde van de aan rechterzijde aangrenzende markering. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie Aan de hand het nadenplan in het uitvoeringsontwerp Visueel BO.BB.08 BETROUWBAARHEID - langsnaad in vluchtstrook minstens halve meter vanaf kantstreep Tenzij anders aangegeven in Bijlage Uit te voeren maatregelen en locaties van Vraagspecificatie Eisen dient een langsnaad in de vluchtstrook, niet zijnde een spitsstrook, ten minste 0,5 m vanaf de kantstreep te zijn gemaakt. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie Aan de hand het nadenplan in het uitvoeringsontwerp Visueel Componentspecificatie Bovenbouw 13

BO.BB.09 BETROUWBAARHEID dwarshelling tussenlaag onder Open Deklaag De dwarshelling van de bovenzijde van een tussenlaag onder een Open Deklaag dient gelijk te zijn aan de dwarshelling aan de bovenzijde van de Open Deklaag met een tolerantie van 0,2 procentpunt. Bovenliggende Onderliggende Volgens een van de volgende manieren: - inmeting van de dwarsprofielen op de tussenlaag voorafgaande aan aanbrengen Open Deklaag alsmede inmeting dwarsprofielen op de Open Deklaag op overeenkomende locaties, en onderlinge vergelijking van de gemeten dwarshellingen - aan de hand van laagdikten van de Open Deklaag uit boorkernen aantonen dat aan de gestelde eis is voldaan BO.BB.10 BETROUWBAARHEID - afwatering Water dient vrij te kunnen afstromen en - bij Open Deklagen - uitstromen naar hemelwaterafvoer of berm. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie: - Voor verharding op aardebaan: ontwerp evt. Uitstroomconstructies en/of Gootconstructies Conform SOA [2] - Voor asfalt op brugdekken: ontwerp conform Richtlijn brugdekasfalt [14] Aantonen dat de aangebrachte verharding overeenstemt met het ontwerp Componentspecificatie Bovenbouw 14

3.2.3 Omgevingshinder BO.OH.01 OMGEVINGSHINDER geluidreductie aangewezen deklagen Een nieuwe deklaag, met uitzondering van een dunne inlage of rafelingcorrigerende maatregel, die - wordt toegepast in een wegvak waarvoor in Bijlage Overzicht vereiste deklagen van Vraagspecificatie Eisen een wegdekcategorie of deklaagmengsel is genoemd, of - als voorgeschreven maatregel is vermeld in Bijlage Uit te voeren maatregelen en locaties van Vraagspecificatie Eisen dient ten minste de geluidreducties te geven die in Bijlage CSB 3 zijn vermeld voor de betreffende wegdekcategorie. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie: - aantonen dat de nieuwe deklaag op basis van de omschrijving in Bijlage CSB 2 behoort tot de vereiste wegdekcategorie, óf - aantonen van de akoestische gelijkwaardigheid conform Bijlage CSB 13 - conform de wijze van productverificatie zoals aangegeven in Bijlage CSB 2, óf - aantonen dat de in het werk toegepaste bouwstoffen, mengselsamenstellingen en werkwijzen, alsmede de gerealiseerde laagdikten en holle ruimten overeenkomen met die van de deklagen waarop in de ontwerpverificatie de akoestische gelijkwaardigheid is aangetoond conform bijlage CSB 13 3.2.4 Onderhoudbaarheid BO.OB.01 ONDERHOUDBAARHEID - onderhoudbaarheid verhardingen op aardebaan De verharding op aardebaan dient op elke locatie volledig of gedeeltelijk, en indien gewenst laagsgewijs, te kunnen worden verwijderd met gangbare technieken en gangbaar materieel. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie Analyse ontwerp BO.OB.02 ONDERHOUDBAARHEID - onderhoudbaarheid verhardingen op kunstwerk De asfaltverharding op een kunstwerk dient met gangbare technieken te kunnen worden verwijderd en vervangen zonder schade aan het kunstwerk. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie Ontwerp conform Richtlijn brugdekasfalt [14] Componentspecificatie Bovenbouw 15

3.2.5 Sloopbaarheid BO.SB.01 SLOOPBAARHEID - herbruikbaarheid De toegepaste methoden, bouwstoffen en mengselsamenstellingen dienen het toekomstig hergebruik van uitkomende materialen niet belemmeren. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie Beoordeling ontwerpnota 3.3 Raakvlakken BO.R.01 RAAKVLAKEISEN - comfort weggebruiker Binnen het werkgebied van de viagraaf als omschreven in proef 71 van RAW 2010 [11] dient de langsvlakheid van een voltooid werkvak bij openstelling te voldoen aan de onder a. vereiste C5 - waarden. Buiten dit werkgebied dient de langsvlakheid van een voltooid werkvak bij openstelling te voldoen aan de onder a. vereiste C5 - waarden óf de onder b. vereiste afwijkingswaarden. Genoemde eisen gelden voor elk vak met een lengte van 100 m dat in het te bemeten weggedeelte aanwijsbaar is of, indien de totale te bemeten weglengte minder dan 100 m bedraagt, voor de totale te bemeten weglengte Bovenliggende Onderliggende a. C5 - waarden (viagraaf): i. voor nieuw aangelegde verhardingen: < 2,0 %; ii. bij onderhoud aan bestaande verhardingen waarbij de naastliggende rijstrook is gehandhaafd: < de C5-waarde van de naastliggende gehandhaafde rijstrook; iii. bij onderhoud aan bestaande verhardingen waarbij de naastliggende rijstrook/rijstroken ook is/zijn aangepast: < 3,0 %; iv. bij correctie dwarshelling en/of langsvlakheid: 3,0 %. b. afwijkingswaarden (rolrei): i. voor nieuw aangelegde verhardingen: < 3,0 mm; ii. bij onderhoud aan bestaande verhardingen waarbij de naastliggende rijstrook is gehandhaafd: de afwijking van de naastliggende gehandhaafde rijstrook; iii. bij onderhoud aan bestaande verhardingen waarbij de naastliggende rijstrook/rijstroken ook is/zijn aangepast: < 3,0 mm; iv. bij correctie dwarshelling en/of langsvlakheid: < 3,0mm De verificatie kan naar keuze opdrachtnemer geschieden op een van de twee volgende wijzen: - conform proef 71 van RAW 2010 [11] met de viagraaf of rolrei; dit is voor de viagraaf slechts mogelijk binnen het in de proef aangegeven werkgebied - met een alternatief meetsysteem dat voorzien is van een geldig certificaat verstrekt door CROW In de rapportage van metingen over een lengte van meer dan 100 m dienen ook waarden voor de eerste en laatste 100 m van de meting gegeven te worden, ongeacht de gekozen vakindeling. Componentspecificatie Bovenbouw 16

BO.R.02 RAAKVLAKEISEN - conserveren zoab aangrenzende verhardingen Niet tot het werk behorende bestaande deklagen van zeer open asfaltbeton of duurzaam zeer open asfaltbeton of tweelaags zeer open asfaltbeton moeten zijn geconserveerd met een sealmiddel over - een lengte van 25 m voor een werkvak - een lengte van 25 m na een werkvak - een breedte naast het werkvak van ten minste 0,20 m - alle door de wals bereden weggedeelten Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie: Aanleveren informatie over het toe te passen product. Visueel BO.R.04 RAAKVLAKEISEN - waterdoorlatendheid handhaven bij conserveren De waterdoorlatendheid van niet tot het werk behorende bestaande deklagen dient door het conserveren niet te zijn aangetast. Bovenliggende Onderliggende Visueel tijdens uitvoering BO.R.05 RAAKVLAKEISEN - bestaande markering niet sealen Niet tot het werk behorende bestaande markering dient door het conserveren niet te zijn vervuild. Bovenliggende Onderliggende Visueel tijdens uitvoering BO.R.06 RAAKVLAKEISEN doorrijdhoogte onder bestaand kunstwerk De doorrijdhoogte onder een bestaand kunstwerk dient na onderhoud aan de verharding ten minste gelijk te zijn aan de kleinste waarde van - 4,50 m - de bestaande doorrijhoogte onder het kunstwerk Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie: Doorrijdhoogte volgens uitvoeringsontwerp Metingen van de doorrijdhoogte na het vervangen dan wel aanbrengen van het asfalt. Componentspecificatie Bovenbouw 17

BO.R.07 RAAKVLAKEISEN aanrijdbelasting kunstwerk Een vermindering van de doorrijhoogte onder een kunstwerk mag niet leiden tot een hogere aanrijdbelasting op dat kunstwerk tenzij door berekening is aangetoond dat het kunstwerk deze hogere belasting kan dragen. Bovenliggende Onderliggende Ontwerpverificatie: Uitvoeringsontwerp; berekening aanrijdbelasting conform NEN-EN 1991-1-7 + Nationale Bijlage 2007; herberekening kunstwerk conform van toepassing zijnde normen BO.R.08 RAAKVLAKEISEN - belasting kunstwerk door verharding De belasting (=gewicht) per m² door de nieuwe verharding op het kunstwerk mag niet meer bedragen dan de belasting per m² door de oude verharding, tenzij Opdrachtgever een hogere maximale bovenbelasting heeft opgegeven in de Vraagspecificatie of heeft geaccepteerd op basis van door ON ingediende berekeningen. Bovenliggende Onderliggende Conform Richtlijn brugdekasfalt [14] BO.R.09 RAAKVLAKEISEN waterdichtheid verharding op kunstwerk De asfaltverharding op een kunstwerk, inclusief alle naden en aansluitingen, dient waterdicht te zijn. Bovenliggende Onderliggende Conform Richtlijn brugdekasfalt [14] BO.R.12 RAAKVLAKEISEN detectielussen DVM bij onderhoud Waar bij verhardingsonderhoud werkende detectielussen verwijderd zijn moeten nieuwe detectielussen zijn aangebracht en aangesloten conform de Specificatie voor het installeren van detectielussen [13]. Bovenliggende Onderliggende Toetsing aanwezigheid en werking detectielus Componentspecificatie Bovenbouw 18

BO.R.13 RAAKVLAKEISEN bestaande obstakels Bestaande obstakels zoals bebording, lichtmasten en dergelijke welke voor de werkzaamheden tijdelijk zijn verplaatst moeten naderhand zijn teruggeplaatst waarbij zorg is gedragen voor de verlegging van eventueel aanwezige kabels en leidingen en voor de volledige heraansluiting. Bovenliggende Onderliggende Visueel BO.R.14 RAAKVLAKEISEN geen wals op naastliggende bestaande Open Deklagen Bij het verdichtingsproces van een nieuwe deklaag is het niet toegestaan dat de wals zich begeeft op een naastgelegen bestaande Open Deklaag Bovenliggende Onderliggende Werkplan en aangetoonde naleving daarvan. BO.R.15 RAAKVLAKEISEN - volledige vervanging asfaltconstructie op kunstwerk Bij volledige vervanging van de asfaltconstructie op een kunstwerk moet het betondek ontdaan zijn van alle asfaltresten en van ten minste 70% (t.o.v. de oppervlakte van het betondek) van de kleeflaag. Bovenliggende Onderliggende Werkplan en aangetoonde naleving daarvan. Componentspecificatie Bovenbouw 19

4 Gerefereerde documenten..................................................................... Titel [1] Nomenclatuur CROW Publicatie 156 Nomenclatuur van Weg en Verkeer [2] SOA Specificaties Ontwerp Asfaltverhardingen versie oktober 2014 [3] Toetsingsprocedure IR-N-04.006 Toetsingsprocedure gerealiseerde constructie flexibele verhardingen voor innovatieve nieuwbouwcontracten IR-N-04.006 versie november 2008. [4] SOB Specificaties ontwerp Doorgaand Gewapend Betonverhardingen [5] Handleiding CARE Handleiding Ontwerp- en Herontwerpsysteem Asfaltverhardingen CARE - Gebruikshandleiding en Technische Handleiding, 26 april 2006 [6] NOA Nieuwe Ontwerprichtlijn Autosnelwegen [7] NEN-EN 1097-8 NEN-EN 1097-8:2009 en. Beproevingsmethoden voor de bepaling van mechanische en fysische eigenschappen van toeslagmaterialen - Deel 8: Bepaling van de polijstwaarden [8] NEN-EN 13043 NEN-EN 13043. Toeslagmaterialen voor asfalt en oppervlakbehandeling voor wegen, vliegvelden en andere verkeersgebieden [9] NEN-EN 933 NEN-EN 933-5:1998/A1:2004 en. Beproevingsmethoden voor geometrische eigenschappen van toeslagmaterialen - Deel 5: Bepaling van het percentage van gebroken oppervlakken in grove toeslagmaterialen [10] CROW publicatie 316 CROW Publicatie 316 De wegdekcorrectie voor geluid van wegverkeer 2012 [11] RAW 2010 Standaard RAW Bepalingen 2010 [12] NEN-EN 1991-1-7 NEN-EN 1991-1-7:2006 + NB:2007 nl. Buitengewone belastingen (botsing, explosie) met Nationale Bijlage 2007 [13] Specificatie voor het installeren van detectielussen. Rijkswaterstaat, maart 2003 [14] Richtlijn brugdekasfalt Richtlijn voor het ontwerp van asfalt wegverhardingen op betonnen en stalen brugdekken [15] Akoestische gelijkwaardigheid Toelichting protocol akoestische gelijkwaardigheid voor gebruik bij Componentspecificatie Bovenbouw, Rijkswaterstaat, december 2012 [16] SOO Specificaties Ontwerp Onderbouw [17] NEN-EN 13036-8:2008 NEN-EN 13036-8:2008; Road and airfield surface characteristics - Test methods Part 8: Transverse unevenness and irregularities, definitions, methods of evaluation and reporting Datum/ Versie Organisatie 2006 CROW 2014 RWS 2008 RWS 2013 RWS 2006 RWS 2007 RWS 2009 NEN 2003 NEN 2004 NEN 2012 CROW 2010 CROW 2006 - NEN 2007 2003 RWS 2012 RWS 2012 RWS 2013 RWS 2008 NEN Componentspecificatie Bovenbouw 20

5 Begrippenlijst......................................................................... Begrip Bovenbouw Asfaltverharding Integraal Groot Onderhoud Voorgeschreven Maatregelen Ontwerplevensduur asfaltverhardingen Interventieniveau Structurele Schade nieuwe asfaltverhardingen Interventieniveau Structurele Schade bestaande asfaltverhardingen Asfaltbeton Open Deklaag Dichte Deklaag Steenmastiekasfalt (SMA) Zeer Open Asfaltbeton (ZOAB) Duurzaam Zeer Open Asfaltbeton (DZOAB) Standaard Duurzaam zeer open asfaltbeton (ZOAB+) Definitie Gedeelte van de wegconstructie boven de Onderbouw. Synoniem met verharding. Wegverharding die een of meer lagen van asfaltbeton bevat welke een substantiële bijdrage levert/leveren aan het draagvermogen. Voor Bovenbouw wordt onder Integraal Groot onderhoud verstaan onderhoud waarbij zowel het kiezen en ontwerpen van onderhoudsmaatregelen als de keuze van materialen en uitvoeringswijze valt onder de verantwoordelijkheid van Opdrachtnemer Onderhoud waarbij het kiezen en ontwerpen van de onderhoudsmaatregelen door Opdrachtgever wordt gedaan en de keuze van materialen en uitvoeringswijze valt onder de verantwoordelijkheid van Opdrachtnemer. De periode in jaren waarna, met een zekerheid gelijk aan het opgegeven betrouwbaarheidsniveau, het Interventieniveau voor Structurele Schade niet wordt overschreden. Over 15% van de lengte van een wegvak is de vermoeiingslevensduur van het asfalt bereikt of overschreden Over 20% van de lengte van een wegvak is de vermoeiingslevensduur van het asfalt bereikt of overschreden asfalt conform NEN-EN13108-1 waarin het toeslagmateriaal continu wordt gegradeerd of gap - graded is, waardoor een ineengrijpende structuur ontstaat. Zeer Open Asfaltbeton, Duurzaam Zeer Open Asfaltbeton, Tweelaags ZOAB, Rafelingcorrigerende Maatregel, Dunne Asfalt Deklaag of Dunne Asfalt Inlage Steenmastiekasfalt deklaag, Combinatiedeklaag, Emulsieasfaltbeton deklaag, deklaag van Asfaltbeton of deklaag van cementbeton gap - graded asfalt conform NEN-EN13108-5 met bitumen als bindmiddel, samengesteld uit een skelet van grof gebroken toeslagmateriaal gebonden met een mastiekmortel asfalt met bitumen als bindmiddel conform NEN-EN13108-7 bereid om een zeer groot gehalte aan met elkaar verbonden poriën te hebben die de doorgang van water en lucht toelaten om het verdichte mengsel waterdoorlatende en geluidreducerende eigenschappen te verschaffen Zeer Open Asfaltbeton waarvan de levensduur door toepassing va een verhoogd bitumengehalte en/of andere maatregelen met enkele jaren wordt verlengd ten opzichte van de levensduur van standaard zeer open asfaltbeton Zeer Open Asfaltbeton met steenslag 3 conform de Standaard RAW bepalingen 2010, waarbij het bitumengehalte is verhoogd naar Bmin 5,2 en waarin zodanige maatregelen tegen ontmenging zijn toegepast dat het verschil tussen het bitumengehalte onderin en bovenin de laag niet meer bedraagt dan 0,7%. Componentspecificatie Bovenbouw 21

Tweelaags zeer open asfaltbeton (ZOABTW) Dunne Asfalt Deklaag (DAD) Dunne Asfalt Inlage Rafelingcorrigerende Maatregel Emulsieasfaltbeton (EAB) Combinatiedeklaag Uitstroomconstructie Gootconstructie Een deklaag bestaande uit een combinatie van twee lagen zeer open asfaltbeton met een onderlaag van een grove open gradering en een toplaag van een fijne open gradering asfaltdeklaag met een dikte van 20 mm tot 30 mm, waarin het aggregaat doorgaans discontinu gegradeerd is zodat een steen - op - steencontact ontstaat alsmede een open oppervlaktetextuur. Dunne deklagen vallen veelal ofwel onder NEN-EN 13108-5 (SMA) ofwel onder NEN-EN 13108-7 (ZOAB) een asfaltinlage met een dikte van 20 tot 30 mm met een bovenmaat van het toeslagmateriaal van 8 mm en een holle ruimte van ten minste 12%. een behandeling van de deklaag die de rafeling in ernstklasse 1 of 2 opheft en gedurende een zekere periode het rafelingsproces vertraagt een koud bereid mengsel van mineraalaggregaat (steenslag, brekerzand en stof), gemodificeerde bitumenemulsie, cement en water, dat in een continu mengproces op de weg met één en dezelfde machine wordt bereid en verwerkt. Een deklaag bestaande uit Zeer Open Asfaltbeton met een hoog percentage holle ruimte (25 tot 30%), waarbij deze holle ruimte is gevuld met een (kunststof) gemodificeerde cementslurry. Voorziening in een open deklaag tegen ingroei van vegetatie. Hierbij wordt (zie SOA [2]) een afstand van 20 cm (lage zijde verharding) of 10 cm (hoge zijde verharding) aangehouden tussen de rand van de deklaag (die dus niet aansluit op de berm) en de rand van de onderliggende asfaltlaag (die wel aansluit op de berm). Aansluitend aan of in de verharding aangebrachte verharde, open afvoer voor hemelwater. Deze wordt (zie SOA [2]) uitgevoerd in asfaltbeton en tegelijk met het asfalteren van de verharding in één arbeidsgang aangebracht. Componentspecificatie Bovenbouw 22

Bijlage CSB 1: Index Bovenbouweisen........................................................................... Eiscode Eistitel Par. BO.F.01 draagvermogen nieuwe Asfaltverhardingen op aardebaan 3.1 BO.F.02 draagvermogen nieuwe verhardingen op aardebaan in doorgaand gewapend beton 3.1 BO.F.03 draagvermogen bestaande verhardingen op aardebaan met Integraal Groot Onderhoud 3.1 BO.F.04 draagvermogen overige bestaande verhardingen op aardebaan 3.1 BO.VH.01 lengteprofiel nieuwe wegvakken 3.2.1 BO.VH.02 dwarshelling nieuwe wegvakken 3.2.1 BO.VH.03 verbetering lengteprofiel bestaande wegvakken 3.2.1 BO.VH.04 verbetering dwarshelling bestaande wegvakken 3.2.1 BO.VH.05 maximaal verschil dwarshelling bij verbreding van bestaande wegvakken 3.2.1 BO.VH.06 hellingsverschillen bij dwarsnaden en voegen voegovergangen 3.2.1 BO.VH.07 hoogteverschillen binnen de verkeersruimte 3.2.1 BO.VH.07.b aansluiting verhardingslagen op berm 3.2.1 BO.VH.08 maximaal hoogteverschil uitstroomconstructie 3.2.1 BO.VH.08b maximaal hoogteverschil Gootconstructie 3.2.1 BO.VH.09 natte stroefheid wegdek bij openstelling 3.2.1 BO.VH.11 droge remvertraging openstelling 3.2.1 BO.VH.12 geen verschillen in deklaag binnen rijstrook 3.2.1 BO.VH.12.b geen gladde plekken door aanvullende voorzieningen in deklaag 3.2.1 BO.VH.12.c geen onjuiste geleiding weggebruiker 3.2.1 BO.VH.13 veiligheid verhardingswerkzaamheden 3.2.1 BO.BB.01 geschiktheid materialen en technieken 3.2.2 BO.BB.02 uitvoeren Voorgeschreven Maatregelen 3.2.2 BO.BB.03 polijstgetal deklaag 3.2.2 BO.BB.04 gebroken oppervlak aggregaat deklaag 3.2.2 BO.BB.05 technische levensduren deklagen 3.2.2 BO.BB.06 geen langsnaden nabij rand verharding of 3.2.2 BO.BB.07 geen langsnaden in of nabij rijsporen 3.2.2 BO.BB.08 langsnaad in vluchtstrook minstens halve meter vanaf kantstreep 3.2.2 BO.BB.09 dwarshelling tussenlaag onder Open Deklaag 3.2.2 BO.BB.10 afwatering 3.2.2 BO.OH.01 geluidreductie aangewezen deklagen 3.2.3 BO.OB.01 onderhoudbaarheid verhardingen op aardebaan 3.2.4 BO.OB.02 onderhoudbaarheid verhardingen op kunstwerk 3.2.4 BO.SB.01 herbruikbaarheid 3.2.5 BO.R.01 comfort weggebruiker 3.3 BO.R.02 conserveren zoab aangrenzende verhardingen 3.3 BO.R.04 waterdoorlatendheid handhaven bij conserveren 3.3 BO.R.05 bestaande markering niet sealen 3.3 BO.R.06 doorrijdhoogte onder bestaand kunstwerk 3.3 BO.R.07 aanrijdbelasting kunstwerk 3.3 BO.R.08 belasting kunstwerk door verharding 3.3 BO.R.09 waterdichtheid verharding op kunstwerk 3.3 BO.R.12 detectielussen DVM bij onderhoud 3.3 BO.R.13 bestaande obstakels 3.3 BO.R.14 geen wals op naastliggende bestaande Open Deklagen 3.3 BO.R.15 volledige vervanging asfaltconstructie op kunstwerk 3.3

Bijlage CSB 2: Indeling deklaagmengsels naar wegdekcategorieën........................................................................ Categorie 0 Dicht asfaltbeton Omschrijving Alle wegdekken die akoestisch vergelijkbaar zijn met het referentiewegdek, waaronder alle asfaltbetongraderingen conform RAW 2010 [11] en steenmastiekasfalt conform RAW 2010 [11] vanaf korrelgrootte 11 (SMA-NL 11 of grover). Productverificatie Aantonen dat de in het werk gebrachte deklaag overeenkomt met de hierboven gegeven omschrijving. 1 - ZOAB Omschrijving Enkellaags Zeer Open Asfaltbeton conform RAW 2010 [11] Deelhoofdstuk 31.2 artikel 31.26 met een minimale laagdikte van 40 mm; de ontwerp-holle ruimte moet minimaal 20% zijn. Standaard Duurzaam Zeer Open Asfaltbeton. Productverificatie Aantonen dat de in het werk gebrachte deklaag overeenkomt met de hierboven gegeven omschrijving en dat de gerealiseerde holle ruimte in het werk, bepaald conform NEN-EN 12697-8 Bitumineuze mengsels - Beproevingsmethoden voor warm bereid asfalt - Deel 8: Bepaling van de holle ruimte van bitumineuze proefstukken, nergens kleiner is dan 15% en gemiddeld niet kleiner is dan 18%. 2 - Tweelaags ZOAB Omschrijving Tweelaags Zeer Open Asfaltbeton met een totale laagdikte van ca. 70 mm en een bovenmaat van het toeslagmateriaal van de toplaag van 8 mm. Productverificatie Aantonen dat de in het werk gebrachte deklaag overeenkomt met de hierboven gegeven omschrijving en dat de uitstroomtijd in het werk, gemeten volgens Bijlage CSB 8 nergens groter is dan 20 seconden en gemiddeld niet groter is dan 17 seconden. 3 Fijn tweelaags ZOAB Omschrijving Tweelaags Zeer Open Asfaltbeton met een totale laagdikte van ca. 70 mm en een bovenmaat van het toeslagmateriaal van de toplaag van 6 mm. Productverificatie Aantonen dat de in het werk gebrachte deklaag overeenkomt met de hierboven gegeven omschrijving en dat de uitstroomtijd in het werk, gemeten volgens Bijlage CSB 8, nergens groter is dan 20 seconden en gemiddeld niet groter is dan 17 seconden 4a SMA-NL 5 Omschrijving Steenmastiekasfalt SMA-NL 5 conform RAW 2010 [11] Deelhoofdstuk 31.2 artikel 31.26 met een bovenmaat van het toeslagmateriaal van 5 mm Productverificatie Aantonen dat de in het werk gebrachte deklaag overeenkomt met de hierboven gegeven omschrijving.

4b SMA-NL 8 Omschrijving Steenmastiekasfalt SMA-NL 8 conform RAW 2010 [11] Deelhoofdstuk 31.2 artikel 31.26 met een bovenmaat van het toeslagmateriaal van 8 mm Productverificatie Aantonen dat de in het werk gebrachte deklaag overeenkomt met de hierboven gegeven omschrijving. 11 - Dunne deklagen A Omschrijving Dunne Asfalt Deklaag met een dikte van ten minste 20 mm, een ontwerp holle ruimte tussen circa 5% en 12 % en een bovenmaat van het toeslagmateriaal van 8 mm, waarvoor conform Bijlage CSB 13 in referentieprojecten is aangetoond dat deze ten minste de geluidreductie geeft die is genoemd voor categorie 11 in Bijlage CSB 3 voor 80 km/u en 100% licht verkeer. Productverificatie Aantonen dat de in het werk toegepaste werkwijzen, bouwstoffen en samenstelling, alsmede de in het werk gerealiseerde holle ruimten en laagdikten overeenkomen met de conform Bijlage CSB 4 aan te leveren gegevens van de referentieprojecten waarin de geluidreducties zijn aangetoond. 12 - Dunne deklagen B Omschrijving Dunne Asfalt Deklaag met een dikte van ten minste 20 mm, een ontwerp holle ruimte vanaf circa 12 % en een bovenmaat van het toeslagmateriaal van 6 mm, waarvoor conform Bijlage CSB 13 in referentieprojecten is aangetoond dat deze ten minste de geluidreductie geeft die is genoemd voor categorie 12 in Bijlage CSB 3 voor 80 km/u en 100% licht verkeer. Productverificatie Aantonen dat de in het werk toegepaste werkwijzen, bouwstoffen en samenstelling, alsmede de in het werk gerealiseerde holle ruimten en laagdikten overeenkomen met de conform Bijlage CSB 4 aan te leveren gegevens van de referentieprojecten waarin de geluidreducties zijn aangetoond.

Bijlage CSB 3: Geluidreducties per wegdekcategorie........................................................................ Geluidreductie 1 (db(a)), Reken en Meetvoorschrift Geluid 2012 (RMG 2012) 50 km/h 80/70 km/h 2 110/85 km/h 100% lv 90% lv 100% zv 100% lv 90% lv 10% mv 10% zv 100% zv 100% lv 70% lv 30% zv 100% zv 1-1L ZOAB - - - 1,4 1,9 3,1 2,3 2,7 3,1 2-2L ZOAB - - - 4,5 4,7 5,2 4,9 4,9 4,8 3-2L ZOAB fijn - - - 6,5 6,1 5,3 6,5 5,8 5,4 4a - SMA 0/5 1,7 0,8 0,0 1,9 1,2 0,0 - - - 4b - SMA 0/8 0,6 0,3 0,0 0,8 0,5 0,0 - - - Categorie 5 - Uitgeborsteld beton - - - -1,9-1,3 0,3-2,1-1,1-0,1 6 - geoptimaliseerd uitgeborsteld beton - - - -0,3 0,3 1,6 - - - 7 - Fijngebezemd beton - - - -2,0-1,9-1,7-3,1-2,5-2,0 8 - Oppervlakbewerking -2,9-1,5 0,7-2,9-2,0 0,5-2,9-1,4 0,4 9a - Elementenverharding keperverband 9b - Elementenverharding niet in keperverband -1,9-2,6-3,1 - - - - - - -5,5-6,0-6,5 - - - - - - 10 - Stille elementenverharding 1,7-0,1-1,4 - - - - - - 11 - Dunne deklagen A 2,9 2,1 1,4 3,4 2,6 1,3 3,7 2,2 1,3 12 - Dunne deklagen B 4,7 2,7 1,4 5,0 3,4 1,3 5,2 2,6 1,3 1) 2) een negatieve waarde betekent een hogere geluidproductie dan het referentiewegdek 80 km/h voor lichte motorvoertuigen en 70 km/h voor (middel)zware voertuigen

Bijlage CSB 4: Aan te leveren informatie t.b.v. aantonen geschiktheid Dunne Asfaltdeklagen en Dunne Asfaltinlagen........................................................................ Productnaam Systeem en snelheid van aanbrengen, wijze van kleven en eventueel standaard nabehandelingsmethoden Bouwstoffen en samenstelling product en toleranties daarop Holle ruimte ontwerp Laagdikte De 5 of meer referentieprojecten waarop de aangeleverde informatie is gebaseerd Hechting aan onderlagen ontwerpwaarde, toleranties en bepalingswijze ontwerplaagdikte en toleranties aanlegjaar, wegbeheerder, lengte/oppervlakte, type weg, toepassing resultaten van ten minste 4 metingen 1, waaruit een hechtsterkte dient te blijken van gemiddeld ten minste 1,0 MPa, en per individueel proefresultaat ten minste 0,75 MPa Geluidreductie Cwegdek conform CROW publicatie 316 [10]. Homogeniteit geluidskwaliteit Stroefheid Remvertraging Rafelingsweerstand CPX meetwaarden en de variatie daarvan binnen een aaneengesloten wegvak conform ISO/CD 11819-2, zoals vastgesteld bij de Cwegdek - bepaling. resultaten stroefheidsmeting voor openstelling conform proef 72 RAW 2010 [11] of conform Bijlage CSB 6 resultaten remvertragingsmetingen voor openstelling conform Bijlage CSB 7 of conform Bijlage CSB 10 resultaten (steenverlies) van RSAT - proeven of gelijkwaardige proeven 1) bij 10 ⁰C volgens proef TAT van Ontwerp-NEN-EN 12697-48:2013.

Bijlage CSB 5: Standaard (her)ontwerpuitgangspunten Asfaltverhardingen....................................................................... Nieuwbouwontwerp: Conform SOA [2] Herontwerp: Luchttemperatuur: 14.0 C Straal contactvlak: Wielafstand: 0.105 m 0.315 m Betrouwbaarheid: 85 % Toelaatbare schade: 20% (herontwerp) Factor aantal stroken: 1 strook per rijrichting: 1,00 2 stroken per rijrichting: 0,95 > 2stroken per rijrichting: 0,90

Bijlage CSB 6: Protocol aantonen stroefheid en remvertraging van voorgestelde onderhoudsmaatregelen........................................................................ Om aan te tonen dat een deklaagmengsel met een gegeven mengselidentificatiecode kan voldoen aan de openstellingseisen voor remvertraging en stroefheid, moeten resultaten worden overlegd van remproeven en stroefheidsmetingen op een of meer eerder aangelegde deklaag/lagen van het betreffende mengsel. Hierbij moeten de resultaten van de remvertragingsmetingen conform Bijlage CSB 7 of conform Bijlage CSB 10 voldoen aan: - ten minste 5,4 m/s² bij een enkel meetresultaat; - gemiddeld ten minste 5,3 m/s² en geen waarde onder 5,2 m/s² bij twee of meer meetresultaten; Bij beschikbaarheid van stroefheidmetingen conform proef 72 van de Standaard RAW Bepalingen 2010 moeten deze voldoen aan: - op Open Deklagen: - ten minste een waarde 0,50 (meetmethode 2010/70, 70 km/u) of 0,54 (meetmethode 2010/50, 50 km/u) bij een enkel meetresultaat; - gemiddeld ten minste 0,48 (meetmethode 2010/70, 70 km/u) of 0,51 (meetmethode 2010/50, 50 km/u) bij twee of meer meetresultaten - geen waarde onder 0,47 (meetmethode 2010/70, 70 km/u) of 0,50 (meetmethode 2010/50, 50 km/u) bij twee of meer meetresultaten. - op Dichte Deklagen: - ten minste een waarde 0,47 (meetmethode 2010/70, 70 km/u) of 0,53 (meetmethode 2010/50, 50 km/u) bij een enkel meetresultaat; - gemiddeld ten minste 0,44 (meetmethode 2010/70, 70 km/u) of 0,50 (meetmethode 2010/50, 50 km/u) bij twee of meer meetresultaten - geen waarde onder 0,43 (meetmethode 2010/70, 70 km/u) of 0,49 (meetmethode 2010/50, 50 km/u) bij twee of meer meetresultaten. Bij beschikbaarheid van waarden voor de actuele stroefheidscore AS conform Bijlage CSB 12 moeten de resultaten voldoen aan: - ten minste een waarde AS = 0,08 bij een enkel meetresultaat; - gemiddeld ten minste een waarde AS = 0,06 bij twee of meer meetresultaten - geen waarde onder AS = 0,04 bij twee of meer meetresultaten. Daarbij moet tevens worden aangetoond dat deze metingen zijn uitgevoerd alvorens het bemeten wegvak voor verkeer is opengesteld. In geval hiertoe meerdere metingen op deklagen uit dezelfde productie worden verricht worden deze geacht te leiden tot één enkel meetresultaat als in dit lid bedoeld. In geval de aannemer de hiervoor beschreven resultaten niet kan overleggen, dient hij een bewezen verbeteringsmaatregel betreffende de stroefheid/remvertraging toe te passen. De effectiviteit van deze maatregel dient vooraf te worden aangetoond door in het eerste werkvak met het betreffende deklaagmengsel eerst een vak van 300 m te voorzien van een deklaag. Vervolgens dienen de proeven op dit vak te worden uitgevoerd. Eerst als blijkt dat aan de hierboven gestelde eisen voor een enkel meetresultaat wordt voldaan, mag de aannemer de aanlegwerkzaamheden met het betreffende deklaagmengsel voortzetten.