Wijzigingsplan. Buitengebied, wijzigingsplan d'olde Dijk 15-17

Transcriptie

1 Wijzigingsplan Buitengebied, wijzigingsplan d'olde Dijk Status: Vastgesteld Datum: 24 augustus 2016

2 Plangegevens Naam: Buitengebied, wijzigingsplan d'olde Dijk Plantype: Wijzigingsplan IMRO: NL.IMRO VS01 Status: Vastgesteld Datum: 24 augustus 2016 Projectnummer: 16JA037 Opdrachtgever: Gemeente Staphorst Binnenweg DE Staphorst Opsteller: Contactpersoon: Ad Fontem Juridisch Bouwadvies BV Hoofdstraat PB ZENDEREN T) E) M. ter Horst

3 Buitengebied, wijzigingsplan d'olde Dijk Staphorst

4 datum dossiercode Geachte heer / mevrouw M. ter Horst, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website Op basis van deze toets blijkt dat in uw plan geen waterbelangen worden geraakt. U volgt de procedure geen waterschapsbelang. Dit houdt in dat u direct door kunt gaan met de planvorming van uw plan en onderstaande tekst kunt opnemen in het plan. Waterparagraaf geen waterschapsbelang Via is het Waterschap Drents Overijsselse Delta op de hoogte gebracht van het plan. Er is geen sprake van een waterbelang. Het betreft alleen een functieverandering van bestaande bebouwing en heeft geen invloed op de waterhuishouding. Het Waterschap Drents Overijsselse Delta gaat akkoord met het plan. Hiermee is het watertoetsproces doorlopen. De WaterToets 2014

5 Rapport Zienswijzen Ontwerpwijzigingsplan d Olde Dijk te Staphorst 3 augustus 2016

6 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2 Procedure ontwerpbestemmingsplan 3. Samenvatting en beantwoording 3.1 Reclamant 1 4. Conclusie 5. Vaststelling Rapport Zienswijzen Bijlage 1. Milieuadvies inzake stof d.d. 4 augustus

7 1. INLEIDING In dit document worden de binnengekomen zienswijzen over het ontwerpwijzigingsplan d Olde Dijk te Staphorst behandeld. Het plan voorziet in het herstellen van de planologische situatie op het perceel d Olde Dijk 15 en 17 te Staphorst. 2. PROCEDURE Ter inzage Na voorafgaande publicatie op 21 juni 2016 in de Staatscourant en het huis-aan-huis blad De Staphorster is in overeenstemming met artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening met ingang van 22 juni 2016 ontwerp wijzigingsplan Buitengebied, wijzigingsplan d' Olde Dijk voor een ieder voor een periode van zes weken ter inzage gelegd. Het ontwerpplan met de hierbij behorende stukken kon tijdens de openingsuren in het gemeentehuis te Staphorst worden ingezien. Ook was het ontwerp te raadplegen via de gemeentelijke website en de landelijke website Zienswijzen Gedurende de hiervoor genoemde termijn kon een ieder mondeling dan wel schriftelijk zienswijzen naar voren brengen. Er is één reclamant die gebruik heeft gemaakt van het recht om een (mondelinge) zienswijze in te dienen. In hoofdstuk drie wordt de ingekomen zienswijze samengevat en vervolgens van een gemeentelijk standpunt voorzien. Tenslotte wordt de zienswijze afgesloten met een conclusie, hierin wordt aangegeven of de zienswijze al dan niet wordt overgenomen. 3. SAMENVATTING EN BEANTWOORDING INDIVIDUELE ZIENSWIJZEN 3.1 Reclamant 1. Datum brief: 1 augustus 2016 Datum ontvangst: 1 augustus 2016 De zienswijze is binnen de termijn ontvangen en wordt meegenomen in de afweging. De zienswijzen worden hierna samengevat weergegeven en van een gemeentelijk standpunt voorzien Agrarisch bedrijf dicht op woning Reclamant richt zijn zienswijze op dat in huidige afstand van agrarisch bedrijf tot de woning op perceel d Olde Dijk 13a te Staphorst 18 meter is. Dit voldoet niet aan de VNG richtafstand van 30 meter ten aanzien van stof. Gemeentelijke reactie De VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering geeft per bedrijfstype aan op welke indicatieve afstanden er relevante invloeden vanwege een gemiddeld bedrijf van dat type kunnen worden ondervonden. In de VNG-publicatie is aangegeven dat deze niet bedoeld is om bestaande situaties te beoordelen. In de basis is de publicatie bedoeld voor het sturen van nieuwe ontwikkelingen. In paragraaf 4.2 van de toelichting van het wijzigingsplan wordt verwezen naar het milieuaspect stof. In de conclusie van deze paragraaf is ook aangegeven dat het hier gaat om een bestaande situatie, welke qua bedrijfsmatige activiteiten niet is gewijzigd. Wanneer ondanks het bovenstaande wordt uitgegaan van een nieuwe situatie, dan gelden de volgende overwegingen ten aanzien van stof. Volgens de geldende milieuvergunning heeft het agrarisch bedrijf 28 melk- en kalfskoeien (A 1.100), 20 stuks vrouwelijk jongvee < 2 jaar (A 3.100) en 1 fokstier (A 7.100). Bij het beoordelen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning milieu moet het bevoegd gezag toetsen aan de luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer (Wm). 2

8 Wanneer een uitbreiding 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdraagt aan de concentratie fijn stof, kan de vergunning verleend worden. Voor fijn stof houdt dit in: een toename van 1,2 microgram (3% van de grenswaarde) op het beoordelingspunt. In de Handreiking fijn stof en veehouderijen van het Ministerie van VROM wordt aangegeven dat gebruik gemaakt kan worden van een vuistregel op basis van emissiefactoren per type dier. Op basis van de dierenaantallen uit de milieuvergunning geldt gr/jaar. In de handreiking is een tabel opgenomen: Er wordt in dit geval getoetst op 18 meter. Uit de tabel valt af te lezen dat op 70 meter de NIBM vuistregelgrens op 324 duizend gram/jr. ligt. Doordat de totale emissie 3290 gram per jaar bedraagt, kan geconcludeerd worden dat er op 18 meter geen sprake kan zijn van IBM. Bovenstaande is op basis van een vuistregel tot stand gekomen. Hoewel hiervan uitgegaan kan worden, is het wettelijk verplicht om de luchtkwaliteit te berekenen met een actuele versie van een rekenprogramma. Het rekenprogramma ISL3a is gebruikt om de luchtkwaliteit te berekenen. De resultaten zijn als bijlage 1 behorende bij het rapport zienswijze opgenomen. Hieruit valt op te maken dat de locatie ruimschoots onder de grenswaarde valt. Uit voorgaande blijkt dat het milieuaspect stof voldoende uitputtend is onderzocht, zonder dat eruit geconcludeerd kan worden dat er ter plaatse van d Olde Dijk 13a te Staphorst geen aanvaardbaar woon- en leefklimaat is. Conclusie De zienswijze van reclamant leidt tot aanpassing van het ontwerpwijzigingsplan in die zin dat een nadere motivering ten aanzien van luchtkwaliteit wordt opgenomen in de toelichting. 4. CONCLUSIE De zienswijzen van reclamant 1 wordt deels gegrond verklaard en geeft aanleiding tot aanpassing van het vast te stellen ontwerpwijzigingsplan Buitengebied, wijzigingsplan d Olde Dijk ten opzichte van het ter visie gelegde ontwerpwijzigingsplan door een nadere onderbouwing ten aanzien van stof op te nemen. 3