Locatiekeuze Nieuw-Tijenraan Geuronderzoek locatie 1A/1B

Vergelijkbare documenten
Locatiekeuze Nieuw-Tijenraan Geluid (Bedrijven en Milieuzonering)

De Marke III te Hengevelde

ONDERZOEK INDUSTRIËLE GEUR

Wateringse Veld Noord. Bedrijven en milleuzonering: locatie Zonnepit- Populier-Steijnhof-Leyhof

Toelichting Wijzigingsplan Sint Jan ten Heereweg 1 Aagtekerke

KNELPUNTENANALYSE ABCOUDE ONDERBOUWING VERORDENING ogv WET GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ

Complexe milieusituatie, met name op het gebied van geur en geluid

Achterstraat 13a en 15, Randwijk

september 2009 Aanpassing verordening geurhinder en veehouderij gemeente Venray september 2009

Memo. Burg. J. Schipperkade 10A 8321 EH Urk Tel Fax

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 15 oktober J. van Rooij

Van agrarische bedrijfsbestemming naar bedrijfsbestemming met bedrijfswoning.

Betreft : Quickscan geur ontwikkelingslocaties 01 t/m 05, 10 t/m 12, 18,23 en 32

Overwegende dat op het perceel Keizersdijk 78a een kleinschalige paardenhouderij/ pensionstal gevestigd zal worden;

Bijlagerapport Lichthinderonderzoek. Capaciteitsonderzoek Sportpark Zuidhorn

Onderzoek geur Veehouderijen. Schoolstraat ong. te Wijbosch

Geuronderzoek Recreatieve poort, helofytenenfilter en recreatiepark

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

datum referentie behandeld door 16 maart 2017 Apa.Hun.17.GO BP-01 R.G.P. van Hooy

Wateringse Veld Noord. Locatie Zonnepit-Populier-Steijnhof-Leyhof Quickscan externe veiligheid

ADVIESMEMO. Plangebied Nuland Oost/Pelgrimsche Hoeve

GEURVERSPREIDINGSONDERZOEK REIJSEWEG 35, DE MORTEL

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie)

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING

Geuronderzoek. Agrarisch kinderdagverblijf t Broek 8 Nistelrode

GEURBELASTING VEEHOUDERIJEN OP LOCATIE HET MEER IJSSELMUIDEN

Vaststelling beleidsregel beoordeling geurhinder inrichtingen Noord-Holland

RAADSVOORSTEL. Datum: 1 maart 2016 Nummer: Onderwerp: Voorstel inzake Gebiedsvisie en Geurverordening

Versie : 1.0 Datum : 6 oktober Onderzoek milieuaspecten milieuzonering en geur voor woningsplitsing Harreveldseweg 3 in Harreveld

GEMEENTE HEERDE RAADSVERGADERING 10 DECEMBER 2007 Commissie Ruimte 12 november 2007

Quick Scan Wet geurhinder en veehouderij

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond; Collegevoorstel

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen.

NOTITIE GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ MFC LANGESTRAAT 36 TE HEEREWAARDEN GEMEENTE MAASDRIEL

Omgekeerde werking en leefklimaat

Afdeling bestuursrechtspraak. Bchandelend ambtenaar Y.A. Neijssel

KNELPUNTENANALYSE DE RONDE VENEN

Wematech Milieu Adviseurs B.V.

Aanvulling op de Gebiedsvisie. geurhinder en veehouderij gemeente Venray. Aanvaardbaar woon- en leefklimaat

Onderzoek Bedrijven en Milieuhinder

N307 Passage Dronten Quickscan externe veiligheid

bestemmingsplan partiële herziening Vereenigde Binnenpolder 2005 geluidzone industrie Toelichting

Geuronderzoek Locatie Oude Aaltenseweg 37 Lichtenvoorde

Waterdunen. Verantwoording groepsrisico; nieuwe locatie hotel. Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus AD Middelburg

Geuronderzoek. Wijziging bestemming Agrarisch naar Wonen. Kuilsendijk 6 Wanroij

Verslag inspraak- en overlegreacties Bestemmingsplan Buitengebied 2 e herziening

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax

ONTWERP Beleidsregels geur bedrijven (niet-veehouderijen) Gelderland 2016

Onderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning)

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het Landgoed Lijftogtsheide te Hengelo (Gld) (gemeente Bronckhorst)

K7 I ADVIES. 14 mei 2014/1017 RAPPORT. TOETSING Geurhinder veehouderij. Locatie Achtersloot 180

Notitie. : Geuronderzoek bedrijventerrein Laarberg

Berekening geuremissie contouren Boonkweg 21

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING. Plangebied Hazenburg 2 Arnemuiden Gemeente Middelburg

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 13. Datum: 12 augustus Decosnummer: 226. E. T.

Herinrichting Batterij Poederoijen

ONTWERP VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE OOSTERHOUT 2016

Nr. 2009/74 27 april 2009 ISSN: X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

GEURONDERZOEK REALISATIE NIEUWBOUW FICARYSTRAAT TE BEUNINGEN

Geuronderzoek. Bandijk 33 datum 7 oktober BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon

Versie : 1.0 Datum : 24 oktober Onderzoek milieuzonering en geur ontwikkeling locatie Vordenseweg 7 in Ruurlo

Onderzoek Geurhinder Veehouderijen V-Stacks Gebied en V-Stacks Vergunning

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEURCONTOUREN EN GEURONDERBOUWING. Plangebied Ammerzoden-Noord (fase I) Gemeente Maasdriel

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEURCONTOUREN EN GEURONDERBOUWING. Smederijstraat te Baarle-Nassau. Documentnummer: /C01/RK Datum: 23 februari 2015

RAPPORT. Geurrapport woonuitbreiding Muldersweg Gevolgen ontwikkelingsruimte bedrijven en milieukwaliteit leefomgeving 4 december 2014

Beleidsregels Geurhinder industriële bedrijven Helmond 2017

Extern veiligheidsonderzoek. Molenzicht Valburg

Onderzoek geurhinder veehouderijen (V-Stacks Gebied, V-Stacks Vergunning)

Bedrijven- en milieuzonering gebiedsontwikkeling Schokkerhoek in Urk

Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai

Omgekeerde werking en leefklimaat

Onderzoek geurhinder veehouderijbedrijven. Didam, Nieuw Dijk. Gemeente Montferland. Datum: 24 april 2013 Projectnummer:

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 maart 2015

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op de locatie Achterweg 70 en 74 in Herwijnen (gemeente Lingewaal).

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 28 februari 2017 zaaknummer tot vaststelling van een regeling

Risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen Randweg Zundert

Onderzoek externe veiligheid Ontwikkeling De Krijgsman te Muiden

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening'

geodesie landschapsarchitectuur civiele techniek

Onderzoek geurbelasting. Opdrachtgever: maatschap Otten Parallelweg PB IJSSELMUIDEN. Datum: 15 november Status: definitief (aangepast)

RAPPORT GEUR. Onderzoek geurcontouren en geuronderbouwing Bouwplan Vinkelsestraat (naast) 141a te Vinkel

Onderzoek Milieuruimte

Onderzoek omgekeerde werking in het kader van de Wet geurhinder en veehouderij

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het perceel Kollenburgweg 3 in Didam (gemeente Montferland)

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen

Geuronderzoek omgekeerde werking bij woningbouw. Moleneind 25, Loon op Zand

Een agrarische kinderopvang in Maasdriel

1-lekkel m. 2. Relevante jurisprudentie in de situatie dat de provinciale ruimtelijke verordening een geurnorm bevat

Notitie Herziening bestemmingsplan Zuiderpoort fase 2 te Apeldoorn; luchtkwaliteitsaspecten

Milieuhinderonderzoek. ontwikkelingen Grotestraat 2 Markelo

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

notitie Hindercontouren rondom het plangebied Amerongerwetering 2 te Amerongen

Omgekeerde werking en leefklimaat

Transcriptie:

Locatiekeuze Nieuw-Tijenraan Geuronderzoek locatie 1A/1B projectnr. 268667 revisie 05 24 juni 2014 auteur(s) ir. R.A.M. van Rooij Opdrachtgever Gemeente Raalte Postbus 140 8100 AC Raalte datum vrijgave beschrijving revisie 05 goedkeuring vrijgave 24 juni 2014 definitief S. Hammink A. van Dongen

Colofon Projectgroep bestaande uit: Rudi van Rooij Stephan Hammink Tekstbijdragen: Rudi van Rooij Fotografie: - Vormgeving: - Datum van uitgave: 24 juni 2014 Contactadres: Zutphenseweg 31D 7418 AH DEVENTER Postbus 321 7400 AH DEVENTER Copyright 2014 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.

Inhoud Blz. 1 Inleiding...2 2 Onderzoekskader en opzet onderzoek...3 2.1 Wet en regelgeving...3 2.2 Geurgevoeligheid...3 2.3 Samenvatting...5 3 Situatie Nieuw-Tijenraan Locatie 1A/1B...6 3.1 Geraadpleegde documenten...6 3.2 Locatie, objecten en functies...6 3.3 Geurbronnen...7 4 Analyse...8 4.1 Geurgevoeligheid objecten en functies...8 4.2 Ligging geurcontouren en toetsing...8 5 Conclusie en vervolg...10 blad 1 van 1

1 Inleiding Gemeente Raalte heeft het plan een nieuw sportcentrum (Nieuw-Tijenraan) te realiseren binnen de gemeente Raalte. Hiertoe worden vooralsnog twee locaties voorzien, waartussen een locatiekeuze moet worden gemaakt. Dit betreft de locaties 1A/1B en 1C. Locatie 1A/1B is gelegen in het invloedsgebied voor geur afkomstig van de rioolwaterzuivering (zie figuur 3.1). Gelet hierop heeft gemeente Raalte aangegeven, dat het aspect geur voor locatie 1A/1B nader moet worden onderzocht. Voor locatie 1C geldt, dat deze buiten het invloedsgebied ligt en dat derhalve het geuraspect voor deze locatie niet relevant is. Doel van het onderzoek is om te toetsen in hoeverre de geurbelasting van de nabijgelegen rioolwaterzuivering een belemmering is voor de ontwikkeling van locatie 1A/1B. Achtereenvolgens zijn in dit rapport beschreven het onderzoekskader en opzet van het onderzoek (hoofdstuk 2), situatiebeschrijving en een analyse met toetsing (hoofdstukken 3 en 4). Het rapport wordt afgesloten met de conclusies (hoofdstuk 5). Opgemerkt moet worden dat Antea Group dit onderzoek heeft uitgevoerd op basis van het geuronderzoek dat Witteveen & Bos heeft uitgevoerd voor Waterschap Groot Salland. Antea Group heeft geen aanvullende metingen en/of berekening uitgevoerd. blad 2 van 2

2 Onderzoekskader en opzet onderzoek 2.1 Wet en regelgeving Voor het aspect geur en geurhinder geldt in Nederland het stankbeleid. Het stankbeleid gaat ervan uit, dat geurhinder (en nieuwe geurhinder) zoveel mogelijk wordt tegengegaan. Doel is het aantal gehinderden in Nederland terug te dringen. In het kader daarvan heeft de Minister van Vrom in 1995 een aantal algemene beleidsregels opgesteld die ertoe moeten leiden dat het aantal geurgehinderden moet afnemen (zie brief Minister van VROM van 30 juni 1995 [1]). als er geen sprake van hinder is, zijn geen maatregelen nodig; bij geurhinder worden maatregelen op basis van het ALARA 1 principe afgeleid; mate van hinder kan/moet worden vastgelegd; de mate van hinder die nog acceptabel is, wordt vastgesteld door bevoegd gezag. Conform de uitgangspunten is in het beleid aangegeven dat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen het aantal geurgehinderden bij voorkeur niet mag toenemen en dat daarbij een aanvaardbaar hinderniveau moet worden vastgesteld. Voor het vaststellen van een aanvaardbaar hinderniveau zijn diverse instrumenten (beleid) ontwikkeld. Voor rioolwaterzuivering is de acceptabele (ook wel aanvaardbaar genoemd) geurgrens vastgelegd in het Activiteitenbesluit. Deze is nader beschreven in het document 'Lucht in het Activiteitenbesluit RWZI' van Infomil [2]. Dit betreft regelgeving. Voor het vaststellen van de geurbelasting wordt naast genoemd document gebruik gemaakt van de Handleiding geur: bepalen van het aanvaardbaar hinderniveau van industrie en bedrijven (niet veehouderijen) [3]. Dit betreft een toelichting op welke wijze met het beleid en met de regelgeving omgegaan moet worden. Het geurbeleid verwijst naar deze handleiding. De handleiding heeft geen status van wet of regelgeving. Provinciaal of gemeentelijk beleid. Bevoegd gezag is vrij eigen beleid ten aanzien geur te ontwikkelen welke in lijn is met het algemeen beleid in Nederland. Met name provincies hebben beleidsregels opgesteld voor die situaties waarbij de geurbelasting en normen voor acceptatie individueel moet worden vastgelegd. Dit betreft de situaties die niet vallen onder Bijzondere regelingen voor specifieke bedrijfstakken. Voor rioolwaterzuiveringsinstallaties is de normering volgens activiteitenbesluit leidend ten opzichte van provinciaal beleid. 2.2 Geurgevoeligheid Zoals aangegeven mag conform algemeen geurbeleid het aantal geurgehinderden niet toenemen. De term 'geurgehinderden' is in het beleid niet gespecificeerd of nader gedefinieerd. Een definitie hiervan is ondermeer ogenomen in de regelgeving (zie [3] en overige bijzondere regelingen voor geur en bedrijfstakken) waarbij de term geurgehinderden wordt gerelateerd naar een geurgevoelig object waarin mensen langdurig verblijven. Geconstateerd wordt dat de definitie per regeling varieert. Gelet hierop is de term geurgehinderden, mede op basis van jurisprudentie, in de handleiding geur nader gespecificeerd. 1 nu BBT (Best Beschikbare Technieken) blad 3 van 3

'Afhankelijk van de geurvoorschriften worden op dit moment twee verschillende definities in het Activiteitenbesluit gehanteerd voor gevoelige objecten, namelijk: Geurgevoelig object: geurgevoelig object als bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij: Gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt. Gevoelige gebouwen: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als andere geluidsgevoelige gebouwen, met uitzondering van die gebouwen behorende bij de betreffende inrichting Wet geluidhinder andere geluidsgevoelige gebouwen : 1. onderwijsgebouwen; 2. ziekenhuizen en verpleeghuizen; 3. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere gezondheidszorggebouwen dan bedoeld onder 2; delen van het gebouw die niet zijn bestemd voor geluidsgevoelige onderwijsactiviteiten maken voor de toepassing van deze wet geen deel uit van een onderwijsgebouw; ' Met betrekking tot geurgevoelige objecten wordt opgemerkt, dat Nieuw-Tijenraan als sportcentrum objecten bevat die worden gebruikt voor verblijf van mensen. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen de verblijf van bezoekers (gemiddeld enkele uren per persoon) en het verblijf van werknemers (gedurende werktijd). In een toelichting op de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) wordt in paragraaf 3.1.3. ten aanzien van geurgevoelige objecten gesteld, dat het niet uitmaakt of één en dezelfde persoon of verschillende personen in het gebouw verblijven. Het gaat om de verblijfsduur. Gelet op deze toelichting geldt, dat een sportcentrum, waarin mensen gedurende langere periode aanwezig zijn (verblijven), een geurgevoelig object is. Toetsing dient plaats te vinden aan een geurgevoelig object. De volgende uitspraak ondersteunt deze conclusie: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State 12 mei 2010, zaaknr. 200902210/1/M2: In geschil is de vraag of de winkel gedurende zes dagen per week gedurende een vaste tijdseenheid van enkele uren is bemand. Alleen bij bevestigende beantwoording van die vraag is de winkel aan te merken als een geurgevoelig object in de zin van artikel 1 van de Wet geurhinder. Zoals vermeld verwijst de definitie van geurgevoelige objecten uit het Activiteitenbesluit naar de definitie van de Wet geurhinder en veehouderij. Bij vergunningverlening werd de definitie voor geurgevoelig object uit de Nederlandse Emissie Richtlijn gebruikt. Beide definities komen in grote lijnen overeen, maar zijn niet helemaal gelijk. Daarom regelt lid 4 van het activiteitenbesluit, dat de geurbelastingsnorm niet van toepassing is op een object dat ten tijde van de vergunningverlening niet als geurgevoelig werd beschouwd. Dit betekent dat voor objecten/gebouwen in een nieuwe situatie geen recht kan worden ontleend aan de status van (naastgelegen) bestaande gebouwen. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat sportvelden (zonder bebouwing) niet als geurgevoelig worden beschouwd. Dit volgt uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 11 juni 2008 (ECLI:NL:RVS:2008:BD3600, zaaknummer 200704080/1). Sportvelden kunnen dus wel binnen de geurcontour worden aangelegd. Hierbij geldt wel, dat wanneer daarvoor een planologische procedure nodig is, er sprake moet zijn van een goede ruimtelijke ordening. NB: Volgens de Wet geluidhinder worden sportcentra en zwembaden niet beschouwd als gevoelige gebouwen (als ontvanger). Vanuit deze definitie gelde derhalve geen beperkingen. Gezien het voorgaande is dit echter niet meer relevant. blad 4 van 4

2.3 Samenvatting toetsingskader Volgens Wet- en regelgeving moet in het kader van vergunningverlening en het doorlopen van ruimtelijke procedure een sportcentrum waar doorlopend mensen aanwezig zijn als geurgevoelig object worden beschouwd. De geurbelasting ter plaatse van geurgevoelige objecten is maximaal 0,5 ou E /m 3 berekend als 98- percentiel. Een hogere geurbelasting tot maximaal 1 ou E /m 3 berekend als 98-percentiel is toegestaan bij: een gezoneerd industrieterrein; een bedrijventerrein; woningen buiten de bebouwde kom. blad 5 van 5

3 Situatie Nieuw-Tijenraan Locatie 1A/1B 3.1 Geraadpleegde documenten Het onderzoek is gebaseerd op: 'Bijlage locatievoorstel sportcentrum Nieuw-Tijenraan: de Quickscan' 2 januari 2014 [1] 'Programma van Eisen Nieuw-Tijenraan' uit Raadsvoorstel van 14 januari 2014 [2] 'Lucht in het Activiteitenbesluit. RWZI', Infomil [3] Handleiding geur: bepalen van het aanvaardbaar hinderniveau van industrie en bedrijven (niet veehouderijen) [4] 'Geuronderzoek rwzi Raalte', van Witteveen & Bos, ZL-437-513-001627d.d. 18 december 2013 [5] 'Geuronderzoek rwzi Raalte. Aanvullende geurcontouren', RAT 94-1/14-011.012 van 27 mei 2014 [6] 3.2 Locatie, objecten en functies In figuur 3.1. zijn de locatie 1A en 1B weergegeven (ontleend uit [1]). Locaties 1 A en 1B maken deel uit van de 'Driehoek' waarbinnen in de huidige situatie een hotel en school zijn gelegen. Figuur 3.1 Locatie 1A links en 1B rechts Volgens het PvE [2] worden de volgende functies/objecten in het plangebied voorzien: sporthal; zwembad (overdekt); horeca; werkplekken werknemers van het Sportbedrijf; facilitair en nutsvoorzieningen; commerciële functie. blad 6 van 6

3.3 Geurbronnen Als geurbron wordt het geheel aan geurbronnen op de rioolwaterzuivering van Raalte beschouwd. Deze zijn in de rapportage van Witteveen & Bos nader omschreven en gekwantificeerd. Op basis van deze gegevens zijn de geurcontouren berekend (zie [5], [6] en paragraaf 4.2 van dit rapport). Voor het overige zijn geen geurbronnen in het onderzoek beschouwd. blad 7 van 7

4 Analyse 4.1 Geurgevoeligheid objecten en functies Het toetsingskader is beschreven in hoofdstuk 2 waarbij moet worden opgemerkt dat de geurnormering voor RWZI's in eerste instantie uitgaat van een toetsingswaarde voor geurgevoelige objecten. Een uitzondering (soepeler norm) wordt gehanteerd voor de categorieën: een gezoneerd industrieterrein (niet van toepassing voor Nieuw-Tijenraan) een bedrijventerrein (niet van toepassing voor Nieuw-Tijenraan) buiten de bebouwde kom. Voor geurgevoelige objecten buiten de bebouwde wordt een verhoogde toetsingswaarde gehanteerd. Volgens vaste jurisprudentie van de Raad van State wordt de grens van de bebouwde kom bepaald door de feitelijke situatie en de aard van de omgeving. Van belang is waar de bebouwing feitelijk (nagenoeg) ophoudt. In het kader van de ruimtelijke ordening hoeft geen doorslaggevende betekenis toe te worden gekend aan de verkeerstechnische regeling uit de Wegenverkeerswet. Op basis hiervan zijn wij van mening dat locatie 1A/1B als binnen de bebouwde kom moet worden beschouwd. 4.2 Ligging geurcontouren en toetsing In figuur 4.1 zijn de van toepassing zijnde geurcontouren weergegeven. Dit betreft: de contour van 0,5 ou E /m 3 als 98-percentiel; de contour van 1,0 ou E /m 3 als 98-percentiel. Uit figuur 4.1 blijkt, dat de contour van 0,5 ou E /m 3 volledig over locatie 1A en 1 B valt. De contour van 1,0 ou E /m 3 als 98-percentiel valt volledig over locatie 1A, en raakt locatie 1B. Volgens het toetsingskader van het Activiteitenbesluit is de vestiging van nieuwe geurgevoelige objecten, zoals een sportcomplex en/of zwembad, binnen de contour van 0,5 ou E /m 3 en in beginsel op locatie 1A en 1B niet toegestaan. Sportvelden in de open lucht zijn wel toegestaan binnen genoemde geurcontouren. Opgemerkt moet worden dat de 0,5 ou E /m 3 over het westelijk deel van de 'Driehoek' valt, hetgeen betekent, dat deze valt over het hotel en de school binnen dit gebied. Dit betekent dat wanneer de RWZI zou willen uitbreiden waarbij een toename van geurbelasting optreedt getoetst moet worden aan de nieuwe normen. Potentiële uitbreidingsruimte wordt dan in de bestaande situatie belemmerd door het hotel en de school. blad 8 van 8

Figuur 4.1 Geurcontouren RWZI blad 9 van 9

5 Conclusie en vervolg De locatie 1A/1B voor Nieuw-Tijenraan ligt binnen het invloedsgebied van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Raalte. Gelet hierop heeft Antea Group de geursituatie voor locatie 1A/1B voor Nieuw-Tijenraan beoordeeld op basis van beschikbaar gesteld documenten. Het te realiseren sportcomplex Nieuw-Tijenraan moet volgens vigerende regelgeving als geurgevoelig worden beschouwd. Omdat het gebied 1A en 1B als bebouwde kom moet worden beschouwd is voor Nieuw-Tijenraan de geurnorm van 0,5 ou E /m 3 berekend als 98-percentiel van toepassing. Uit het onderzoek is gebleken, dat zowel gebied 1A als gebied 1B binnen de geurcontour van 0,5 ou E /m 3 en deels binnen de geurcontour van 1,0 ou E /m 3 berekend als 98-percentiel valt. Dit betekent, dat in beginsel binnen dit gebied geen nieuwe geurgevoelige objecten/gebouwen mogen worden gerealiseerd. Wat bij deze toetsing opvalt is dat de normen voor het sportcomplex strenger zijn dan de geurnormen die gelden voor de reeds aanwezige geurgevoelige objecten, zoals de school en het hotel dat bovendien op kortere afstand van de RWZI Raalte ligt. Gelet hierop wordt geadviseerd de mogelijkheden te onderzoeken waarbij gemotiveerd kan worden afgeweken van de grenswaarden. De onderbouwing kan worden gebaseerd op de volgende aspecten. 1. De werkelijke geurbeleving in de huidige situatie (bijvoorbeeld op basis van registratie geurklachten) bij bestaande objecten. Volgens gemeente Raalte is in de huidige situatie geen sprake van geurklachten vanuit de Driehoek. Dit zou betekenen dat ter hoogte van het hotel, dat op kortere afstand van de RWZI Raalte ligt, geen geurhinder wordt ervaren. Gelet hierop kan worden overwogen voor het sportcomplex een zelfde norm te hanteren als voor het hotel. 2. Bepalen uitbreidingsruimte van de RWZI Raalte. De gemeente Raalte heeft op 23 juni overleg gevoerd met het waterschap (RWZI Raalte) waarbij het waterschap heeft aangegeven dat bij de RWZI Raalte geen uitbreidingen worden voorzien. Een toename van de feitelijke geurbelasting is derhalve niet aan de orden. 3. Onderzoek naar aanvullende geurbeperkende maatregelen op de RWZI Raalte (in overleg met Waterschap). In genoemd overleg van 23 juni is afgesproken dat wordt bekeken in hoeverre de geurbelasting in de toekomst kan worden verminderd. Als dat mogelijk is leidt dat tot kleinere geurcontouren. 4. Technische maatregelen bij de ontvanger. Bij sporthallen en zwembaden worden ventilatiesystemen toegepast. Bij het ontwerp van deze ventilatiesystemen kan/moet worden bekeken op welke wijze de inname van 'geurhoudende' lucht van buiten kan worden voorkomen. Gelet op bovenstaande is de realisatie van het sportcomplex Nieuw-Tijenraan op locatie 1A/1B binnen de geurcontour van de RWZI in beginsel mogelijk. Er kan gemotiveerd worden afgeweken van de genoemde geurnormen, waarbij een hogere geurnorm acceptabel wordt geacht. Hierbij geldt, dat uit een heldere motivatie moet blijken dat er desondanks sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Bovendien moet blijken uit de uiteindelijke locatiekeuze (keuze voor loatie 1A, 1B of 1C voor de nieuwbouw van Nieuw-Tijenraan), dat de keuze om te bouwen in de geurzone een overwogen keuze is geweest. Deze motivatie krijgt uiteindelijk een plek in de planologische procedure in het kader van een goede ruimtelijke ordening. blad 10 van 10