Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Datum 20 januari 2015 Betreft Commissiebrief over vestigingsklimaat Twente en sluiting Philips Emmen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhaghe

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Topsectoren. Hoe & Waarom

Conclusies rapporten organiserend vermogen en snel groeiende bedrijven in Gelderland

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Subsidies in de regio

Topsectoren aanpak en de Nederlandse Defensie & Veiligheid gerelateerde industrie. Samen naar de top!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

29 november 2013 Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Convenant Metropoolregio Amsterdam, FNV Finance, kennisinstellingen en cluster Financiële en Zakelijke Dienstverlening

Samenwerkingsovereenkomst Vierkant voor Werk juli 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Buitenlandse investeringen maken de Nederlandse economie sterk

F4-GEMEENTEN. Manifest voor de vorming van een nieuw provinciaal coalitieakkoord. Versterk Economie en Werkgelegenheid

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 23 februari 2015 Betreft Beantwoording vragen naar aanleiding van het bericht ICT-sector trekt weg

PARTICIPATIE: ÓÓK IN OOST-GRONINGEN!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 17 juli 2015 Betreft Grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van economie en arbeid

Factsheet arbeidsmarkt Overijssel (bijlage bij Investeringsvoorstel Iedereen in Overijssel doet mee )

VERSLAG STUDIEDAG DE TOEKOMST VAN HET PLATTELAND - 21 november 2018

Transitieplan. 12 september 2013

Het creëren van een innovatieklimaat

Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Grensoverschrijdende samenwerking en het regeerakkoord Sebastiaan Hupkes

Nederlands-Duitse grensstreek Sociaal-economische foto

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

ARBEIDSMARKT. in de Vlaams-Nederlandse Delta Van knelpunt naar slimme kracht. Dick van der Wouw Joris Meijaard

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BRAINPORT MONITOR SAMENVATTING - 9 E EDITIE BRAINPORT BLIJVEND SUCCES

REGIONALE PLATFORM BIJEENKOMST SECTORPLANNEN. Actieteam crisisbestrijding Stichting van de Arbeid

29544 Arbeidsmarktbeleid. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Plannen Economische Agenda

Afspraakbanen. Hoe komen we onze Afspraak(banen) na?

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kenmerk Uw kenmerk Goede voortgang in uitvoering samenwerkingsafspraken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht Samen Sterker

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STICHTING VAN DE ARBEID

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Interreg Vlaanderen-Nederland. Projectmogelijkheden onder Interreg V

Subsidieprofiel vestigingsregeling. 1. Probleemanalyse. Welk probleem moet worden opgelost?

Samenvatting Twente Index 2016

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Hoi Toekomstmaker! Welkom bij sessie (mis)match met de arbeidsmarkt. #innovatiefzuidholland

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Mogelijkheden MKB in EFRO en INTERREG

Algemene beschouwing

Rijk en regio investeren fors in Regio Deal Midden en West Brabant

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STICHTING VAN DE ARBEID

UIT de arbeidsmarkt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

Regionaal netwerk heeft de toekomst op de arbeidsmarkt

Subsidiekansen.. SLIMME FINANCIERING VAN INNOVATIES. Wim Kan zei ooit: Subsidie is kunstmest. Maar hoeveel kunstmest is er nog?

Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering. Berry Roelofs Principal Consultant

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Innovatiefinanciering in Zeeland

Brainport 2020 wordt Brainport Network

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 19 december 2013 Betreft Ondernemingsfinanciering

EU subsidies voor KRW opgaven

Doel Doel van het programma VvW:

Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland. Versie 1 Juli 2016

Bijlage VMBO-GL en TL

De heer Öztürk (PvdA): Voorzitter. Bij de stemmingen onder punt 3, over de begroting van Economische Zaken, houd ik onze motie op stuk nr. 27 aan.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

SUBSIDIEKAART. 13 september Toelichting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Update Naar een veerkrachtige arbeidsmarkt

ipro-n Een slimme stap over de grens!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 32 637 Bedrijfslevenbeleid Nr. 164 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 20 januari 2015 Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken stuur ik u een brief over de economische situatie in Twente en de sluiting van Philips Lighting Emmen. Ik ga achtereenvolgens in op het vestigingsklimaat, de verantwoordelijkheid en het beleid van Rijk en regio hieromtrent en de stand van zaken rond Philips Lighting. Het vestigingsklimaat Nederland scoort internationaal goed op het gebied van vestigingsklimaat. In het Global Competitiveness Report 2014 van het World Economic Forum staat Nederland op de achtste plek. Bloomberg zette Nederland in 2014 op de achtste plaats in de reeks «Best countries for business». Als sterke punten van Nederland noemen zij: de economische stabiliteit, de (digitale) infrastructuur, het belastingklimaat, een hoogopgeleide bevolking, open cultuur en meertaligheid van de beroepsbevolking. Zwakkere punten zijn: de (loon)kosten, rigiditeit van het ontslagrecht, kosten van levensonderhoud en toegang tot financiering. Meer specifiek geldt voor het vestigingsklimaat van Oost-Nederland dat deze regio zeer aantrekkelijk is voor (buitenlandse) bedrijven om zich te vestigen. In 2014 is een einde gekomen aan de economische krimp in Twente en de Achterhoek. De Twentse economie heeft zich met 0,8 procent groei in 2014 iets sneller hersteld dan de rest van Nederland. Ook de Achterhoek groeit weer met 0,5 procent in 2014. De verwachting is dat het herstel doorzet in 2015. Deze groei is vooral gedreven door de positieve ontwikkeling van exportgerichte sectoren, zoals de maakindustrie en de chemie. Veel van de werkgelegenheid is ook te vinden in deze sectoren. Ook op het gebied van Research & Development scoort Oost-Nederland goed. Dat blijkt onder andere uit het tweejaarlijkse «Competitive Alternatives» onderzoek van KPMG. Twente ontwikkelt zich, mede dankzij goede kennisinstellingen als de Universiteit Twente, tot een innovatieve regio met veel startende hightechbedrijven. Uit onderzoek van LEI Wageningen UR naar innovatie in de Nederlandse levensmiddekst-32637-164 ISSN 0921-7371 s-gravenhage 2015 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, 32 637, nr. 164 1

lenindustrie blijkt dat de regio Noordoost-Nederland, waaronder Drenthe en Overijssel, opvallend innovatief is. In deze regio zijn de meeste levensmiddelenbedrijven met productinnovaties. Aandachtspunt voor de economische ontwikkeling in Twente is dat relatief veel mensen niet actief deelnemen aan het arbeidsproces. De werkloosheid is in Twente en de Achterhoek de afgelopen jaren meer toegenomen dan in de rest van Nederland. Naar aanleiding van recente berichtgeving hebben verschillende leden van uw Kamer vragen gesteld over zeven Twentse bedrijven die hun vestiging over de grens hebben verplaatst of daar uitbreiden. Het is geen nieuw fenomeen dat ondernemers en bedrijven in de grensstreek een vestiging over de grens overwegen en of realiseren. Ondernemers die overwegen hun bedrijf te verplaatsen, doen dat vaak op basis van voor het bedrijf specifieke locatiefactoren. Bedrijven die veel ruimte nodig hebben, zoals logistieke bedrijven, hechten waarschijnlijk aan lagere Duitse grondprijzen. Anderzijds zullen weer andere bedrijven meer waarde hechten aan locatiefactoren waar Nederland sterk in is, zoals het glasvezelnetwerk. Zo vestigen ook Duitse bedrijven, zoals Trumpf in Hengelo, zich weer in Twente. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat de vestiging van bedrijven op het bedrijvenpark Bad Bentheim Gildehaus, vlak over de grens, ten koste gaat van de werkgelegenheid in Twente. Wederzijdse vestiging van ondernemingen langs de grenzen geeft een impuls aan grensoverschrijdende samenwerking en economische ontwikkeling van de grensstreken. Samenwerking van Nederlandse en Duitse bedrijven, kennisinstellingen en overheden leiden tot nieuwe (duurzame) netwerken van kennisontwikkeling en bedrijvigheid, toegang tot nieuwe afzetmarkten (in dit geval de Duitse markt) en kan werkgelegenheid en groei in de regio opleveren. Beleid van Rijk en regio Het Rijk werkt met verschillende instrumenten voortdurend aan het verbeteren van het vestigingsklimaat. Dit doen we met een modern industriebeleid dat gericht is op goede randvoorwaarden voor alle ondernemers en bedrijven. Dit beleid bestaat o.a. uit fiscale maatregelen voor innovatie (WBSO en RDA), maatregelen voor toegankelijke financiering (o.a. BMKB en GO) en regeldrukvermindering. Bij toenemende internationalisering en dynamiek ten gevolge van innovatie zullen de overheden adaptiever moeten zijn om snel en flexibel in te spelen op de veranderende marktsituaties. Het gaat hierbij onder andere om het invliegen van eigen personeel (bijvoorbeeld IT-specialisten) van bedrijven uit een ander land, studenten die in Nederland willen blijven en een bedrijf willen starten of het versneld neerzetten van infrastructurele projecten. De Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en ik hebben ons voorgenomen extra aandacht te besteden aan het verbeteren van dit aspect van het vestigingsklimaat. Om snel in te kunnen spelen op actuele, ook regionale, ontwikkelingen is daarom de Dutch Trade Board omgevormd tot een Dutch Trade and Investment Board (DTIB). Ter ondersteuning van de DTIB is een werkgroep Vestigingsklimaat in het leven geroepen. De taak van deze werkgroep is het verbeteren van het Nederlandse en regionale vestigingsklimaat door snel vraagstukken te signaleren, op te lossen, op te schalen en te bewaken. De werkgroep bestaat uit diverse vertegenwoordigers van de rijksoverheid, regionale overheden en Nederlandse en buitenlandse bedrijven. Bovendien wordt momenteel een halfjaarlijkse monitor ontwikkeld met een objectieve vergelijking van de locatiefactoren in Nederland in Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, 32 637, nr. 164 2

vergelijking met concurrerende landen. Deze monitor richt zich op Nederland als geheel en spitst zich daarnaast toe op sectoren en type bedrijven (hoofdkantoren, verkoopkantoren, distributiecentra, productiebedrijven, enz.), zodat eventuele specifieke knelpunten snel kunnen worden aangepakt. De eerste resultaten van deze monitor zal ik in de eerste helft van 2015 aan uw Kamer sturen. De regionale economische structuur is primair de verantwoordelijkheid van de regio zelf. De factor «nabijheid» speelt hierbij een belangrijke rol: regionale overheden staan dicht bij het bedrijfsleven, met name het mkb. Zij zijn het beste toegerust om snel in te spelen op de lokale economische dynamiek en actuele ontwikkelingen. De regionale bestuurders zorgen voor een aantrekkelijk regionaal en lokaal vestigingsklimaat, bijvoorbeeld als het gaat om concurrerende grondprijzen. Gemeenten en provincies hebben via onder andere de regionale ontwikkelingsmaatschappijen, zoals NV NOM en Oost NV, een arsenaal aan mogelijkheden om bedrijvigheid te stimuleren. Zo heeft de provincie Overijssel specifieke fondsen bij PPM Oost (het participatiebedrijf van Oost NV) neergelegd, waarvoor de provincie zelf de spelregels bepaalt (met inachtneming EU-steunkader). Ontwikkelingsmaatschappijen zetten zich niet alleen in voor de vestiging van bedrijven in Nederland, maar ook voor het behoud van Nederlandse groeibedrijven met eventuele verhuisplannen naar het buitenland. Samenwerking Rijk en regio Vanuit verschillende verantwoordelijkheden werken Rijk en regio intensief samen aan het versterken van het vestigingsklimaat. Het Rijk is actief betrokken bij (de ontwikkeling van) de verschillende Economic Boards, waarin regionale overheden met publieke en private partners samenwerken aan versterking van de economische structuur en innovatieve clusters. De samenwerking van het kabinet met het Twente Board in het kader van het Actieplan «Twente Werkt!» is hier een goed voorbeeld van. Conform moties 1 van uw Kamer ondersteunt het Rijk binnen bestaande kaders regionale initiatieven gericht op innovatie en werkgelegenheid. Het uitgangspunt is dat het Rijk zich actief en actiegericht opstelt, maar niet op de stoel van de regionale bestuurders zit. Het gaat ook niet altijd om financiële ondersteuning. De rol van het Rijk kan ook regievoering zijn, zoals er voor zorgdragen dat de juiste partijen aan tafel zitten. Voorbeelden van deze manier van samenwerken zijn de taskforce in Limburg rond VDL Nedcar in Born en de aanpak rond het Pivotpark bij Organon Oss. In het Noorden werken regio en Rijk intensief samen aan versterking van het chemiecluster in de Eemsdelta naar aanleiding van het advies van de Commissie Willems. In het kader van het Actieplan «Twente Werkt!» werken de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Economische Zaken ook actief met de regio mee. Ik heb op 12 januari jl. het rapport «Twente werkt!» in ontvangst genomen en ik heb daarbij aangegeven dat het Rijk binnen de bestaande kaders kan bijdragen aan de uitvoering van dit actieplan. Ook voor het banenplan «Vierkant voor werk» van de gemeenten Coevorden, Emmen, Hoogeveen en Hardenberg beziet het Rijk hoe zij een bijdrage kan leveren aan de uitvoering ervan. Het kabinet zet de komende periode ook in op verdere interregionale samenwerking tussen Nederland en Duitsland. De middelen in de nieuwe Interregperiode 2014 2020 en de regionale EFRO-fondsen zijn hiervoor goede instrumenten. Het Interreg-programma streeft ernaar de barrièrewerking van de grens te verminderen. Een voorbeeld is dat er ruimte is voor investeringen in grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit, waaronder 1 Motie Slob, Samsom (Kamerstuk 27 406, nr. 214); motie Samson c.s. (Kamerstuk 34 000, nr. 10) Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, 32 637, nr. 164 3

investeringen om Nederlandse werklozen te helpen om in Duitsland aan de slag te gaan. Daarnaast liggen er grote kansen voor Nederlandse bedrijven in Nederlandse en Duitse initiatieven op het gebied van de Smart Industry (resp. Smart Industry actie-agenda en het Duitse programma Industry 4.0). Conform een motie 2 van uw Kamer is het kabinet in gesprek met de grensprovincies om samen met de grensregio s te bezien of en hoe ervaren belemmeringen in wet- en regelgeving voor arbeidsmarkt en economie kunnen worden opgelost. Philips Lighting Philips Lighting in Emmen produceert armaturen voor buitenverlichting en produceert grotendeels voor de Europese markt. Philips heeft 11 december jl. de sluiting aangekondigd van de vestiging in Emmen. Philips geeft aan dat de concurrentie in de internationale markt voor verlichtingsarmaturen steeds verder toeneemt. Als gevolg hiervan staan de marges onder druk en zal de Philips-fabriek in Emmen in de toekomst verlieslatend worden omdat concurrenten tegen lagere prijzen kunnen produceren en aanbieden. Philips Ligthing in Emmen sluit de fabriek per 1 september 2016. Hierdoor zullen 240 werknemers 140 vaste en 100 uitzendmedewerkers van deze vestiging hun baan verliezen. De beslissing van Philips om de fabriek in Emmen te sluiten is een klap voor de regio, vooral voor de mensen die hun baan verliezen. Het kabinet betreurt dan ook deze beslissing. Bij het goede vestigingsklimaat in Nederland hoort echter ook dat de overheid de eigen verantwoordelijkheid van een bedrijf respecteert indien een beslissing vanwege bedrijfseconomische redenen genomen wordt. Wanneer een bedrijf bij het nemen van bedrijfsmatige keuzes tegen hindernissen aanloopt die de overheid zou kunnen wegnemen, dan kan de overheid daar een rol spelen. Het gaat hierbij om zaken als vergunningen, toegang tot financiering of verstoring van het gelijke speelveld ten opzichte van andere landen. Dat is in dit geval niet aan de orde. De eerste en belangrijkste zorg van de overheid betreft nu de mensen die hun baan verliezen. Voor de werknemers is een goed sociaal plan van groot belang. De verantwoordelijkheid voor de werknemers, bijvoorbeeld begeleiding van werk naar werk, ligt in eerste instantie bij het bedrijf zelf. Philips geeft ook aan de werknemers te zullen begeleiden van werk naar werk op basis van hun centraal sociaal plan. In januari volgt er een gesprek tussen Philips, de OR en de regionale bestuurders om gezamenlijk de opties te verkennen. Mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en ik houden hierbij actief een vinger aan de pols. De provincie, de gemeente Emmen en het Rijk kijken daarnaast naar de impact van de bedrijfsbeslissing op de regio voor de langere termijn. In de grensregio s kan een intensieve samenwerking met de buurlanden een positieve bijdrage leveren aan de werkgelegenheid en economische groei in de regio. Via het INTERREG-V A programma (2014 2020), in samenwerking met het lokale bestuur, wordt een impuls gegeven aan deze grensoverschrijdende samenwerking. Daarnaast kan een sectorplan in de regio helpen om de werking van de arbeidsmarkt op de langere termijn te verbeteren, bijvoorbeeld door het beter op elkaar laten aansluiten van vraag naar en aanbod van arbeid. Samenwerkende werkgevers en werknemersorganisaties, bedrijven en andere partijen in de regio kunnen in aanmerking komen voor cofinanciering van een sectorplan om mensen naar werk te begeleiden. Deze sectorplannen kunnen in het tijdvak van 2 Motie Schouten en Mulder (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 36) Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, 32 637, nr. 164 4

15 januari tot en met 29 mei 2015 worden ingediend. Het totaal beschikbare budget voor dit tijdvak is 150 miljoen euro. De regeling sectorplannen 2015 richt zich specifiek op de cofinanciering van maatregelen die de overgang bevorderen van-werk-naar-werk en van-werkloosheid-naar-werk, met de mogelijkheid van brug-ww. Met brug-ww wordt beoogd om baanwisselingen, waarbij (om)scholing noodzakelijk is voor een overstap naar een andere werkgever, beter te ondersteunen. In de brug-ww ontvangt de werknemer een WW-uitkering over de uren dat hij scholing volgt, in combinatie met een baan bij een andere werkgever. Daarnaast betaalt de nieuwe werkgever salaris voor de uren waarin wordt gewerkt. Voorts is de afspraak relevant die gemaakt is in het sociaal akkoord om in de periode tot 2026 125.000 extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. In de Werkkamer het bestuurlijke overlegorgaan van VNG en sociale partners is per regio nagegaan hoeveel mensen met een arbeidsbeperking extra zouden moeten worden geplaatst tot en met 2016 om op koers te blijven om het eindtotaal te halen. 3 De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp 3 Voor de arbeidsmarktregio Drenthe en Twente gaat het daarbij indicatief respectievelijk om 280 en 515 extra banen in de markt en bij de overheid. Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, 32 637, nr. 164 5