Mr. dr. L.F. Asscher Mevr. drs. J. Klijnsma Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG 2509 LV DEN HAAG Plaats en datum Utrecht, 9 december 2013 Ons kenmerk NVVG/JS/2013/114u Onderwerp: Laattijdige Wajong aanvragen Geachte heer Asscher en mevrouw Klijnsma, Gaarne vraag ik bij deze, namens de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG), uw aandacht voor het niet aflatende probleem van de laattijdige Wajong aanvragen. Ik hecht er aan voor op te stellen dat ik - namens de NVVG geen partij ben en wil zijn in politiek gemotiveerde stellingnames en keuzes. In die zin past terughoudendheid. Het gaat hier echter om een professioneel gemotiveerde noodkreet die de toenemende onuitvoerbaarheid van wettelijke regelingen aan de kaak wil stellen. In mijn column d.d. 15 augustus jl. in Medisch Contact vroeg ik reeds aandacht voor deze kwestie. De column (zie bijlage) is luchtig geschreven, maar de problematiek is er niet minder serieus om te nemen. Laattijdige aanvragen zijn medisch inhoudelijk bijzonder moeilijk te beoordelen. Er moeten uitspraken gedaan worden over de medische toestand in een ver verleden. Gegevens uit de relevante periode zijn vaak afwezig, gebrekkig of vernietigd (door overschrijding van de bewaartermijnen). En als ze er wel zijn, zijn ze multi-interpretabel. Dit levert een onevenredig zware belasting op voor het verzekeringsgeneeskundig beoordelingstraject. De aanvragen zijn bijzonder gevoelig voor bezwaar- en beroepsprocedures. Er komt dus nog eens een niet te verwaarlozen belasting van de rechtspraak bovenop. De er mee gemoeide tijd en inspanning vallen beduidend beter te besteden. Pogingen om de beoordeling van laattijdige aanvragen te versimpelen stranden dan ook nog op formele gronden bij de Centrale Raad van Beroep. De Raad oordeelde recent dat een stapsgewijze beoordeling van de laattijdige aanvraag niet door de beugel kan (eerst een arbeidsdeskundige toetsing en daarna zo nodig een medische). De Raad oordeelde dat ten onrechte geen verzekeringsgeneeskundige beoordeling heeft plaatsgevonden. Zie CRvB 20-09-2013, nr. 11/5409 Wet Wajong-T (ECLI:NL:CRVB:2013:1816), USZ 2013/323). Enkele citaten in het kader hieronder. Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde Secretariaat NVVG Postbus 24095, 3502 MB Utrecht Telefoon 030 68 68 764 Bankrekening 592527832 t.n.v. NVVG te Utrecht KvK 40 47 83 61 secretariaat@nvvg.nl www.nvvg.nl
Voor de beoordeling van laattijdige Wajong-aanvragen heeft het UWV een stapsgewijze beoordeling van laattijdige aanvragen (stappenplan) ontwikkeld. Volgens dit stappenplan vindt allereerst een arbeidskundige beoordeling op basis van het het arbeidsverleden plaats teneinde te bepalen of de belanghebbende voldoet aan art. 2:15 lid 1 sub a Wet Wajong. Als de arbeidsdeskundige de conclusie trekt dat sprake is geweest van een substantiële periode waarover de belanghebbende meer dan 75% van zijn maatmaninkomen heeft verdiend, voldoet hij niet aan het bepaalde in art. 2:15 lid 1 sub a Wet Wajong en wordt de aanvraag voor arbeidsondersteuning afgewezen. Een verder onderzoek door de verzekeringsarts is dan niet meer noodzakelijk omdat, zo wordt het in het stappenplan omschreven, de vraag welke beperkingen belanghebbende precies had niet ter zake doet omdat zij blijkbaar geen belemmering vormden om op een normale manier in het werk te functioneren. Art. 2:3 lid 1 Wet Wajong bepaalt dat jonggehandicapte is degene die aansluitend op de dag waarop hij 17 jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling gedurende 52 weken niet in staat is geweest met arbeid meer dan 75% van het maatmaninkomen te verdienen, terwijl niet aannemelijk is dat hij binnen een jaar volledig zal herstellen. In art. 2:5 lid 1 Wet Wajong is, ter nadere invulling van het begrip jonggehandicapte, bepaald dat de beoordeling van wat iemand met arbeid kan verdienen, wordt gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en voor zover nodig een arbeidskundig onderzoek. Uit het samenstel van art. 2:3 lid 1 sub a, 2:5 lid 1 en 2:15 lid 1 sub a Wet Wajong vloeit voort dat de beoordeling van de vraag of een jonggehandicapte in staat is gebleven 75% van het maatmaninkomen te verdienen, dient te zijn gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig onderzoek. Het is dan vervolgens aan de AD ter beoordeling of de door belanghebbende feitelijk verrichte arbeid voldoet aan de door de VA vastgestelde belastbaarheid. Het bestreden besluit is niet deugdelijk gemotiveerd. Het UWV wordt met een tussenuitspraak opgedragen dit gebrek te herstellen. Onze conclusie op basis van deze uitspraak is dat de beoordelingspraktijk op geen enkele wijze wordt vergemakkelijkt. Tot zover de juridische stand van zaken. Niet hoopgevend en niet oplossingsgericht. Voorts vragen wij uw aandacht voor het volgende. Er is geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat Gemeenten de neiging om slechte risico s af te wentelen op andere regelingen in de komende jaren zullen gaan onderdrukken. Een (late) Wajong-aanvraag is gemakkelijk gedaan. Het CPB heeft in haar rapport Van bijstand naar Wajong (2011) hier al uitvoerig verslag van gedaan. Een substantieel percentage van de instroom in de Wajong van de afgelopen jaren is afkomstig van aanvragen geïnstigeerd door Gemeenten. De invoering van de nieuwe Participatiewet in 2015 zal hier niets aan veranderen. Het melden van 30-, 40- en 50-plussers voor een Wajong-uitkering blijft ook na de invoering van de Participatiewet ongelimiteerd mogelijk. Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde Secretariaat NVVG Postbus 24095, 3502 MB Utrecht Telefoon 030 68 68 764 Bankrekening 592527832 t.n.v. NVVG te Utrecht KvK 40 47 83 61 secretariaat@nvvg.nl www.nvvg.nl 2
Wij vragen u serieus te bezien om de wet zodanig te wijzigen of anderszins maatregelen te nemen opdat laattijdige aanvragen tot het verleden behoren. Wij vragen dit niet om politieke redenen, maar op professioneel inhoudelijke gronden. Alleen een tijdige aanvraag stelt de professional (verzekeringsarts) in staat iets zinnigs te zeggen over de arbeidsmogelijkheden op jonge leeftijd. Dat kan door bijvoorbeeld een leeftijdsgrens van 30 jaar te hanteren. Een duidelijke en door professionals goed uitvoerbare wetgeving bevordert de ervaren rechtvaardigheid en vertrouwen in de rechtstaat. Daarnaast staan wij als professionals voor een doelmatige inzet van mensen en middelen. Door het vervallen van de mogelijkheid om een laattijdige aanvraag in te dienen wordt enerzijds op het Wajong volume bespaard en anderzijds op niet mis te verstane wijze op de uitvoeringskosten van medische en arbeidsdeskundige beoordelingen en bestuursrechtelijke procedures. Graag ben ik bereid om in een gesprek een en ander aan u nader toe te lichten. Ik zie uw inhoudelijke reactie hoe dan ook met belangstelling tegemoet. Hoogachtend, met vriendelijke groet, Mr. drs. W. A. Faas, voorzitter NVVG Cc.: Mw. Mr. Drs. H.J. Post, griffier Vaste Kamercommissie SZW Dhr. A. Paling, MBA, Raad van Bestuur UWV Drs. E. van den Berghaage, directeur UWV-SMZ Prof. Dr. R.J. van der Veen, Commissie Sociale Zekerheid en Gezondheidszorg SER Mw. Mr. M.E.J. Klompé, voorzitter NVVA Mw. A. Jorritsma, voorzitter VNG Dhr. B. Wientjes, voorzitter VNO-NCW Dhr. M.A. van Straalen, voorzitter MKB-Nederland Dhr. A.J. Maat, voorzitter LTO Nederland Dhr. J. Smit, voorzitter CNV Dhr. T. Heerts, voorzitter FNV Mw. Drs. R. Visser en Dhr. Bob van der Wal, voorzitters Vakcentrale MHP Bijlage : Column Oh Oh Wajong, Medisch Contact dd 15 augustus 2013 Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde Secretariaat NVVG Postbus 24095, 3502 MB Utrecht Telefoon 030 68 68 764 Bankrekening 592527832 t.n.v. NVVG te Utrecht KvK 40 47 83 61 secretariaat@nvvg.nl www.nvvg.nl 3