Gemeente Stadskanaal: wijzigingsbesluit Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 ( )

Vergelijkbare documenten
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

*Z BB3* documentnr.: INT/M/15/18978 zaaknr.: Z/M/15/22442

Bijlage A: Wijzigingsvoorstellen APV Nuth 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

Oud (voor zover relevant) Nieuw Toelichting. Artikel 1 Artikel 1:1 Leesteken aangepast. Artikel 1.2 Artikel 1:2 Leesteken aangepast

Besluit raad verordening

Samenvatting Inleiding In juni 2010 is de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Grave vastgesteld.

Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen 2017

Artikel Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie (huidig artikel)

*Z00FBE7EDC1* documentnr.: INT/G/15/18100 zaaknr.: Z/G/15/22441

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2014;

De wijzigingen zijn cursief en dikgedrukt in het gewijzigde artikel weergegeven.

Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Ferwerderadiel

Bijlage 3 Wijziging Algemene plaatselijke verordening 2017

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, nr. 96;

Besluit van de gemeenteraad

GEMEENTEBLAD. Nr Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Nuth december. Officiële uitgave van gemeente Nuth.

BIJLAGE A. Algemene Plaatselijke Verordening

openbaar water: wateren die voor het publiek

gelet op art 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4, 20 en 23 van de Drank- en Horecawet.

Voorstel Gemeenteraad VII- G

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober 2013, nr. 86;

OVERZICHT TE WIJZIGEN ARTIKELEN

Derde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal

Datum bekendmaking: Projectomschrijving: Registratienummer: Besluit tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Groningen 2009

VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014

AANVRAAGFORMULIER Exploitatievergunning horecabedrijf

Datum: 26 september 2013 Portefeuillehouder: Burgemeester Renkema

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene plaatselijke verordening.

Algemene Plaatselijke Verordening B E L E I D S R E G E L S

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nr. BWV ;

Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening Druten

BESLUIT: Artikel I Wijzigingen van de Algemene plaatselijke verordening 2011

Integrale tekst van de artikelen APV behorende bij voorgestelde wijziging APV

Raadsvoorstel agendapunt

Voorstel Gemeenteraad VII- G

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2018, nr. BWV ;

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 18 december 2014 Agendanummer : Datum : 29 oktober 2014

Gemeente Nissewaard - Eerste wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2016

Uittreksel uit concept APV Schagen 2016 onderdeel Toezicht op openbare inrichtingen.

Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Boxtel 2012

Gemeente Woerden. De bevoegdheid van de raad komt voort uit de volgende wet- en/of regelgeving:

VERORDENING DRANK EN HORECAWET

verordening Drank- en horecawet blaricum 2014 gelezen het voorstel van het college van B&W d.d. 29 oktober 2013;

D. Deelnemen (aan verboden optocht)... 2:3 Dieren (gevaarlijke)... 2:59;2:60 Doelloos rondhangen... 2:47;2:49

vervallen ongeregeldheden

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Hardenberg 2017

Transponeringstabel. behorende bij APV APV S.R. Boelens, afdeling Staf

Artikel 1:4 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens de wet of deze

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Aan de Raad, Heerhugowaard, 12 december 2006

Raadsstuk. Onderwerp: Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening Haarlem BBV nr: 2014/428409

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

GEMEENTEBLAD. Nr Algemene plaatselijke verordening Harderwijk. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

STICHTING KINDERVAKANTIEWERK TILBURG Uittreksel uit de algemene plaatselijke verordening v.d. Gemeente Tilburg.

Tekstuitgave van de Drank- en Horecaverordening

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Oudewater 2017 (APV)

Uitleg: Het onderstaande begrip "Laatste wijziging" heeft betrekking op de laatste invoerdatum van de

VNG Model Algemene plaatselijke verordening Laatst gewijzigd:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Nadere regels voor terrassen 2013

Betreft "Drank- en Horecaverordening gemeente Stein 2004"

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING DELFZIJL 2018

Verordening. Algemene Plaatselijke Verordening 2012

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente

CVDR. Nr. CVDR611070_1. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelezen het voorstel d.d. 9 mei 2017 van burgemeester en wethouders;

Artikelen over honden in de Algemene Plaatselijke Verordening

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bergeijk 2017 (APV 2017) gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 september 2017;

Algemene Plaatselijke Verordening Menameradiel 2012

Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerlen 2012

ONDERWERP: Aanpassing Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

Algemene Plaatselijke Verordening Etten-Leur gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.

Reclamewetgeving en beleid gemeente Amersfoort Juli 2017

Algemene plaatselijke verordening gemeente Heemskerk

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN

overwegende dat het wenselijk is de Apv gewijzigd vast te stellen en hierin een exploitatievergunningenstelsel op te nemen,

vng.nl Was-wordt-tabel Wijziging Model Algemene plaatselijke verordening Leeswijzer modelbepalingen

Inhoudsopgave B E L E I D S R E G E L H O R E C A H A N D H A V I N G

Algemene plaatselijke verordening Etten-leur 2017

Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente

Foutieve titel boven artikel 2:74a van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), Openlijk drugsgebruik

Algemene Plaatselijke Verordening Midden- Groningen 2018

Algemene Plaatselijke Verordening

GEMEENTEBLAD. Nr

Betreft. Nieuwe regeling

Algemene plaatselijke verordening Dordrecht

Algemene plaatselijke verordening gemeente Harderwijk

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2008, nr.

Oplegnotitie Tussentijdse wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de Gemeente Brunssum Gemeenteblad nr. 64

CVDR. Nr. CVDR16501_3. Algemene plaatselijke verordeningbunnik Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelet op de artikelen 4, eerste tot en met derde lid, 25a, 25b, 25c en 25d van de Drank- en Horecawet;

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING KAPELLE 2012

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

HONDENBELEID BEVERWIJK

APV gemeente Sliedrecht 2003, inclusief eerste wijziging Pagina 1 van 52

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING GEERTRUIDENBERG 2018

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Sluis

Algemene Plaatselijke Verordening Etten-Leur 2014

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Stadskanaal. Nr. 188385 30 december 2016 Gemeente Stadskanaal: wijzigingsbesluit Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 (1-1-2017) De raad van de gemeente Stadskanaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2016, nr. R 7201; gelet op de wens om de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 te actualiseren; b e s l u i t : I. de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 als volgt te wijzigen: Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder: In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder: a. Weg: - Openbare plaats: 1. de weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede de daaraan liggende en als zodanig wordt verstaan, waaronder begrepen de weg. hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder aangeduide parkeerterreinen; - Weg: 2. de - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke pleinen en open plaatsen, parken, plantsoenen, speelweiden, genverkeerswet 1994, alsmede de daaraan liggende en als zodanig 1. de weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de We- bossen en andere natuurterreinen, ijsvlakten en aanlegplaatsen aangeduide parkeerterreinen; voor vaartuigen; 3. de voor het publiek toegankelijke stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen, die uitsluitend tot voor bewoning in gebruik zijnde ruimte toegang geven en niet afsluitbaar zijn; 2. de - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke pleinen en open plaatsen, parken, plantsoenen, speelweiden, bossen en andere natuurterreinen, ijsvlakten en aanlegplaatsen voor vaartuigen; 3. de voor het publiek toegankelijke stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen, die uitsluitend tot voor bewoning in gebruik zijnde ruimte toegang geven en niet afsluitbaar zijn; c. Bebouwde kom: de bebouwde kom of kommen waarvan Gedeputeerde Staten de grenzen hebben vastgesteld overeenkomstig artikel 27, tweede lid van de Wegenwet. d. Rechthebbende: - Bebouwde kom: eenieder die over enige zaak enige zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk echt. e. Voertuigen: - Rechthebbende: alle voertuigen als bedoeld in artikel 1, onder al (aa el), van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, met uitzondering van: 4. andere voor het publiek toegankelijke, al dan niet afsluitbare stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen; de afsluitbare alleen gedurende de tijd dat zij niet door of vanwege degene die daartoe naar burgerlijk recht bevoegd is, zijn afgesloten. 4. andere voor het publiek toegankelijke, al dan niet afsluitbare b. Openbaar water: stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen; de alle wateren die - al dan niet met enige beperking - voor het publiek afsluitbare alleen gedurende de tijd dat zij niet door of vanwege bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn. degene die daartoe naar burgerlijk recht bevoegd is, zijn afgesloten. - Openbaar water: alle wateren die - al dan niet met enige beperking - voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn. het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994; eenieder die over enige zaak enige zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk echt. - Voertuigen: a. treinen en trams; alle voertuigen als bedoeld in artikel 1, onder al ( aa el), van het b. kruiwagens, kinderwagens en dergelijke kleine voertuigen. f. Vaartuigen: alle vaartuigen, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, alsmede woonschepen, glijboten en ponten. g. Woonschepen: vaartuigen uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd. h. Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, met uitzondering van treinen en trams. - Vaartuigen: alle vaartuigen, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, alsmede woonschepen, glijboten en ponten. - Woonschepen: vaartuigen uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd. - Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun i. Gebouw: vindt in of op de grond. elk bouwwerk dat een voor personen toegankelijke overdekte, - Gebouw: geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. elk bouwwerk dat een voor personen toegankelijke overdekte, j. Vee: dieren die behoren tot de diersoorten genoemd in bijlage II, behorende bij artikel 18 van de Meststoffenwet. k. Handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen. l. bevoegd gezag; bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. - Vee: dieren die behoren tot de diersoorten genoemd in bijlage II, behorende bij artikel 18 van de Meststoffenwet. - Handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen. - Bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. - College: het college van burgemeester en wethouders. 1

Artikel 1.2 Beslissingstermijn Artikel 1.2 Beslissingstermijn 1. Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een 1. Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de datum van vergunning of ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. ontvangst van de aanvraag. 2. Het bevoegde bestuursorgaan kan zijn beslissing voor ten 2. Het bevoegde bestuursorgaan kan zijn beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen. hoogste acht weken verdagen. 3. Het bepaalde in het eerste en het tweede lid geldt niet voor een 3. Het bepaalde in het eerste en het tweede lid geldt niet voor een beslissing op een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in beslissing op een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid, ten bate van het exploiteren van een prostitutiebedrijftutiebedrijf. artikel 3.3, eerste lid, ten bate van het exploiteren van een prosti- 4. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor een beslissing op 4. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor een beslissing op een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2.2.1a, een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2.2.1a, tweede lid, het aanvragen voor een vergunning voor het organiseren van een middelgroot of groot evenement. ren van een regulier-, aandachts- of risico-evenement. tweede lid, het aanvragen voor een vergunning voor het organise- 5. In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 2.1.5.2, 2.1.5.3, 4.3.1, 4.3.2, 4.3.3. Artikel 1.3 Te late indiening aanvraag 1. Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het bevoegde bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen. 2. Voor bepaalde, door het bevoegde bestuursorgaan aan te wijzen vergunningen of ontheffingen, kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken. Artikel 1.3 Te late indiening aanvraag [ vervallen ] Artikel 1.7 Termijnen Artikel 1.7 Termijnen Een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of onthef- Een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing anders is bepaald. fing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet. Artikel 1.8 Weigeringsgronden De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van: a. de openbare orde; b. de openbare veiligheid; c. de volksgezondheid; d. de bescherming van het milieu. Artikel 1.8 Weigeringsgronden 1. Een vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van: a. de openbare orde; b. de openbare veiligheid; c. de volksgezondheid; d. de bescherming van het milieu. 2. Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan 3 weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is. Artikel 1.9 Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen Artikel 1.9 Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van op: voor de volgende artikelen in deze verordening: 1. artikel 2.1.5.2 (omgevings )vergunning voor het aanleggen, 1. 2.3.1.3a Beperking verstrekking sterke drank; beschadigen en veranderen van een weg; 2. 5.1.10 Ontheffing aantasting groenvoorzieningen door voertuigen; 2. artikel 2.1.5.3 Maken en veranderen van een uitweg; 3. artikel 2.3.1.3a Beperking verstrekking sterke drank; 3. 5.4.2 Ontheffing verkeer in natuurgebieden; 4. artikel 4.3.2 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden 4. 5.4.2a Ontheffing vaartuigen in recreatieplas; (kapvergunning); 5. 5.6.2 Verboden plaatsen. 5. artikel 5.1.10 Ontheffing aantasting groenvoorzieningen door voertuigen; 6. artikel 5.4.2 Ontheffing verkeer in natuurgebieden; 7. artikel 5.4.2a Ontheffing vaartuigen in recreatieplas; 8. artikel 5.6.2 Verboden plaatsen. Artikel 1.10 Geen Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen Artikel 1.10 Geen Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen 2

Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op: Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op: 1. artikel 2.1.1.1 Samenscholing en ongeregeldheden; 1. artikel 2.1.1.1 Samenscholing en ongeregeldheden; 2. artikel 2.1.5.1 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg; 2. artikel 2.1.5.1 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg; 3. artikel 2.2.2, Evenement; 3. artikel 2.2.2, Evenement; 4. artikel 2.3.1.3b Verlof verstrekking alcoholvrije drank; 4. artikel 2.3.1.2 Exploitatie terras; 5. artikel 2.3.1.5a Afwijking sluitingstijden, tijdelijke sluiting; 5. artikel 2.3.1.3b Verlof verstrekking alcoholvrije drank; 6. artikel 2.3.3.2 Speelautomaten; 6. artikel 2.3.1.5a Afwijking sluitingstijden, tijdelijke sluiting; 7. artikel 2.4.1 Betreden gesloten woning en lokaal; 7. artikel 2.3.3.2 Speelautomaten; 8. artikel 2.4.20 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren; 8. artikel 2.4.1 Betreden gesloten woning en lokaal; 9. artikel 3.2.1 Prostitutiebedrijven; 9. artikel 2.4.20 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren; 10. artikel 4.1.5 Overige geluidshinder; 10. artikel 3.2.1 Prostitutiebedrijven; 11. artikel 4.3.8 Bestrijding iepziekte; 11. artikel 4.1.5 Overige geluidshinder; 12. artikel 4.5.2 (Recreatief) nachtverblijf buiten kampeerterreinen; 12. artikel 4.3.8 Bestrijding iepziekte; 13. de artikelen genoemd in hoofdstuk 5 Afdeling 1, uitgezonderd artikel 5.1.10; 14. de artikelen genoemd in hoofdstuk 5 Afdeling 2, Paragrafen 1 13. artikel 4.5.2 (Recreatief) nachtverblijf buiten kampeerterreinen; 14. de artikelen genoemd in hoofdstuk 5 Afdeling 1, uitgezonderd artikel 5.1.10; en 2; 15. de artikelen genoemd in hoofdstuk 5 Afdeling 2, Paragrafen 1 15. artikel 5.2.3.2 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden; en 2; 16. hoofdstuk 5, Afdeling 5. 16. artikel 5.2.3.2 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden; 17. hoofdstuk 5, Afdeling 5. Artikel 2.1.1.1 Samenscholing en ongeregeldheden 1. Het is verboden op de weg deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden. Artikel 2.1.1.1 Samenscholing en ongeregeldheden 1. Het is verboden op een openbare plaats deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden. 2. Eenieder, die op de weg aanwezig is bij enig voorval, waardoor 2. Degene die op een openbare plaats er wanordelijkheden ontstaan of dreigen te ontstaan of bij een tot a. aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis, dan wel zich of dreigen te ontstaan; bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te b. aanwezig is bij een gebeurtenis die aanleiding geeft tot toeloop van publiek waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan; of verwijderen. c. zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing; 3. Het is verboden zich te begeven of te bevinden op openbare is verplicht op bevel van een ambtenaar van de politie zijn weg te plaatsen die door of vanwege het bevoegde bestuursorgaan in vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen. het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van ongeregeldheden zijn afgezet. 3. Het is verboden zich te begeven naar of te bevinden op openbare 4. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het derde plaatsen die door of vanwege het bevoegd bestuursorgaan in het lid gestelde verbod. belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van ongeregeldheden zijn afgezet. 5. Het bepaalde in de voorgaande leden geldt niet voor betogingen, vergaderingen en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties. 4. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het derde lid gestelde verbod. 5. Het bepaalde in de voorgaande leden is niet van toepassing op betogingen, vergaderingen en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties. Artikel 2.1.1.2 Verblijfsontzeggingen Artikel 2.1.1.2 Gebiedsontzeggingen 1. Het is degene aan wie dit door of namens de burgemeester in het belang van de openbare orde is bekendgemaakt, verboden 1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken zich te bevinden op of aan de in de bekendmaking aangewezen van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van wegen en plaatsen gedurende de uren daarin genoemd. personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een 2. Het in het eerste lid gestelde is niet van toepassing op de persoon die in het door de burgemeester aangewezen gebied: persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten een bevel geven zich gedurende ten hoogste vier a. zich bevindt in een openbaar middel van vervoer; weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op b. aldaar werkzaam is; een openbare plaats op te houden. c. volgens het bevolkingsregister aldaar woonachtig is en daar ook feitelijk 2. Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een woonachtig is, dan wel; bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die strafbare feiten of d. een aantoonbaar redelijk belang heeft om zich in dit gebied op openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven te houden. zich gedurende ten hoogste acht weken niet in een of meer bepaalde 3. Eenieder aan wie een verblijfsontzegging is opgelegd, is verplicht, delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden. op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van de 3. Een bevel krachtens het tweede lid kan slechts worden gegeven politie, zich te verwijderen van de gebieden als vermeld in de als het strafbare feit of de openbare orde verstorende handeling verblijfsontzegging. binnen zes maanden na het geven van een eerder bevel, gegeven 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt gedurende de in de op grond van het eerste of tweede lid, plaatsvindt. bekendmaking genoemde periode van ten hoogste vier weken. 4. De burgemeester beperkt de in het eerste of tweede lid gestelde bevelen, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk oordeelt. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een bevel. 5. Een ieder aan wie een gebiedsontzegging is opgelegd, is verplicht, op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van de politie, zich te verwijderen van de gebieden als vermeld in de gebiedsontzegging. 3

Artikel 2.1.1.3 Sluiting gebouw 1. De burgemeester kan de sluiting bevelen van een voor publiek toegankelijk gebouw, inrichting of ruimte als daar: a. is gehandeld in strijd met artikel 1 van de Wet op kansspelen; b. door misdrijf verkregen zaken voorhanden, bewaard of verborgen zijn dan wel zijn verworven of overgedragen; c. discriminatie heeft plaatsgevonden op grond van ras, geslacht, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook; d. wapens als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie aanwezig zijn waarvoor geen ontheffing, vergunning of verlof is verleend; of e. zich andere feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van het gebouw, de inrichting of de ruimte ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde. 2. De burgemeester trekt het sluitingsbevel in als naar zijn oordeel de in het eerste lid genoemde belangen voortzetting van de sluiting niet langer vereisen. 3. De burgemeester draagt zorg voor het aanbrengen van het bevel tot sluiting bij de toegang van het gebouw, de inrichting of de ruimte, of in de directe nabijheid daarvan. 4. De rechthebbende laat toe dat een afschrift van het sluitingsbevel wordt aangebracht. 5. Het is verboden een gebouw, inrichting of ruimte te betreden waarvan de sluiting is bevolen. 6. Het is de rechthebbende verboden zonder toestemming van de burgemeester bezoekers toe te laten of zelf het gebouw, de inrichting of de ruimte te betreden. 7. Het derde, vierde, vijfde en zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing als de burgemeester krachtens artikel 174a van de Gemeentewet of artikel 13b van de Opiumwet heeft besloten tot sluiting van de woning, een lokaal of een bij de woning of dat lokaal behorend erf. Artikel 2.1.2.2 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen Artikel 2.1.2.2 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 1. Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een 1. Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, moet daarvan voor de openbare aankondiging betoging te houden, moet daarvan voor de openbare aankondiging ervan en ten minste 48 uur voordat deze gehouden zal worden, ervan en ten minste 48 uur voordat deze gehouden zal worden, schriftelijk kennis geven aan de burgemeester, met inachtneming schriftelijk kennis geven aan de burgemeester, met inachtneming van hetgeen in artikel 2.1.2.4, eerste lid hierover is bepaald. van hetgeen in artikel 2.1.2.4, eerste lid hierover is bepaald. Indien 2. Onder openbare plaats wordt verstaan een plaats die krachtens het tijdstip van de schriftelijke kennisgeving valt op een vrijdag bestemming of vast gebruik openstaat voor het publiek, met uit- na 12.00 uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende zondering van een gebouw of besloten plaats als bedoeld in artikel feestdag, wordt de kennisgeving gedaan uiterlijk op de werkdag 6, tweede lid van de Grondwet. die aan de dag van dat tijdstip voorafgaat vóór 12.00 uur. 2.Onder openbare plaats wordt verstaan een plaats die krachtens bestemming of vast gebruik openstaat voor het publiek, met uitzondering van een gebouw of besloten plaats als bedoeld in artikel 6, tweede lid van de Grondwet. Artikel 2.2.1 Begripsomschrijving evenement 1. In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van: a. bioscoopvoorstellingen; b. markten als bedoeld in artikel 160 eerste lid, onder h van de Gemeentewet en artikel 5.2.4 van deze verordening; c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de Kansspelen; d. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; e. activiteiten als bedoeld in artikel 2.6.1a van deze verordening. 2. Onder evenement wordt mede verstaan: a. een braderie, incidentele thematische markt; b. een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2.1.2.2, op de weg; c. een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg. Artikel 2.2.1 Begripsomschrijving evenement 1. In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van: a. bioscoopvoorstellingen; b. markten als bedoeld in artikel 160 eerste lid, onder h van de Gemeentewet en artikel 5.2.4 van deze verordening; c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de Kansspelen; d. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; e. activiteiten als bedoeld in artikel 2.6.1a van deze verordening. 2. Onder evenement wordt mede verstaan: a. een braderie, incidentele thematische markt; b. een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2.1.2.2, op de weg; c. een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg d. een herdenkingsplechtigheid; e. een straatfeest of een buurtbarbecue op één dag (klein evenement). 4

Artikel 2.2.1a Categorieën evenementen Artikel 2.2.1a Categorieën evenementen 1. In deze afdeling wordt verstaan: 1. In deze afdeling wordt verstaan onder: a. klein evenement: a. regulier evenement (klasse A): een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1 dat maximaal één dag duurt en een lokale uitstraling heeft; een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1 dat maximaal één dag duurt, een lokale uitstraling heeft en naar verwachting zonder b. middelgroot evenement: een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1 dat een bovenregionale uitstraling heeft, waarbij nadere noemenswaardige risico s zal plaatsvinden waarbij er niet of weinig inzet van hulpdiensten wordt gevraagd; verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn of (naar het oordeel van de b. aandachtsevenement (klasse B): burgemeester) enige hinder of overlast voor de omgeving veroorzaakt of nadere aandacht van de politie en/of brandweer vergt; een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1 dat een bovenregionale uitstraling heeft, waarbij nadere verkeersmaatregelen noodzakelijk c. groot evenement: zijn of (naar het oordeel van de burgemeester) enige hinder of een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1 dat een (boven) regionale uitstraling heeft of (naar het oordeel van de burgemeester) overlast voor de omgeving veroorzaakt of nadere aandacht van de politie en/of brandweer vergt en waarbij het gaat om evenemenextra hinder of overlast zal opleveren voor de omgeving of risico ten met mogelijke risico s. Om de veiligheid te kunnen borgen zijn inhoudt op aantasting van de openbare orde en waarbij inzetbaarheid nadere regels noodzakelijk; van politie, brandweer of GHOR noodzakelijk is; c. risico-evenement (klasse C): d. organisator: een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1 dat een (boven)regionale de natuurlijke of rechtspersoon die een (grootschalig) evenement of (inter)nationale uitstraling en/of aantrekkingskracht heeft of in de zin van dit artikel organiseert, dan wel als eerstverantwoordelijke aan te wijzen is, of aan de organisatie leiding geeft. (naar het oordeel van de burgemeester) extra hinder of overlast zal opleveren voor de omgeving of risico inhoudt op aantasting 2. Voor middelgrote en grote evenementen dient de vergunning ten minste acht weken voor de datum waarop het evenement zal plaatsvinden worden aangevraagd. van de openbare orde en waarbij inzetbaarheid van politie, brandweer of Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) noodzakelijk is. Het gaat hier om evenementen met 3. De burgemeester kan nadere regels stellen in verband met het organiseren van evenementen en nadere voorschriften verbinden aan de vergunning voor een evenement. risico s. Dergelijke evenementen leveren een grote belasting voor de gemeenten en hulpdiensten. Om de veiligheid van risico-evenementen te kunnen borgen zijn nadere regels noodzakelijk; d. organisator: de natuurlijke of rechtspersoon die een (grootschalig) evenement in de zin van dit artikel organiseert, dan wel als eerstverantwoordelijke aan te wijzen is, of aan de organisatie leiding geeft. 2. Voor alle evenementen dient de vergunning ten minste tien weken voor de datum waarop het evenement zal plaatsvinden te worden aangevraagd. Deze termijn kan door de burgemeester voor specifieke evenementen worden verlengd, gelet op de betrokken belangen. 3. De burgemeester kan nadere regels stellen in verband met het aanvragen en organiseren van evenementen en nadere voorschriften verbinden aan de vergunning voor een evenement. 4. Bij het indienen en behandelen van evenementenvergunningen is de Regionale multidisciplinaire leidraad veiligheid publieksevenementen, Veiligheidsregio Groningen van toepassing. Artikel 2.2.2 Evenement Artikel 2.2.2 Evenement 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. evenement te organiseren. 2. Het verbod van het eerste lid geldt niet voor kleine evenementen, 2. Het verbod van het eerste lid geldt niet voor kleine evenementen, indien: indien: a. het aantal bezoekers niet meer bedraagt dan 50 personen; a. het aantal bezoekers niet meer bedraagt dan 50 personen; b. het evenement niet bedrijfsmatig wordt georganiseerd; b. het evenement maximaal één dag duurt en een lokale uitstraling heeft; c. het evenement niet plaatsvindt op een zondag tussen 24.00 en 13.00 uur, en op andere dagen tussen 24.00 en 08.00 uur; c. het evenement niet bedrijfsmatig wordt georganiseerd; d. niet langer dan tot 24.00 uur (live)muziek ten gehore wordt gebracht; tussen 24.00 en 13.00 uur, en op andere dagen d. het evenement niet plaatsvindt op een zondag e. het evenement geen of geringe beperking van het gebruik van tussen 24.00 en 08.00 uur; de openbare weg veroorzaakt en het niet noodzakelijk is om één e. niet langer dan tot 24.00 uur (live)muziek ten gehore wordt gebracht; of meer verkeersmaatregelen te treffen; f. er een organisator is; f. het evenement geen beperking van het gebruik van de openbare g. de organisator de burgemeester ten minste tien dagen voorafgaand aan het evenement in kennis stelt door middel van een keersmaatregelen te treffen; weg veroorzaakt en het niet noodzakelijk is om één of meer ver- meldingsformulier. g. er een organisator is; 3. Het verbod van het eerste lid geldt voorts niet voor een feest, h. de organisator de burgemeester ten minste tien dagen voorafgaand aan het evenement in kennis stelt door middel van een muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto meldingsformulier. 148 van de Wegenverkeerswet 1994. 3. Het verbod van het eerste lid geldt voorts niet voor een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto 148 van de Wegenverkeerswet 1994. Oude paragraaf Paragraaf 1: Toezicht op horecabedrijven Nieuwe paragraaf Paragraaf 1: Toezicht op openbare inrichtingen Artikel 2.3.1.1 Begripsomschrijvingen horecabedrijf Artikel 2.3.1.1 Begripsbepalingen 5

1. Onder horecabedrijf wordt in deze paragraaf verstaan: de voor 1. In deze afdeling wordt verstaan onder openbare inrichting: het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of a. een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis; in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren en spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder horecabedrijf waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was b. elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis, voor zover of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid; het buurthuis of clubhuis niet valt onder het begrip paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in paragraaf 1a van deze afdeling, openbare inrichting exploiteert. 2. Onder houder wordt in deze paragraaf verstaan: degene die een zalencentrum of daaraan verwante inrichting. 3. Deze paragraaf verstaat niet onder bezoekers: 2. Onder horecabedrijf als bedoeld in het eerste lid wordt mede a. de gezinsleden van de houder, alsmede diens elders wonende verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en de andere aanhorigheden. tot en met de derde graad; bloed- en aanverwanten, in de rechte lijn onbeperkt, in de zijlijn 3. Onder houder wordt in deze paragraaf verstaan: degene die een b. de personen die voorkomen in het register als bedoeld in artikel bedrijf exploiteert. 438 van het Wetboek van Strafrecht; 4. Deze paragraaf verstaat niet onder bezoekers: c. de personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is. a. de gezinsleden van de houder, alsmede diens elders wonende bloed- en aanverwanten, in de rechte lijn onbeperkt, in de zijlijn tot en met de derde graad; b. de personen die voorkomen in het register als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht; c. de personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is. Artikel 2.3.1.1a Begripsomschrijvingen terras Artikel 2.3.1.1a Begripsomschrijvingen terras 1. Terras: 1. Terras: een terras in de zin van deze paragraaf is een buiten de besloten een terras in de zin van deze paragraaf is een buiten de besloten ruimte van een horecabedrijf of niet horecabedrijf liggende deel ruimte van de openbare inrichting liggend deel waar sta- of zitge- van het bedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar legenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken tegen betaling dranken kunnen worden geschonken of spijzen kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden verstrekt voor directe consumptie. kunnen worden bereid of verstrekt. 2. Standaard terras: 2. Standaard terras: een terras dat voldoet aan de volgende voorwaarden: een terras dat voldoet aan de volgende voorwaarden: a. het terras is gelegen op het gedeelte onmiddellijk grenzend aan a. het terras is gelegen op het gedeelte onmiddellijk grenzend aan en lopend langs de voor/zij- of achtergevel van het pand, en lopend langs de voor/zij- of achtergevel van het pand, b. het terras is maximaal ter breedte van de desbetreffende gevel b. het terras is maximaal ter breedte van de desbetreffende gevel van het pand; van het pand; c. langs de gevel van het pand mag één rij tafels met stoelen staan c. langs de gevel van het pand mag één rij tafels met stoelen staan (in de langsrichting van de gevel) met een maximale breedte van (in de langsrichting van de gevel) met een maximale breedte van twee meter mits een vrije doorgang van 2,5 meter blijft gewaarborgdborgd. twee meter mits een vrije doorgang van 2,5 meter blijft gewaar- 3. Overige terrassen: 3. Overige terrassen: alle terrassen die niet aan de voorwaarden van een standaard alle terrassen die niet aan de voorwaarden van een standaard terras voldoen, zoals genoemd in lid 2 van dit artikel. terras voldoen, zoals genoemd in lid 2 van dit artikel. Artikel 2.3.1.3b Verstrekking alcoholvrije drank 1. Het is verboden om zonder verlof van de burgemeester in een besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse. 2. Dit verbod geldt niet: a. indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de Drank- en Horecawet tot het uitoefenen van een horecabedrijf; b. indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties; Artikel 2.3.1.3b Verstrekking alcoholvrije drank 1. Het is verboden om zonder verlof van de burgemeester in een besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse. 2. Dit verbod geldt niet: a. indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de Drank- en Horecawet tot het uitoefenen van een openbare inrichting; b. indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties; c. voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten; c. voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten; d. voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig. 3. Het verlof geldt uitsluitend voor één of meer in het verlof vermelde ruimten. d. voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig. 3. Het verlof geldt uitsluitend voor één of meer in het verlof vermelde ruimten. Artikel 2.3.1.5 Afwijking sluitingstijden, tijdelijke sluiting Artikel 2.3.1.5 Afwijking sluitingstijden, tijdelijke sluiting 1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere ligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere 1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, vei- omstandigheden, te zijner beoordeling, tijdelijk algehele sluiting omstandigheden, te zijner beoordeling, tijdelijk algehele sluiting van één of meer horecabedrijven bevelen. van één of meer openbare inrichtingen bevelen. 2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover van toepassing is. sing 2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover van toepas- is. 6

Artikel 2.3.1.5a Sluiting tijdens oudejaarsnacht 1. Het is de houder van een horeca-inrichting, waarin een in artikel 3 van de Drank- en Horecawet bedoeld bedrijf wordt uitgeoefend, verboden deze vanaf 31 december om 20.00 uur tot 1 januari daaraan volgend om 12.00 uur voor het publiek geopend te hebben. 2. De burgemeester kan van het bepaalde in het eerste lid ontheffing verlenen. 3. Onverminderd het bepaalde in het eerste en het tweede lid, kan de burgemeester in bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, hetzij voor alle, hetzij voor bepaalde inrichtingen, de openingstijden vaststellen. 4. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover op de Wet milieubeheer gebaseerde vergunningsvoorschriften van toepassing zijn. Artikel 2.3.1.5a Sluiting tijdens oudejaarsnacht 1. Het is de houder van een openbare inrichting, waarin een in artikel 3 van de Drank- en Horecawet bedoeld bedrijf wordt uitgeoefend, verboden deze vanaf 31 december om 20.00 uur tot 1 ja- nuari daaraan volgend om 12.00 uur voor het publiek geopend te hebben. 2. De burgemeester kan van het bepaalde in het eerste lid ontheffing verlenen. 3. Onverminderd het bepaalde in het eerste en het tweede lid, kan de burgemeester in bijzondere omstandigheden, te zijner beoor- deling, hetzij voor alle, hetzij voor bepaalde inrichtingen, de openingstijden vaststellen. 4. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover op de Wet milieubeheer gebaseerde vergunningsvoorschriften van toepassing zijn. Artikel 2.3.1.6 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf Het is bezoekers van een horecabedrijf verboden gedurende de tijd dat dit bedrijf krachtens artikel 2.3.1.5 of ingevolge een op grond van artikel 2.3.1.5a genomen besluit gesloten dient te zijn, zich daarin of aldaar te bevinden. Artikel 2.3.1.6 Aanwezigheid in gesloten openbare inrichting Het is bezoekers van een openbare inrichting verboden gedurende de tijd dat dit bedrijf krachtens artikel 2.3.1.5 of ingevolge een op grond van artikel 2.3.1.5a genomen besluit gesloten dient te zijn, zich daarin of aldaar te bevinden. Artikel 2.3.1.7 Ordeverstoring Het is verboden in een horecabedrijf de orde te verstoren. Artikel 2.3.1.7 Ordeverstoring Het is verboden in een openbare inrichting de orde te verstoren. Artikel 2.3.1.8 Het college als bevoegd bestuursorgaan Indien een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2.3.1.1 geen inrichting is in de zin van 174 van de Gemeentewet, treedt niet de burgemeester, maar het college op als bevoegd bestuursorgaan ten behoeve van de artikelen in deze paragraaf. Artikel 2.3.1.8 Het college als bevoegd bestuursorgaan Indien een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1 geen inrichting is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt niet de burgemeester, maar het college op als bevoegd bestuursorgaan ten behoeve van de artikelen in deze paragraaf. Artikel 2.4.2 Plakken en kladden 1. Het is verboden de weg of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg zichtbaar is te bekrassen of te bekladden. 2. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op de weg of op dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg zichtbaar is: Artikel 2.4.2 Plakken en kladden 1. Het is verboden een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is te bekrassen of te bekladden. 2. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is: a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding, aan te plakken of op andere wijze aan te brengen; a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding, b. met kalk, krijt, teer of een kleur- of verfstof enige afbeelding, aan te plakken of op andere wijze aan te brengen; letter, cijfer of teken aan te brengen. b. met kalk, krijt, teer of een kleur- of verfstof enige afbeelding, 3. Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing, letter, cijfer of teken aan te brengen. indien gehandeld wordt krachtens wettelijk voorschrift. 3. Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing, 4. Burgemeester en wethouders kunnen aanplakborden aanwijzen indien gehandeld wordt krachtens wettelijk voorschrift. voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen. 4. Het college kan aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen 5. Het is verboden de in het vierde lid bedoelde aanplakborden te van meningsuitingen en bekendmakingen. gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame. 5. Het is verboden de in het vierde lid bedoelde aanplakborden te 6. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame. het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, die 6. Het college kan nadere regels stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, die geen betrekking mogen hebben op de inhoud van de meningsuitingen en bekendmakingen. geen betrekking mogen hebben op de inhoud van de meningsuitingen en bekendmakingen. 7. De houder van de in het tweede lid bedoelde schriftelijke toestemming is verplicht die aan een opsporingsambtenaar op diens eerste vordering terstond ter inzage af te geven. 7. De houder van de in het tweede lid bedoelde schriftelijke toestemming is verplicht die aan een opsporingsambtenaar op diens eerste vordering terstond ter inzage af te geven. Artikel 2.4.4 Vervoer inbrekerswerktuigen 1. Het is verboden tussen 22.00 en 06.00 uur op de weg te vervoeren of bij zich te hebben: lopers, valse sleutels, touwladders, lantaarns of enig ander gereedschap, voorwerp of middel, dat ertoe kan dienen zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen. Artikel 2.4.4 Vervoer inbrekerswerktuigen 1. Het is verboden op een openbare plaatsinbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben die ertoe kunnen dienen zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen. 7

2. Het is verboden op de weg in de nabijheid van winkels te vervoeren of bij zich te hebben tassen of andere geprepareerde voeren of bij zich te hebben tassen of andere geprepareerde 2. Het is verboden op de weg in de nabijheid van winkels te ver- voorwerpen die er kennelijk toe zijn uitgerust om het plegen van voorwerpen die er kennelijk toe zijn uitgerust om het plegen van winkeldiefstallen te vergemakkelijken. winkeldiefstallen te vergemakkelijken. 3. De in het eerste en tweede lid gestelde verboden zijn niet van 3. De in het eerste en tweede lid gestelde verboden zijn niet van toepassing indien de genoemde gereedschappen, voorwerpen of toepassing indien de genoemde gereedschappen, voorwerpen of middelen niet bestemd of gebruikt worden voor de in die leden middelen niet bestemt of gebruikt worden voor de in die leden bedoelde handelingen. bedoelde handelingen. Artikel 2.4.7 Hinderlijk gedrag op of aan de weg 1. Het is verboden: a. op of aan de weg te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, Artikel 2.4.7 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen 1. Het is verboden op een openbare plaats: a. te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekhei- ning of andere afsluiting, verkeersmeubilair of daarvoor niet bestemd straatmeubilair; b. zich op te houden op een wijze die aan andere gebruikers of aan bewoners van nabij die openbare plaats gelegen woningen onnodig overlast of hinder berokkent. voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair; b. zich op of aan de weg zodanig op te houden dat aan weggebruikers of aan bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodig overlast of hinder veroorzaakt wordt. 2. Eenieder is verplicht op bevel van een ambtenaar van de politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen. 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de artikelen 424, 426 bis, 431 van het Wetboek van Strafrecht, of artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 van toepassing is. 2. Eenieder is verplicht op bevel van een ambtenaar van de politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen 3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de artikelen 424, 426bis of 431 van het Wetboek van Strafrecht of artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994. Artikel 2.4.8 Hinderlijk drankgebruik Artikel 2.4.8 Hinderlijk drankgebruik 1. Het is verboden op de weg binnen de bebouwde kom, alsmede 1. Het is verboden op een openbare plaats binnen de bebouwde op de weg die deel uitmaakt van een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te nuttigen door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te kom, alsmede op een openbare plaats die deel uitmaakt van een of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben. drank bij zich te hebben. 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor: 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor: a. een terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel a. een terras dat behoort bij een openbare inrichting, als bedoeld 2.3.1.1, eerste lid; in artikel 2.3.1.1, eerste lid; b. de plaats, niet zijnde een horecabedrijf, als bedoeld onder a, b. de plaats, niet zijnde een openbare inrichting, als bedoeld onder waarvoor een ontheffing geldt krachtens of ontheffing is verleend a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens of ontheffing is verleend op grond van artikel op grond van artikel 2.3.1.3a. 2.3.1.3a. 3. Het bepaalde in het eerste lid geldt verder niet voor het nuttigen van alcoholhoudende drank tijdens een evenement als bedoeld in artikel 2.2.2 lid 2. 3. Het bepaalde in het eerste lid geldt verder niet voor het nuttigen van alcoholhoudende drank tijdens een evenement als bedoeld in artikel 2.2.2 lid 2. Artikel 2.4.11 Neerzetten van fietsen e.d. Artikel 2.4.11 Neerzetten van fietsen e.d. Het is verboden op of aan de weg een fiets of een bromfiets te Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek, indien: portiek, indien: a. dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker a. dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek; van dat gebouw of dat portiek; b. daardoor die ingang versperd wordt. b. daardoor die ingang versperd wordt. Artikel 2.4.17 Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatie Artikel 2.4.17 Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatie 1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond 1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen: te laten verblijven of te laten lopen: a. binnen de bebouwde kom op de weg zonder dat die hond aangelijnd is; ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een a. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig andere door het college aangewezen plaats; ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een b. binnen de bebouwde kom op de weg indien de hond niet is andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats; aangelijnd; of c. op de weg zonder voorzien te zijn van een halsband of een door c. op de weg indien die hond niet is voorzien van een halsband of middel van op elektronisch wijze leesbaar identificatiemerk, die een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk de eigenaar of houder duidelijk doen kennen. doet kennen. 2. De verboden genoemd in het eerste lid, onder a en b gelden 2. Het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op door niet voor zover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege het college aangewezen plaatsen. zijn handicap door een geleide- of hulphond laat begeleiden en 3. De verboden in het eerste lid aanhef en onder a en b zijn niet de hond als zodanig aantoonbaar gekwalificeerd is of indien een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleide- of hulphond. van toepassing op de eigenaar of houder van een hond: a. die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden; of 8

b. die deze hond aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond. Artikel 2.4.18 Verontreiniging door honden Artikel 2.4.18 Verontreiniging door honden 1. De eigenaar of houder van een hond is verplicht ervoor te zorgen 1. Degene die zich met een hond op een openbare plaats begeeft dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet: is verplicht ervoor te zorgen dat de uitwerpselen van die hond a. op een gedeelte van de weg dat is bestemd voor het verkeer onmiddellijk worden verwijderd. van voetgangers; 2. Het eerste lid is niet van toepassing op de eigenaar of houder b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide; of sociale hulphond laat begeleiden. c. op een andere door burgemeester en wethouders aangewezen 3. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op door het plaats. college aangewezen plaatsen. 2. De strafbaarheid wegens overtreding van het in het eerste lid 4. De houder of verzorger van de hond en ook degene die een gestelde gebod wordt opgeheven, indien de eigenaar of houder hond onder zijn hoede heeft is verplicht, als hij zich op de weg als van de hond er zorg voor draagt dat de uitwerpselen onmiddellijk bedoeld in artikel 1.1 bevindt, een doeltreffend hulpmiddel bij zich worden verwijderd. te hebben dat geschikt is voor het verwijderen van de uitwerpselen 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor specifiek bedoeld in het eerste lid. daarvoor ingerichte plekken (hondentoiletten, hondenuitlaatroutes 5. De houder of verzorger van de hond en ook degene die een en hondenuitlaatplaatsen). hond onder zijn hoede heeft, die zich met die hond op de weg als 4. De houder of verzorger van de hond en ook degene die een bedoeld in artikel 1.1 bevindt, is verplicht dit hulpmiddel op eerste hond onder zijn hoede heeft is verplicht, als hij zich op de weg als vordering van een toezichthoudend ambtenaar aan hem te laten bedoeld in artikel 1.1 bevindt, een doeltreffend hulpmiddel bij zich zien. te hebben dat geschikt is voor het verwijderen van de uitwerpselen bedoeld in het tweede lid. 5. De houder of verzorger van de hond en ook degene die een hond onder zijn hoede heeft, die zich met die hond op de weg als bedoeld in artikel 1.1 bevindt, is verplicht dit hulpmiddel op eerste vordering van een toezichthoudend ambtenaar aan hem te laten zien. Artikel 2.4.19 Gevaarlijke honden Artikel 2.4.19 Gevaarlijke honden 1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond 1. Indien de burgemeester een hond in verband met zijn gedrag te laten verblijven of te laten lopen op of aan de weg of op het gevaarlijk of hinderlijk acht, kan hij de eigenaar of houder van die terrein van een ander: hond een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen a. anders dan kort aangelijnd, nadat burgemeester en wethouders voor zover die hond verblijft of loopt op een openbare plaats of aan de eigenaar of de houder hebben bekendgemaakt dat zij die op het terrein van een ander. hond gevaarlijk of hinderlijk achten en zij een aanlijngebod in 2. Een aanlijngebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht verband met het gedrag van die hond noodzakelijk vinden; is de hond aangelijnd te houden met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter. b. anders dan kort aangelijnd en voorzien van een muilkorf, nadat burgemeester en wethouders de eigenaar of de houder hebben 3. Een muilkorfgebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht bekendgemaakt dat zij die hond gevaarlijk of hinderlijk achten en is de hond voorzien te houden van een muilkorf die: zij een aanlijn- en muilkorfgebod in verband met het gedrag van a. vervaardigd is van stevige kunststof, van stevig leer of van beide die hond noodzakelijk vinden. stoffen; 2. In afwijking van artikel 2.4.17, aanhef en onder c, geldt voor het b. door middel van een stevige leren riem zodanig rond de hals is bepaalde in het eerste lid bovendien dat de hond moet zijn voorzien aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van de mens niet van een optisch leesbaar, niet verwijderbaar identificatiekenmerk mogelijk is; en in het oor of in de buikwand. 3. In het eerste lid wordt verstaan onder: a. muilkorf: muilkorf ingericht naar een model dat beantwoordt aan de volgende beschrijving: een muilkorf vervaardigd van stevige c. zodanig is ingericht dat de hond niet kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn. 4. Onverminderd artikel 2.4.17, eerste lid, aanhef en onder c, dient kunststof, of van stevig leer of van beide stoffen, die door middel een hond als bedoeld in het eerste lid voorzien te zijn van een door van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht de bevoegde minister op aanvraag verstrekt uniek identificatienum- mer door middel van een microchip die met een chipreader afleesbaar is. dat verwijdering zonder toedoen van de mens niet mogelijk is en die zodanig is ingericht dat de drager geen mens of dier kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn. b. kort aanlijnen: aanlijnen van een hond met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, die niet langer is dan 1,50 meter. Artikel 2.4.22 Loslopend vee De rechthebbende op vee dat zich bevindt in een aan een weg liggend weiland of terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken. Artikel 2.4.22 Loslopend vee De rechthebbende op herkauwende of eenhoevige dieren of varkens (vee) die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van de weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken. Artikel 2.4.25 Bedelarij Artikel 2.4.25 Bedelarij 9