Pedagogisch beleids- en werkplan overblijf Maerten van den Velde Versiedatum: 28-10-2016 A. Pedagogisch beleidsplan overblijf Inleiding Dit pedagogisch beleidsplan maakt onderdeel uit van het pedagogisch beleidsplan van de Stichting Kinderopvang Zoeterwoude. Tijdens de overblijf houden wij rekening met het beleid van de school waar SKZ de tussenschoolse opvang verzorgt. In dit pedagogisch beleids- en werkplan wordt rekening gehouden met de pedagogische visie van school zodat de pedagogische lijn die tijdens de lessen wordt gehanteerd, wordt voortgezet tijdens de overblijf. 1. Doelstelling van overblijf De overblijf Zoeterwoude geeft ouders de mogelijkheid om hun kind(eren) door professionele opvoeders in samenwerking met overblijfkrachten, of alleen door overblijfkrachten met de ondersteuning en coördinatie van SKZ, tussen de middag op school te laten overblijven. Tijdens de overblijf wordt er naar gestreefd om de kinderen in een niet schoolse sfeer, de mogelijkheid te geven om tussen de middag op school in alle rust de lunch op te eten en vervolgens zich te ontspannen, onder de deskundige begeleiding en in een warme, veilige omgeving, die speciaal voor hen is ingericht. Er wordt in twee groepen gegeten; de jongere kinderen van groep 1 en 2 eten apart van de oudere kinderen van groep 3 tot en met 8. Na het eten kunnen de kinderen even doen wat ze willen. We streven er naar dat de kinderen buiten spelen, op deze manier doen ze energie op om de middag in de klas weer fit te kunnen werken. De pedagogisch medewerkers en overblijfkrachten proberen ook om in kleiner groepsverband aandacht te geven, door b.v. voor te lezen of een kleine knutselactiviteit aan te bieden. 2. Pedagogische visie van de Stichting Kinderopvang Zoeterwoude De pedagogische visie van de Stichting Kinderopvang Zoeterwoude luidt als volgt: Het is belangrijk dat een kind uitgroeit tot een mens die zelf keuzes kan maken, die een eigen mening heeft en die op kan komen voor zichzelf. Een kind moet zijn gevoelens kunnen uiten, eerlijk zijn en respect hebben voor zich zelf en voor anderen. Door het spelen en samenzijn in groepsverband krijgt ieder kind de mogelijkheid zich binnen een groep te ontwikkelen en plaats te bepalen. Op basis van deze visie streven wij de volgende algemene pedagogische doelstelling na: Aan de kinderen de mogelijkheid bieden om zich individueel en in groepsverband, in alle aspecten van hun ontwikkeling te ontplooien, onder deskundige begeleiding en ondersteuning, in een warme, veilige omgeving die speciaal voor hen is ingericht.
Deze doelstelling wordt dagelijks in de vier opvoedingsdoelen uit het Convenant Kinderopvang door de pedagogisch medewerkers vertaald naar: A Emotionele en fysieke veiligheid B Persoonlijke competenties C Sociale competenties D Waarden en Normen 3. Pedagogische visie vertaalt naar de dagelijkse praktijk van de overblijf - ieder kind wordt serieus genomen in zijn / haar ontwikkelingsmogelijkheden op weg naar zelfstandigheid - het kind mag de mogelijkheid hebben om fouten te maken en mag opnieuw beginnen - er wordt geluisterd naar wat het kind met zijn / haar gedrag probeert te zeggen - het kind heeft recht op zijn privacy - het kind wordt geaccepteerd als mondig individu en zal betrokken worden bij de invulling van zijn / haar vrije tijd. - er wordt verwacht dat het kind binnen de grenzen van zijn ontwikkeling verantwoordelijkheid zal dragen voor zijn omgeving. Binnen veilige grenzen en duidelijke afspraken, wordt de mogelijkheid gecreëerd voor de kinderen om door middel van spel een eigen invulling te geven aan hun vrije tijd. Niemand wordt verplicht aan activiteiten mee te doen. Wederzijds respect geldt voor de begeleiding, de kinderen onderling en de ouders. Er moet duidelijkheid zijn ten aanzien van omgangsvormen en afspraken. Respect t.a.v. de ouders - ouders worden optimaal betrokken en geïnformeerd bij de opvang van hun kinderen - ouders moeten een tevreden indruk hebben over de opvang die geboden wordt aan hun kind(eren) Respect voor pedagogisch medewerkers en overblijfkrachten - De pedagogisch medewerkers en overblijfkrachten worden gezien als mede-opvoeders van de kinderen. Het is belangrijk dat zij goed geïnformeerd zijn over hoe het thuis en op school gaat.
B. Pedagogisch werkplan overblijf 1. Dagelijkse gang van zaken op de overblijf De overblijfmedewerkers zijn uiterlijk om 12.00 uur aanwezig. Kinderen met een strippenkaart kunnen zich aanmelden via het telefoonnummer 06-4237 9080. De overdracht wordt gelezen en de lijst wordt bekeken welke kinderen die dag komen (de coördinator heeft deze lijst klaargemaakt). Tijdens de overblijf wordt er een gezellige sfeer gecreëerd. De overblijfkrachten halen de kinderen van groep 1 en 2 uit de klas. De kinderen gaan naar het toilet en wassen de handen, en gaan daarna naar het overblijflokaal. De kinderen uit groep 3 t/m 8 komen zelf naar het overblijflokaal. Alle kinderen wassen hun handen, waarna zij met hun broodtrommel en drinken plaatsnemen aan tafel. Zodra de kinderen klaar zijn, mogen zij van tafel, en stoppen de broodtrommel in hun tas. Kinderen die snel klaar zijn, mogen spelen in het lokaal tot een overblijfkracht naar buiten gaat. Na het eten kunnen de kinderen vrij spelen zowel binnen als buiten, waarbij het naar buiten gaan sterk wordt gestimuleerd. Er is altijd begeleiding aanwezig. Om 12.45 uur gaan alle kinderen naar buiten. De pedagogisch medewerkers en de overblijfkrachten zijn er op gespitst om ieder kind voldoende aandacht te geven, door hun verhalen aan te horen en ze serieus te nemen. Bij drukke kinderen wordt getracht de aandacht niet al te veel op het negatieve gedrag te vestigen, maar ze te belonen als ze gewenst gedrag laten zien. We proberen hen te bereiken door positieve aandacht. Op deze manier verwachten we dat het negatieve gedrag zal afnemen. Wangedrag, waaronder ook het gebruiken van scheldwoorden, wordt niet getolereerd tijdens de overblijf. Kinderen worden hierop aangesproken. Ten aanzien van pesten hebben we een protocol vastgesteld. De coördinator zal altijd contact opnemen met de ouders en leerkrachten als dit gedrag niet afneemt. Zo nodig wordt er contact opgenomen met de ouders van het slachtoffer. Bij ernstig aanhoudend wangedrag wordt in overleg met de directie van de school en de directie van SKZ de toegang tot de overblijf geweigerd. De overblijfkrachten brengen de kinderen van groep 1 en 2 om 13.05 uur naar de klas en houden daar toezicht te houden tot de juf aanwezig is. Als het overblijflokaal om 13.30 uur opgeruimd is en alle lijsten ingevuld zijn, gaan de overblijfkrachten weg. 2. Administratie Er is een map voor de overblijf aanwezig met daarin de volgende dingen: * De lijst met daarop wanneer welke kinderen komen. * Ruimte voor overdracht. * Telefoonnummers van de overblijfkrachten. Telefoonnummers van de ouders zijn in de klassen aanwezig, of in de telefoon van de overblijf.
Op de lijst wordt iedere dag aangekruist welke kinderen aanwezig waren en welke niet. Op het rooster wordt ingevuld welke overblijfkrachten gewerkt hebben. Op vrijdag worden deze lijsten door de coördinator naar SKZ gebracht en legt zij de lijsten voor de nieuwe week neer. Als overblijfkrachten onderling willen ruilen van werkdag kan dit. Bij problemen regelt de coördinator dit. Bij SKZ kunnen de ouders een strippenkaart kopen, daarmee kunnen de kinderen 10 keer gebruik maken van de overblijf. Op de overblijflijst is te zien hoeveel strippen een kind nog heeft. Bij een volle strippenkaart wordt er automatisch een nieuwe strippenkaart afgeschreven door SKZ. 3. Eten en drinken Eten is een sociale activiteit waarbij een gezellige sfeer aan tafel stimulerend werkt. Kinderen mogen in alle rust en in hun eigen tempo eten. Van de kinderen wordt verwacht, dat zij zich aan de tafelmanieren houden, zoals we met elkaar overeenkomen in de overblijfregels, zie punt 7. Sommige kinderen hebben moeite met eten. De overblijfkrachten stimuleren het kind om te gaan eten. Wanneer er problemen zijn rondom het eten van de lunch, dan wordt er door de coördinator contact gezocht met de ouders. Wanneer het kind zich niet lekker voelt en niet wil eten dan wordt er een briefje in het broodtrommeltje gedaan, contact gezocht met ouders na schooltijd en de leerkracht wordt geïnformeerd. Er wordt heel goed opgelet dat de kinderen tijdens de lunch hun drinken op drinken. Om de zelfredzaamheid en de verantwoordelijkheid te stimuleren, ruimen kinderen zoveel mogelijk alles zelf op als ze geknoeid hebben en zetten ze gebruikte bekers en schoteltjes zelf terug in de keuken. Ook ruimen ze hun eigen spullen zelf op en doen die in de tas die ze vervolgens aan de kapstok hangen. Kinderen kunnen meegebrachte zakjes soep opwarmen op de overblijf. Meegebracht snoep mag pas gegeten worden zodra het brood op is. Als kinderen hun brood niet opeten, blijft de rest in het broodtrommeltje, zodat ouders dit thuis kunnen zien. Als het vaak gebeurt dat er eten overblijft, wordt er contact gezocht met de ouders wat precies de bedoeling is. 4. Activiteiten De tijd dat kinderen op de overblijf doorbrengen wordt als vrije tijd beschouwd voor de kinderen. De kinderen bepalen in principe zelf wat ze willen gaan spelen en met wie. Wel wordt gestimuleerd dat kinderen samen spelen en soms ook dingen moeten delen met elkaar. Als er activiteiten aangeboden worden door de overblijfkrachten (bijv. Kerst en Pasen), zijn de kinderen vrij in hun keuze of ze wel of niet mee willen doen. Het aanbieden op een ongedwongen manier, waarbij de nieuwsgierigheid en creativiteit (zowel de individuele als de groepsgerichte) af te stemmen op de wensen en mogelijkheden van het kind. Activiteiten kunnen zich zowel binnen als buiten (bijv. picknicken) afspelen. Individuele activiteiten zijn er op gericht het kind met plezier te laten spelen en tegelijkertijd de creatieve ontwikkeling van het kind te stimuleren.
5. Toiletgang Tijdens de overblijf worden de kinderen gestimuleerd zoveel mogelijk zelf te doen. Kleuters worden voor het eten begeleid naar het toilet, maar ze beslissen uiteindelijk zelf of en wanneer ze gaan. De hulp en begeleiding van de overblijfkrachten bij de toiletten wordt afgestemd op de individuele behoefte van het kind. De oudere kinderen bepalen dat helemaal zelf. Onder het eten mogen ze echter niet van tafel, dus ook niet voor toiletbezoek. Bij een ongelukje wordt het kind door de overblijfkracht zo nodig getroost en geholpen. Voor de kleuters is er altijd wat reservekleding op school aanwezig. Eventuele negatieve reacties van andere kinderen worden niet getolereerd. De overblijfkracht leert kinderen begrip en respect voor elkaar te hebben. 6. Handen wassen Goede lichamelijke verzorging en hygiëne zijn belangrijk voor de gezondheid van het kind. De kinderen wordt geleerd dat hygiëne hoort bij bepaalde activiteiten en op vaste momenten, zodat het een gewoonte wordt. Bijvoorbeeld handen wassen voor het eten en na gebruik van het toilet. 7. Regels voor de overblijf Bij vriendjes eten mag alleen als het van de ouders mag. Geen grof taalgebruik. Er wordt niet gepest op de overblijf. Tijdens het eten blijven de kinderen zitten tot 12.35 uur. Kinderen die eerder klaar zijn met eten, mogen spelen in het lokaal (spelletje, boekje lezen, tekenen, etc.). Tijdens de overblijf wordt er geen onaangepast gedrag getolereerd ( zoals boeren). Zodra er conflicten met kinderen zijn, wordt dit binnen apart van de groep uitgepraat. Alle kinderen blijven binnen totdat er een overblijfkracht mee naar buiten gaat, groep 5 t/m 8 mogen wel al naar buiten als ze klaar zijn. De overblijfkracht die binnen blijft, ruimt het lokaal op. Buiten wordt er om 13.00 opgeruimd, binnen om 12.40. De speelzaal wordt niet gebruikt, tenzij het slecht weer is. De kinderen mogen niet in de gangen spelen, wel voor het gedeelte bij het overblijflokaal. 8. Regels voor buiten De kinderen mogen op het grote plein spelen. Bij uitzondering mag een kleine groep op het kleine plein spelen, als dit de dynamiek op het grote plein verbeterd tijdens de overblijf. Niet buiten het hek spelen. Niet in de plantenbakken/bomen/struiken spelen. Alleen de kinderen insmeren met zonnebrand waarvan ouders het vragen en de kinderen die het nodig hebben. Zodra de leerkrachten op het plein zijn (13.00 uur) ruimen de overblijfkrachten het speelgoed op, doen de gangkasten op slot, checken het lokaal (ramen e.d.), hangen de blauwe mappen terug en gaan de overblijfkrachten weg.
9. Hoeveel kinderen per pedagogisch medewerker en overblijfkracht. SKZ hanteert in overleg met school de volgende ratio: 15 kinderen per overblijfkracht. De coördinator regelt dit.