Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib

Vergelijkbare documenten
ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Wet gemeenschappelijke regelingen. 24 september 2013 WPIWI. 20 augustus 2013 R. Maasdam

Onderzoek naar verbonden partijen en deelnemingen van het waterschap Rijn en IJssel Bestuurlijke beïnvloedbaarheid en risico's

iei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap Adres

lei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap

Regionaal samenwerken

14a ALGEMENE VERGADERING. 25 september 2012 SMO/financiën

De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met de Raad van Bestuur een functionering en beoordelingsgesprek. (in de maand september)

Specifiek Kader voor de Verbonden Partij Waalfront BV

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de

Beleidsnota verbonden partijen

Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (GR HWH)

Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten

AB: Ja Opdrachtgever: Harm Küpers. Deelnemers in de gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

Whitepaper Verbonden Partijen

VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN WERELDHAVE N.V., gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer (Schiphol),

wensen en bedenkingen ex artikel 160 Gemeentewet bij notariële oprichtingsakte inclusief ontwerp-statuten Steinerbos B.V.

Corporate Governance Verklaring Alumexx N.V. 2017

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Generale regeling voor stichtingen en besloten vennootschappen van de Protestantse Kerk in Nederland. als bedoeld in ordinantie

Bijlage bij Raadsvoorstel Crailo. Optional client logo (Smaller than Deloitte logo)

Reglement, werkwijze en taakverdeling RVC

Reglement Raad van Toezicht

Overeenkomst van kosten voor gemene rekening muskusrattenbestrijding

februari 2012 De volgende vormen van verbonden partijen kunnen worden onderscheiden.

Reglement College van Bestuur. Onderwijsstichting Esprit

Jaarverslag. commissie Rekenkamer. maart 2018

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

verbonden stichtingen

Nota Relatie provincie Utrecht met de waterschappen. Deel 3: Provinciaal toezichtkader

Voorstel aan algemeen bestuur

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

Wet gemeenschappelijke regelingen

REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V.

De Minister van Economische Zaken, Gelet op de artikelen 93, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en 85, derde lid, van de Gaswet;

Sociaal Plan. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus - Tricijn. Fase I (concept onderhandelingsakkoord)

VERBINDINGENSTATUUT WOONSTICHTING SSW

STATUTENWIJZIGING. d.d. 25 januari Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt:

Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant

REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN SOURCE GROUP N.V. (de Vennootschap ) Vastgesteld door de raad van commissarissen

Reglement Bestuur WormerWonen

Stichting Kunst in het Kerkje Velp/Grave

BB/U Lbr. 16/075

REGLEMENT VOOR DE AUDIT, COMPLIANCE EN RISICO COMMISSIE VAN PROPERTIZE B.V.

2014 VERBINDINGENSTATUUT

Reglement Raad van Commissarissen Focus op Zorg B.V.

Gemeenschappelijke Regelingen

NOTULEN / VOLGNR.: Herstructurering de Meerlanden

Overnamerichtlijn. De ingevolge artikel 1, eerste lid van het Besluit artikel 10 overnamerichtlijn vereiste informatie is hierna opgenomen.

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES

Voor algemene gegevens over de opbouw en waarde van het aandelenbezit alsmede het aandeelhoudersrendement wordt verwezen naar bijlage 1.

AFD. --'L' AFD. TERMIJN DOC.NR ZAAK NR. Bevoegdheidsverdeling bij deelnemingen van de provincie als aandeelhouder

REGLEMENT VAN DE RAAD VAN TOEZICHT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming

Reglement voor de Ledenraad van Coöperatie Qurrent U.A.

IB / blad 1 DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN: WONINGSTICHTING BARNEVELD GEVESTIGD TE BARNEVELD PER 6 NOVEMBER 2018 Hoofdstuk I. AL

Directie Concern Ingekomen stuk D11 (PA 23 februari 2011) Begroten en Verantwoorden. Datum uw brief

MAART LGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS

Nota Verbonden partijen 2008

AEGON STELT WIJZGINGEN IN CORPORATE GOVERNANCE VOOR OM ZEGGENSCHAP AANDEELHOUDERS TE VERSTERKEN

- Vaststelling van de jaarrekening 2014 van ABN AMRO Group N.V.

HetWaterschapshuis. HHR van Delfland College van dijkgraaf en hoogheemraden Postbus AL DELFT. 19 maart 2012 [XXXX]

Gemeenschappelijke regeling Waterschapslaboratorium Rijn Oost

HEIJMANS N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE

agendapunt 3.b.18 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden GR AQUON Datum 21 augustus 2012 CTL/MCTL Bijlagen 6 Zaaknummer 28220

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Eindrapportage toekomstbestendigheid DBFO-contract. 23 mei Vergaderdatum. Kenmerk VV : B.06. Agendapunt

Organisatie toezicht stichting Proo

Bijlage 2 Bedrijfsplan GovUnited. [Separaat bijgevoegd]

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA

Buitengewone Algemene vergadering van aandeelhouders (AvA) Essent NV d.d. 28 september Besluitenlijst d.d. d.d. adj.secr. gem.secr.

Reglement van de Raad van Toezicht. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG)

Protocol verbonden partijen provincie Groningen

OVEREENKOMST tussen Stichting Prioriteit DIM Vastgoed en Holding Partex East BV en Holding Partex West BV en DIM Vastgoed NV

NOTULEN GECOMBINEERDE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS d.d. 25 april 2017

Overnamerichtlijn 2016 Heijmans N.V.

DE PUBLIEKRECHTELIJKE EN PRIVAATRECHTELIJKE SAMENWERKINGSVORMEN. I. Publiekrechtelijke rechtsvormen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen

Corporate governance code Caparis NV

Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH

Omzetting van een stichting naar een BV

1. Decertificering en dematerialisatie van aandelen

BESTUURSREGLEMENT STICHTING PRO

De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zijn:

Beheerbegroting. Versie: D&H 29 Oktober Inclusief verplichte bijlagen en overige uitvoeringsinformatie

Reglement College van Bestuur. Onderwijsstichting Esprit

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V.

AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST

10 september 2018 Documentnummer: , MoB Nummer 39/2018 Dossiernummer : K3875

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MUSKUSRATTENBESTRIJDING NOORD- BRABANT

Toelichting bij aanvraagformulier voor een verklaring van geen bezwaar (vvgb) artikel 3:96 Wft. Alleen van toepassing op banken met zetel in

Bijlage bij raadsvoorstel nr Nota verbonden partijen

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER. 19 november november 2014 Bedrijfsbureau/Heffen S.Stiphout/M.Vliegenthart

Overgangsreglement voor het waterschap Noorderzijlvest

REGLEMENT VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN BEVER HOLDING N.V.

STATUTEN Stichting Adelante Zorg met ingang van

5. Decharge van de Raad van Commissarissen voor het gehouden toezicht * 6. Benoeming van de accountant van de Vennootschap voor het boekjaar 2011 *

7.c Kennisgeving door de raad van commissarissen van de voor benoeming voorgedragen

Transcriptie:

Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib 1 pagina van 23 Commissie Rekenkamer Waterschap Rijn en IJssel november 2014

Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 2 van 23

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Aanleiding... 5 1.2 Doel van het onderzoek... 5 1.3 Aanpak onderzoek... 5 1.4 Leeswijzer... 6 2. Onderzoeksvragen en toetsingskader... 6 2.1 Update rapport 5 mei 2010... 6 2.2 Ontwikkelingen na mei 2010... 6 2.3 Invloed AB op de gang van zaken bij verbonden partijen en of deelnemingen. (governancestructuur)... 6 2.4 Slibverwerking... 7 2.5 Toetsingskader... 7 2.5.1 Waterschapsbesluit... 7 2.5.2 Wet gemeenschappelijke regeling... 8 2.5.3 Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen... 8 2.5.4 Verordening waterschap beleids- en verantwoordingsfuncties... 8 2.5.5 Governance... 9 3. Bevindingen... 9 3.1 Inleiding... 9 3.2 Aanbevelingen rapport 5 mei 2010...10 3.3 Waterstromen BV...11 3.4 Nederlandse Waterschapsbank NV...13 3.5 Lococensus...13 3.6 Muskusrattenbestrijding...13 3.7 Laboratoriumsamenwerking...14 3.8 Nederlands Watermuseum...14 3.9 Waterschapshuis...15 3.10 Slibverwerking...15 4. Samenvatting bevindingen en aanbevelingen...16 4.1 Samenvatting bevindingen...16 4.2 Aanbevelingen...18 Bijlagen...20 1. Organogram Waterstromen BV...21 2. Geraadpleegde bronnen...22 Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 3 van 23

13. Geïnterviewde personen...23 Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 4 van 23

1. Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 juni 2014 heeft het algemeen bestuur (AB), samen met de commissie Rekenkamer (hierna de commissie), in een verkennende vergadering overleg gevoerd over mogelijke onderwerpen voor onderzoek. Daarbij is de commissie verzocht een voorstel te doen voor enerzijds een onderzoek naar verbonden partijen en anderzijds naar de relatie tussen het waterschap en Slibverwerking Zutphen BV (hierna GMB) waar het gaat om de compostering van zuiveringsslib. In haar vergadering van 9 september 2014 heeft het AB de commissie gevraagd een update uit te voeren van het rapport Onderzoek naar verbonden partijen en deelnemingen d.d. 5 mei 2010 en na te gaan hoe de huidige relatie waterschap en GMB is waarbij het gaat om het composteren van zuiveringsslib. Naast de vaste commissie, bestaande uit de externe voorzitter de heer J.T. (Jan) Langelaar, lid de heer A.J. (Tonni) Wormgoor en externe secretaris de heer W.T.G. (Willy) Smits heeft het AB de heren J.W.E.M. (Jos) Roemaat en A. (Frans) Reijrink benoemd als lid van de commissie gedurende de duur van dit onderzoek. 1.2 Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is het AB inzicht te geven in de ontwikkelingen en de stand van zaken met betrekking tot de participatie van het waterschap Rijn en IJssel in verschillende publieke en privaatrechtelijke samenwerkingsrelaties. Het onderzoek draagt een overwegend informerend karakter en is minder gericht op het trekken van conclusies. Het AB heeft de commissie gevraagd de volgende vragen te onderzoeken: a. Op welke wijze is uitvoering gegeven aan de aanbevelingen, zoals opgenomen in het rapport van de Rekenkamercommissie Verbonden partijen en deelnemingen d.d. 5 mei 2010? b. Welke ontwikkelingen hebben na het uitbrengen van het rapport d.d.5 mei 2010 plaatsgevonden bij de partijen genoemd in dit rapport en zijn er na 5 mei 2010 nog nieuwe verbonden partijen en of deelnemingen bijgekomen? c. In hoeverre heeft het algemeen bestuur invloed op de gang van zaken bij verbonden partijen en/of deelnemingen? d. Hoe is de huidige relatie waterschap - GMB met betrekking tot de compostering van zuiveringsslib, in samenhang met de aan GMB verstrekte geldlening? Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kan het AB zich een oordeel vormen over de wijze waarop de bestaande samenwerkingsverbanden functioneren en de invloed hierop door het waterschap. Aan de governancestructuur is speciale aandacht besteed. 1.3 Aanpak onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd in eigen beheer en heeft plaatsgevonden aan de hand van dossieronderzoek en interviews. Update verbonden partijen: De relevante besluiten van de vergaderingen van D&H en het AB zijn geraadpleegd om vast te stellen wat met de aanbevelingen genoemd in het rapport van 5 mei 2010 is gedaan. Ook de dossiers van de in het rapport genoemde partijen zijn bestudeerd om vast te stellen of er nog veranderingen zijn geweest na 5 mei 2010 en op welke wijze hierover besluitvorming Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 5 van 23

heeft plaatsgevonden. Voor de na 5 mei 2010 opgerichte verbonden partijen en of deelnemingen is hetzelfde gedaan. Ook is aandacht besteed aan de mogelijke wijzigingen van op samenwerkingsrelaties van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Voor een nadere toelichting op de bevindingen is met de dijkgraaf en heemraad Broens een interview gehouden. Compostering van zuiveringsslib: De op dit moment van toepassing zijnde samenwerkings- en geldleningsovereenkomst is van 16 juli 2007. Aan de hand van deze overeenkomsten is nagegaan hoe de stand van zaken op dit moment is. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 bevat een toelichting op de vier onderzoeksvragen en het gehanteerde toetsingskader. In hoofdstuk 3 worden de bevindingen van het onderzoek beschreven op basis van feiten en omstandigheden. In hoofdstuk 4 is een samenvatting opgenomen van de onderzoeksbevindingen. Ook zijn in dit hoofdstuk de aanbevelingen opgenomen, die van belang zijn bij de beoordeling van de huidige verbonden partijen en/of deelnemingen. In de bijlagen is een organogram van Waterstromen BV opgenomen en worden de geraadpleegde documenten en de namen van de geïnterviewde personen vermeld. 2. Onderzoeksvragen en toetsingskader 2.1 Update rapport 5 mei 2010 Bij de eerste vraag gaat het er om vast te stellen wat is gedaan met de aanbevelingen uit het rapport van de Rekenkamercommissie dd. 5 mei 2010. Als de aanbevelingen niet zijn opgevolgd, wordt nagegaan wat daarvan de reden(en) is (zijn). Zijn de aanbevelingen wel opgevolgd dan wordt nagegaan of deze hebben geleid tot een verbetering van zowel de informatieverstrekking over mogelijke risico s bij de verbonden partijen alsmede over de middels de verbonden partijen te behalen doelstellingen. Ook wordt nagegaan of het instrumentarium van het AB om zijn controlerende taak te kunnen uitvoeren met betrekking tot verbonden partijen en deelnemingen, is verbeterd. 2.2 Ontwikkelingen na mei 2010 Met de tweede vraag wordt beoogd na te gaan welke ontwikkelingen zich na 5 mei 2010 hebben voorgedaan bij de partijen genoemd in het rapport en of de bevindingen in dat rapport nog actueel zijn. Als er nieuwe verbonden partijen en/of deelnemingen na 5 mei 2010 zijn bijgekomen worden deze ook in het onderzoek betrokken. 2.3 Invloed AB op de gang van zaken bij verbonden partijen en of deelnemingen. (governancestructuur) Of de uitvoering van taken nu binnen de eigen organisatie of via het instrument van verbonden partijen gebeurt; het waterschap blijft altijd verantwoordelijk en aanspreekbaar voor de realisatie van de daarmee te realiseren doelstellingen. Als de uitvoering van een publieke taak op afstand wordt gezet, is het onvermijdelijk dat (volledige) directe invloed/sturing door het waterschap niet langer aan de orde is. Deze elementen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Indien directe invloed/sturing van de afzonderlijk deelnemende partijen op de op afstand geplaatste taak blijft bestaan, is het risico groot dat een inefficiënte en ineffectieve werkwijze ontstaat. Om de verantwoordelijkheid voor de realisatie van de doelstelling toch te kunnen dragen, is het van belang een goede en transparante governancestructuur te hebben voor de aansturing van de verbonden partijen. Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 6 van 23

Het doel van governancestructuur is het scheppen van waarborgen voor de realisatie van de doelstellingen en de uitvoering hiervan. Bij governance staan vier cyclische activiteiten centraal: sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden. De kracht van governance schuilt echter niet in deze individuele elementen, maar in het in onderlinge samenhang bekijken van deze elementen. 2.4 Slibverwerking De laatste vraag heeft betrekking op de wijze waarop het waterschap de activiteiten op het gebied van compostering van zuiveringsslib heeft uitbesteed aan GMB. Voor de uitbesteding van compostering van zuiveringsslib is al in 1988 door het toenmalige Zuiveringsschap Oostelijk Gelderland (ZOG) een samenwerkingsovereenkomst gesloten. De essentie van deze overeenkomst was dat GMB het zuiveringsslib voor het ZOG verwerkt tot compost en dat het ZOG aan GMB een geldlening heeft verstrekt voor de financiering van de investeringen die nodig waren voor het composteringsproces. Het ZOG was gehouden het gecomposteerde slib zelf op de markt af te zetten. De samenwerkingsovereenkomst is vervolgens enkele keren aangepast. De op dit moment van toepassing zijnde samenwerkingsovereenkomst is van 16 juli 2007. Deze dient als startpunt voor het onderzoek 2.5 Toetsingskader Bij de beoordeling van de stand van zaken met betrekking tot de samenwerkingsrelaties zijn de wet- en regelgeving uitgangspunt. Het Waterschapsbesluit (artikel 4.1) geeft aan dat onder een verbonden partij moet worden verstaan een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisatie waarin het waterschap een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang wil zeggen zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Van een financieel belang is sprake als het waterschap geen verhaal heeft als de organisatie failliet gaat, of als het waterschap aansprakelijk wordt gesteld als de organisatie haar verplichtingen niet nakomt. Bij leningen en garantstellingen is dus geen sprake van een verbonden partij; het waterschap houdt juridisch verhaal als deze failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is er geen sprake van een verbonden partij; het gaat om overdrachten (subsidies). 2.5.1 Waterschapsbesluit Artikel 4.11 en 4.30 van het Waterschapsbesluit bepaalt dat de begroting respectievelijk het jaarverslag van een waterschap een paragraaf verbonden partijen kent. In artikel 4.20 is bepaald dat deze ten minste bevat: 1. De visie op de verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; 2. De beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen. De toelichting op artikel 4.11 geeft aan dat indien er voor verbonden partijen een actuele kaderstellende nota bestaat, in de begrotingsparagraaf kan worden volstaan met een korte beschrijving van de stand van zaken voor het desbetreffende jaar. De paragraaf vervult naast deze beleidsnota een kaderstellende rol in het proces van beleidsvoorbereiding en beleidsverantwoording. In artikel 4.71 en 4.72 van het Waterschapsbesluit is geregeld dat een lijst van verbonden partijen deel uitmaakt van de uitvoeringsinformatie, onderdeel uitmakend van de begroting respectievelijk het jaarverslag van een waterschap. Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 7 van 23

2.5.2 Wet gemeenschappelijke regeling De Wet gemeenschappelijke regeling geeft de kaders waaraan verschillende overheidsorganen (rijk, provincie, gemeenten en waterschappen) gebonden zijn bij het aangaan van gemeenschappelijke regelingen. De doelstellingen van de regelingen bevinden zich veelal uitsluitend op uitvoeringsniveau waartoe zelfstandige rechtspersonen in het leven worden geroepen. In het kader van dit onderzoek is van belang dat de wet uitgaat van verlengd bestuur d.w.z. dat de deelnemers (mede) eigenaar zijn van de regeling. Dit betekent dat de vertegenwoordigers van het waterschap in de bestuursorganen verantwoording verschuldigd zijn aan hun eigen bestuursorganen. Met betrekking tot de benoeming, schorsing en ontslag van de vertegenwoordigers is het mogelijk zowel leden van D&H als leden van het AB te benoemen als vertegenwoordiger van het waterschap in de verschillende organen. In de praktijk worden veelal uitsluitend leden van D&H benoemd in de organen van de verschillende regelingen. Dit is logisch vanuit de gedachte dat het hier veelal gaat om uitvoeringaspecten, die ook zelfstandig door het waterschap kunnen worden uitgevoerd. Wanneer echter het waterschap besluit om beleidszaken over te dragen aan de gemeenschappelijke regeling worden ook wel AB leden als vertegenwoordiger benoemd. Van belang is ook nog op te merken dat de wet verbiedt dat de leden van het dagelijks bestuur van een gemeenschappelijke regeling dezelfde personen zijn die ook het algemeen bestuur vormen. 2.5.3 Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen Artikel 7 van de ministeriële regeling 1 schrijft met betrekking tot de uitvoeringsinformatie over verbonden partijen voor dat in de lijst van verbonden partijen ten minste de volgende informatie wordt verstrekt: Bij de begroting: a. Naam, vestigingsplaats en rechtsvorm; b. Het openbaar belang dat door de deelname in de verbonden partij behartigd wordt; c. Het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin van het begrotingsjaar. Bij de jaarverslaggeving (naast de hierboven bij de begroting aangegeven punten): a. De veranderingen die zich gedurende het begrotingsjaar hebben voorgedaan in het belang dat een waterschap in de verbonden partij heeft, en; b. Het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het eind van het begrotingsjaar. In de toelichting van genoemd artikel 7 wordt aangegeven dat het hebben en het bijhouden van de lijst van groot belang is. Er is soms gebrek aan informatie en welke relatie het waterschap heeft met welke verbonden partijen. 2.5.4 Verordening waterschap beleids- en verantwoordingsfuncties Het waterschap heeft een verordening 2 vastgesteld waarin de uitgangspunten voor het beleid en het beheer en voor de beleids- en verantwoordingsfunctie van het waterschap zijn opgenomen. Die verordening geeft in artikel 21 uitgangspunten voor de informatieverstrekking aan het algemeen bestuur. 1 Staatscourant 2008 nr. 241 2 Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Rijn en IJssel Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 8 van 23

In de begroting en het jaarverslag wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van relaties met bestaande verbonden partijen, wijzigingen bij of ten aanzien van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen. 2.5.5 Governance In het rapport van 5 mei 2010 was geadviseerd om de RvC van Waterstromen BV te bemensen met onafhankelijk extern gekwalificeerde personen. Tegen deze achtergrond wordt hierna ingegaan op de vennootschappelijk rechtelijke bestuursstructuur. Corporate governance is een stelsel van omgangsvormen voor de bij een vennootschap en haar onderneming direct betrokkenen en belanghebbenden, met name aandeelhouders, commissarissen en bestuurder(s); het houdt een aantal regels in voor goed bestuur en adequaat toezicht. De kern is dat belanghebbenden gebaat zijn bij een goede (interne) beheersing en een goede verantwoording daarover. Binnen het vennootschapsrechtelijke systeem staan de aandeelhouder(s) op afstand van de reguliere bedrijfsvoering. Dit wordt overgelaten aan de bestuurder (of de Raad van Bestuur bij grotere ondernemingen). Een commissaris of raad van commissarissen treedt op als toezichthouder namens de aandeelhouders. Het zijn ook de aandeelhouders die een commissaris benoemen, schorsen of ontslaan. Dat betekent dat een commissaris zich niet mag opstellen als behartiger van een deelbelang, of dat nu de aandeelhouder, werknemer of een andere belanghebbende is. De vennootschap heeft een eigen belang. Het verbod tot behartiging van deelbelangen houdt tegelijkertijd ook het uitgangspunt in dat de commissaris onafhankelijk is en handelt zonder last of ruggespraak. Commissarissen zitten op persoonlijke titel en handelen naar eigen inzicht vanuit een eigen -niet afgeleide- verantwoordelijkheid. Onafhankelijkheid is een sleutelvereiste voor behoorlijk toezicht en daar past geen mandaat bij. De commissaris is dus geen rechtstreekse afgezant van de aandeelhouders, ook al wordt hij of zij door de aandeelhouders aangesteld en verlenen de aandeelhouders de commissarissen op de algemene aandeelhoudersvergadering (AVA) decharge voor het verleende toezicht. De commissaris wordt geacht te handelen in het belang van de vennootschap en heeft de verantwoordelijkheid voor de afweging van de belangen van alle bij de onderneming betrokken actoren. Laat een commissaris een deelbelang toch prevaleren boven het vennootschappelijke belang dan kan aansprakelijkheid op grond van onbehoorlijk toezicht volgen. Wordt een commissaris voorgedragen door een orgaan die alle aandelen bezit (in dit geval het waterschap Rijn en IJssel) dan geldt dezelfde regel. 3. Bevindingen 3.1 Inleiding Het gaat bij dit onderzoek zowel om publieke als private samenwerking, waarbij juridisch zelfstandige entiteiten (verbonden partijen en deelnemingen) zijn opgericht en waarbij het waterschap Rijn en IJssel een direct financieel en bestuurlijk belang heeft. Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 9 van 23

Een effectieve sturing van verbonden partijen is een belangrijk onderdeel van de governancestructuur waarbij het sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden op een evenwichtige wijze binnen dit model zijn verdeeld. Wie (AB of D&H) heeft nu precies welke rol bij het aangaan van een verbonden partij en wie stelt daarbij de bestuurlijke kaders. Hieronder wordt aangegeven op welke wijze uitvoering is gegeven aan de aanbevelingen, zoals opgenomen in het rapport van 5 mei 2010. Daarna wordt van de organisaties opgenomen in hetzelfde rapport en eventueel nieuwe organisaties nà mei 2010 aangegeven: welk beleid de verbonden partij uitvoert; wat de uitvoering van het beleid door de verbonden partij oplevert; wat de belangrijkste ontwikkelingen in 2010-2014 zijn geweest. Op dit moment participeert het waterschap in de volgende verbonden partijen (gemeenschappelijke regelingen): Totaal jaarlijkse bijdrage 3 Jaarlijkse bijdrage 4 deelnemers Rijn en IJssel GBLT 16.713.000 2.3881.000 Aqualysis 5.832.900 705.500 Waterschapshuis 14.817.667 495.228 De deelname aan de Nederlandse Waterschapsbank NV ( 691.265) en Waterstromen BV ( 9.000.000) zijn ook aan te merken als verbonden partijen (deelnemingen). Het aandelenkapitaal waarin het waterschap participeert kan een dividenduitkering opleveren. 3.2 Aanbevelingen rapport 5 mei 2010 Nadat het rapport van 5 mei 2010 was uitgebracht heeft D&H gereageerd op de aanbevelingen middels een bestuurlijke reactie d.d. 7 juli 2010, die is opgenomen in het rapport. Vervolgens is het rapport behandeld in de vergadering van het AB van 16 september 2010. Uit het verslag van deze vergadering blijkt dat er door de leden vragen zijn gesteld, voorstellen zijn gedaan en ook gevraagd is de aanbevelingen over te nemen. Er heeft echter geen besluitvorming plaatsgevonden; het rapport is voor kennisgeving aangenomen. In het rapport van 5 mei 2010 werd aanbevolen: a. Een beleidskader voor verbonden partijen en uitbesteding van werkzaamheden op te stellen; b. Om de vertegenwoordiging meer te spreiden over de leden van D&H; c. De bestuurlijke vertegenwoordiging in het Watermuseum, de laboratoriumsamenwerking en de muskusrattenbestrijding (geen verbonden partijen) nog eens goed te bezien en te onderzoeken of meer bestuurlijke sturing gewenst is; d. De situatie dat leden van D&H zowel aandeelhouder als lid van de RvC van Waterstomen BV zijn te veranderen; e. Het houden van een algemeen bestuursvergadering specifiek gericht op verbonden partijen met als doel om zijn controlerende taak goed te kunnen uitoefenen. Ad. a De commissie deelt de mening van D&H dat het opstellen van een algemeen beleidskader voor verbonden partijen geen toegevoegde waarde heeft. Elk voorgenomen besluit om als waterschap deel te nemen in een samenwerkingsverband moet op haar eigen merites 3 Begroting 2015 4 Begroting 2015 Waterschap Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 10 van 23

worden beoordeeld. De algemene juridische kaders zijn vastgelegd in wet- en regelgeving. Dit geldt ook voor de uitbesteding van werkzaamheden maar hierbij is de wet- en regelgeving vastgelegd in de Aanbestedingswet 2012. Het AB heeft op 5 november 2013 hiervoor een nieuw inkoop- en aanbestedingsbeleid vastgesteld. Ad. b Aan de aanbeveling om de vertegenwoordiging in verbonden partijen meer te spreiden over de leden van D&H is geen uitvoering gegeven. De commissie Rekenkamer is van mening dat deze aanbeveling in relatie moet worden gezien tot de bestuurlijke vertegenwoordiging in het algemeen zoals bedoeld onder c. Daarbij wordt opgemerkt dat bij het waterschap sprake is van collegiaal bestuur en iedere heemraad een vaste vervanger heeft. De wet laat het toe om ook leden van het AB het waterschap te laten vertegenwoordigen. Ad c. Nut en noodzaak om de vertegenwoordiging nog eens te bezien en te onderzoeken of meer bestuurlijke sturing is gewenst bij het Watermuseum, de muskusrattenbestrijding en de laboratoriumsamenwerking, is op dit moment niet noodzakelijk. Het Watermuseum is geen verbonden partij, maar een stichting, waarin het waterschap geen bestuurlijk en financieel belang heeft. De laboratoriumsamenwerking is inmiddels vorm gegeven in een gemeenschappelijke regeling (Aqualysis). De muskusrattenbestrijding is geen verbonden partij en betreft het voor gezamenlijke rekening uitvoeren van deze taak, zonder dat hier risico s aan verbonden zijn. Ad. d De aanbeveling om de situatie bij Waterstromen BV waarbij leden van D&H zowel de rol van aandeelhouder vervullen als ook lid zijn van de RvC te veranderen is niet overgenomen. Ook aan de aanbeveling om een extern lid aan de RvC toe te voegen wordt op dit moment geen uitvoering gegeven. Ten opzichte van de situatie, zoals beschreven in het rapport van 5 mei 2010 is wel de algemene vergadering van aandeelhouders van Waterstromen BV uitgebreid met vier AB leden. Dit geeft meer verbondenheid van het AB met de BV. Ad. e Er zijn na het uitbrengen van het rapport van 5 mei 2010 geen algemene bestuursvergaderingen gehouden, specifiek gericht op verbonden partijen, met als doel het verkrijgen van inzicht en informatie om zijn controlerende taak te kunnen uitoefenen. Wel zijn de begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen conform wet- en regelgeving aan het AB voorgelegd om hen in de gelegenheid te stellen hun zienswijze hierop te geven. 3.3 Waterstromen BV Op 30 september 1999 heeft het AB besloten Waterstromen BV op te richten met als doel het ondernemen van activiteiten die niet behoren tot de waterschapstaken maar wel in het verlengde daarvan liggen en dividend te genereren voor het waterschap. Hierbij is het waterschap de enige aandeelhouder en voor 100 % risicodrager van commerciële activiteiten. Voor deze activiteiten zijn afzonderlijke BV s opgericht, als 100% of 50% deelneming. Waterstromen BV fungeert hierbij als moedermaatschappij (holding). Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 11 van 23

Volgens de geïnterviewden waren de twee belangrijkste redenen in 1999 om een aparte BV op te richten: 1. Algemene politieke klimaat dat de zuiveringstaak op afstand wilde zetten van de Waterschappen. Dit zou betekenen dat de NUON s en de Essent s deze taak zouden overnemen. 2. Het waterschap kan alleen heffen per v.e. Dit leidt er toe dat enkele grote vervuilers zelf zouden gaan zuiveren en het waterschap deze inkomsten misloopt. Daar kwam nog bij dat de eigen zuivering van Aviko op terrein van het waterschap aan vernieuwing toe was. Het waterschap is in de AVA vertegenwoordigd door alle leden van het college van D&H aangevuld met vier leden uit het AB. 5 In het voorstel op basis waarvan de vier leden uit het AB aan de AVA zijn toegevoegd staat te lezen dat de RvC wordt gevormd door twee commissarissen namens het waterschap en een ter zake kundige externe. Op dit moment bestaat de RvC uit de dijkgraaf en twee heemraden. De belangen van het waterschap worden behartigd door de vertegenwoordigers in de AVA. De RvC daarentegen wordt geacht de belangen van de onderneming te behartigen. Nu de RvC bestaat uit personen (leden D&H) die ook zitting hebben in de AVA kan sprake zijn van tegengestelde belangen. Zie ook hetgeen hierover is vermeld in hoofdstuk 2.5.5. De diffuse situatie wordt nog versterkt nu Waterstromen BV drie andere ondernemingen heeft opgericht en hierin voor 100% deelneemt namelijk: 1. Waterstromen Steenderen BV, die het afvalwater van aardappelverwerker AVIKO te Steenderen en Lomm (gem. Venlo) behandelt. 2. Waterstromen Lichtenvoorde BV, die het afvalwater van Rompa Tanneries te Lichtenvoorde behandelt. 3. Waterstromen Dongen BV, die het afvalwater van Ecco Tannery te Dongen behandelt. Daarnaast neemt Waterstromen BV voor 50% deel in twee andere ondernemingen namelijk: BIR BV: een deelneming samen met GMB slibverwerking BV met als doel het verwerken van Biologische Industriële Reststoffen. OWS BV: een deelneming samen met Dusseldorp. Het doel van deze samenwerking is om de door Dusseldorp ingezamelde olie/water/slib-mengsels binnen het inzamelgebied op een verantwoorde manier te verwerken. De statuten van Waterstromen BV laten het deelnemen in andere ondernemingen toe, maar maakt het voor het AB van het waterschap niet mogelijk hierop invloed uit te oefenen. Wel is volgens de statuten hiervoor goedkeuring nodig van de AVA of RvC. In het rapport van 5 mei 2010 wordt uitgegaan van een aandelenkapitaal van 3,5 mln. Op 17 december 2009, heeft het AB besloten het aandelen kapitaal uit te breiden met 5,5 mln. tot 9 mln. Dit kapitaal is inmiddels geheel volgestort. Het vreemde vermogen op 31 december 2013 bedroeg 4,8 mln. De financiële resultaten van Waterstromen BV zijn tot nu toe zodanig dat er door Waterstromen BV nog geen dividend is uitgekeerd. Door onder andere de crisis en enkele tegenvallers is er tot nu slechts sprake van een beperkte vermogensaanwas. Vanaf de oprichting in 1999 tot en met 2013 bedraagt deze ca. 1 mln. 5 Op 17 december 2009 heeft het AB ook besloten de algemene vergadering van aandeelhouders van Waterstromen BV uit te breiden met vier leden uit het AB. Op 25 maart 2010 zijn deze voor de eerste keer aangewezen Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 12 van 23

De algemene vraag die gesteld zou kunnen worden bij Waterstromen is of het in het algemeen wenselijk is te participeren in een onderneming die commerciële activiteiten ontwikkelt en die gefinancierd wordt met publieke middelen. Het is ook de vraag of de argumenten die destijds de reden waren om Waterstromen BV op te richten nog actueel zijn. 3.4 Nederlandse Waterschapsbank NV Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de NWB bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Als gevolg van de economische crisis zijn de eisen van de kredietwaardigheid van banken verscherpt. De directie van de Nederlandse Waterschapsbank heeft, onder goedkeuring van de RvC, besloten tot aanpassing van het reserveringsbeleid. Met ingang van 2011 is de bank overgaan tot maximale reservering van toekomstige winsten. Zodra aan de kapitaaleisen wordt voldaan zal weer ruimte ontstaan voor het uitkeren van dividend. Ten opzichte van mei 2010 is de bestuurlijke invloed en het financieel belang onveranderd gebleven. De dijkgraaf of de heemraad Broens gaan naar de AVA en hebben daar stemrecht (8,34% van de stemmen). Het waterschap bezit 5.666 aandelen A (à 115) en 345 aandelen B (à 460). Van de aandelen B is 25% volgestort. Het totale financiële belang bedraagt dus 691.265. 3.5 Lococensus Lococensus is opgegaan in een nieuwe gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Belastingkantoor Lococensus-Tricijn (GBLT). Het GBLT verzorgt de heffing en inning van de belastingen voor verschillende waterschappen en gemeenten. Door op het gebied van de inning van belastingen samen te werken met anderen, worden de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk gehouden. In 2010 namen er zeven waterschappen deel aan de gemeenschappelijke regeling GBLT. (Zuiderzeeland, Vallei en Veluwe, Rijn en IJssel, Velt en Vecht, Regge en Dinkel, Reest en Wieden en Groot-Salland) en drie gemeenten(leusden, Nijkerk en Dronten). Vanaf 1 januari 2014 zijn de waterschappen Velt en Vecht en Regge en Dinkel gefuseerd tot waterschap Vechtstromen. Tevens is de gemeente Zwolle tot GBLT toegetreden. Het aantal deelnemers aan GBLT bedraagt dan tien. De ontwikkelingen bij GBLT staan beschreven in de begroting 2014 van het GBLT met daarin opgenomen de meerjarenraming 2015-2017 van GBLT. Bij een ontwikkeling gericht op verdere schaalvergroting bestaat het risico dat de efficiencyvoordelen die behaald worden teniet worden gedaan door hogere kosten. De vraag of op dit moment het break-even point bereikt is verdient aandacht. 3.6 Muskusrattenbestrijding In het rapport van 5 mei 2010 vastgesteld dat dit geen verbonden partij is, maar een overeenkomst van kosten voor gemene rekening samen met waterschap Rivierenland. In 2011 is er een nieuwe overeenkomst kosten voor gemene rekening muskusrattenbestrijding waterschappen Rijn en IJssel, Veluwe, Vallei & Eem, Hollandse Delta en Rivierenland gesloten. Rijn en IJssel betaalt 10,4% van de kosten. De muskusratten bestrijding is dus op dit moment ook geen verbonden partij maar een privaatrechtelijke overeenkomst. Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 13 van 23

3.7 Laboratoriumsamenwerking Het waterschapslaboratorium verricht laboratoriumonderzoek en draagt zo indirect bij aan de verwezenlijking van schoon water. Door chemisch, bacteriologisch en biologisch onderzoek te verrichten is controle op naleving van vergunningen mogelijk, het beheersen en het beoordelen van de kwaliteit van het oppervlaktewater/waterbodem en de controle op het zuiveren van afvalwater. De gezamenlijke uitvoering van laboratoriumonderzoek bevordert efficiënt en doelmatig laboratoriumwerk en borgt kwaliteit. In de afgelopen jaren zijn diverse verkenningen afgerond om de doelmatigheid en efficiency verder te vergroten door op grotere schaal te gaan samenwerken (of te fuseren). Daaruit is gekomen dat fusie tussen de waterschapslaboratoria van Groot Salland en Regge en Dinkel voor de betrokken partijen het meeste kans biedt om de samenwerking op het laboratoriumonderzoek ook op langere termijn te kunnen continueren en efficiënt en doelmatig uit te voeren. In het najaar van 2013 heeft dit geleid tot een bestuurlijke besluitvorming voor de oprichting van een nieuwe laboratoriumorganisatie die gaat werken voor de waterschappen Groot Salland, Vallei en Veluwe, Vechtstromen (fusiewaterschap van Regge en Dinkel en Velt en Vecht), Rijn en IJssel, Reest en Wieden en Zuiderzeeland. Op 1 januari 2014 is de operationalisering van de huidige laboratoria van start gaan. Het geïntegreerde laboratorium heeft enige jaren tijd nodig om de voordelen van de schaalvergroting te realiseren en optimaal te gaan functioneren. Uiterlijk op 1 januari 2017 moet het volledige transitieproces zijn afgerond. Bij de bestuurlijke besluitvorming is tevens besloten de Overeenkomst kosten voor gemene rekening van 18 december 2003, zoals gewijzigd bij nadere overeenkomst van 1 april 2004, tussen Waterschap Regge en Dinkel en Waterschap Rijn en IJssel op te zeggen. Heemraad Broens vertegenwoordigt het waterschap zowel in het AB als DB van de gemeenschappelijke regeling Waterschapslaboratorium Rijn-Oost (Aqualysis) Zoals ook in hoofdstuk 2.5.2 opgemerkt is het volgens de Wet gemeenschappelijke regeling niet toegestaan dat dezelfde persoon zowel lid is van het AB als van het DB van een gemeenschappelijke regeling. 3.8 Nederlands Watermuseum Het Nederlands Watermuseum is een initiatief van het Waterschap Rijn en IJssel. In 1998 ontstond het idee voor een voorlichtingscentrum voor het Waterschap Rijn en IJssel in de voormalige Begijnenmolen. Met behulp van anderen groeide het idee van een voorlichtingscentrum al snel uit tot het Nederlands Watermuseum. Het Nederlands Watermuseum is een eigentijds en interactief museum over alle aspecten rond water in Nederland, maar ook in de rest van de wereld. Het museum bestaat uit twee delen n.l. de gerenoveerde oude Begijnenmolen met het bijgebouw 'Aquarium' en een ondergronds watermuseum van 2000 m2 in de voortuin van de Begijnenmolen. In het rapport van 5 mei 2010 is vastgesteld dat het Watermuseum geen verbonden partij is. Het Nederlands Watermuseum is een stichting in de zin van artikel 2:285 BW. Het is daarmee een privaatrechtelijke rechtspersoon en organisatie (art. 2:3 BW). Een heemraad heeft op persoonlijke titel zitting in het bestuur van de stichting. In die zin is dus geen sprake van een bestuurlijk belang middels vertegenwoordiging in het bestuur. Dit zou anders zijn wanneer de heemraad vanuit zijn verantwoordelijkheid als heemraad zitting Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 14 van 23

zou hebben in het bestuur. Nu een stichting geen algemene vergadering van aandeelhouders of algemene ledenvergadering kent, is evenmin sprake van stemrecht. Van een bestuurlijk belang in de zin van het Waterschapsbesluit is dus geen sprake. Op 1 juli 2010 heeft het AB vastgesteld dat het voor het waterschap belangrijk is om de komende jaren op het gebied van educatie en imago met het Nederlands Watermuseum een strategische relatie te bestendigen en financieel te verstevigen door: a. Het ondergrondse gedeelte van de Begijnenhof van het museum te kopen voor een bedrag van 3,5 mln.; de overname van de daarop rustende langlopende leningen met een totaalwaarde van 4,2 mln.; de overname van garanties van het waterbedrijf Vitens (met een omvang van 2,8 mln.) tegen een eenmalige vergoeding van Vitens van 2,0 mln.; b. De structurele jaarlijkse exploitatiebijdrage van het waterschap aan het museum te continueren en vast te stellen op een bedrag van 0,1 mln. Het waterschap is via een recht van opstal juridisch eigenaar van het ondergrondse deel van het museum en huurt het andere deel van de gemeente Arnhem voor een symbolisch bedrag van 1 per jaar. Het waterschap verhuurt het museum aan de stichting het Watermuseum voor 3.176,41 ( ƒ 7.000, -) exclusief BTW per jaar. Ook neemt het waterschap een deel van de personeelskosten voor haar rekening. 3.9 Waterschapshuis Het Waterschapshuis is de regie- en uitvoeringsorganisatie voor de 25 waterschappen op het gebied van ICT. In 2012 is het project TAX-i definitief afgesloten en heeft afrekening met de waterschappen plaatsgevonden. De evaluatie van het project gaf aanleiding tot een heroverweging van ambitie, taken en rollen van Het Waterschapshuis. De stichting Het Waterschapshuis is in 2013 ontbonden en omgezet in een gemeenschappelijke regeling. De dijkgraaf heeft zitting in het algemeen bestuur van Het Waterschapshuis. In 2013 heeft het bestuur van de gemeenschappelijke regeling als eerste een herdefiniëring van Het Waterschapshuis als landelijke ICT-samenwerkingsorganisatie ter hand genomen, onder de naam HWH 2.0. De voor HWH 2.0 gevormde stuurgroep heeft een advies gegeven om te komen tot een behoorlijke versmalling van taken van Het Waterschapshuis. Op 7 mei 2013 heeft het AB van het waterschap Rijn en IJssel het college van D&H toestemming verleend in te stemmen met een wijziging (moment van uittreden en naamswijziging waterschappen) in de gemeenschappelijke regeling en ook ingestemd met de begroting 2014 van het Waterschapshuis. Op 25 april 2014 heeft het AB van het Waterschapshuis de uitgewerkte nieuwe koers (het HWH 2.0) vastgesteld. Een onderdeel van deze nieuwe koers is dat bij opdrachten de kosten, opbrengsten en risico s alleen berusten bij opdrachtgevers van die opdrachten. De gemeenschappelijke regeling dient hiertoe nog aangepast te worden. Besluiten hiertoe zijn in voorbereiding. 3.10 Slibverwerking De rechtsvoorganger van het waterschap het ZOG is op het punt van bewerking en verwijderen van het zuiveringsslib overgegaan tot het biologisch drogen (composteren) daarvan. In dat kader is op 2 juli 1988 door het toenmalige ZOG een Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 15 van 23

samenwerkingsovereenkomst gesloten met GMB waarbij tevens door het ZOG een geldlening werd verstrekt aan GMB benodigd voor de financiering van de benodigde investeringen. Deze verplichtingen zijn destijds toen het ZOG is ontbonden, overgenomen door het waterschap. De samenwerkingsovereenkomst is in de loop van de tijd enkele keren aangepast en de laatste dateert van 16 juli 2007. Ook zijn er ter financiering van de bouw van de installatie diverse leningen verstrekt met looptijden van 25 tot 40 jaar, die aansluiten bij de afschrijvingstermijnen. Hierdoor kenden deze leningen verschillende looptijden (laatste lening eindigde per 2032) en verschillende percentages. In de overeenkomst van 16 juli 2007 is veel aandacht besteed aan de ontvlechting van de historisch gegroeide situatie. Zo is afgesproken dat de bestaande geldleningen (zie hierna) worden omgezet in één lening en dat GMB voor de financiering van verdere investeringen zorg draagt voor eigen rekening en risico. Verder zijn er afspraken gemaakt over prijsgrondslagen en prijsafspraken, evenals de wijze waarop de slibverwerking dient te geschieden. Ook over de kwaliteit van het zuiveringsslib en toeslagstoffen van derden zijn afspraken gemaakt. In de overeenkomst is ook opgenomen dat één maal per jaar overleg plaatsvindt tussen vertegenwoordigers van het waterschap en GMB, die beschikkingsbevoegd zijn en dat GMB dient te zorgen voor een bruikbare milieuvergunning. Op 16 juli 2007 is een nieuwe geldleningsovereenkomst, onder hypothecair verband gesloten. Dit is een omzetting van de pro resto schuld per 1 juli 2007 van vijf eerder verstrekte leningen. Het betreft een 4% annuitaïre lening waarvan de restschuld per 1 juli 2014 nog 2.660.806 bedraagt, die op 1 juli 2018 geheel zal zijn afgelost. Door de samenwerkings- en geldleningsovereenkomst van 16 juli 2007 worden de relaties met GMB simpeler en overzichtelijker en is er sprake van één einddatum, namelijk 31 december 2018. Met ingang 1 januari 2019 bestaan er tussen GMB en het waterschap over en weer geen verplichtingen meer. 4. Samenvatting bevindingen en aanbevelingen 4.1 Samenvatting bevindingen Het AB heeft de commissie gevraagd de volgende vragen te onderzoeken: a. Op welke wijze is uitvoering gegeven aan de aanbevelingen, zoals opgenomen in het rapport van de Rekenkamercommissie Verbonden partijen en deelnemingen d.d. 5 mei 2010? b. Welke ontwikkelingen hebben na het uitbrengen van het rapport d.d.5 mei 2010 plaatsgevonden bij de partijen genoemd in dit rapport en zijn er na 5 mei 2010 nog nieuwe verbonden partijen en of deelnemingen bijgekomen? c. In hoeverre heeft het algemeen bestuur invloed op de gang van zaken bij verbonden partijen en/of deelnemingen? d. Hoe is de huidige relatie waterschap - GMB met betrekking tot de compostering van zuiveringsslib, in samenhang met de aan GMB verstrekte geldlening? Ad a: Het rapport van 5 mei 2010 is behandeld in de AB vergadering van 16 september 2010. Uit het verslag van deze AB vergadering blijkt dat diverse leden wensen hebben geuit en voorstellen hebben gedaan de aanbevelingen over te nemen. Er zijn echter geen concrete besluiten genomen naar aanleiding van het rapport Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 16 van 23

Ad b: Na 5 mei 2010 zijn er enkele besluiten genomen die betrekking hadden op uitbreiding of omzetting van een bestaande regeling (GBLT, laboratoriumsamenwerking en Het Waterschapshuis). Met betrekking tot de muskusrattenbestrijding is in 2011 een nieuwe overeenkomst kosten voor gemene rekening muskusrattenbestrijding waterschappen Rijn en IJssel, Veluwe, Vallei & Eem, Hollandse Delta en Rivierenland gesloten. Rijn en IJssel betaalt 10,4% van de kosten. De muskusratten bestrijding is dus nu ook geen verbonden partij. Op 1 juli 2010 heeft het AB vastgesteld dat het voor het waterschap belangrijk is om de komende jaren op het gebied van educatie en imago met het Nederlands Watermuseum een strategische relatie te bestendigen en financieel te verstevigen door het ondergrondse gedeelte van de Begijnenhof van het museum te kopen en de hierop rustende langlopende leningen over te nemen. Als het gaat om Waterstromen BV stelt de commissie vast dat hier sprake is van een zgn. overheidsbv constructie waarbij het waterschap de enige aandeelhouder is. Gebleken is dat Waterstromen BV feitelijk een holding is die participeert in een drietal 100% deelnames en twee 50% deelnames. Een van de 100% BV s opereert buiten het beheersgebied van het waterschap Rijn en IJssel. Het waterschap heeft inmiddels 9 mln. geïnvesteerd in Waterstromen. Door onder andere de crisis en enkele tegenvallers is er tot nu geen dividend uitgekeerd. Op 17 december 2009 heeft het AB besloten de algemene vergadering van aandeelhouders van Waterstromen BV uit te breiden met vier leden uit het AB. Op dit moment bestaat de RvC uit de dijkgraaf en twee heemraden. Hierbij wordt opgemerkt dat een RvC wordt geacht de belangen van de onderneming te behartigen. Dit kan, in geval van alleen vertegenwoordiging door het waterschap, tot moeilijke situaties leiden in geval van conflicterende belangen. Ad c: De rol van het AB bij GBLT, Aqualysis en Het Waterschapshuis beperkt zich tot het indienen van een zienswijze op hun begrotingen. Voor wat betreft de governancestructuur vertegenwoordigt een lid van D&H het waterschap in het algemeen bestuur van deze regelingen. Als het gaat om de invloed en betrokkenheid van het AB bij de overige deelnemingen is alleen de vertegenwoordiging in Waterstromen BV en de governancestructuur diffuus. Tenslotte is gebleken dat de informatievoorziening over de verbonden partijen in de jaarlijkse begroting en jaarrekening van het waterschap niet voldoet aan de daaraan geldende voorschriften. Ad d: Met betrekking tot de compostering van zuiveringsslib heeft de commissie Rekenkamer vastgesteld dat GMB geen verbonden partij is en dat het waterschap ook niet deelneemt in deze onderneming. De relatie met GMB dateert al uit 1988 toen het toenmalig ZOG besloot een project op te zetten om zuiveringsslib te composteren. Daarbij is door het ZOG een samenwerkingsovereenkomst gesloten met GMB waarbij tevens door het ZOG een geldlening werd verstrekt aan GMB, benodigd voor de financiering van de benodigde investeringen. Deze verplichtingen zijn destijds toen het ZOG is ontbonden, overgenomen door het waterschap. Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 17 van 23

De overeenkomsten zijn in de loop van de tijd enkele keren aangepast en de laatste dateert van 16 juli 2007. Hierin is afgesproken dat GMB het zuiveringsslib voor het waterschap composteert tot 1 januari 2019 en de bestaande geldleningen worden omgezet in één lening. Ook is overeengekomen dat GMB voor de financiering van verdere investeringen zorg draagt voor eigen rekening en risico. Deze overeenkomst eindigt op 31 december 2018. Met ingang 1 januari 2019 bestaan er tussen GMB en het waterschap over en weer geen verplichtingen meer. 4.2 Aanbevelingen 1. De bestuursstructuur van Waterstromen BV en de doelstelling in relatie tot de oorspronkelijke doelstelling in heroverweging te nemen. Onderzocht dient te worden of Waterstromen BV de potentie heeft als volwaardige marktpartij te opereren, zodat andere financiers kunnen worden gezocht en de rol van het waterschap een beperktere wordt. Ook dient te worden nagegaan of de situatie dat de personen die het waterschap vertegenwoordigen in de AVA, ook zitting hebben in de RvC, dient te worden gehandhaafd. De benoeming van een externe commissaris zou hierbij moeten worden overwogen. 2. Het is niet noodzakelijk om de rol van het waterschap zowel inhoudelijk als de governance structuur bij het GBLT en Het Waterschapshuis ter discussie te stellen. Wel vraagt de commissie aandacht voor de kosten ontwikkeling bij een eventuele uitbreiding van het aantal deelnemers bij het GBLT. Dit met het oog op de schaalgrootte van deze uitvoeringsorganisatie en de daarmee verband houdende kosten. 3. Voor wat betreft de gemeenschappelijke regeling Aqualysis geeft de commissie het AB in overweging de structuur waarbij de leden van het AB tevens het DB vormen van Aqualysis te herzien. 4. Richt de paragraaf Verbonden partijen bij de begroting en de jaarrekening zodanig in dat voldaan wordt aan de ministeriele Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen. 5. Bespreek de begroting en de jaarverslagen van de verbonden partijen en deelnemingen in de financiële commissie. 6. De relatie tussen GMB en het waterschap met betrekking tot de compostering van zuiveringsslib is op dit moment van zodanige aard en gelet op de looptijd van de overeenkomsten, dat het geen aanbeveling verdient hieraan verder aandacht te besteden. Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 18 van 23

Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 19 van 23

Bijlagen Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 20 van 23

1. Organogram Waterstromen BV Waterstromen BV Waterstromen Steenderen BV Waterstromen Lichtenvoorde BV Waterstromen Dongen BV BIR BV (50%) OWS BV (50%) Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib 21 pagina van 23

2. Geraadpleegde bronnen Datum D&H voorstellen 23-1-2003 Keuze geldlening of garantie GMB of er van afzien 17-9-2009 Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis 9-4-2013 Wijziging gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis AB voorstellen 20-3-2003 Omzetting lening Waterstromen BV in aandelenkapitaal Uitbreiding aandelen kapitaal en aandeelhoudersvergadering Waterstromen 17-9-2009 BV 25-3-2010 Uitbreiding algemene vergadering van aandeelhouders Waterstromen BV 20-5-2010 Aangaan gemeenschappelijke regeling Lococensus Tricijn 20-5-2010 Zienswijze begroting 2011 Lococensus 16-9-2010 Rekenkamercommissie Onderzoek verbonden partijen en deelnemingen 16-9-2010 Zienswijze begroting 2011 Het Waterschapshuis 19-5-2011 Zienswijze begroting 2012 Het Waterschapshuis 8-9-2011 Zienswijze ontwerp-begroting 2012 Lococensus Tricijn Zienswijze begroting 2013 gemeenschappelijke belastingkantoor Lococensus 3-7-2012 Tricijn 3-7-2012 Zienswijze ontwerp-begroting 2013 Het Waterschapshuis 7-5-2013 Toestemming wijzing gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis 7-5-2013 Zienswijze ontwerp-begroting 2014 Het Waterschapshuis Zienswijze begroting 2014 gemeenschappelijke belastingkantoor Lococensus 2-7-2013 Tricijn Instemmen met toetreden gemeente Zwolle tot gemeenschappelijk regeling 10-9-2013 Lococensus Tricijn 10-9-2013 Aangaan gemeenschappelijk regeling Waterschapslaboratorium Rijn Oost 5-11-2013 Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2013 Documenten Rapport Waterschappen zoeken fiscale partners UVW d.d. november 2005 Statuten Waterstromen BV d.d. 5 september 2003 Samenwerkings- en geldleningsovereenkomst GMB en waterschap d.d. 16 juli 2007 Verslag vergadering AB 16 september 2010, onderdeel rapport Rekenkamercommissie Onderzoek verbonden partijen en deelnemingen Gemeenschappelijke regeling gemeenschappelijke belastingkantoor Lococensus Tricijn Gemeenschappelijke regeling Waterschapslaboratorium Rijn Oost Begrotingen 2010 t/m 2015 waterschap Rijn en IJssel Jaarverslagen 2010 t/m 2013 waterschap Rijn en IJssel Waterschapsbesluit Wet gemeenschappelijke regeling Regeling beleids- en verantwoordingsfunctie waterschappen Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib 22 pagina 23

Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Rijn en IJssel Rapport Onderzoek naar verbonden partijen en of deelnemingen van het waterschap Rijn en IJssel d.d. 5 mei 2010 Aanbestedingswet 2012 Burgerlijk Wetboek 3. Geïnterviewde personen Naam Functie H. Pieper dijkgraaf W. Broens heemraad Update onderzoek verbonden partijen en compostering zuiveringsslib Pagina 23 van 23