FACT Veluwe & Veluwe Vallei

Vergelijkbare documenten
FACT Flevoland. Met voldoening regie voeren over je leven. Kwaliteitsonderzoek vanuit cliëntenperspectief bij GGz Centraal Flevoland.

FACT Gooi en Vechtstreek

Verkorte rapportage. Cliënten over de kwaliteit van de zorg en dienstverlening van activiteitencentrum Knooppunt (InteraktContour)

FACT Eemland. Kwaliteitsonderzoek vanuit cliëntenperspectief bij GGz Centraal - Eemland. Vangnet. 4 April 2017

FACT Flevoland. Met voldoening regie voeren over je leven. Kwaliteitsonderzoek vanuit cliëntenperspectief bij GGz Centraal Flevoland

Verkorte rapportage. Cliënten over de kwaliteit van zorg en dienstverlening van AC de Variant (InteraktContour)

Verbeterplan Kwaliteitstoetsing vanuit het cliëntenperspectief. FACT teams RvzE Eemland Noord Oost Zuid Stadskern Soest/Baarn

Vergelijking resultaten

Verkorte rapportage. Cliënten over de kwaliteit van de zorg en dienstverlening van AC Praag en Werkerij (InteraktContour)

Verkorte rapportage. Cliëntenraadpleging AC Rijnlaan. Verkorte rapportage. LSR - landelijk steunpunt medezeggenschap

Verkorte rapportage. Cliëntenraadpleging AC de Gris. Verkorte rapportage. LSR - landelijk steunpunt medezeggenschap

Verkorte rapportage. Cliëntenraadpleging Werk- en leercentrum de Plint. Verkorte rapportage. LSR - landelijk steunpunt medezeggenschap

Verbeterplan. Kwaliteitsonderzoek vanuit cliëntenperspectief. FACT-team Barneveld/Veenendaal

Verkorte rapportage. Cliënten over de kwaliteit van de zorg en dienstverlening van WL Landsherenpoort (InteraktContour)

Voorbeeldvragenlijst COK

Verkorte rapportage. Cliënten over de kwaliteit van de zorg en dienstverlening van WL Daendels Borgh (InteraktContour)

Verbeterplan. Kwaliteitsonderzoek vanuit cliëntenperspectief. FACT-teams Flevoland

Verbeterplan kwaliteitstoetsing vanuit het cliëntenperspectief. FACT Gooi en Vechtstreek

Evaluatie verbeterplan 2012

Verkorte rapportage. Cliëntenraadpleging bij WL de Archipel. Verkorte rapportage. LSR - landelijk steunpunt medezeggenschap

CoK - Cliënten over Kwaliteit

Evaluatie verbeterplan 2012

Evaluatie verbeterplan 2012

Evaluatie verbeterplan 2012

centrum voor verstandelijke beperking en psychiatrie MET ELKAAR VOOR ELKAAR

Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling... 7 Afsluiting en nazorg

Verslag kwaliteit 2017 cliëntversie

Wier. Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. Patiënten & familie

Cliënten over Kwaliteit. Hoe ervaren cliënten de kwaliteit van de gehandicaptenzorg in Nederland? Signalering

Evaluatie verbeterplan 2012

Bemoeizorg Parkstad. Wat is bemoeizorg? Bemoeizorg Parkstad

Evaluatie verbeterplan 2012

Evaluatie verbeterplan 2012

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS

SAMENVATTING BOUWSTENEN ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG

Evaluatie verbeterplan 2012

Altijd in de buurt DE ZORG VAN HET WIJKTEAM. Onderdeel van Arkin

Bemoeizorg Parkstad. Volwassenen

Ambtenaren en wethouders gemeente Gooi en Vecht over Proeverij met mantelzorgers

Voortraject...2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?...3 Wat kan ik bij de intake verwachten?...4 Behandeling...6 Afsluiting en nazorg

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEW

GGzE centrum psychotische stoornissen. Algemene informatie >>

Evaluatie verbeterplan 2012

FACT-teams. Intensieve wijkgerichte behandeling en begeleiding. Informatie voor cliënten, verwijzers en betrokkenen

Cliënten over Smart-Coach Wat gaat goed? Wat kan beter?

Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling... 6 Afsluiting en nazorg

Beter worden doe je thuis!

Bijlage 3 Samenvatting onderzoek HAN naar werkzame factoren vanuit gebruikersperspectief

Forensische Herstelsetting

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn

Cliënttevredenheidsonderzoek

Hoe waarderen cliënten het wonen in de Domselaer? Uitkomsten van het onderzoek onder bewoners na één jaar wonen in de Domselaer.

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

Cliënten en verwanten over kwaliteit. LSR cliëntenraadpleging Raphaelstichting

GGzE centrum psychotische stoornissen. Act. Zorg bij de eerste psychose. Informatie voor cliënten >>

Informatie voor cliënten en familieleden. FACT Centrum. Locatie Zuiderpoort

Intensive Home Treatment IHT

Vangnetteam Parkstad. Secretariaat Meldpunt: T Bezoekadres: Prins Hendriklaan 376, 6443 AE Brunssum

Inhoudsopgave Inleiding... 2 Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling...

Jaarverslag Cliëntenraad GGz Centraal Veluwe & Veluwe Vallei

Welkom bij RIBW Arnhem & Veluwe Vallei

Extra hulp indien nodig

Klanttevredenheidsonderzoek. Ouders

Even voorstellen MENTRUM KLINIEK JEAN DESMETSTRAAT INFORMATIE VOOR DE CLIËNT

Deeltijdbehandeling. Mondriaan. Informatie voor cliënten. Ouderen. voor geestelijke gezondheid

Ik werk Ik doe Ik kan Ik ben

COMPLEET IN GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Jaarverslag 2017 cliëntvertrouwenspersonen

Mentrum SAMEN WERKEN AAN HERSTEL EN EEN WAARDEVOL LEVEN. Onderdeel van Arkin

Ambulante behandeling Ouderen

Wij zijn er. voor mensen die grensoverschrijdend. of strafbaar gedrag vertonen en. daardoor met justitie in aanraking. (dreigen) te komen.

informatie voor cliënten FACT-team

Deeltijdbehandeling. Ouderen

INTENSIVE HOME TREATMENT

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

Evaluatie verbeterplan 2013

werken aan Zelfmanagement en passende zorg

Cliënttevredenheidsonderzoek

Vangnetteam Parkstad. Secretariaat Meldpunt: T Bezoekadres: Raadhuisstraat 3, 6444 AA Brunssum

Regie bij de cliënt en betere samenwerking

Programma. 1. Historie. Noord Holland Noord. 2. Zorg voor EPA. Kenmerk (toen) 1. Historie. Ambulantiseren

Kwaliteitsjaarverslag 2018

Zakboek FACT. Flexible Assertive Community Treatment. Remmers van Veldhuizen. Zorg in de wijk voor mensen met ernstige psychiatrische problemen

Ouderenpsychiatrie. Algemene informatie voor patiënten

Deeltijdbehandeling. Barneveld. volwassenen deeltijd

Eigen plan van aanpak betrokkene, 0.8 oefenversie

Ouderen VAN VERWIJZING NAAR BEHANDELING INFORMATIE VOOR DE CLIËNT. Onderdeel van Arkin

Afdeling A3. Afdeling A3. Glaspaleis Ouderen

Dagbehandeling. Ouderen

We helpen u bij: het verminderen van uw klachten wonen werken en/of leren vrije tijd uw relaties en familie

Ouderenzorg. Psychologische hulpverlening voor mensen van 65 jaar en ouder.

FACT teams Altijd in de buurt. Informatie over actieve zorg in de wijk

Over het LSR Advies Informatie Coach of ondersteuner voor de raad Kijken hoe de raad werkt Kwaliteitsonderzoek...

Evaluatie verbeterplan 2012

Kliniek Nijmegen. Informatie voor patiënten

Vertrouwenspersoon Wmo Sociaal domein

Behandelprogramma. Dwarslaesie

FACT. Informatie voor verwijzers en professionals

De KrimpenWijzer is er voor al uw vragen en ondersteuning op het gebied van welzijn, zorg, opvoeden en opgroeien.

Transcriptie:

FACT Veluwe & Veluwe Vallei En nu verder Kwaliteitsonderzoek vanuit cliëntenperspectief bij GGz Centraal Veluwe & Veluwe Vallei

Utrecht, september 2016 Geschreven door: Drs. Elske ten Vergert Drs. Dominique van t Schip In samenwerking met: Heleen Eversen, ervaringsdeskundige Maarten van Drie, ervaringsdeskundige Viola van Rijnsoever, ervaringsdeskundige Clientenraad RVZE Veluwe & Veluwe Vallei Postbus 8224 3503 RE Utrecht Telefoon: 030 293 76 64 Fax: 030 296 33 19 www.hetlsr.nl info@hetlsr.nl Copyright LSR, landelijk steunpunt medezeggenschap Postbus 8224, 3503 RE Utrecht Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaand schriftelijke toestemming van het LSR. 2

Inhoudsopgave Voorwoord 4 1. Inleiding 5 1.1. Kwaliteitstoetsing vanuit cliëntenperspectief 5 1.2. Doelstelling onderzoek 6 1.3. Achtergrond informatie FACT 6 1.4. Leeswijzer 7 2. Aanpak 8 2.1. Voorbereiding 8 2.2. Uitvoering kwaliteitstoetsing 8 2.3. Analyse en rapportage 10 2.4. Vervolg 10 3. Resultaten Barneveld 11 3.1. Ervaringen cliënten 11 3.2. Reactie medewerkers en teamleiders 14 4. Resultaten Ermelo 16 4.1. Ervaringen cliënten 16 4.2. Reactie medewerkers en temleiders 19 5. Reacties managers, directie en cliëntenraad 22 5.1. Reactie managers en directie 22 5.2. Reactie clientenraad 24 6. Conclusies en aanbevelingen 25 6.1. Sterke punten 25 6.2. Aandachtspunten 26 6.3. Aanbevelingen per team 28 Bijlage I Gespreksleidraad 30 3

Voorwoord Het LSR heeft een kijkje in de keuken mogen nemen bij FACT teams Ermelo en Barneveld. De titel En nu verder komt in eerste instantie van een cliënt, die met hulp van zijn FACT team uit een diep dal is gekomen. Een voorbeeld van iemand die al ver is in zijn herstel, maar nu begint te bedenken wat hij verder wil in zijn leven. Hij heeft een FACT team nodig met een sterke focus op herstelgericht werken. Een team dat nieuwsgierig is, doorvraagt en cliënten ondersteunt om verder te gaan. Het LSR wil bij deze iedereen hartelijk bedanken voor hun rol in de kwaliteitstoetsing: allereerst de cliëntenraad: Piet, Maaike, Baafke, Alex, ondersteuner Mathilde en administratief ondersteuner kwaliteitstoetsingen Marleen voor hun aandeel in de kwaliteitstoetsing. En natuurlijk dank aan alle cliënten en medewerkers, die hebben deelgenomen aan de gesprekken met het LSR, voor hun openheid, meningen en suggesties. Wij wensen de locaties veel succes met het opstellen en uitvoeren van hun verbeterplannen en de cliëntenraad met het houden van een vinger aan de pols. Graag tot ziens! Maarten, Viola, Heleen en Elske 4

1. Inleiding Op verzoek van de Commissie Kwaliteitstoetsing (onderdeel van de centrale cliëntenraad) en de cliëntenraad Veluwe van GGz Centraal heeft het LSR, landelijk steunpunt medezeggenschap, een kwaliteitstoetsing vanuit cliëntenperspectief uitgevoerd bij twee FACT regio s van Veluwe en Veluwe Vallei: Barneveld en Ermelo. De kwaliteitstoetsing vond plaats van juni tot augustus 2016. 1.1. Kwaliteitstoetsing vanuit cliëntenperspectief De centrale cliëntenraad heeft een meerjarenprogramma voor kwaliteitsonderzoek vanuit cliëntenperspectief, dat is overgenomen door de Raad van Bestuur van GGz Centraal. De afdelingen van GGz Centraal worden periodiek getoetst door een onafhankelijke toetsingscommissie. De verbeterpunten die uit de kwaliteitstoetsingen voortkomen, worden door de cliëntenraden en de Raad van Bestuur van GGz Centraal gebruikt voor het cyclische verbetertraject. Verantwoording De cliëntenraad heeft voor de uitvoering van de toetsingen gekozen voor het LSR, omdat het LSR werkt vanuit cliëntenperspectief. Dat doet het LSR enerzijds door samen te werken met de cliëntenraad en hun vragen als uitgangspunt te nemen voor de toetsing. Anderzijds werkt het LSR met ervaringsdeskundigen. Dit heeft een aantal voordelen: De cliënten voelen zich prettiger wanneer er (ex)cliënten aanwezig zijn bij het gesprek (werkt drempel verlagend). Ervaringsdeskundigen sluiten makkelijker aan op de belevingswereld van de cliënten en kunnen daardoor makkelijker doorvragen (de juiste vragen stellen, de juiste snaar raken). Ervaringsdeskundigen zijn in staat om de gevoelens van cliënten treffend te verwoorden. Dit is bijvoorbeeld belangrijk tijdens de gesprekken met medewerkers, maar ook voor de rapportage van de gesprekken. Door hun vele contacten met cliënten en het doorlopen van hun eigen herstelproces hebben de ervaringsdeskundigen collectieve ervaringskennis. Met die kennis zijn zij goed in staat om verbeteracties te formuleren, die herkenbaar zullen zijn voor een groot deel van de cliënten. De LSR-commissie bestaat uit drie ervaringsdeskundigen en een kwaliteitsadviseur van het LSR. De ervaringsdeskundigen hebben ervaring als cliënt in de psychiatrie (opname, deeltijd en ambulant). Ze hebben ruime ervaring met het inzetten van hun ervaringsdeskundigheid als trainer en/of als gespreksleider bij kwaliteitstoetsingen vanuit cliëntenperspectief. Ook de kwaliteitsadviseur van het LSR heeft ruime ervaring in het doen van onderzoek vanuit cliëntenperspectief in de GGz. 5

1.2. Doelstelling onderzoek Het doel van de kwaliteitstoetsing is tweeledig: 1. Inzicht krijgen in de ervaringen van cliënten over de kwaliteit van de dienstverlening van FACT. 2. Aanbevelingen doen voor het verbetertraject vanuit cliëntenperspectief. De cliëntenraad heeft ervoor gekozen om de kwaliteit van de hulpverlening op de volgende twee hoofdonderwerpen te laten toetsen (zie bijlage voor volledige gespreksleidraad). Behandelaanbod: denk hierbij aan keuzevrijheid, hulp bij herstel, hulp als het niet goed gaat en aandacht voor levensstijl. Hulverleners: denk hierbij aan bereikbaarheid, contact met netwerk, houding en deskundigheid hulpverleners. De hoofdonderwerpen zijn gebruikt als leidraad tijdens de groepsgesprekken met cliënten. De gespreksleider gebruikt de sub-onderwerpen om door te vragen over een hoofdonderwerp. Daarnaast heeft de LSR-commissie cliënten en ook medewerkers de ruimte gegeven om zelf onderwerpen aan te kaarten. 1.3. Achtergrond informatie FACT FACT staat voor flexible assertive community treatment. Assertive betekent dat de zorg actief en outreachend wordt aangeboden ('bemoeizorg'): hulpverleners trekken er op uit. Community houdt in dat de zorg thuis, op straat en in de wijk wordt aangeboden. Treatment betekent behandeling, begeleiding en ondersteuning bij herstel. FACT-teams behandelen en begeleiden mensen die een ernstige psychiatrische aandoening hebben in combinatie met problemen op andere levensterreinen (wonen, werken, sociale contacten, financiën etc.). Deze behandeling en begeleiding vindt plaats in de eigen omgeving van de cliënt. Het doel van FACT is om de cliënt in de eigen omgeving met continuïteit te begeleiden, te behandelen en te ondersteunen. Als dat wenselijk is zoekt FACT daarbij contact met familie, de buurt en eventueel andere instanties, zoals de huisarts, de woningcoöperatie of de wijkagent. In een FACT-team werken verschillende hulpverleners nauw met elkaar samen: psychiater/arts, psycholoog, maatschappelijk werker, (sociaal-) psychiatrisch verpleegkundigen, verslavingsdeskundigen, casemanagers en ervaringsdeskundigen, arbeidsconsulenten en woonbegeleiders. Zij kunnen tegelijk of afwisselend bij de behandeling en begeleiding betrokken zijn. (Bron: website GGz Centraal) 6

1.4. Leeswijzer In hoofdstuk twee is beschreven hoe de kwaliteitstoetsing is uitgevoerd. In hoofdstuk 3 en 4 zijn de resultaten beschreven van de groepsgesprekken met cliënten, medewerkers en teamleiders uit de twee regio s. In hoofdstuk 5 staat de reactie van de manager, de directie en de cliëntenraad. Omwille van de leesbaarheid is steeds hij gebruikt in de tekst. Hoofdstuk 6 bestaat uit de conclusies en aanbevelingen van de LSR-commissie. In de bijlage staat de gespreksleidraad voor de gesprekken met cliënten. 7

2. Aanpak In dit hoofdstuk staat beschreven hoe de kwaliteitstoetsing vanuit cliëntenperspectief is uitgevoerd. De kwaliteitstoetsing bestond uit drie fasen: voorbereiding, uitvoering en rapportage. 2.1. Voorbereiding De commissie kwaliteitstoetsing, die onder de centrale cliëntenraad valt, heeft de verantwoordelijkheid voor de kwaliteitstoetsingen vanuit cliëntenperspectief bij GGz Centraal. De cliëntenraad van de RVZe Veluwe heeft een projectgroep ingesteld voor de uitvoering van de kwaliteitstoetsing. Deze projectgroep stelde een plan van aanpak op waarin informatie is opgenomen over de afdelingen waar de kwaliteitstoetsing zou plaats vinden. Belangrijk onderdeel van deze informatie was het vooronderzoek. De projectgroep heeft alle locaties bezocht. Aan de hand van de gespreksleidraad van het LSR, heeft de cliëntenraad de cliënten en de medewerkers alvast bevraagd over de belangrijkste onderwerpen van het onderzoek. Dit leverde belangrijke voorinformatie op voor de LSRcommissie. De projectgroep heeft tevens relevante documenten, protocollen en voorlichtingsmaterialen van de afdelingen geïnventariseerd en een rapportage samengesteld. Al deze informatie tezamen is door de LSR-commissie gebruikt als achtergrondinformatie over de afdelingen. Doordat de LSR-commissie voorafgaand aan de gesprekken al achtergrondinformatie had over de locaties, zoals de signalen die de cliëntenraad heeft gekregen over een locatie, kon de LSR-commissie tijdens de gesprekken makkelijker aansluiten bij de dagelijkse praktijk waar de cliënten mee te maken hebben. Cliënten, medewerkers en management zijn door de projectgroep geïnformeerd over het doel, de opzet en de planning van het onderzoek en zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de groepsgesprekken. Het LSR is de kwaliteitstoetsing gestart door middel van een overleg met de projectgroep van de cliëntenraad. In dat gesprek is het proces besproken en is geïnventariseerd welke vragen volgens de cliëntenraad het meest belangrijk zijn voor de kwaliteitstoetsing. Aan de hand daarvan heeft het LSR een definitieve gespreksleidraad opgesteld voor de groepsgesprekken (zie bijlage). 2.2. Uitvoering kwaliteitstoetsing Op elke afdeling voerde het LSR eerst een groepsgesprek met cliënten, daarna met medewerkers en teamleiders, vervolgens met de managers en als laatste met de directie. De cliëntenraad heeft daarna aanvullingen gegeven op de resultaten. De LSR-commissie heeft tevens een eigen indruk kunnen vormen van de locaties en deze bevindingen zijn ook terug te lezen in de rapportage. 8

Verantwoording Deze kwaliteitstoetsing is uitgevoerd bij twee van de drie FACT teams van de RVZE Veluwe en Veluwe Vallei: Ermelo en Barneveld. FACT Harderwijk is meerdere malen benaderd om ook deel te nemen, maar het team heeft hiervan af gezien omdat er momenteel te veel veranderingen zijn. Daardoor staat er te veel druk op het team. Enerzijds was de tijdsinvestering een drempel voor FACT Harderwijk. Anderzijds dacht het team Harderwijk dat de huidige omstandigheden de uitkomsten van het onderzoek wellicht zouden vertekenen. De vooronderstelling van de cliëntenraad en het LSR was dat het lastig zou zijn om cliënten van FACT te werven voor een groepsgesprek. Het groepsgesprek is minder toegankelijk, omdat cliënten er voor moeten reizen. Op de langdurige zorgafdelingen en dagactiviteitencentra zijn cliënten gemakkelijk te werven, omdat het groepsgesprek plaatsvindt op de verblijfsafdeling of het dagcentrum. Dit maakt deelname laagdrempelig. De cliënten van FACT moeten naar een locatie toe komen om deel te nemen aan het groepsgesprek. Om cliënten hiervoor te motiveren heeft de cliëntenraad in elke regio een lunch georganiseerd en cliënten kregen tien euro als dank voor deelname. Aanpak Het groepsgesprek duurde één uur. De LSR-commissie startte het groepsgesprek met een rondje, waarbij de cliënten aan de hand van een fotokaart (associatiekaart), vertelden wat zij van het FACT team vinden. Daarna vroeg het LSR de groep wat zij goed vinden aan de ondersteuning van FACT, wat er beter zou kunnen en op welke manier. Hiervoor gebruikte de LSR-commissie de gespreksleidraad uit de bijlage. De leidraad is als richtlijn gebruikt. Tijdens de groepsgesprekken was er voor de cliënten veel ruimte om zelf onderwerpen in te brengen en op elkaar te reageren. Het laatste kwartier hebben de cliënten op post-its kunnen schrijven wat ze goed vinden aan FACT (Tops) en wat volgens hen beter zou kunnen (Tips). Na het groepsgesprek was er tevens ruimte om individueel verder te praten met een ervaringsdeskundige of de kwaliteitsadviseur van het LSR. Tijdens de gesprekken met medewerkers, teamleiders en de directie werden de aandachtspunten van de cliënten en de voorlopige conclusies van het LSR ter sprake gebracht. Hierop konden de medewerkers reageren. Op die manier verkreeg de LSRcommissie aanvullende informatie, zoals extra verbetersuggesties en (achtergrond)informatie over de aandachtspunten die de cliënten naar voren brachten. De LSR-commissie leidde de groepsgesprekken. De rol van de ervaringsdeskundigen was die van gespreksleider of doorvrager. De kwaliteitsadviseur begeleidde het proces en deed de verslaglegging. 9

2.3. Analyse en rapportage De resultaten van de gesprekken en de indrukken bij de verschillende regio s staan in aparte hoofdstukken beschreven. Per paragraaf staat een hoofdonderwerp beschreven. De ervaringen van de cliënten, medewerkers, teamleiders, managers en directie staan apart uitgeschreven. Er staat altijd duidelijk vermeld wie de informatie heeft gegeven. De ervaringsdeskundigen hebben samen met de kwaliteitsadviseur hun conclusies en aanbevelingen opgesteld. Deze zijn besproken en aangevuld door de cliëntenraad. Bij het opstellen van de aanbevelingen dienen de gesprekken met de cliënten als basis en de gesprekken met medewerkers en de cliëntenraad als belangrijke aanvullende- en achtergrondinformatie. In de conclusie wordt weergegeven wat de sterke punten en de verbeterpunten zijn, die de cliënten en de medewerkers naar voren hebben gebracht. De LSR-commissie noemt daarna de verbetersuggesties die door cliënten en medewerkers zijn gedaan en geeft zelf aanvullende suggesties voor het verbetertraject. De LSR-commissie doet deze aanbevelingen op basis van haar ervaringsdeskundigheid en ervaring met kwaliteitstoetsingen vanuit cliëntenperspectief (ofwel cliëntenraadplegingen) bij een groot aantal instellingen. 2.4. Vervolg Het LSR presenteert de resultaten namens de cliëntenraad aan de directie, de leidinggevenden, de medewerkers en de cliënten(raadsleden). Hier zal ook vast de mogelijkheid zijn om met elkaar in gesprek te gaan. De directie is ervoor verantwoordelijk dat de medewerkers met het onderzoek aan de slag gaan. Eén of twee maanden na de presentatie zal de directie de teams uitnodigen om hun verbeterplannen te presenteren aan onder andere de cliëntenraad. De cliëntenraad geeft advies en houdt een vinger aan de pols bij de uitvoering van de verbeterplannen. Na drie of vier jaar nodigt de cliëntenraad weer een externe toetser uit om de kwaliteit vanuit cliëntenperspectief te toetsen. Het is dus een cyclisch traject. 10

3. Resultaten Barneveld Dit hoofdstuk geeft weer wat er volgens cliënten, medewerkers en teamleiders goed gaat en wat er beter kan bij FACT Barneveld. De gesprekken met cliënten en medewerkers staan apart beschreven. Achtergrondinformatie groepsgesprek In totaal heeft het LSR in Barneveld twaalf cliënten gesproken: elf tijdens het groepsgesprek (de lunch) en één individueel. Deze laatste cliënt wilde niet deelnemen aan het groepsgesprek, maar heeft individueel met een ervaringsdeskundige van het LSR gesproken. Twee cliënten hebben aanvullend op het groepsgesprek een individueel nagesprek gehad met een ervaringsdeskundige van het LSR. Het LSR heeft geen cliënten gesproken uit Veenendaal, dat onderdeel is van de regio Barneveld. 3.1. Ervaringen cliënten Het LSR heeft de cliënten gevraagd om hun mening te geven over het behandelaanbod en de hulpverleners (zie gespreksleidraad in de bijlage). Hieronder staan de ervaringen van de cliënten beschreven. 3.1.1. Behandelaanbod Het LSR heeft gevraagd wat de behandelmogelijkheden zijn rondom de thema s herstel, levensstijl en als het even niet goed gaat. In grote lijnen zijn de cliënten tevreden over hun behandeling, met name de opgeschaalde zorg als het niet goed gaat met een cliënt. De aandachtspunten gaan met name over de hulpverlening op het moment dat iemand stabiel is en verder wil. Het is daarbij niet voor alle cliënten duidelijk wat FACT te bieden heeft. Tot slot geven cliënten als aandachtspunt mee dat het FACT team geen psychiater heeft. Hieronder staan de punten verder toegelicht. Zeven van de twaalf cliënten geven uitdrukkelijk aan dat ze tevreden zijn over hun behandeling. Drie van hen vertellen dat ze vol lof zijn over hun behandeling. Alle drie vertellen dat ze een moeilijke tijd hebben gehad. Ze zijn met name erg tevreden over hoe ze door FACT zijn geholpen in die periode. De cliënten vertellen ook dat de FACT begeleiding je het gevoel geeft dat je het, met ondersteuning, zelf hebt gered. Ze vertellen bijvoorbeeld: Ik kwam een jaar geleden niet buiten en nu zit ik hier in de groep te praten! De psycholoog was fantastisch. Een gevoel van veiligheid dat er iemand was, die je op kan vangen. Ze hebben mij weggehaald uit de kliniek en waren er dag en nacht voor mij. 11

Het LSR vraagt door of cliënten nog wensen hebben. In de loop van het gesprek blijkt dat er toch vier cliënten nog verder geholpen zouden willen worden. Drie van hen zijn in de basis wel tevreden en één van deze cliënten is uitgesproken ontevreden over de ondersteuning die hij van FACT krijgt. De strekking van hun verhaal staat hieronder: De cliënt was erg tevreden, maar heeft nu iets anders nodig, namelijk hulp bij een woning zoeken. Het was de cliënt niet duidelijk dat FACT daarbij zou kunnen helpen. Door bepaalde dwanghandelingen lukt het de cliënt niet om bepaalde activiteiten te ondernemen, zoals boodschappen doen. De cliënt vind dat er te weinig wordt doorgevraagd naar en gewerkt wordt aan dit achterliggende probleem. Een andere cliënt heeft een soortgelijke vraag. Ook deze cliënt vertelt over dwanghandelingen, waardoor bepaalde activiteiten veel tijd kosten. Hij zoekt iemand die hem echt kan helpen en niet alleen mee kijkt. Ik ga het meteen aankaarten, zegt de cliënt. Eén cliënt heeft sterk het gevoel dat hij niet verder geholpen wordt en voelt zich opgegeven. De cliënt zegt geen behandelplan te hebben en geen doelen: het gaat niet over hoe ik zinvol de dag kan doorkomen. Een ander aandachtspunt is dat er geen psychiater is bij FACT Barneveld. De cliënten vertellen dat er al lange tijd geen psychiater in het FACT team is, maar wel een arts met 20 jaar ervaring in de ggz. Sommige cliënten zijn tevreden hoe het nu is en vinden de arts goed benaderbaar en bereikbaar. Anderen vinden het een gemis dat er geen psychiater is en hebben behoefte aan iemand met meer kennis en bevoegdheden en een frisse blik. Eén cliënt geeft ter illustratie aan dat de arts hem nog ziet als de patiënt van toen en wil meer opties kunnen bespreken als het gaat om de medicatie. Informatie over mogelijkheden De cliënten weten wat de opties zijn als het even niet goed gaat bijvoorbeeld BOR, TOR en de crisisdienst, maar ze zijn minder op de hoogte van de mogelijkheden daarna. In grote lijnen weten ze niet goed wat FACT voor cliënten kan doen: Ze geven niet uit zichzelf aan wat de mogelijkheden zijn. Maar als je het zelf aangeeft dan pakken ze wel door. De cliënten vinden wel dat ze zelf de verantwoordelijkheid hebben om door te vragen naar de mogelijkheden. Eén cliënt heeft het hier erg moeilijk mee. De cliënt heeft het idee dat hij niet op de hoogte was van de mogelijkheden, en dat hij daardoor in een moeilijke periode niet de hulp heeft gehad die nodig was: Ik vind het ook erg moeilijk om hulp te vragen. Dat heb ik nooit gedaan in mijn leven. 12

3.1.2. Hulpverleners Het LSR heeft gevraagd hoe cliënten de houding van de hulpverleners ervaren. De meeste cliënten zijn positief over de houding van de hulpverleners van FACT. Ze voelen zich gezien en gehoord en vertellen bijvoorbeeld: Mijn SPV-er heeft een luisterend oor en kan goed actie ondernemen. Mijn begeleider luistert goed en denkt goed mee. Mijn begeleider bekijkt dingen reëel en ik waardeer de eerlijkheid. Ik ben erg tevreden over de betrokkenheid van mijn SPV-er, op alle vlakken van het leven. Ik ben heel tevreden over IBT (Individueel Beeldende Therapie). Blijf zo open en bereikbaar als nu. Eén van de cliënten geeft als aandachtspunt aan dat de gesprekken met de ervaringswerker niet helemaal aan zijn verwachtingen voldoen: het is vooral gezellig en het gaat over herkenning, maar dat is niet wat de cliënt nodig heeft. Het doel van de gesprekken met de ervaringswerker is voor de cliënt onduidelijk. Meerdere cliënten voelen de druk op het team sinds de bezuinigingen : Ze hebben minder tijd voor je. Volgens de cliënten merk je dat vooral als het goed gaat (als je stabiel bent). De cliënten snappen het wel dat de medewerkers keuzes moeten maken en dat de aandacht van het team soms uit moet gaan naar mensen met wie het niet goed gaat. 3.1.3. Wat zou u doen met een miljoen? Aan het einde van het groepsgesprek konden de cliënten aan geven wat ze zouden doen met een miljoen. Met andere woorden wat vindt u het belangrijkste aandachtspunt? Vijf cliënten konden geen aandachtspunt verzinnen en vertellen bijvoorbeeld: Ik ben tevreden dus ik zou mijn begeleider klonen. Vijf andere cliënten geven hieronder hun belangrijkste aandachtspunten voor het FACT team: Graag de time-out terug. Een beter aanbod van therapieën vind ik belangrijk, bijvoorbeeld Mindfullness. Een fitness ruimte. Sporten is voor iedereen goed. Sommige therapieën kan je alleen op Veldwijk doen. Ik zou gelijk een psychiater laten komen. FACT staat onder druk van bezuinigingen. Ze moeten nu keuzes maken voor wie de hulp het meest nodig is. Ik zou FACT zo op sterkte brengen dat ze alles kunnen doen wat nodig is. Je merkt het als het goed met je gaat, dat ze minder tijd voor je hebben. Dat mijn SPV-er terug belt. Hij had beloofd om terug te bellen. Het is al weken geleden. 13

3.2. Reactie medewerkers en teamleiders Het LSR heeft acht medewerkers van FACT Barneveld gesproken. Het LSR heeft de medewerkers in het kort verteld hoe de cliënten de ondersteuning van FACT ervaren. Het LSR heeft de medewerkers gevraagd hierop te reageren en te vertellen over hun eigen ervaringen en ideeën. Het LSR heeft vervolgens in een apart gesprek de teamleiders gevraagd om te reageren op de onderwerpen die met cliënten en met de medewerkers zijn besproken. 3.2.1. Behandelaanbod De medewerkers herkennen de positieve punten die cliënten noemen, als het gaat om het aanbod en de opgeschaalde zorg. Het team is ook tevreden over de inzet van BOR, TOR en de crisisdienst. Ze benoemen ook andere mogelijkheden, bijvoorbeeld dat iemand van de kliniek de cliënt belt als er crisis dreigt. Dit zijn afspraken die gemaakt kunnen worden, als het cliënten niet lukt om zelf contact op te nemen. Voor een klein groepje cliënten is een opname beter dan de opgeschaalde zorg van FACT, dat staat als een paal boven water, vertellen de medewerkers. Die cliënten kosten het team veel energie. Maar voor een groot deel van de cliënten werkt opgeschaalde zorg goed, vinden de medewerkers. Het team herkent niet helemaal het idee dat sommige cliënten verder geholpen willen worden, maar niet goed weten wat ze van FACT kunnen verwachten (wat de mogelijkheden zijn). Desondanks zegt één van de medewerkers: We zitten in de langdurige zorg modus, maar daar is niet iedereen in het team het mee eens. De teamleiders herkennen wel de 'oude zorgmodus', zoals zij het noemen. Ter illustratie vertelt een teamleider over een pb-er die boodschappen blijft doen met een cliënt terwijl er al jaren geen verbetering optreedt op dat vlak. De aandachtspunten die cliënten noemen met betrekking tot de informatievoorziening, vinden de medewerkers tot op zekere hoogte wel herkenbaar. Medewerkers geven aan dat er veel informatieoverdracht is, maar dat het misschien weg zakt: Veel is ooit al aangeboden bij cliënten. Meerdere medewerkers zien het als een signaal en vinden het een goed idee om het aanbod opnieuw aan te kaarten bij cliënten. Het team en de teamleiders vinden dat het FACT team een psychiater moet krijgen. Dit is volgens de medewerkers het enige team waarin geen psychiater zit als eindverantwoordelijke. Wat het team daarin mist is meer tijd om met een 'frisse blik' naar de medicatie te kijken en een plan te maken voor cliënten: 'Dat kan de arts ook niet allemaal doen.' De teamleiders vertellen: De vacature staat uit sinds deze week. Het heeft drie maanden on hold gestaan Wat nodig is, is continuïteit in de behandelingen. Er is nu vier uur per week een psychiater beschikbaar, zegt één van de teamleiders, maar je moet nu geen grote medicatiewisselingen willen.' 14

Individuele punten Op twee momenten in het gesprek kwamen er individuele aandachtspunten van cliënten naar voren. Vanwege de herkenbaarheid van de cliënten vermelden we hier niet om welke aandachtspunten het ging. Wat het LSR hier wel wil vermelden is, dat het team aangaf dat de kritiek van deze cliënten onterecht was. Ze vertelden daarbij uiteraard ook waarom zij dit vonden. 3.2.2. Aanvullende punten van medewerkers en teamleiders Het team is geïnteresseerd in de uitkomsten van het onderzoek. Het team wil graag dat de uitkomsten ook gedeeld worden met de zorgverzekeraar. En het team is nieuwsgierig of het LSR verschillen ziet met de andere RVZe s van GGz Centraal. Een aandachtspunt vanuit het team is het EPD: Het 3e systeem in 3 jaar. Veel vormgeving maar slechte zoekmogelijkheden. De medewerkers geven bijvoorbeeld aan dat de overdracht via het EPD niet lekker loopt: Iets zoeken in de rapportages is lastig. Een teamleider geeft hier een reactie op: 'Dat ligt er aan in hoeverre je je er in verdiept. Er zit een dikke handleiding bij en er was een minicursus. Het is natuurlijk wel een boekhoudkundig gedrocht. Niet prettig, maar doenlijk.' Tot slot benadrukt het team dat ze een tablet nodig heeft en dossiers wil kunnen inzien op afstand: Je kan dan ook samen het dossier invullen. Nu moet je voor rapportage terug naar kantoor. En als je iets moet weten over een cliënt, dan moet dat telefonisch en het is de vraag of er iemand is die je kan helpen. Een medewerker benoemt als voorbeeld dat hij een cliënt had met een afwijkende bloeduitslag, die levensbedreigend kan zijn. Dan heb je het dossier nodig om de uitslag goed te kunnen beoordelen, zegt de medewerker. De teamleiders geven hierover aan dat er een plan ligt voor de tablets en toegang tot het EPD: Dit gaat opgelost worden, na de zomer in september/oktober. Er moest financiële ruimte komen. 15

4. Resultaten Ermelo Dit hoofdstuk geeft weer wat er volgens cliënten en medewerkers goed gaat en wat er beter kan bij FACT Ermelo. De gesprekken met cliënten en medewerkers staan apart beschreven. Achtergrondinformatie groepsgesprek Bij het groepsgesprek in Ermelo waren acht cliënten aanwezig. Drie cliënten spraken aanvullend ook individueel met een ervaringsdeskundige van het LSR. Tot slot reageerden drie cliënten schriftelijk omdat ze niet aanwezig konden zijn bij het groepsgesprek. Het LSR heeft dus in totaal contact gehad met elf cliënten. Het LSR heeft geen cliënten gesproken uit Nijkerk, dat onderdeel is van de regio Ermelo. 4.1. Ervaringen cliënten Het LSR heeft de cliënten gevraagd om hun mening te geven over het behandelaanbod en de hulpverleners (zie gespreksleidraad in de bijlage). Hieronder staan de ervaringen van de cliënten beschreven. 4.1.1. Behandelaanbod Het LSR heeft gevraagd wat de behandelmogelijkheden zijn rondom de thema s herstel, levensstijl en als het even niet goed gaat. Zes van de acht cliënten uit het groepsgesprek zijn tevreden over hun behandeling, met name de manier waarop ze door hun hulpverlener/behandelaar verder geholpen worden in hun leven. De drie cliënten die per brief hebben gereageerd lijken zich hierbij aan te sluiten. De laatste twee cliënten hebben een kritischer standpunt over hun behandeling bij FACT. De ervaringen staan hieronder beschreven. Cliënten maken opmerkingen, waaruit blijkt dat ze vinden dat ze tevreden zijn over hun behandeling en dat ze verder geholpen worden. Ze vinden bijvoorbeeld dat ze veel handvatten krijgen om dingen zelf te doen en te ontdekken. Hieronder staan ter illustratie enkele andere opmerkingen met betrekking tot het verder helpen en eigen verantwoordelijkheid: Ik ervaar veel stimulans en eigen verantwoordelijkheid. Ik ervaar een wisselwerking. Het behandelplan is goed. Ze kennen mij door en door. Na veel omzwervingen zit ik eindelijk op de goede plek. Ze zijn warm en zorgzaam. En zitten goed op de eigen verantwoordelijkheid. Ik krijg de tijd om FACT te gaan verlaten. Mijn laatste behandelplan heb ik zelf geschreven. Ik heb een gelijkwaardig gevoel. Ik krijg van FACT veel bevestiging in mijn stappen verder. Ze kunnen out-of-the-box denken. 16

Daarentegen zijn er twee cliënten die minder tevreden zijn over hun behandeling. Eén van hen wil dat er meer naar alternatieven wordt gekeken, zoals herstelgroepen en lotgenotencontact (zonder hulpverleners) en minder medicatie. Een andere spreekt onder vier ogen met een ervaringsdeskundige. Kort samengevat voelt deze cliënt, als het niet goed met hem gaat, geen aansluiting bij FACT, crisisdienst en huisarts. Deze cliënt voelt zich niet op zijn plek bij FACT. Hij heeft in een crisis geen baat bij de opgeschaalde zorg. Hij zegt ook dat hij erg bang is om tijdens een crisis contact te hebben met FACT, omdat hij bang is dat ze hem meteen opnemen. Er is wel een andere hulpverlener buiten FACT waar deze cliënt een goed contact mee heeft. Aansluiting buiten FACT en GGz Cliënten vertellen over de aansluiting van FACT bij therapieën, dagbesteding, wonen en de overgang naar de huisarts en Indigo. Twee cliënten vertellen dat de SPV-er hen afraadt om naar Indigo te gaan omdat de overgang naar Indigo minder goed verloopt dan de overgang naar de huisarts. Cliënten ervaren een goede samenwerking van FACT met verschillende therapieën, zoals EMDR, drama en Mindfullness. Ook de aansluiting bij aanbod buiten de GGz wordt genoemd. Fitness en beweging wordt bijvoorbeeld breed gestimuleerd, zeggen cliënten. Als voorbeeld noemt iemand dat er zelfs een pelgrimstocht is georganiseerd. Verschillende cliënten zijn tevreden over de herstelgroepen. Tot slot vinden meerdere cliënten vrijwilligerswerk belangrijk in hun leven. Ze geven bijvoorbeeld aan dat ze hierbij geholpen zijn door de IPS-er. Twee cliënten hebben een aandachtspunt als het gaat om samenwerking en aansluiting bij de woonbegeleiding. De woonbegeleiding is bijvoorbeeld niet betrokken bij de behandelplannen, zeggen deze cliënten. 4.1.2. Hulpverleners Het LSR vraagt wat cliënten vinden van de houding van de hulpverleners van FACT. Uit de opmerkingen van cliënten over de behandeling blijkt al dat de meeste cliënten tevreden zijn over de houding van hun hulpverlener. De ervaringsdeskundige en de baliemedewerker worden een aantal keren persoonlijk genoemd. Ter illustratie staan hieronder een deel van de opmerkingen die de cliënten, op papier (post-its) hebben gezet: De ervaringsdeskundige staat altijd naast je. Wanneer je op Hoogstede binnenkomt zit daar de medewerker achter de balie. Dit is erg fijn. Het geeft een prettig gevoel. Ik vind het ook belangrijk dat dit blijft. Even contact als je zit te wachten. Iets kunnen vragen. Mijn behandelaar denkt met me mee en geeft het gevoel dat hij naast me staat en me echt wil helpen. Ik voel me echt gehoord en begrepen door de compassie van mijn behandelaar. 17

Er is geen betutteling. Ze gaan uit van je kunnen. Ook als je crisis hebt dan is er extra aandacht, zelfs bij uitzondering buiten werktijd. Geweldig. Ze doen moeite mij te begrijpen. Er is gelijkwaardigheid in de reguliere gesprekken. De cliënten geven dus aan dat ze tevreden zijn over de ervaringsdeskundige, maar geven daarbij als kanttekening aan dat dit geen vaste medewerker is. Cliënten geven aan dat ze een vaste ervaringsdeskundige willen. En ook wordt gevraagd om een tweede ervaringsdeskundige in het team. Eén cliënt heeft enkele aandachtspunten voor de FACT hulpverleners. Hij vindt zijn SPVer chaotisch als het gaat om planning en afspraken. Hij geeft aan dat hij als cliënt wel eens een afspraak heeft gemist, maar dat de SPV-er hem niet belde om te checken of er iets aan de hand was. Daarnaast heeft deze cliënt maar één contactpersoon bij FACT en zou hij het moeilijk vinden om contact op te nemen met een vreemde, als de eigen begeleider niet bereikbaar was. Tot slot vertellen cliënten over de wisselende psychiaters in opleiding. Dat wordt als vervelend ervaren. Soms zijn er verschillende inzichten of moet je alles opnieuw vertellen, lichten cliënten toe. Ook vertellen de cliënten dat de vorige psychiater ziek is geworden. De nieuwe psychiater wordt beschreven als een rustig en evenwichtig mens. Het onderwerp medicatie is niet heel uitgebreid besproken, maar in ieder geval drie cliënten geven aan dat ze wel invloed hebben op hun medicatie en dat er mogelijkheden zijn om te wisselen. Eén cliënt, die verder heel tevreden is over de eigen regie, zegt: Ik wil meer regie in mijn medicatie. Ik voel me wat dat betreft soms net een kind. Ik kan het zelf in de hand houden maar dat wordt niet geloofd. 18

4.2. Reactie medewerkers en temleiders Het LSR heeft acht medewerkers van FACT Ermelo gesproken. Het LSR heeft de medewerkers in het kort verteld hoe de cliënten de ondersteuning van FACT ervaren. Het LSR heeft de medewerkers gevraagd hierop te reageren en te vertellen over hun eigen ervaringen en ideeën. Het LSR heeft vervolgens in een apart gesprek de teamleiders gevraagd om te reageren op de onderwerpen die met de cliënten en met de medewerkers zijn besproken. 4.2.1. Behandelaanbod Het team en de teamleiders herkennen de positieve opmerkingen van de cliënten over het behandelaanbod. Ze zien zichzelf als een team dat out-of-the-box kan denken. Het team is blij met de onderlinge samenwerkingen zegt bijvoorbeeld dat ze veel verschillende kwaliteiten in het team hebben en dat ze gebruik maken van elkaars ervaring en achtergronden. Ze vertellen dat ze cliënten verder helpen. Als de behandeling stagneert dan zoekt het team verder, vertellen de medewerkers: Je moet creatief zijn. De teamleiders lichten dit verder toe: De kern is volgens hen dat het team uit goodwill veel opvangt en doet wat nodig is, ook al valt dat niet binnen de regels: Sommige dingen moet je de tijd geven. Eerst doen en daarna komt de financiering wel. IPS heeft het team bijvoorbeeld gewoon opgebouwd voordat daar financiering voor was. Aansluiting buiten FACT en GGz Er zijn volgens het team en de teamleiders inderdaad problemen met de overgang naar Indigo: Je mag er tien keer per jaar komen, ze doen pertinent geen huisbezoeken en de afstand is soms groot. Ook de 750 minuten vindt het team helemaal niet passend bij de doelgroep. De drempel is lager nu Indigo in Hoogstede zit, maar Indigo trekt zich terug omdat de aanmeldingen achter blijven, vertellen de teamleiders: Een warme overdracht is belangrijk maar dat lukt niet bij Indigo. Het vertrouwen in Indigo is weg. Dat is lastig, want het zijn geen goede verkoopargumenten als je mensen naar buiten wilt begeleiden, zegt het team. Het team en de teamleiders zijn, in tegenstelling tot enkele cliënten, erg tevreden over de samenwerking met de woonbegeleiders. Toch geeft één begeleider toe dat hij de woonbegeleiders wel eens vergeet uit te nodigen bij behandelplanbesprekingen. De teamleider zit daar volgens het team wel bovenop. Dat geldt volgens het team ook voor het betrekken van het DAC. 4.2.2. Hulpverleners Het team en de teamleiders herkennen de waarde van de baliemedewerker en de ervaringsdeskundige. Twee andere aandachtspunten herkennen ze niet direct. 19

De teamleiders en het team beamen dat iedereen dol is op de baliemedewerker, omdat deze gastvrij en hartelijk is en een praatje maakt. Maar eigenlijk is haar opdracht heel zakelijk, zeggen de teamleiders. Van hogerhand willen ze af van de baliefunctie. De teamleiders en het team vinden dit een belangrijk aandachtspunt. Ze vinden ook dat FACT Nijkerk een voltijds baliemedewerker zou moeten hebben. De teamleiders zien ook de waarde van de ervaringsdeskundige in het team: De ervaringsdeskundige pakt de samenwerking met welzijn nu op en er ontstaat van alles We willen er nog een ervaringsdeskundige stagiaire bij. Het team en de teamleiders zijn het deels eens, deels oneens met de opmerking over de wisselende psychiaters. De teamleiders snappen de zorg voor Nijkerk, omdat de vaste psychiater daar weg gaat. Maar in Ermelo is al jaren dezelfde psychiater, die iedereen één tot twee keer per jaar te zien krijgt. De psychiater heeft wel weinig uren, vinden de teamleiders: We strijden voor meer dagen. Het team vindt het vervelend voor de cliënten die elke keer weer hun verhaal moeten doen, bij een nieuw iemand met weer een ander inzicht. Toch heeft het team wel begrip voor de keuzes die worden gemaakt, gezien de beperkte beschikbaarheid van de psychiaters. Het team merkt wel dat de taken verschuiven. Als verpleegkundige ga je in deze situatie meer doen, zoals behandelplannen schrijven. Dat is dan wel onder supervisie van een SPV of behandelaar. Eén cliënt geeft aan dat hij maar één contactpersoon heeft bij FACT. Volgens het team zal het niet veel voorkomen dat iemand maar één hulpverlener kent bij het FACT team. Bij de behandelplanbespreking en bijvoorbeeld bij de inloop zie je meerdere collega s, zeggen de medewerkers. Bij het eerste contact op kantoor doen de begeleiders ook een voorstelrondje. Desondanks vinden de medewerkers het wel een signaal. Ze vinden een smoelenboek wel een goede suggestie. 4.2.3. Aanvullende aandachtspunten vanuit medewerkers en teamleiders Naast de punten die door cliënten naar voren werden gebracht, hadden de medewerkers en de teamleiders aanvullende aandachtspunten met betrekking tot de verschillen met FACT Nijkerk, de faciliteiten om op afstand te kunnen werken en de samenwerking buiten de GGz. Hieronder staat een toelichting. Er is een begeleider bij die veel in Nijkerk werkt. Deze begeleider ziet verschillen tussen Ermelo en Nijkerk. De medewerkers vinden dat er in Nijkerk te weinig een basis is voor FACT. In principe is het aanbod voor de cliënten in Nijkerk hetzelfde als in Ermelo, maar de afstand en reistijd is een drempel, voor cliënten en voor medewerkers. Een aandachtspunt voor Nijkerk is, dat er twee dagen per week niemand bij de receptie is. Zo ook op de dag van de inloop, zegt een medewerker. Het FACT overleg is ook altijd in Ermelo. Een ander aandachtspunt voor Nijkerk is dat de vaste psychiater naar een andere locatie gaat. De teamleiders lichten verder toe: In de nieuwe ggz is een basisgebouw niet 20

de insteek. Bij FACT wordt uitgegaan van huisbezoeken, maar in de praktijk wil niet iedereen dat, zeggen de teamleiders. Het gebouw wordt straks multifunctioneel met flexplekken : Het wordt daardoor onpersoonlijk. Ik denk dat cliënten zich daardoor heel alleen zullen gaan voelen. Het meest wenselijk is een eigen stek, die we zelf in kunnen richten. Bijvoorbeeld bij een DAC, waar het makkelijk inloopbaar is. Belangrijk hierbij is het lotgenotencontact, de sociale contacten. Cliënten ontmoeten ook de FACT medewerkers bij het koffieapparaat. Een tweede aandachtspunt zijn de oude telefoons. De teamleiders vertellen dat de ambulante teams niet voldoende gefaciliteerd zijn doordat bijvoorbeeld telefoons niet zijn begroot. De teamleiders en het team vinden dit een belangrijk aandachtspunt. Een derde aandachtspunt is dat, volgens het team, de samenwerking buiten de GGz beter kan. Het team vindt dat cliënten bijvoorbeeld moeilijk aansluiting vinden bij de (beperkte) inloopmogelijkheden in Ermelo. Er is wel een herstelgroep. De ervaringsdeskundige van het team is hier mee bezig, samen met welzijn. De herstelgroep wordt ook opgezet in Nijkerk, vertelt de ervaringsdeskundige. Er worden ook wat opmerkingen gemaakt over de organisatie, de veranderingen in de zorg en de registratiedruk, maar de algemene teneur in het team is dat je je niet druk moet maken over gedoe van bovenaf : We willen niet verzanden in gemopper. Dat is de kracht van het team. Daarom kunnen we zo veel hebben. Het team en de teamleiders voelen zich echter wel gezien: We staan wel goed bekend. We worden gezien als een warm bad. 21

5. Reacties managers, directie en cliëntenraad Het LSR heeft de twee managers gesproken die de verantwoordelijkheid hebben over FACT Veluwe en daarna de twee directieleden van de RVZe Veluwe en Veluwe Vallei. Het LSR heeft hen in het kort verteld hoe de cliënten en de medewerkers de ondersteuning van FACT ervaren. 5.1. Reactie managers en directie Hieronder staan de reacties van de managers en de directie op de aandachtspunten die het LSR (tot op dat moment) heeft gesignaleerd. 5.1.1. Behandelaanbod De managers en de directie geven een toelichting op het aanbod en de veranderingen die daarin zijn opgetreden en nog te verwachten zijn. Er zijn veel minder bedden beschikbaar, dus er is een wachtlijst voor de kliniek. Eén van de managers vindt het wel terecht dat GGz centraal zo weinig bedden heeft, omdat een opname altijd schadelijk is, maar hier is de andere manager het niet mee eens. De visie van de directie is dat een opname er alleen voor crisis (nood) moet zijn: De BOR (48 uur opname) is prima. Door de krapte in bedden is de stimulans groter om het thuis te redden. Volgens de directeur zorg is er (bewezen) geen meerwaarde van een langere opname. Een langere opname kan juist schadelijk zijn, omdat bijvoorbeeld het netwerk afbrokkelt. Er zijn volgens de directie altijd uitzonderingen mogelijk. Er is bijvoorbeeld ook een logeer arrangement mogelijk bij beschermd wonen. Het voordeel is ook dat dit op veel verschillende plekken kan en dus lokaler is, vertelt de directie. De managers vertellen over andere alternatieven voor een opname. Soms is bijvoorbeeld extra opschaling wel mogelijk. Afhankelijk van de reisafstand kan een cliënt ook vaker per dag of in het weekend worden bezocht. In Harderwijk en Barneveld is dat door de reisafstanden lastiger. Een andere optie is beveiligd beeldbellen. Ook kan de crisisdienst langs gaan of cliënten bellen, mits ze tijd hebben. En tot slot noemen de managers dat Intensive Home Treatment soms ook mee doet met de opschaling, ook al is het niet hun taak. Er komt een vierde FACT team. Eerst worden de teams groter, vertelt de directie. Uiteindelijk worden de medewerkers verdeeld over twee kernen, vertellen de managers: Nijkerk en Wezep. Het uiteindelijke doel is niet een uitbreiding van de capaciteit (meer tijd per cliënt), maar een uitbreiding van het aantal cliënten. Toch is nu de verwachting bij het management en de teams dat er meer ruimte komt voor bijvoorbeeld opgeschaalde zorg. 22

Herstelgericht werken Alles overziend is bij het LSR is de indruk ontstaan dat er in Ermelo meer herstelgericht wordt gewerkt dan in Barneveld. Dit heeft het LSR voorgelegd aan de directie. Een bepaald verschil in teamcultuur wordt herkend door de directie. Volgens de directie bestaat hetzelfde verschil tussen FACT Ermelo en FACT Harderwijk. De omgeving (de sociale context) in Barneveld is volgens de directie behoudender dan in Ermelo. De geschiedenis van team Barneveld (en ook Harderwijk) is zorg ondersteunend en nu moeten ze verder, zegt de directie. Volgens de directie kan dit bevorderd worden door: scholing (bijvoorbeeld e-learning modules voor HOZ), meekijken bij FACT Ermelo en een medewerker (bijvoorbeeld een ervaringsdeskundige of de nieuwe psychiater) aantrekken die durft te spiegelen. De directie benadrukt hierbij wel dat het belangrijk blijft om bij de context aan te sluiten: Het sociale netwerk in Barneveld is ook behoudender en daar sluit het FACT team goed bij aan. Aansluiting buiten FACT en GGz De overgang tussen kliniek en FACT vindt de directie goed verlopen, maar van FACT naar de volgende stap is lastiger. Ideeën van de directie hierin zijn in het kort: meer herstel ondersteunend werken, meer ervaringsdeskundigen en meer IPS in zetten. De directie vertelt ook dat de herstelgroepen een succes zijn en dat een gemeente hen zelfs al heeft benaderd omdat ze meer herstelgroepen willen. Ook de managers benadrukken het belang van het lokaal organiseren van contacten, zoals een inloop in het buurthuis. De directie vertelt ook dat FACT en woonbegeleiding sinds dit jaar in één cluster zitten, waardoor er meer aansluiting is van FACT bij het sociale domein. Het contact met Indigo heeft volgens de directie inderdaad hobbels gehad', maar de managers en de directie herkennen het niet dat dit nu nog een groot probleem is. 5.1.2. Hulpverleners De waarde van de ervaringsdeskundige wordt gezien door de managers en de directie. Met betrekking tot de noodzaak van een baliemedewerkers, zijn de meningen verdeeld. De managers vinden de gastvrijheid van de baliemedewerker (en het effect daarvan) één van de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek. De directie vindt dat de baliefunctie geen prioriteit heeft. Als er keuzes moeten worden gemaakt, dan wil de directeur het geld liever steken in herstel en behandeling. De directeur zorg vraagt zich af of een inloopfunctie wel herstel bevorderend is: Het is de vraag of je een soort inloopfunctie moet willen bij FACT. Dat is ook een soort hospitalisatie en mogelijk niet herstel bevorderend. Het geeft mensen misschien niet de kans om verder te kijken. De directeur vindt gastvrijheid wel belangrijk, maar vindt ook dat dit in alle medewerkers moet zitten. 5.1.3. Aanvullende aandachtspunten vanuit medewerkers en teamleiders Over het faciliteren van de FACT teams in het werken op afstand, zijn de directie en de managers kort: de faciliteiten daarvoor worden dit jaar nog geregeld. 23

5.2. Reactie clientenraad Het LSR heeft het concept rapport voorgelegd aan de cliëntenraad van de RVZE Veluwe en Veluwe Vallei. Hieronder staat hun reactie. De cliëntenraad vindt de resultaten herkenbaar en staat in grote lijnen achter de conclusies en aanbevelingen van het LSR. Er zijn wel een aantal thema s die niet of niet heel duidelijk in het onderzoek naar voren zijn gekomen, maar waar de raad in de toekomst toch aandacht voor wil vragen. Het gaat hierbij om de volgende twee thema s: Hoe is de samenwerking tussen de FACT teams en de geestelijke verzorging? Met als achterliggende vraag: is er voor cliënten voldoende aandacht voor levensbeschouwing en spiritualiteit? Is er bij cliënten behoefte aan een uitbreiding van de bereikbaarheid van het FACT team, bijvoorbeeld tot 22:00 uur. En zo ja: zijn daar oplossingen voor te bedenken? De cliëntenraad heeft enkele opmerkingen bij de methode van het onderzoek, de representativiteit en de communicatie over de resultaten. De cliëntenraad wil benadrukken dat hij het betreurt dat team Harderwijk niet heeft deelgenomen aan de toetsing. De raad vindt het erg jammer dat er nu mogelijk belangrijke informatie mist vanuit dat team. Verder wil de cliëntenraad zoeken naar mogelijkheden om meer cliënten van FACT te kunnen spreken. Een optie waar de (centrale) cliëntenraad mee bezig is, is een elektronisch cliëntenpanel. Cliënten kunnen dan bijvoorbeeld vaker (via een korte poll ) gevraagd worden naar hun mening op een bepaald thema. De cliëntenraad vindt het ook belangrijk dat cliënten inzage krijgen in de resultaten van het onderzoek. Bijvoorbeeld door de speerpunten uit het onderzoek op de website van GGZ Centraal te plaatsen. Een aanvullende optie is cliënten uit te nodigen voor de rapportpresentatie. Tot slot spreekt de cliëntenraad zijn zorgen uit over de verschillende visies op de aankomende uitbreiding van de teams. De raad vindt het zorgelijk dat de teams en de managers de uitbreiding nodig vinden om de zorg aan de huidige cliënten te verbeteren, maar dat de directie een ander doel beoogt: een uitbreiding van het aantal cliënten. 24

6. Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk staan de conclusies en aanbevelingen van het LSR over hoe cliënten de kwaliteit van FACT ervaren en waar mogelijk verbeterkansen liggen. Er is eerst kort aandacht voor de sterke punten, maar omdat dit onze opdracht is, ligt de nadruk in dit hoofdstuk op de verbeterkansen. Verantwoording De conclusies zijn gebaseerd op de gesprekken met cliënten, medewerkers, teamleiders, de directie en de cliëntenraad, zoals beschreven in de voorgaande hoofdstukken. Een kanttekening is dat het LSR geen cliënten en medewerkers van FACT Harderwijk heeft gesproken. Het onderzoek zegt dus alleen iets over de FACT teams Ermelo en Barneveld. Een andere kanttekening is dat het LSR een beperkt aantal cliënten heeft gesproken. Daarnaast heeft het LSR niet uit de hele FACT regio cliënten gesproken. Zo heeft het LSR geen cliënten gesproken uit Nijkerk (regio Ermelo) en Veenendaal (regio Barneveld). We beweren dus niet dat we de hele doelgroep hebben gehoord. Mede daarom heeft het LSR meerdere partijen gehoord (triangulatie). Het bleek dat veel van de positieve en aandachtspunten van cliënten door de andere partijen (medewerkers en leidinggevenden) werden herkend. Veel punten zijn dus breed gedragen en dat wijst op een redelijke mate van representativiteit. De LSR-commissie heeft de conclusies en aanbevelingen geformuleerd op basis van de resultaten, haar ervaringsdeskundigheid (soms ook eigen indrukken) en ervaringen met eerdere toetsingen vanuit cliëntenperspectief. Voor de volledigheid, willen we de FACT teams ook enkele individuele situaties voorleggen. Niet omdat deze opmerkingen representatief zijn voor de mening van de doelgroep, maar wel omdat een individuele opmerking een team aan het denken kan zetten. Soms dient een individuele opmerking uiteindelijk het algemene belang. 6.1. Sterke punten In het kort volgen hier de positieve indrukken die het LSR heeft gekregen naar aanleiding van de gesprekken en op basis van ervaringen met andere onderzoeken bij FACT. Positieve punten De algemene indruk van beide teams is positief, ook als het LSR het vergelijkt met eerdere onderzoeken bij FACT teams van GGz Centraal. Het aanbod is breed (op de afwezigheid van de psychiater in Barneveld na). Het behandelaanbod richt zich op herstel en dus de verschillende aspecten van het leven, zoals psychisch welzijn, dagbesteding/werk en vrije tijd/sociale contacten en lichamelijk welbevinden. De opgeschaalde zorg lijkt zijn doel te behalen. Cliënten komen in de thuissituatie uit diepe dalen, zonder dat ze opgenomen hoeven te worden. Het LSR hoort ook verschillende keren terug dat cliënten zich hierdoor gesterkt voelen in hun zelfvertrouwen en het nemen van hun eigen verantwoordelijkheden. Ook zijn de meeste cliënten blij met 25