Onderwerp Evaluatie nieuwe impuls Steller M. Mulder De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 60 97 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6044570 Datum 23-11-2016 Uw brief van Uw kenmerk - Geachte heer, mevrouw, Onze leveren een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen. Door een rijk aanbod te creëren, krijgen kinderen in onze stad maximale kansen om hun talenten te ontwikkelen. Kinderen die een extra zetje nodig hebben worden actief benaderd om de aangeboden kansen aan te pakken. Drie jaar geleden (2013) kreeg het bestaande vensterschoolconcept een nieuwe impuls. Binnen het nieuwe concept kwam de regie, op de samenwerking binnen de, bij het basisonderwijs te liggen. De gemeente bleef verantwoordelijk voor de wijk en de verbinding tussen de wijk en de school. Nieuw was het werken in een co-creatief proces met gelijke inbreng van alle partners, zowel in ideeën, als in personeel en middelen. Inhoudelijk was er extra aandacht voor de doorontwikkeling van vier thema s; een gezamenlijk pedagogisch fundament, een doorgaande ontwikkelingslijn, ouderbetrokkenheid en ondersteuning en zorg. De Nieuwe Impuls Vensterscholen is inmiddels geëvalueerd door het lectoraat Integraal Jeugdbeleid van de Hanzehogeschool Groningen. De evaluatie geeft antwoord op de vraag: helpt de nieuwe werkwijze de vensterschoolontwikkeling? Het antwoord hierop kan, na twee metingen (2015 en 2016), met ja beantwoord worden. Er is veel in gang gezet door de nieuwe impuls. De hebben veel opgepakt. Over de hele linie zijn de professionals van de positief over het pedagogisch fundament en de drie andere pijlers en hebben ze de ambitie om door te ontwikkelen. Hoe de verder moeten, is een belangrijke vraag. Uit de tweejarige monitor blijkt dat de mate van borging sterk samenhangt met waarop is ingezet. Vensterscholen die hebben geïnvesteerd in activiteiten, geven aan dat het moeizaam is om de activiteiten in stand te houden zonder extra middelen.
Bladzijde 2 Vensterscholen die hebben geïnvesteerd in visievorming en professionele ontwikkeling, geven aan dat hierdoor een lerende cultuur in de vensterschool is ontstaan die kan worden voortgezet. De evaluatie levert een mooi resultaat, maar vooral ook kansen voor doorontwikkeling van het Vensterschoolconcept. Graag nemen we u mee in de aanbevelingen die vanuit de evaluatie naar voren komen en de opgaven die we hebben. Vooraf gaan we kort in op de plannen die de afgelopen jaren zijn ingediend. De vensterschoolplannen Vanuit de stuurgroep Vensterscholen zijn scholen uitgenodigd om samen met hun partners in de wijk (zoals de voorschoolse voorzieningen en het CJG) tweejarige plannen in te dienen, gericht op het waarmaken van de gezamenlijke ambities en thema s. In 2014 ontving de stuurgroep 16 plannen en deden 23 scholen uit het reguliere basisonderwijs (60%) mee aan de vensterschoolimpuls. In 2015 breidde dit aantal zich uit met 3 nieuwe scholen en in 2016 volgde nog een nieuwe school. Inmiddels doet ruim 70% van de scholen vanuit het reguliere basisonderwijs mee aan de impuls. In 2014 werd voor 208.000 aan nieuwe plannen gehonoreerd. In 2015 ging het om 254.000 en in 2016 om ruim 200.000. 2014 2015 2016 23 scholen 26 scholen 27 scholen 208.000 254.000 200.000 Waar wordt aan gewerkt? Pedagogische fundament en doorgaande lijn De evaluatie wijst uit dat vanuit de impuls veel onderwerpen aanpakken. Tijdens de eerste meting werkten ze het meest aan het pedagogisch fundament, gevolgd door de doorgaande lijn. De tweede meting laat zien dat er nu aan beide onderwerpen evenveel wordt gewerkt. Meer zetten in 2016 dus in op de doorgaande lijn. Met het pedagogisch fundament wordt een gedeelde visie bedoeld van waaruit gezamenlijke activiteiten benoemd en uitgevoerd kunnen worden. Het geeft aan welke waarden men wil voorleven, waar we de kinderen willen brengen en hoe we naar ze kijken. Bij de doorgaande ontwikkelingslijn gaat het om de ontwikkelingslijn in de leeftijd (0-12 jaar), maar ook om de doorgaande lijn in de dag. Kinderen hebben gedurende dag met verschillende professionals te maken. Het gaat er vooral om dat professionals vanuit de pedagogische visie afspraken maken over het pedagogisch en didactisch aanbod. De gedeelde cultuur, daar is de voedingsbodem nu voor gelegd. De andere partijen zijn meer mee. Het was zaaien maar het begint nu te groeien. Medewerkers zijn enthousiast en lopen sneller bij elkaar binnen. Ze kennen elkaar!
Bladzijde 3 Een vensterschooldirecteur: Alle pedagogisch medewerkers en leerkrachten van de groepen 1 en 2 hebben bij elkaar gekeken met een kijkwijzer. Daarmee keken ze op dezelfde wijze. De kijkwijzer is hierna uitvoering besproken. Leerkrachten waren erg positief over de vrijheid van spelen bij peuters en wat het oplevert voor hun ontwikkeling. Er is een andere blik op de betekenis van spel en de ruimte ontstaan. Ondersteuning en zorg en ouderbetrokkenheid In 2015 was ondersteuning en zorg, met als doel het creëren van een sluitend aanbod van hulp voor kinderen en ouders, het onderwerp waar de het minst aan werkten. De meting in 2016 laat een lichte toename zien (van 69,2% naar 71,4%). Scholen werken in 2016 nog evenveel aan de pijler ouderbetrokkenheid als in 2015. Met de focus op ouderbetrokkenheid proberen de ouders te betrekken bij het leerproces van het kind om zo te komen tot maximale ontwikkelingsmogelijkheden van hun kind. Een vensterschooldirecteur: De wij-manager had een cruciale rol. Ze zorgt voor een goede verbinding met de wijk en vond het belangrijk om contact te leggen met de kerngroep. Voor we wisten wat wij precies was, wisten we dat ook wij iets met het wij-team moesten 14 12 10 8 6 4 2 0 Pedagogisch fundament Doorgaande lijn Ouderbetrokkenheid Ondersteuning en zorg Grafiek 1: aantal (vensterwijken) dat aan een onderwerp werkt tijdens de eerste en tweede meting. N= 14
Bladzijde 4 De aanbevelingen Het lectoraat heeft op basis van de evaluatie een aantal aanbevelingen geformuleerd. Deze aanbevelingen betreffen: Het werken aan een pedagogisch fundament en de doorgaande lijn; Aandacht voor meer structurele financiering, De zorg voor adequate huisvesting en; De samenwerking met de wijk en de wij-teams. Hieronder worden de aanbevelingen kort weergegeven. Pedagogisch fundament Blijf financiële en inhoudelijke ondersteuning bieden ten behoeve van de inhoudelijke ontwikkeling van de en blijf dit goed volgen. Zet in op het ontwikkelen, implementeren en borgen van het pedagogisch fundament. Van belang zijn het werken aan een gedeelde visie, het formuleren van gezamenlijke concrete doelen en continue professionalisering als vensterschoolteam op de werkvloer. Doorgaande lijn Blijf investeren in de stijgende doorgaande lijn en blijf de samenwerking tussen onderwijs en opvang stimuleren. Ook door te zorgen voor functionele huisvesting. Huisvesting Investeer waar mogelijk in adequate huisvesting. Dat hoeft niet een multifunctionele accommodatie te zijn, maar zorg in de fysieke infrastructuur wel voor nabijheid en ontmoeting. Het kan gaan om gezamenlijke ontmoetings- en/of personeelsruimtes voor medewerkers van verschillende disciplines, voor ouders en kinderen. Maar ook om ruimten voor bijvoorbeeld peuteropvang of de BSO. Door uitbreiding op bestaande gebouwen zijn er meer mogelijkheden om een kind centrum van 2 tot 12- jarigen te realiseren. Structurele basisfinanciering Zorg voor voldoende structurele basisfinanciering voor. Zorg voor structurele financiering van hoogwaardige buitenschoolse activiteiten in verbinding met binnen schools leren en het uitvoeren van functies die een brugfunctie vervullen tussen vensterschool, wij-team en gezin. Activiteiten en functies ten behoeve van de uitvoering zouden niet meer moeten worden bekostigd uit ontwikkeling/innovatiegelden. Schakel tussen Vensterschool en het Wij team Zorg voor een goede schakel tussen de en de wij-teams. Het verdient aanbeveling om concrete doelstellingen van de te verbinden met de wijkplannen voor jeugd. Het verdient tevens aanbeveling om goed contact tussen de vensterschool en de wij-manager te organiseren. Om de verbinding te laten slagen is a) een wij-medewerker met kennis van jeugd en gezin en b) tijd nodig.
Bladzijde 5 Doorontwikkeling Vensterschool 3.0 De eindrapportage is inmiddels besproken met alle betrokkenen. De bovengenoemde aanbevelingen zijn door de stuurgroep niet alleen overgenomen maar hebben geleid tot een aantal belangrijke opdrachten die de partners in 2017 verder gaan uitwerken. We zien daarbij een gezamenlijke opgave in het verstevigen van de samenwerking tussen partijen met als doel doorgaande lijnen te versoepelen voor kinderen. Mogelijk zullen ook partners die nog niet mee doen met de Vensterschool maar de ambities wel onderschrijven willen aansluiten. We gaan onderzoeken of we subsidies meer kunnen bundelen en verbinden aan grotere doelen of ambities die we met elkaar nastreven. We willen dat de plannen van scholen aansluiten bij plannen in de wijken en dat planmatig wordt gewerkt. We willen onderzoeken of er behoefte is en ruimte bestaat om een vensterschool een predicaat mee te geven. Tot slot realiseren we ons dat het bij al deze opgaven essentieel is, een verbinding op de diverse niveaus (gemeente, bestuur, directie en werkveld) te zoeken. De stuurgroep heeft bij het overnemen van de aanbevelingen het besluit genomen om het jaar 2017 te bestempelen als een tussenjaar. De middelen die voor 2017 beschikbaar worden gesteld, zullen in dit tussenjaar worden ingezet om bestaande inzet te verduurzamen. De aanvragen voor dit jaar moeten ook aansluiten bij de genoemde aanbevelingen. Ook is afgesproken dat we in 2017 de blijven volgen en monitoren. Vervolg Naast de uitwerking van opgaven, organiseert de stuurgroep in januari 2017 een bijeenkomst waarin we de volgende fase, verder zullen verkennen. De bijeenkomst zal leiden tot een aangepaste koers die we in 2018 verder gaan varen. We verwachten hierover uw Raad in het tweede kwartaal van 2017 meer te kunnen vertellen. Eén ding is zeker de ambitie om door te ontwikkelen is er! We gaan ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Groningen, de burgemeester, Peter den Oudsten de secretaris, Peter Teesink