VR DOC.0871

Vergelijkbare documenten
De omgevingsvergunning komt eraan!

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012

VERSNELLEN VAN INVESTERINGSPROJECTEN VISIENOTA VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 15 OKTOBER 2010

Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex

De omgevingsvergunning

De Omgevingsvergunning

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW

DE OMGEVINGSVERGUNNING

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

Op deze site vind je het digitaal loket, de gewijzigde procedures, de bijhorende regelgeving, handleidingen enzovoort.

Beleidsperspectief: Participatie en versnelling van investeringsprojecten

ADVIES VAN 22 FEBRUARI 2012 OVER DE CONCEPTNOTA TOT INVOERING VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING. SARO Koning Albert II-laan 19 bus Brussel

Conceptnota s omgevingsvergunning & permanente vergunning

Omgevingsvergunning. Infomoment voor beleidsverantwoordelijken DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0511/1BIS

Omgevingsvergunning. Actieplan flankerende maatregelen voor lokale besturen. Startschot voor de Vlaamse omgevingsvergunning

Omgevingsvergunning. Hoe werkt de omgevingsvergunningscommissie? DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE

Diverse Vlaamse initiatieven. Permanente vergunning en omgevingsvergunning. Digitaal indienen vergunningen. MER-screening (zie besluit 1/3/2013)

Een korte situering: het decreet integraal handelsvestigingsbeleid

De unieke omgevingsvergunning, weldra realiteit

Standpunt Conceptnota Permanente milieu/omgevingsvergunning

INHOUD. Voorwoord 3 INHOUD

DE OMGEVINGSVERGUNNING

MER in de omgevingsvergunning

Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Omgevingsvergunning. Wat zijn de grote veranderingen? DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE

Vlaremtrein 2011 Muziekactiviteiten Overige wijzigingen

Integratie effectbeoordelingen. 14 november 2013 LNE juridische dienst/dienst Mer

Vlaanderen. is samenwerking COMPLEXE PROJECTEN. Een nieuwe procesaanpak.

Amendementen. op het ontwerp van decreet

Hoe kan het versnellen van investeringsprojecten bijdragen tot een breder maatschappelijk draagvlak?

Complexe Projecten. Naar een kwaliteitsvolle en snelle aanpak van projectgedreven processen

Voorontwerp van decreet betreffende de organisatie en rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

MLAV1/ /MV/lydr.

Stand van zaken Omgevingsvergunning

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Een snel en kwaliteitsvol vergunningenproces. Luc Goedertier Projectleider Project Versnellen Investeringsprojecten

De bouw- en milieuvergunning in 1 procedure gemeente en sociaal huis Malle

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12

Complexe Projecten. Naar een kwaliteitsvolle en snelle aanpak van projectgedreven processen

Studiedag Onderzoek Ruimte Vlaanderen AUDITORIUM HADEWYCH, CONSCIENCEGEBOUW, BRUSSEL, 28/11/2013

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

INHOUD. Inhoud 3. Woord vooraf 11

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

ADVIES voorontwerp van decreet betreffende de omgevingsvergunning. SALV, 18/06/2013 (nr ) Contactpersoon SALV: Dirk Van Guyze

MLAV1/ /RP/si

Complexe Projecten. Decreet: Toepassingsgebied (25 april 2014)

Advies. Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het provinciale mobiliteitscharter

Het inrichtingenbegrip in Vlaanderen. Naam: Steven Betz Functie:Adviseur milieu & ruimtelijke ordening Datum: 22 april 2016

Decreet complexe projecten. Inke Dedecker

MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BUITENLANDS BELEID, MEDIA EN TOERISME

Conceptnota evaluatie Milieuhandhavingsregelgeving. Michiel Boodts Kabinet minister Schauvliege

VR DOC.0161/1

Besluit van de Deputatie

De digitale Omgevingsvergunning verkavelingen en bijstellingen verkavelingen

Brussel, 15 december _Aanbeveling Brussels Airport. Aanbeveling. ontwerp actieplan omgevingslawaai voor de luchthaven Brussels Airport

De evaluatie van het instrument watertoets Filip Raymaekers Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets

De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport

MLAV1/ /MV/bd

2 Overzicht figuren Lijst van afkortingen... 13

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

INHOUD. Inhoud. 3. Woord vooraf. 11

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Centraal in deze masterscriptie staat de vraag: Is het Omgevingsvergunningsdecreet, en met name de omgevingsvergunning, een vooruitgang?

Doel van het formulier

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

HANDLEIDING. Overzicht van de procedurele en inhoudelijke wijzigingen n.a.v. de omzetting van de Europese projectm.e.r.- richtlijn (2014/52/EU)

Het nieuwe beleidskader lokaal mobiliteitsbeleid. (Ver)nieuw(d)e regelgeving. (Ver)nieuw(d)e regelgeving

SARO Koning Albert II-laan 19 bus Brussel

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Project Versnellen Investeringsprojecten. Workshop Strategische Projecten Luc Goedertier 6 september 2011

Complexe Projecten. Naar een kwaliteitsvolle en snelle aanpak van projectgedreven processen

Voorontwerp van decreet betreffende de omgevingsvergunning DE VLAAMSE REGERING,

Bijlage 1. Model van huishoudelijk reglement van de Gemeentelijke en Intergemeentelijke Begeleidingscommissie als vermeld in artikel 2

Standpunt Conceptnota Omgevingsvergunning

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur. De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport.

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

Inhoud. Decreet complexe projecten. Jean-Christophe Beyers

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA )

Besluit van de Deputatie

Advies. Conceptnota omgevingsvergunning. Brussel, Minaraad, 1 maart 2012 SERV, 2 maart 2012 SALV, 24 februari 2012

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

Huishoudelijk Reglement Gemeentelijke en Intergemeentelijke Begeleidingscommissie

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

Gewijzigde regelgeving voor lokale besturen naar aanleiding van de inwerkingtreding van het kerntakenplan Onroerend Erfgoed

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT

VR DOC.0923/1BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING. Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende de kinderopvangtoeslag en de kleutertoeslag

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016;

Transcriptie:

VR 2011 2207 DOC.0871 DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR DE VLAAMSE MINISTER VAN FINANCIEN, BEGROTING, WERK, RUIMTELIJKE ORDENING EN SPORT STARTNOTA INZAKE DE INVOERING VAN DE UNIEKE OMGEVINGSVERGUNNING 1. Situering 1.- Op 15 oktober 2010 keurde de Vlaamse Regermg de VIsIenota "Versnellen van mvesterlngsprojecten" goed. In deze visienota worden op basis van de aanbevelingen van de commissies Berx en Sauwens concrete krachtlijnen en acties voorop gesteld om projectgedreven processen te vereenvoudigen, te verbeteren en te versnellen. De optimalisatie van de vergunningsprocedures is hiervoor van cruciaal belang, zodat een mltlatlefnemer op een eenvoudige, transparante en snelle manier de noodzakelijke vergunnmg(en) kan aanvragen en bekomen voor de realisatie van zijn project In dat kader beoogt de visienota onder meer de mtegratle van de vergunnmgsprocedures. In punt 1.1.2. "Integratie van vergunnmgsprocedures" van de visienota lezen we (p 7 en 8)' "In het kader van de vergunningenverlenmg onderzoeken we hoe het mllleu- en stedenbouwkundige vergunmngenpraces gemtegreerd kunnen verlopen. We stemmen beide vergunningen maximaal op elkaar of, woardoor ze complementair zijn.

Smds 1 januan 2010 bestaat er een gemtegreerd milieu- en stedenbauwkundige vergunningenpraces voor de klasse 2 mnchtmgen (bijlage VLAREM I) waarbij pracedurestappen, zaals adviesverlenmg, apenbaar anderzaek en besllssmgstermljnen op het vlak van stedenbauwkundige en milieuvergunningverlening volledig op elkaar afgestemd zijn. We breiden een dergelijk geïntegreerd vergunningenpraces uit vaar klasse 1 -inrichtingen. Indien haalbaar en oppartuun integreren we de stedenbouwkundige en de milieuvergunning in een unieke vergunning, minstens vaar prajecttypes die zicht daartoe lenen." 2.- In deze startnota leggen we krachtlijnen vast voor de Invoenng van een unieke omgevingsvergunning, waann zowel de milleu- als de stedenbouwkundige vergunning enjof melding gelntegreerd worden. In deze vergunning doet de bevoegde vergunningverlener een globale beoordeling op milleu-, ruimtelijk en stedenbouwkundig vlak volgens een gelntegreerde vergunningsprocedure. Zo zal de initiatiefnemer zijn aanvraag kunnen indienen bij een uniek loket, waarna één openbaar onderzoek en één adviesronde wordt georganiseerd, met als sluitstuk het synthese-advies van een adviescommissie, die gespiegeld wordt aan de provinciale respectievelijk gewestelijke milieuvergunningscommissie. Op het einde van deze procedure zal de initiatiefnemer 1 vergunning bekomen. Volledig binnen de filosofie van de commissies Berx en Sauwens moeten de vergunningsprocedure zo eenvoudig en transparant mogelijk verlopen, met bijzondere aandacht voor de participatie van het publiek. 3.- De Integratie van vergunningen en procedures heeft belangnjke gevolgen voor het lopende initiatief om de milleu-effectrapportage te integreren in de vergunningsprocedure, alsook voor de geplande wijzigingen aan de screeningsprocedure. De globale beoordeling in het kader van de omgevingsvergunning bevordert Immers een eenduidige doorwerking van de conclusies van een MER of een screening, waann precies een globale effectenbeoordeling van een project beschreven IS, In de vergunning 4.- De nieuwe procedure IS bedoeld voor projecten die voor hun realisatie zowel een milleu- als stedenbouwkundige vergunning respectievelijk melding behoeven, de hierna genoemde "gemengde projecten". In een volgende fase, en na evaluatie van de nieuwe procedure op de gemengde projecten, zullen we bekijken op welke manier we de krachtlijnen van de omgevingsvergunning en de geïntegreerde vergunningsprocedure maximaal kunnen laten doorwerken in de vergunningsprocedures, die niet beide vergunningen of meldingen vereisen.

5.- In de startnota gaan we vooreerst In op het toepassingsgebied van de omgevi ngsvergu n n ing. Daarna stellen stellen we de krachtlijnen vast om te bepalen welke overheid bevoegd is voor de vergunningverlening zowel In eerste aanleg als in beroep. Niet enkel de vergunningverlenende overheid zelf, maar ook de adviesinstanties vervullen een cruciale rol in deze nieuwe vergunningsaanpak. Tenslotte stellen we in deze nota een concreet plan van aanpak voor met bepaalde streefdata. Op geregelde tijdstippen worden de verschillende stakeholders betrokken bij het regelgevingsproces. 2. Het toepassingsgebied van de omgevingsvergunning 5.- Voor het bepalen van het toepassingsgebied zijn twee elementen relevant: (1) welke vergunningen worden ge'lntegreerd In de omgevingsvergunning? (2) Welke projecten worden beoogd? 2.1. Welke vergunningen worden geïntegreerd omgevingsvergunning? in de 6.- De unieke omgevingsvergunning integreert in de eerste plaats de stedenbouwkundige en de milieuvergunning respectievelijk de meldingen, ongeacht de milieuklasse van het bedrijf. Naast deze 'klassieke' vergunningen wordt ook de integratie beoogd van de natuurvergunning (wijziging van vegetaties en kleine landschapselementen) en de kapmachtiging (vellen van bomen die geen ontbossing tot gevolg heeft),..., voor zover deze nog niet zouden zijn geïntegreerd in de stedenbouwkundige vergunning. In een eerste fase integreren we de stedenbouwkundige en milieuvergunning respectievelijk de melding. Afgestemd op de besluitvorming inzake het projectbesluit zullen we, in voorkomend geval, ook andere machtigingen en vergunningen onder het toepassingsgebied brengen, voor zover deze nog niet geïntegreerd zouden zijn in de stedenbouwkundige vergunning. 2.2. Welke projecten worden beoogd? 7.- De projecten die onder het toepassingsgebied van de omgevingsvergunning vallen, zullen opgesomd worden in een gesloten lijst. In deze lijst worden projecten die een milieuen een stedenbouwkundige vergunning respectievelijk een melding vereisen voor de uitvoering ervan opgenomen. Dit zijn de zogenaamde "gemengde projecten".

In een volgende fase, en na evaluatie van de werking van de gemengde projecten, zullen we bekijken op welke manier we de krachtlijnen van de omgevmgsvergunning en de gemtegreerde vergunningsprocedure maximaal kunnen laten doorwerken m de vergunningsprocedures, die niet beide vergunningen of meldingen vereisen Voor projecten die op de gesloten lijst voorkomen moet de initiatiefnemer een omgevingsvergunning aanvragen conform de nieuw Uit te werken vergunningsprocedure Concreet betekent dit ook dat we afstappen van het huidige facultatieve systeem van het uniek loket dat sinds 1 januari 2010 in werking is voor de klasse 2-inrichtingen. De klassenmdelmg van bijlage I van VLAREM 1 wordt maximaal aangepast in functie van de m deze startnota voorgestelde bevoegdheidsverdeling. Zo verschuiven we heel wat ingedeelde inrichtingen van klasse 1 naar klasse 2. Uitgangspunt hierbij is dat de meest milleuhmderlijke bedrijven, en zeker SEVESO-, IPPC- en MER-plichtige mdustnele projecten klasse 1 blijven (zie verder onder punt 3.2, bl. Om een volledige integratie van deze vergunningen te kunnen realiseren, is de invoering van de permanente milieuvergunning noodzakelijk. Zolang de duur van een milieuvergunning In de tijd moet worden beperkt tot maximum 20 jaar, zal een omgevingsvergunnmg noodgedwongen uit 2 delen bestaan, namelijk een stedenbouwkundig luik dat eeuwigdurend is en een milieuvergunningsluik dat slechts voor maximum 20 jaar geldt. Momenteel werkt de bevoegde administratie van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie aan een rechtskader voor de invoering van een permanente milleuvergunnmg, waarin de randvoorwaarden hiervoor zullen worden vastgelegd. Momenteel onderzoekt de bevoegde administratie van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie binnen welke juridische krijtlijnen een "permanente milieuvergunning" kan worden ingevoerd in het Vlaams milieurecht. De resultaten van dat onderzoek zullen meegenomen worden in de uitwerkmg van de concrete regelgevende initiatieven voor de mvoenng van de omgevingsvergunning. De permanente milieuvergunning mag geen afbreuk doen aan de slagkracht van de overheid om de risico's en de hinder van Innchtlngen en de impact ervan op de milieu kwaliteit onder controle te brengen en te houden. Dit veronderstelt ten mmste dat de VLAREM-inrichtingen aan een periodieke controle en evaluatie zullen worden onderworpen die desgevallend moet kunnen lelden tot een herziening van de vergunning. Bovendien kan een vergunningverlenende overheid een milieuvergunning alsook de toekomstige unieke vergunning, mdlen zij dat noodzakelijk acht, In de tijd beperken, onder meer omwille van de goede ruimtelijke ordening, bv. In geval van tijdelijke inrichtingen en herlocallsatle

3. De bevoegde vergunningverlenende overheid 8.- Bij de bevoegdheidsverdeling In het kader van de omgevingsvergunning gaan we Uit van vergunmngverlening op verschillende bestuursmveaus afhankelijk van de omvang, de mogelijke effecten, de aard en de ligging van de projecten. De hoedanigheid van de vergunningvrager speelt geen rol, wat impliceert dat op het vlak van de stedenbouwkundige vergunning het onderscheid tussen de reguliere en de bijzondere procedure wordt verlaten, ook in de met gemengde projecten. 9.- Het College van Burgemeester en Schepenen is principieel de vergunningverlenende overheid In eerste aanleg met beroepsmogelijkheid bij de deputatie. Een eventuele beroepsbeslissing van de deputatie IS aanvechtbaar bij de Raad voor VergunnIngbetwistingen, en dit in afwachting van het Vlaams Bestuursrechtscollege De Raad of het Vlaams Bestuursrechtscollege wordt degelijk bestaft en uitgerust om dit bijkomend contentleux tijdig te kunnen verwerken Om rechter en partij situaties te vermijden wordt onderzocht of, ingeval een gemeente zelf een (omgevlngs)vergunning aanvraagt, de vergunningsbeslissing door de gemeenteraad kan gegeven worden 10.- Op de principléle bevoegdheid van het College van Burgemeester en Schepenen worden omwille van de aard en de impact van het project uitzonderingen gemaakt. De gesloten lijst wordt aldus verder gedifferentieerd, waarbij ook het bevoegdheidsniveau wordt aangegeven. Aldus IS ook de transparantie en rechtszekerheid ten aanzien van de aanvrager gegarandeerd. 1 Omwille van hun mogelijk belangrijke milleu-, socio-economische of ruimtelijke Impact, en hun bovenlokaal belang vallen volgende vergunningsaanvragen onder de bevoegdheid van de deputatie (zie hoger opmerking over de verschuiving van klassen-indeling) : a. de SEVESO-Inrlchtlngen, waarvoor een omgevingsveiligheidsrapport moet worden opgesteld b. de MER-plichtige projecten. Voor industriele MER-plichtige projecten zijn de deputaties bevoegd Voor andere MER-plichtige projecten zal worden bepaald welk bestuursniveau het best geschikt IS. Dat kan zowel het gemeentelijke, het provinciale als het gewestelijke niveau zijn. BIJ de bepaling van het meest geschikte bestuursniveau wordt maximaal rekening gehouden met welke overheid bevoegd is of zou zijn voor de opmaak van een RUP voor de realisatie van het project. c. de IPPC-Inrlchtlngen Beroep wordt georganiseerd bij de Vlaamse Regering (delegatie aan College van bevoegde ministers).

Om rechter en partij situaties te vermijden wordt onderzocht of, m geval de provincie zelf een omgevmgsvergunnmg aanvraagt, de vergunningsbeslissing door de provincieraad kan gegeven worden. Een systeem van 'ontvoogding' zoals vandaag bestaat in de ruimtelijk ordenmg wordt ontwikkeld samen met de mtroductie van de unieke omgevingsvergunning Doel hierbij moet zijn dat voldoende gemeenten (op termijn) aan die nieuwe ontvoogdmgsvoorwaarden kunnen beantwoorden. Ondertussen wordt de ontvoogding op het vlak van de ruimtelijke ordenmg van gemeenten op vlak van ruimtelijke ordening versneld nagestreefd, met 2015 als streefdoel. Met dat oogmerk wordt ontvoogdmg aantrekkelijker gemaakt, worden barnères opgeruimd en wordt nagegaan welke ondersteuning (middelen, personeel,... ) noodzakelijk IS om de grotere rol te kunnen opnemen, zeker voor de klemere gemeenten. Indien ontvoogd op vlak van de unieke omgevmgsvergunnmg kan de Vlaamse regering beslissen om naast de princlplele bevoegdheid van het College genoemd in punt 9 (die niet aan ontvoogding is gekoppeld) ook de bevoegdheid voor de hierboven genoemde projecten aan de betrokken gemeente toe te vertrouwen We VOOrzien de mogelijkheid voor een College van Burgemeester en Schepenen om bmnen een bepaalde overgangstermijn af te zien van hun prmclplële bevoegdheid om te oordelen m eerste aanleg over unieke vergunnmgsaanvragen zoals bepaald m punt 9 en die verantwoordelijkheid door te schuiven aan de deputatie De gemeente vergoedt de deputatie hiervoor op basis van de reele kostprijs. Een beroepsmogelijkheid kan dan worden voorzien bij de Vlaamse Regering. Deze besllssmgsbevoegdheld m beroep wordt doorgedelegeerd aan een college bestaande uit de Vlaamse mmlster bevoegd voor Leefmilieu en de Vlaamse minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw. Het doorschuiven naar de deputatie is slechts een optie die in elk geval tijdelijk IS en kan enkel m het geval de gemeente onvoldoende deskundigheid kan opbouwen (desgevallend door middel van samenwerking tussen gemeenten). We sluiten deze mogelijkheid wel uit voor de ontvoogde gemeenten m het kader van de regelgeving RUimtelijke Ordenmg. Als een gemeente niet tijdig beslist volgt er, zoals m de huidige procedure voor de milleu- en stedenbouwkundige vergunnmgsaanvraag, automatisch een stilzwijgende weigering De vergunningvrager kan vervolgens een beroep indienen bij de deputatie. 2. De huidige bijzondere procedure wordt verlaten en wordt vervangen door het concept van projecten van strategisch belang. Projecten van strategisch belang vallen in principe onder de bevoegdheid van de Vlaamse Regering en worden eveneens vastgelegd m een gesloten lijst De Vlaamse Regering bepaalt welke projecten van strategisch belang zijn Onder strategische projecten kunnen ondermeer vallen. Grootschalige projecten o Energievoorllen Ingen/infrastructuur o WaterbeheersIngswerken

o Infrastructuurprojecten o NatuurInrichtIngsprojecten o Grote privé-projecten die MER-plichtig zijn (Lucht)Havenlnfrastructuur Specifieke projectzones aangeduid binnen gewestelijke RUP Handelingen In uitvoering van strategische acties die specifiek worden aangeduid In beleidsplannen o Regeerakkoord (missing links, sigmawerken, tramlijnen, o Beleidsplan ruimte Vlaanderen (actieprogramma) o Beleidsnota/brief van MOW, natuur,... Deze niet limitatieve opsomming IS een eerste aanzet. De Vlaamse Regering zal op de gesloten lijst van projecten die onder het toepassingsgebied van de omgevingsvergunning vallen (zie hoger) aanduiden welke projecten van strategisch belang zijn. Deze bevoegdheid wordt doorgedelegeerd aan een College van beide bevoegde ministers, behalve in de gevallen waar op dit ogenblik de minister bevoegd voor de ruimtelijke ordening alleen bevoegd is. Tegen een beslissing is enkel een legaliteitsberoep open bij de Raad voor Vergunningbetwistingen. Bij de invulling van de gesloten lijst met strategische projecten kan de Vlaamse Regering ook bepalen onder welke voorwaarden desgevallend andere bestuurlijke niveaus kunnen bevoegd zijn. Voor projecten die Zich situeren op het grondgebied van meerdere gemeenten en die thans vla de bijzondere procedure vergund worden (bvb fietspaden,.. ) zal vla de gesloten lijst eveneens bepaald worden welk bestuurlijk niveau bevoegd IS Dit geldt ook voor gemengde niet-strategische projecten die voortvloeien Uit boven lokale planprocessen 11.- Voor het aanvragen of melden van wijzigingen, veranderingen of uitbreidingen voor een (uniek) vergund project dat op de gesloten lijst (zie punt 9) voorkomt, zal een flexibele en eenvoudige procedure worden Uitgewerkt. 12.- Om toe te laten dat vergunningverlenende overheden zich aan dit nieuwe systeem kunnen aanpassen, zal een overgangstermijn voorzien worden, waarbij de lopende procedures blijven lopen conform de op dat ogenblik geldende procedure. Voor de nieuwe projecten geldt een overgangstermijn van 6 maanden vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving. De overgangstermijn wordt in overleg met de VVSG en de VVP bepaald

4. Advisering 13.- In het kader van vergunnmgverlening door het College en de Deputatie wordt voor de complexe aanvragen (klasse 1 bednjven) voorzien In een syntheseadvies van de op te richten Provinciale OmgevingsvergunningscommissIe (POVC), met vertegenwoordigers van de gemeente en de verschillende gewestelijke bevoegde admmistraties (ANB, RUimtelijke Ordenmg, dienst MER, AMV,.), en die geent IS op de vandaag bestaande Provinciale MIlieuvergunningscommissIe ("PMVC"). 14.- In het kader van vergunnmgverlening door het Vlaams gewest wordt voorzien in een syntheseadvies van de op te nchten Gewestelijke Omgevmgsvergunnmgscommissie (GOVC), met vertegenwoordigers van de verschillende gewestelijke bevoegde admmistraties (ANB, Ruimtelijke Ordening, dienst MER, AMV,... ), en die geent IS op de vandaag bestaande Gewestelijke Milieuvergunnmgscommissle ("GMVC"). 5. Plan van aanpak 15.- De principes m deze startnota worden door de mmlsters bevoegd voor Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening verder uitgewerkt in een conceptnota. Deze conceptnota bevat ondermeer een eerste gesloten lijst van projecten die vallen onder het toepassmgsgebled van de omgevmgsvergunning. In deze gesloten lijst wordt ook aangeduid welk bestuursniveau bevoegd is voor de vergunnmgverlening zowel in eerste aanleg als m beroep. De conceptnota wordt maximaal afgestemd qua inhoud en timmg met de Uitwerking van de "dnetrapsraket" Ook de Invoenng van de permanente milieuvergunning en de jundische contouren ervan worden m de conceptnota opgenomen. 16.- Deze conceptnota wordt voorgelegd aan de VVSG en VVP, de andere betrokken gewestelijke beleidsdomemen, alsook aan de Mmaraad, de SARO en de SERV. Deze instanties hebben uiterlijk tot 30 november 2011 om opmerkmgen te verlenen aan de bevoegde ministers. 17.- Op basis van de conceptnota en de ingebrachte opmerkingen, maken de ministers een ontwerp decreet op dat een eerste maal principieel wordt goedgekeurd ten laatste op 31 december 2011 18.- Om een volledige integratie tussen stedenbouwkundige en milieuvergunning te kunnen realiseren is de invoering van de permanente milieuvergunning noodzakelijk. Zolang de duur van een mllieuvergunnmg m de tijd moet worden beperkt tot maximum 20 jaar, zal een omgevingsvergunnmg noodgedwongen uit 2 delen bestaan, namelijk een stedenbouwkundig luik dat eeuwigdurend IS en een milieuvergunningsluik dat slechts voor

maximum 20 jaar geldt. Momenteel werkt de bevoegde administratie van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie aan een rechts kader voor de Invoering van een permanente milieuvergunning, waarin de randvoorwaarden hiervoor zullen worden vastgelegd. 19.- Tenslotte stellen we voor, gelet op de omvang van het nieuwe systeem van de omgevingsvergunning, ook expliciet een evaluatiebepaling op te nemen. Een realistische timing is o.i. 2 jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving. 6. Voorstel van beslissing De Vlaamse Regering beslist. 1. haar goedkeuring te hechten aan de startnota betreffende de omgevingsvergunning zonder dat dit enig financieel of budgettair engagement Inhoudt; 2. de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, en de Vlaamse minister bevoegd voor ruimtelijke ordening te gelasten een conceptnota Uit te werken rekening houdend met de bovenvermelde principes. De conceptnota wordt maximaal afgestemd qua Inhoud en timing met de uitwerking van de "drietrapsraket", alsook met de resultaten van het lopende onderzoek van de bevoegde administratie van het departement LNE over de permanente milieuvergunning; 3. de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, en de Vlaamse minister bevoegd voor ruimtelijke ordening te gelasten de conceptnota ter consultatie voor te leggen aan de VVSG, VVP en de Minaraad, de SARO en de SERV. De geconsulteerde instanties moeten ten laatste tegen 30 november 2011 hun advies verlenen, 4. de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, en de Vlaamse minister bevoegd voor ruimtelijke ordening te gelasten uiterlijk tegen 31 december 2011 een ontwerpdecreet / ter goedkeuring voor te leggen aan de Vlaamse Regering. - liege Ister van Leefmilieu, Philippe Muyters Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, RUimtelijke Ordening en Sport