Notitie 20122367-09 Wijzigingsbevoegdheid voor de bestemming spoorwegdoeleinden Beoordeling bedrijven & milieuzonering, luchtkwaliteit en externe veiligheid Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart 2013 20122367-09 M. Souren 1 Inleiding In opdracht van Kragten B.V. heeft Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV een onderzoek bedrijven en milieuzonering, beoordeling luchtkwaliteit en een beoordeling externe veiligheid, uitgevoerd. De beoordeling heeft betrekking op de beoogde wijziging van de bestemming spoorwegdoeleinden in bedrijfsdoeleinden binnen het bestemmingsplan Zuidelijke stadsrand gemeente Roermond. 2 Planbeschrijving De wijziging heeft betrekking op het deel met de huidige bestemming spoorwegdoeleinden langs de Rijksweg (N271) en krijgt na wijziging de bestemming bedrijfsdoeleinden B2, conform het bestemmingsplan Zuidelijke stadsrand gemeente Roermond. In figuur 2.1 is een overzicht weergegeven van het te wijzigingen plangebied.
Figuur 2.1 Plangebied 3 VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering De VNG-publicatie is een algemeen geaccepteerd instrument om na te gaan of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening in situaties waar inrichtingen dicht bij woningen worden voorzien. In voorliggende notitie is gebruik gemaakt van versie 2009. De VNG-publicatie geeft richtafstanden per bedrijfscategorie. De afstanden worden gegeven voor een aantal milieuaspecten met name geur, stof, geluid en gevaar. De afstanden gelden tussen de perceelgrens van de inrichting en de gevels van woningen. Indien deze afstanden gerespecteerd worden, is er sprake van een milieuhygiënisch te verantwoorden situatie en een goede ruimtelijke ordening. Indien één van deze afstanden niet gerespecteerd wordt, is nader onderzoek nodig om na te gaan of alsnog sprake kan zijn van een milieuhygiënisch verantwoorde situatie. 3.1 Beoordeling VNG-publicatie Binnen bedrijfsdoeleinden B2 zijn uitsluitend inrichtingen met maximaal bedrijfscategorie 3.2 toegestaan met een bijbehorende richtafstand van 50 meter (gemengd gebied). Uit een inventarisatie volgt dat binnen een straal van 50 meter geen geluidgevoelige bestemmingen gelegen zijn. De bestemming bedrijfsdoeleinden B2 wordt dan ook inpasbaar geacht. Pagina 2
4 Luchtkwaliteit De luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer (titel 5.2) worden ook wel de Wet luchtkwaliteit genoemd. Volgens de systematiek van de Wet luchtkwaliteit vormen de luchtkwaliteitseisen in ieder geval geen belemmering voor realisatie van een plan, indien aannemelijk wordt gemaakt dat het plan niet in betekende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit of dat grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit niet worden overschreden. In de navolgende paragraaf is een samenvatting gegeven van de meest relevante bepalingen uit de vigerende wet- en regelgeving voor de onderhavige situatie. 4.1 Grenswaarden In tabel 4.1 zijn de grenswaarden voor de voor de luchtkwaliteit maatgevende stoffen fijn stof en NO 2 weergegeven, zoals die op grond van de vigerende wet- en regelgeving gelden in de omgeving van het plangebied. Tabel 4.1: Grenswaarden voor fijn stof en NO 2 Stof Norm 2013 en 2014 2015 en later NO 2 Grenswaarde (jaargemiddelde in µg/m 3 ) 60 40 Fijn stof Grenswaarde (jaargemiddelde in µg/m 3 ) 40 40 Grenswaarde (aantal dagen per jaar dat de 24-uurgemiddeldeconcentratie boven de 50 µg/m 3 mag liggen) 35 35 4.2 Niet in betekenende mate (NIBM) In het Besluit Niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen (luchtkwaliteitseisen) is vastgelegd dat een ontwikkeling NIBM bijdraagt, indien de bijdrage aan de concentratie fijn stof of NO 2 niet meer dan 3% bedraagt van de jaargemiddelde grenswaarde van de betreffende stof. Voor de voor luchtkwaliteit maatgevende stoffen fijn stof en NO 2 komt dit overeen met een bijdrage aan de jaargemiddelde concentraties van 1,2 µg/m 3. Voor ontwikkelingen die NIBM bijdragen aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen, vormt de Wet luchtkwaliteit geen belemmering en is geen nader luchtkwaliteitsonderzoek vereist. 4.3 Beoordeling luchtkwaliteitsaspecten Om de uitbreiding van het bedrijventerrein mogelijk te maken is een partiële herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk. Bij de besluitvorming in deze ruimtelijke procedure dient het bevoegd gezag de gevolgen voor de luchtkwaliteit die samenhangen met de beoogde ontwikkeling, te toetsen aan de luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer. In de onderhavige situatie zijn de wijzigingen van de intensiteiten en verkeersstromen als gevolg van uitbreiding van het bedrijventerrein marginaal. Door de ingebruikname van het huidig bestemde deel spoorwegdoeleinden als bedrijventerrein zal geen extra verkeer gegenereerd worden. Daarnaast zullen, gezien de minimale toename aan bedrijventerrein ten opzichte van het reeds bestemde Pagina 3
oppervlak bedrijventerrein, geen overschrijdingen van grenswaarden te verwachten zijn. Uit notitie met referentie 20122367-08 d.d. 29 maart 2013 van Cauberg-Huygen 1 volgt dat zelfs met worstcase aannames, ruimschoots aan grenswaarden wordt voldaan in de omgeving van het plangebied. Met berekende concentraties van 35,0 µg/m3 NO2 en 23,4 µg/m3 fijn stof liggen de concentraties in het maatgevende jaar 2013 ruim beneden de grenswaarden. Gezien de ruime marge tot grenswaarden en de marginale uitbreiding aan bedrijventerrein, is het niet aannemelijk dat grenswaarden worden overschreden. Op grond van de eerdergenoemde bevindingen vormt de Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor de wijziging van de bestemming. 5 Externe veiligheid Met betrekking tot externe veiligheid is in rapport met referentie 20122367-06 d.d. 29 maart 2013 van Cauberg-Huygen 2 een analyse uitgevoerd op volgende onderdelen: - transport gevaarlijke stoffen; - buisleidingen; - risicovolle bedrijven. Voor de resultaten van deze analyse wordt verwezen naar het genoemde onderzoek. De huidige wijziging vindt plaats binnen 40 meter vanaf de Rijksweg. Binnen deze zone is geen bebouwing toegestaan. Derhalve betreft het een, voor externe veiligheid, niet relevante wijziging. 1 Hansen Dranken te Linnen, beoordeling luchtkwaliteitsaspecten. 2 Uitbreiding Hansen Dranken te Linne, quickscan externe veiligheid. Pagina 4
6 Samenvatting en conclusie In voorliggende notitie is een onderzoek bedrijven en milieuzonering, beoordeling luchtkwaliteit en een beoordeling externe veiligheid, die samenhangen met de beoogde wijziging van de bestemming van spoorwegdoeleinden naar bedrijfsdoeleinden, uitgevoerd. Om de uitbreiding van het bedrijventerrein mogelijk te maken is een partiële herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk. Bij de besluitvorming in deze ruimtelijke procedure dient het bevoegd gezag de gevolgen die samenhangen met de beoogde ontwikkeling, te beoordelen aan de geldende wetgeving. Uit het onderzoek volgt dat: - ten aanzien van bedrijven en milieuzonering geen geluidgevoelige bestemmingen binnen de richtafstand van 50 meter gelegen zijn; - aannemelijk gemaakt dat door de uitbreiding geen grenswaarden overschrijdingen voor luchtkwaliteit te verwachten zijn; - aangezien de wijziging plaatsvindt binnen een zone waar geen bebouwing is toegestaan, is de wijziging niet relevant voor het aspect externe veiligheid. Op grond van de voorgenoemde bevindingen zijn geen belemmeringen voor de wijziging te verwachten. De bestemming bedrijfsdoeleinden B2 wordt dan ook inpasbaar geacht. Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV mevrouw ing. N.J.W. Pirovano Projectleider Pagina 5