Onderhandelingsakkoord CAO CAOP 2014-2015 (looptijd: 1-7-2014 t/m 31-12-2015) Datum: 18 september 2014
Ondergetekenden, partijen bij de CAO CAOP, te weten: 1.) Stichting CAOP, gevestigd te Den Haag als werkgever enerzijds en 2.) ABVAKABO FNV, gevestigd te Zoetermeer; 3.) CNV Publieke Zaak, gevestigd te Den Haag; 4.) CMHF, gevestigd te Den Haag als werknemersorganisaties anderzijds verklaren hierbij: Dat partijen, met als basis de op 30 juni 2014 geldende CAO CAOP (hierna CAO) overeenstemming hebben bereikt over de inhoud van een voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2015 geldende CAO. Partijen beogen hiermee materieel de per 30 juni 2014 geldende CAO te verlengen voor een periode van 18 maanden, zulks onder het doorvoeren van de hierna vermelde wijzigingen. Deze wijzigingen treden per 1 juli 2014 in werking, tenzij anders vermeld..-.-.-.-.-.-.-.
Wijzigingen ten opzichte van de op 30-6-2014 geldende CAO CAOP 1.Looptijd (artikel 47) Deze CAO wordt aangegaan voor de duur van 18 maanden en loopt van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2015. 2.Algemene salarisverhoging (Bijlage 4) - In juni 2014 wordt éénmalig 0,5% bruto jaarsalaris netto uitgekeerd uit de werkkostenregeling. - Met ingang van 1 juli 2014 wordt het bruto maandsalaris structureel verhoogd met 1,0%. - Met ingang van 1 juli 2014 wordt structureel 1,0% keuzebudget van het bruto maandsalaris beschikbaar gesteld voor scholing, ontwikkeling, mobiliteit of desgewenst als loonuitbetaling. - Met ingang van 1 januari 2015 wordt het bruto maandsalaris structureel verhoogd met 1,0%. 3. Feestdagen (artikel 30 lid 9): 5 mei (Bevrijdingsdag) zal nog één keer in de vijf jaar als feestdag worden aangemerkt. 4. Bovenwettelijk verlof (artikel 11 en Bijlage 7) De fulltime werknemer met een arbeidsovereenkomst van 38 uur per week zal met ingang van 1 januari 2015 structureel 7,6 uur bovenwettelijk verlof inleveren (parttimers naar rato). De fulltime werknemer met een arbeidsovereenkomst van 36 uur per week levert vanaf 1 januari 2015 structureel 7,2 uur bovenwettelijk verlof in (parttimers naar rato). 5. Invoering Individueel Keuze Budget (IKB) In het kader van de modernisering en het toekomstbestendig maken van de CAO CAOP wordt met ingang van 1 januari 2015 een Individueel Keuze Budget van kracht. Het IKB heeft tot doel meer keuzevrijheid te bewerkstelligen, zodat medewerkers hun arbeidsvoorwaarden beter kunnen afstemmen op de eigen persoonlijke leefsituatie en ontwikkeling. Een paritair samengestelde werkgroep heeft in het voorjaar 2014 een advies gegeven dat wordt gevolgd door caopartijen. In dit advies is er sprake van een individueel keuzebudget waarmee de medewerker kan kiezen voor een aantal arbeidsvoorwaarden die passen bij de eigen situatie, levensfase en ontwikkeling. Het gaat dan om bijvoorbeeld individuele keuzes voor: - Extra vakantiedagen, bijvoorbeeld ten behoeve van kinderen, mantelzorg of een sabbatical; - Extra pensioenopbouw; - Extra salaris, door bijv. de eindejaarsuitkering niet éénmalig maar in termijnen te laten uitbetalen; - Fiscaal gunstige betaling van opleiding, fiets of vakbondscontributie. Dit IKB wordt budgetneutraal ingevoerd, dat wil zeggen dat de middelen uit een aantal cao-regelingen wordt omgezet in een persoonlijk budget. De financieringsbronnen voor het IKB zijn: - De 1,0% keuzebudget dat met ingang van 1 juli 2014 beschikbaar gesteld voor scholing, ontwikkeling, mobiliteit of desgewenst als loonuitbetaling (zie onderdeel 2. van dit akkoord). - Eindejaarsuitkering (artikel 14 cao): de eindejaarsuitkering wordt toegevoegd aan het IKB waardoor de medewerker eerder kan beschikken over een deel van het budget. - Buitengewoon verlof (artikel 34 lid 1a cao, ondertrouw e.d.): dit artikellid wordt geschrapt en in lijn gebracht met de Wet arbeid en zorg (WAZO). Het bedrag dat hiermee vrijkomt wordt toegevoegd aan het IKB. - Buitengewoon verlof (artikel 34 lid 1g cao, ambts-/huwelijksjubilea): dit artikellid wordt geschrapt. Het bedrag dat hiermee vrijkomt wordt toegevoegd aan het IKB. - Buitengewoon verlof (artikel 34 lid 2 cao, verlof verenigingen/jeugdkampen/invaliden- en bejaardenkampen): dit artikel wordt geschrapt. Jaarlijks wordt bezien of in het kader van MVO een CAOPbrede sociale activiteit wordt ontplooid. - Ouderschapsverlof (artikel 37 cao): dit artikel wordt in lijn gebracht met de Wet arbeid en zorg (WAZO). Daarmee vervalt de werkgeversbijdrage (25%), die wordt toegevoegd aan het IKB.
- Ambtsjubilea (artikel 27 cao): de ambtsjubileagratificatie wordt geschrapt. Het bedrag dat daar gemiddeld de afgelopen vijf jaar mee was gemoeid, wordt toegevoegd aan het IKB. Overgangsregeling voor ambtsjubilarissen voor het jaar 2015: medewerkers die in 2015 een 12,5- of 25- jarig ambtsjubileum vieren ontvangen een gratificatie van 50% van het bij cao bepaalde bedrag, medewerkers die in 2015 een 40- of 50-jarig jubileum vieren ontvangen een gratificatie van 100% van het bij cao bepaalde bedrag. De lasten die met de overgangsregeling gemoeid zijn, zullen vanwege het budgetneutrale karakter van de afspraken naar evenredigheid worden verdisconteerd met het budget dat wordt toegevoegd aan het IKB. De omvang van het IKB bedraagt 8,5% van de loonsom, en is als volgt opgebouwd: cao-regeling percentage loonsom - cao-afspraak 2014-2015: 1,0% (1% van de loonsom gaat naar IKB) - eindejaarsuitkering: 7,0% (8% van 12 maandsalarissen) - ambtsjubilea: 0,2% per jaar - buitengewone verlofuren, ondertrouw, calamiteiten, jubileum, mvo: 0,1% (tezamen vastgesteld op een totaal van 0,1%; het gaat om een verwaarloosbaar klein bedrag) - ouderschapsverlof: 0,2% per jaar Totaal: 8,5% van de loonsom Bij de invoering van het IKB wordt bezien of het in bijzondere situaties mogelijk is meerdere jaren te sparen alvorens het IKB wordt ingezet. Te denken valt aan het sparen voor bijv. een sabbatical. Deze systematiek wordt verder uitgewerkt en besproken. De afspraken in dit akkoord worden verwerkt in een gebruiksvriendelijke applicatie die de medewerker helpt bij het inzichtelijk maken van de mogelijkheden en het maken van keuzes. De ondernemingsraad wordt betrokken bij de keuze van deze applicatie. Cao-partijen volgen tevens het advies van de paritaire werkgroep om na evaluatie van het IKB in het najaar van 2015 verdere afspraken te maken over uitbreiding van de financieringsbronnen. 6. Aangepaste pensioenvoorziening (artikel 41 en Bijlage 6) - CAO-partijen zijn het eens over de inhoud van de nieuwe uitvoeringsregeling en het nieuwe pensioenreglement. - Met ingang van 1 januari 2014 wordt de premieverdeling tussen werkgever en werknemer aangepast naar een verhouding van 75% voor de werkgever en 25% voor de werknemer (tot 1 januari 2014 was de premieverdeling 85% voor de werkgever en 15% voor de werknemer). De nieuwe premiebetaling gaat in per 1 mei 2014. De werkgever bekostigt voor de maanden januari t/m april de hogere premiebetaling van de werknemer. Voor 2014 is de franchise vastgelegd op 11.937,- (ongewijzigd ten opzichte van 2013). De hoogte van de franchise wordt jaarlijks automatisch aangepast op basis van de CAOP cao loonindex indien deze voor 1 november is overeengekomen. Cao-partijen hebben de mogelijkheid om in overleg hierover afwijkende afspraken te maken. De jaarlijkse opbouw van het ouderdomspensioen bedraagt 1,8% van de in het betreffende kalenderjaar geldende pensioengrondslag.
7. Studiefaciliteiten (Uitvoeringsregeling I) Lid 3 sub c van uitvoeringsregeling I wordt als volgt aangepast: c. De tijd voor het volgen van de in lid 1 bedoelde opleiding die in opdracht van de werkgever ten behoeve van de huidige functie wordt genoten wordt in diensttijd volledig beschikbaar gesteld. De aan deze opleiding verbonden tijdsbesteding wordt vooraf vastgesteld en beschikbaar gesteld door de werkgever. De werknemer krijgt volledig studieverlof. Lid 4 van uitvoeringsregeling I wordt als volgt aangepast: Studiefaciliteiten in geval van overige opleidingen: a. Indien de werknemer zich (verder) wil bekwamen door het volgen van een opleiding vallend onder overige opleidingen kan de werkgever een tegemoetkoming bieden voor de aan de opleiding verbonden kosten. De aan de opleiding verbonden tijdsinvestering is voor rekening van de werknemer. b. De volgende tegemoetkomingen of een combinatie daarvan kunnen worden geboden: - gehele of gedeeltelijke vergoeding van cursusgelden, geheel of gedeeltelijk bij voorschot; - gehele of gedeeltelijke vergoeding van cursusgelden na het behalen van een diploma/deelnamebewijs; - gehele of gedeeltelijke vergoeding van cursusmaterialen, mede gerelateerd aan het eigendom van deze materialen; - gehele of gedeeltelijke vergoeding van aan de cursus verbonden reis- en verblijfskosten; - aan de tegemoetkoming kunnen voorwaarden worden verbonden. De tegemoetkoming en de voorwaarden worden per individuele werknemer schriftelijk overeengekomen. Per individuele werknemer wordt vastgesteld wat de werkgever bijdraagt aan het volgen van de studie voor wat betreft de kosten, alsmede welke consequenties aan deze bijdrage zijn verbonden. Bij de verlening van de tegemoetkoming kan een (gedeeltelijke) terugbetalingsverplichting worden opgenomen voor de opleidingskosten zoals vermeld in lid 7 van deze uitvoeringsregeling. Lid 10 van uitvoeringsregeling I wordt als volgt uitgebreid: Indien de werknemer kiest voor financiering van een cursus, opleiding of training van uit het Individueel Keuze Budget is daarvoor geen toestemming van de werkgever benodigd. 8. BHV-vergoeding (artikel 25) De BHV-vergoeding wordt met ingang van 1 januari 2015 als volgt bijgesteld: Artikel 25 lid 2: Aan werknemer ingezet als bedrijfshulpverlener op de genoemde taakgebieden in lid 3 wordt jaarlijks een vergoeding verstrekt van maximaal 320,- bruto per jaar. Voor de bedrijfshulpverlener geldt per taakgebied een vergoeding van ¼ van de totale vergoeding. Voor het Hoofd bedrijfshulpverlening wordt een vergoeding verstrekt van 500,- bruto per jaar. De vergoeding wordt betaald in de maand september. 9. Aanpassingen in de cao-tekst als gevolg van wijzigingen in de Wet Werk en Zekerheid (met ingang van 1 januari 2015) De wijzigingen van de Wet Werk en Zekerheid hebben invloed op de volgende artikelen van de CAO CAOP: - Artikel 8 lid 3 (proeftijd). - Artikel 9 lid 3 (aanzegging). - Artikel 9 lid 2 en lid 5 (ketenbepaling). - Bijlage 2, ex artikel 8 (model arbeidsovereenkomst). Deze passages verdwijnen uit de CAO CAOP en worden vervangen door de volgende zinsnede opgenomen in artikel 8 lid 1 (de huidige leden 1 en 2 worden respectievelijk 2 en 3): De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan volgens de geldende wet- en regelgeving van de Wet Werk en Zekerheid.
*** Aldus overeengekomen op 18 september 2014: Stichting CAOP voor deze: N. Ph. Geelkerken, directeur ABVAKABO FNV voor deze: H. van de Veerdonk, bestuurder CNV Publieke Zaak voor deze: W.M.H. Pijnacker-Balk, bestuurder CMHF voor deze: G.G. ten Hove, bestuurder ***