Stad Antwerpen Adviesraad voor Duurzame Ontwikkeling en Milieu

Vergelijkbare documenten
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte

De wirwar van planologische natuurbeschermingsmaatregelen.

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

natuurpunt WAL Wase Linkerscheldeoever Schor Ouden Doel

1000 Brussel. Erkenning van het natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne-Waver (Antwerpen)

Kaart 1.1. Legende. Eigendomssituatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

Haven en Natuur. 22/05/2013 Laura Verlaeckt (Havenbedrijf Antwerpen) Peter Symens (Natuurpunt)

ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS

Art. 14. Art. 15. Art. 16.

Resultaat opvraging perceel gelegen in Wetteren afdeling WETTEREN 2 AFD, sectie E met perceelnummer 0397/00P000 [42302E0397/00P000]

Resultaat opvraging perceel gelegen in Hasselt afdeling HASSELT 4 AFD, sectie E met perceelnummer 0440/00F000 [71324E0440/00F000]

De Missing Link op de Groene Ring ten zuiden van Antwerpen

Provincieraadsbesluit

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Resultaat opvraging perceel gelegen in Gent afdeling GENT 16 AFD, sectie K met perceelnummer 0567/00P000 [44816K0567/00P000]

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Sint-Truiden - Tongeren

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

Monitoring Antwerps Havengebied

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie. Erkende natuurreservaten

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

Advies betreffende het ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "Ruige Heide-Antwerpen"

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december

Oosterweelverbinding

BRIEFADVIES. van 19 januari over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen)

Provincieraadsbesluit

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV)

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei Antwerpen

Kempische Kleiputten. Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 1 van 12

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Drie dossiers instandhoudingsdoelstellingen van Vogelrichtlijngebieden

De Zeeschelde: varen tussen Temse en Antwerpen

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december

ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUURBEHOUD A Verantwoording voor opname van de plangebieden in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-PIETERSMOLENWIJK BRUGGE

ADVIES VAN 27 JANUARI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP AFBAKENING VAN DE GEBIEDEN VAN DE NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR VALLEI VAN DE NEDERAALBEEK

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Advies over de impact op avifauna van werken aan wachtboezems in de Antwerpse haven

ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP SCHELDEPOLDERS HINGENE

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOULAAK HERENTALS

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

Actuele topics in aardrijkskunde: RUP in de eigen leefomgeving

17. Het Duinendecreet: onze kustduinen beschermd...113

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan Zelzate-Zuid

Sint-Niklaas - Lokeren

Inhoudstafel. Dit perceel staat niet geregistreerd in het register van herstelvorderingen. Register van Herstelvorderingen

VR DOC.1571/2

A. Samenvatting van het dossier

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

1. Aankoop grond in Reukens

BRIEFADVIES. van 19 januari 2012

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

afbakening zeehavengebied Antwerpen

Gewestplan 1978 tot GRUP

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

Legende. PlanMer De Prijkels Deinze. Situering plangebied "De Prijkels" en zoekzones op gewestplan V N V.B

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015

Steenbakkerij Floren en Cie NV

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012

tegen : tussenkomende partij :

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

Objectnummer: 4.01/31005/ Dossiernummer: 4.001/31005/ Omschrijving:

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Inhoudstafel. Dit perceel staat niet geregistreerd in het register van herstelvorderingen. Register van Herstelvorderingen

Fortengordels rond Antwerpen

A. Samenvatting van het dossier

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 november 2012

Resultaat opvraging perceel gelegen in Mechelen afdeling MECHELEN 3 AFD, sectie D met perceelnummer 0330/00A002 [12403D0330/00A002]

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN

Inhoudstafel. p /003 Verkoop Melveren Centrum 101

Transcriptie:

Stad Antwerpen Adviesraad voor Duurzame Ontwikkeling en Milieu Advies betreffende de ontwerpen van afbakening van Grote Eenheden Natuur en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling Dit advies werd bij consensus vastgesteld op 23 oktober 2002. 1 SAMENVATTING De Adviesraad voor Duurzame Ontwikkeling en Milieu gaat grotendeels akkoord met de voorgestelde afbakeningen van het GEN op het grondgebied van Antwerpen. Hij heeft wel ernstige bedenkingen bij de gevoerde timing. Hij vraagt om in een tweede fase een aantal correcties van de afbakening op te nemen en een reeks nieuwe toevoegingen. 2 INLEIDING De Adviesraad voor Duurzame Ontwikkeling en Milieu brengt op eigen initiatief een advies uit over de ontwerpen van afbakening van Grote Eenheden Natuur (verder GEN genoemd) en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (verder GENO genoemd). Deze ontwerpen van afbakening van GEN en GENO werden op 19 juli 2002 vastgesteld door de Vlaamse regering. Het openbaar onderzoek duurde van 23 september 2003 tot en met 21 november 2003. Het decreet op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 23 oktober 1997, gewijzigd bij decreet van 19 juli 2002, legt de Vlaamse regering op om tegen 2003 het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk af te bakenen (IVON). Het VEN bestaat enerzijds uit Grote Eenheden Natuur (GEN) en anderzijds uit Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO). De oppervlakte VEN bedraagt voor heel Vlaanderen 125.000 ha. Het IVON bestaat enerzijds uit Natuurverwevingsgebieden en anderzijds uit Natuurverbindingsgebieden. Het Vlaams gewest moet eveneens tegen 2003 150.000 ha Natuurverwevingsgebieden afbakenen. De provincies dienen de natuurverbindingsgebieden af te bakenen. Voor deze laatste is geen oppervlaktedoelstelling in het decreet op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu opgenomen. In deze eerste fase van de afbakening wordt 89.000 ha GEN en GENO afgebakend. Volgens de begeleidende brochure worden in de loop van 2003 nog eens ongeveer 9.000 ha GEN en GENO afgebakend via de vaststelling van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen waarbij tevens de bestemming wordt gewijzigd in natuurgebied. De overige 27.000 ha GEN en GENO en de 150.000 ha Natuurverwevingsgebied zullen later eveneens afgebakend worden via gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. 3 ADVIES 3.1 Algemene bemerkingen bij het afbakeningsproces De adviesraad stelt vast dat de decretaal opgelegde timing voor de afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk en het Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk (binnen de 5 jaar na het van kracht worden van het decreet, dus op 20 januari 2003) niet kan gehaald worden. Dit komt omdat de vaststelling van de ontwerpen van afbakening te laat, en slechts gedeeltelijk gebeurden. In het beste geval kan slechts de 89.000 ha GEN en GENO, waarvoor nu een openbaar onderzoek loopt, Doc.: ad02a08.def.doc

ADOMA, advies betreffende GEN _ GENO Fase 1 2/7 afgebakend worden. Zelfs die timing wordt vermoedelijk niet gehaald omdat de Minaraad alle bezwaren en opmerkingen uit het openbaar onderzoek moet coördineren en binnen de 60 dagen na het einde van het openbaar onderzoek (dus op 20 januari 2003) gemotiveerd advies moet uitbrengen bij de Vlaamse regering. Enkel wanneer de Vlaamse regering op dezelfde dag de definitieve afbakening van de GEN en GENO s goedgekeurd, wordt de timing dus gehaald. De Minaraad kan echter nog 25 dagen verlenging aanvragen waardoor de timing zeker niet gehaald kan worden. De afbakening van de tweede fase GEN en GENO en de afbakening van de Natuurverwevingsgebieden wordt pas aangevangen in 2003 en kan dus onmogelijk voor 20 januari 2003 definitief bekrachtigd worden. De Adviesraad is van mening dat de Vlaamse regering hier duidelijk een fout beleid voert. De Vlaamse regering is immers verplicht om de decretaal bepaalde termijnen te respecteren. Niettemin dringt de Adviesraad er op aan om onverkort ook de tweede fase afbakening GEN en GENO (in totaal nog 36.000 ha) en Natuurverwevingsgebieden (150.000 ha) goed te keuren om de reeds opgelopen achterstand tot een minimum te beperken. 3.2 Opmerkingen bij de ontwerpen van afbakening binnen de stad Antwerpen Op het grondgebied van de stad Antwerpen werden geen GENO s en delen van volgende GEN s in ontwerp afgebakend: Nummer Naam omschrijving 303 de Kuifeend omvat zowel de plas van de Kuifeend, de aansluitende natte weilanden in het vormingsstation Antwerpen-Noord als de Grote Kreek, en de iets verder gelegen Bospolder en het Ekers Moeras. 304 Slikken en schorren langsheen de Schelde 306 de Oude Landen en Bospolder omvat binnen Antwerpen op de rechteroever het Groot Buitenschoor, het Galgenschoor, de potpolder van Lillo, de slikken en schorren ten zuiden van de Boudewijn-Van Calewaertsluis, de slikken en schorren vanaf Fort St.Philips tot aan de Royersluis, de slikken en schorren ter hoogte van de Hobokense Polder en de Hobokense Polder zelf. Op de linkeroever omvat het slikken en schorren vanaf Blokkersdijk tot aan de grens Burcht/Zwijndrecht. omvat in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden enkel de Oude Landen tussen de Ekerse Steenweg, de snelweg, het dorpscentrum van Ekeren en de spoorlijn naar Essen. 336 Kleidael omvat het kasteelpark Kleidael te Aartselaar en de aansluitende vallei van de Struisbeek (deels op grondgebied Antwerpen) stroomafwaarts van de A12. 340 Blokkersdijk omvat Blokkersdijk, het St-Annabos, de Middenvijver en het Rot. 3.2.1 de Kuifeend De voorgestelde afbakening omvat enerzijds het erkende natuurreservaat de Kuifeend (waarin naast de Kuifeend sensu strictu ook de Grote Kreek is opgenomen). Het gebied is deels eigendom van de NMBS en deels eigendom van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. Het erkende natuurreservaat werd door de beide eigenaars in huur gegeven aan Natuurpunt vzw. De rest van het gebied omvat de aan de Kuifeend sensu strictu aansluitende natte weilanden binnen het vormingsstation Antwerpen Noord. Die percelen zijn eigendom van de NMBS maar worden niet meer uitgebaat door de landbouw. De gebieden hebben deels de bestemming natuurgebied en deels de bestemming natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat op het gewestplan. De

ADOMA, advies betreffende GEN _ GENO Fase 1 3/7 Kuifeend sensu strictu maakt deel uit van het vogelrichtlijngebied 2.2 Kuifeend-Blokkersdijk en is tevens aangeduid als RAMSAR-gebied. Het gebied heeft een voldoende grote oppervlakte om als GEN aangeduid te worden en vormt het grootste natuurcomplex als relict van de historische Scheldevallei op de rechteroever. Het gebied is een belangrijk broed-, trek-, foerageer- en overwinteringsonderdeel voor de avifauna van de Scheldevallei, in het bijzonder voor het instandhouden van duurzame populaties van Roerdomp, Bruine kiekendief, Blauwborst en Kluut (soorten waarvoor het gebied als vogelrichtlijngebied werd aangeduid) en Geoorde fuut (een soort van de Rode lijst). Het gebied maakt deel uit van de op Vlaams niveau structuurbepalende riviervallei van de Beneden-Schelde. Daarnaast werd ook het gebied Bospolder Ekers Moeras, het eerste afgewerkte natuurinrichtingsproject in Vlaanderen, opgenomen in het GEN de Kuifeend. Dat is verwarrend omdat de naamgeving van een andere GEN (zie 3.2.3) verwijst naar de Oude Landen en Bospolder. Het gebied is eigendom van de Stad Antwerpen, wordt beheerd door Natuurpunt en is ondertussen erkend als natuurreservaat. Hoewel het gebied Bospolder Ekers Moeras inderdaad voldoet aan de criteria om aangeduid te worden als GEN, verdient het aanbeveling om het uit dit GEN te halen en op te nemen in het GEN de Oude Landen en Bospolder omdat het gebied zowel naar biotooptype als naar beheer en functioneren beter aansluit bij het erkende natuurreservaat de Oude Landen dan bij het erkende reservaat de Kuifeend. Vermits voor elk GEN binnen de 5 jaar een natuurrichtplan moet opgesteld worden is het aangewezen om dit gebied te verplaatsen zodat het natuurrichtplan voor Bospolder Ekers moeras een geheel vormt met dat van de Oude Landen. De adviesraad ondersteunt de afbakening van de Kuifeend, de Grote Kreek en de aansluitende natte weilanden als GEN vanwege de hierboven aangehaalde argumenten, maar vraagt om het deelgebied Bospolder-Ekers moeras te verplaatsen naar het GEN de Oude Landen en bospolder. 3.2.2 Slikken en schorren langs heen de Schelde De vaarweg van de Schelde en de aangelegen slikplaten en schorren, waar voor de getijdewerking een zeer dynamisch en specifiek klimaat bestaat, hebben een zeer hoge ecologische waarde. Belangrijk is de aanwezige gradiënt zout-brak-zoet in de getijdengevoelige zone. De landschapsbepalende structuur maakt dat ook trekkende fauna deze route prefereert. Enkele grote natuurgebieden (Verdronken land van Saeftinghe, Groot Buitenschoor en Galgenschoor) vormen de kernen van het natuurlijk systeem maar de tussenliggende eerder smalle oeverzones zijn uiterst belangrijke verbindingen. Alle gebieden uit de ontwerp-afbakening, met uitzondering van de Hobokense Polder, zijn onderdeel van het Habitatrichtlijngebied Schelde- en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent. Grote delen van het gebied zijn tevens onderdeel van het vogelrichtlijngebied Beneden-Schelde Schorren en Polders. Het Galgenschoor, het Groot Buitenschoor en de Hobokense Polder zijn daarnaast ook erkend als natuurreservaat en beschermd als landschap. De buitendijkse gebieden zijn grotendeels eigendom van het Vlaams gewest (Administratie Waterwegen en Zeewezen) en worden deels als natuurreservaat beheerd door Natuurpunt (Het Galgenschoor en het Groot Buitenschoor) en door de afdeling Natuur van het Vlaams gewest (potpolder van Lillo). Bij de afbakening werd evenwel een fout gemaakt. Ter hoogte van de grens met Nederland werd enerzijds het Groot Buitenschoor opgenomen en anderzijds het achterliggende binnendijks gelegen groengebied tussen de Nederlandse grens, de Scheldelaan en de Scheldedijk. Dat gebied heeft op het gewestplan de bestemming groengebied en twee overdrukken Opspuitings- en ontginningsgebieden (grondkleur omzoomd met een paarse rand) en Gebied voor windmolenpark (diagonale lichtblauwe kruisarcering). In dit gebied werd vroeger specie afkomstig uit het graven van

ADOMA, advies betreffende GEN _ GENO Fase 1 4/7 het Schelde-Rijnkanaal opgespoten. De opspuiting is reeds lang afgewerkt, waardoor de nabestemming die van de grondkleur (groengebied) is geworden. Het gebied dat werd aangeduid beperkt zich tot het groene deel volgens het gewestplan, terwijl de paarse omranding (die ook de bestemming groengebied heeft) niet werd opgenomen. Hierdoor is er een smalle strook tussen beide delen, tussen het landinwaartse deel en de grens en tussen het landinwaartse deel en de Scheldelaan foutief niet opgenomen. Binnen dit GEN vormt de Hobokense Polder een buitenbeentje. De grootste oppervlakte van het afgebakende gebied is eigendom van de Stad Antwerpen en een aanzienlijk deel van de gewestelijke huisvestingsmaatschappij Beter Wonen. Het afgebakend gebied is in zijn geheel beschermd als landschap, en het grootste deel, de eigendom van de Stad Antwerpen, is erkend als natuurreservaat. Dit laatste wordt samen beheerd door Natuurpunt en de Stad. Het gebied herbergt tal van bijzondere soorten: Bruine winterjuffer (bedreigd in Vlaanderen), Draadklaver (bedreigd), Bosorchis (zeldzaam), Zomerbitterling (zeer zeldzaam), Steenanjer (zeer zeldzaam), Moerasmelkdistel (zeer zeldzaam), Bijenorchis (zeer zeldzaam), Welriekende agrimonie (zeer zeldzaam). Door de ligging aan de Schelde en de aanwezigheid van moerasbiotopen vormt het gebied ook een belangrijk broed-, foerageer- en rust gebied voor de avifauna. De historische relatie van het polder- en slikkengebied met de Schelde is door opeenvolgende ophogingen sinds de jaren zestig grotendeels verdwenen. Hierdoor verschilt de Hobokense Polder zowel biotisch als abiotisch functioneren sterk van de overige gebieden van dit GEN. Dit uit zich ook in de noodzakelijke inrichtings- en beheersmaatregelen. Het verdient dan ook aanbeveling de Hobokense Polder als apart GEN af te bakenen. Bovendien is de afbakening van de Hobokense Polder onnauwkeurig. In het uiterste noorden van het gebied werd een deel met bestemming natuurgebied en erkend als natuurreservaat niet opgenomen, terwijl in het zuiden van het gebied, langsheen de Schroeilaan, een reeds 20 jaar geleden afgebroken woning uit de afbakening werd geweerd (zie figuur 2). De adviesraad adviseert de aanduiding als GEN positief maar dringt er op aan de Hobokense Polder als apart GEN af te bakenen en om het gehele gebied aan te duiden als GEN zodat alle instrumenten uit het decreet op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu kunnen ingezet worden in het volledige gebied. Op figuur 1 en 2 in bijlage wordt cartografisch aangegeven welke aanpassing door de Adviesraad wordt geadviseerd (uitbreiding met de zone die horizontaal geel gearceerd is). 3.2.3 de Oude Landen en Bospo lder Het GEN omvat een deel van het erkende natuurreservaat de Oude Landen. Het gebied is eigendom van de stad Antwerpen en wordt beheerd door Natuurpunt. Het is tevens beschermd als landschap. Het gebied herbergt tal van soorten van bijzonder betekenis: Vleeskleurige orchis (zeer zeldzaam, ca. 12.000 exemplaren, één van de grootste populaties in West-Europa van deze soort), Moeraswespenorchis (zeer zeldzaam, ca. 1.000 exemplaren, één van de grootste Vlaamse populaties), Bosorchis (zeldzaam, ca. 3.000 exemplaren), Slijkgroen (bedreigd, duizenden exemplaren, grootste populatie van Vlaanderen), Zomerbitterling (zeer zeldzaam, grootste populatie van Vlaanderen). Vanwege de centrale ligging binnen een gordel van belangrijke natuurgebieden langs de Schelde vormt het gebied een belangrijke fourageer-, overwinterings- en broedgebied nabij het rechteroevergedeelte van het havengebied voor de avifauna. De Adviesraad stelt vast dat een deel van het erkende natuurreservaat de Oude Landen niet is opgenomen. Het betrokken gebied is gelegen aan de westzijde van de Ekerse Steenweg ten noorden van de A12 en ten zuiden van de wijk Rozemaai. Het is eigendom van Natuurpunt en heeft de

ADOMA, advies betreffende GEN _ GENO Fase 1 5/7 bestemming bufferzone op het gewestplan. De adviesraad wenst dat dit deel eveneens wordt opgenomen in het GEN. De Adviesraad stelt eveneens vast dat de uitbreidingsperimeter van het erkende reservaat ten oosten van de spoorlijn 12 Antwerpen-Essen en ten westen van de goederenspoorlijn 27A niet is opgenomen. Dit gebied heeft de bestemming parkgebied. De Adviesraad adviseerde reeds eerder om het gebied in te richten als gecontroleerd overstromingsgebied door de Laarse beek te verleggen. Hierdoor kan enerzijds de ontwikkeling van natuurelementen en het opnieuw ecologisch verbinden van de bovenstrooms gelegen bosgebieden (o.m. het Peerdsbos) met de Oude Landen en anderzijds het risico op ongewenste overstromingen in Ekeren-Donk en Merksem substantieel verkleind worden. Om die reden adviseert de Adviesraad het parkgebied tussen beide spoorwegen eveneens op te nemen in het GEN. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden wordt de Bospolder en het ernaast gelegen Ekers Moeras niet opgenomen in dit GEN, maar in het GEN de Kuifeend. De Adviesraad dringt er op aan om dit deelgebied te verplaatsen van het GEN de Kuifeend naar het GEN de Oude Landen en Bospolder. De Adviesraad adviseert daarom dat enerzijds het deelgebied Bospolder-Ekers Moeras wordt verplaatst van het GEN de Kuifeend naar het GEN de Oude Landen en Bospolder en anderzijds om zowel het deel van het erkende natuurreservaat aan de oostzijde van de Ekerse Steenweg en de uitbreidingsperimeter aan de oostzijde van de spoorlijn 12 Antwerpen-Essen op te nemen in het GEN de Oude Landen en Bospolder. Op figuur 3 in bijlage wordt cartografisch aangegeven welke uitbreidingen door de Adviesraad worden geadviseerd (uitbreiding met de zone die horizontaal geel gearceerd is). 3.2.4 Kleidael Slechts een beperkt deel van het GEN Kleidael ligt op het grondgebied van de stad Antwerpen. Het gaat concreet om de noordelijke oever van de Grote Struisbeek stroomafwaarts van de A12, ten zuiden van de afvalverbrandingsoven van ISVAG. De beek heeft hier nog een natuurlijk meanderend verloop. De Adviesraad gaat akkoord met de aanduiding van het gebied als GEN. Daarnaast adviseert hij om ook het stroomopwaarts gelegen deel van de vallei van de Grote Struisbeek (ten oosten van de A12), waar de beek de grens vormt tussen Antwerpen en Aartselaar en Edegem, in de volgende fase eveneens af te bakenen als GEN. De beekvallei kent ook hier nog een natuurlijk meanderend verloop en wordt maar op een paar plaatsen onderbroken door de bestaande bedrijvigheid. Dat is voor een deel te danken aan een reservatiestrook (initieel voor de aanleg van de grote ring, later enkel voor de aanleg van pijpleidingen) die bebouwing niet toelaat. Meer stroomopwaarts is de zuidelijke oever van de vallei nog volledig intact en is de noordelijke oever slechts deels bebouwd. Om de overstromingsproblematiek van de regio op te lossen is het ruimte geven aan de beek in haar vallei noodzakelijk. Het gebied Klaverblad sluit aan op Kleidael (figuur 4). Het is een kasteelpark (bos van ruim 45 ha) omgeven door extensief begrazen weilanden omzoomd met knotwilgen en andere KLE s. Het dominerende vegetatietype is het eiken-berkenbos (qb). In de onmiddellijk nabijheid van Klaverblad situeren zich de schans 16 en 17 van de veiligheidsomwalling. Deze hebben een potentiele waarde als vleermuizenhabitat. Klaverblad heeft op het gewestplan grotendeels de bestemming parkgebied. Het is tevens een potentieel verbindingsgebied tussen fort 7 en fort 8, en maakt deel uit van de groene vingers van Antwerpen zoals beschreven in het Ruimtelijk structuurplan van de Provincie Antwerpen.

ADOMA, advies betreffende GEN _ GENO Fase 1 6/7 De Adviesraad adviseert het voorgesteld gebied definitief aan te duiden als GEN en in de tweede fase, mits wijziging van de bestemming, ook de stroomopwaartse delen van de vallei van de Grote Struisbeek af te bakenen als GEN. In de tweede fase zou ook het gebied Klaverblad mee opgenomen moeten worden in het GEN Kleidael. 3.2.5 Blokkersdijk Het gebied is een waardevolle maar versnipperde open ruimte gelegen op linkeroever naast de Schelde met een groot belang voor de avifauna. Naast talrijke broedvogels worden doortrekkende watervogels tijdens de winterperiode in grote aantallen en (zeer) zeldzame soorten geobserveerd. De nabijheid van de Schelde als trekroute draagt hier in belangrijke mate toe bij. Het gebied is deels aangeduid als vogelrichtlijngebied 2.2 Kuifeend Blokkersdijk. Het belangrijkste kenmerk van Blokkersdijk is het voorkomen van 1.220 krakeenden en 1.400 slobeenden, naast redelijke aantallen andere watervogels van nationaal belang. Eveneens komen enkele Annex I-soorten voor. Hetzelfde deel is ook erkend als natuurreservaat. Het Vliet, Blokkersdijk en Het Rot zijn beschermd landschap. Het volledige gebied (Sint-Annabos, Blokkersdijk, Het Vliet en Het Rot) zijn eigendom van het Vlaams gewest en worden deels beheerd door de Afdelingen Natuur en Bos & Groen en deels door Natuurpunt. De Adviesraad adviseert het voorgesteld gebied definitief aan te duiden als GEN. 3.3 Aanbevelingen voor de tweede fase van de afbakening De adviesraad dringt er op aan dat in de tweede fase van de afbakening de punt 3.2 voorgestelde uitbreidingen die in punt 3.2 aan bod kwamen, indien ze bij de definitieve vaststelling van deze GEN s niet weerhouden worden, opgenomen worden als GEN: - de aanpassing van de begrenzing van het deel van het GEN Slikken en schorren langsheen de Schelde ; - de uitbreiding van het GEN de Oude Landen en Bospolder met het erkende reservaat ten westen van de Ekerse Steenweg en met het gebied tussen spoorlijn 12 Antwerpen-Essen en goederenspoorlijn 27A; - Kasteel Klaverblad (Wilrijk) en omgeving - de vallei van de Grote Struisbeek, stroomopwaarts van de A12. Daarnaast dienen volgens de raad ook volgende gebieden in de tweede fase afgebakend te worden als GEN of ten minste als natuurverwevingsgebied: - de Noordland- en Kabeljauwpolder te Zandvliet; - de Grensstrook Zandvliet tussen het Schelde Rijn Kanaal en de Nederlandse grens - de Ruige Heide te Zandvliet - de boscomplexen tegen de Nederlandse grens te Berendrecht; - het Reigersbos, de bufferzone De Zouten te Berendrecht; - omgeving Noordkasteel - de Verlegde Schijns en de rest van het vormingsstation Antwerpen-Noord; - de forten van Merksem, Wilrijk (6 en 7) en Hoboken (8); - Galgenweel en Burchtse Weel en de bufferzones rond en tussen de snelwegencomplexen; - Petroleum Zuid en de omgeving van de Hollebeek. - Peerdsbos De adviesraad merkt tevens op dat delen van de voorgestelde afbakeningen van het GEN op het grondgebied van de gemeente Beveren binnen het Havengebied door de schorsing van de zogenaamde tweede gewestplanwijziging door de Raad van State op 30 juli 2002, niet meer de

ADOMA, advies betreffende GEN _ GENO Fase 1 7/7 geëigende bestemmingen hebben om in aanmerking te komen voor de afbakening. De adviesraad dringt er daarom op aan de natuurcompensaties die door het decreet voor enkele bouwvergunningen waarvoor dwingende redenen van groot algemeen belang gelden van 14 december 2001 werden vastgelegd op korte termijn via een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden verankerd. Die natuurcompensatiegebieden dienen tevens aangeduid te worden als GEN. Ook voor het volledige Gecontroleerd Overstromingsgebied Kruibeke-Bazel-Rupelmonde, dat tevens als natuurcompensatie in dat decreet werd opgenomen, moet via een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan de bestemming dringen worden gewijzigd naar natuurgebied en dient het gebied afgebakend te worden als GEN (in de voorliggende afbakening is slechts een beperkt deel van het gebied opgenomen). De verankering van de vermelde natuurcompensaties via ruimtelijke uitvoeringsplannen is niet alleen belangrijk om het ecologisch functioneren van de grote eenheden natuur veilig te stellen, maar is tevens van belang voor de verdere ontwikkeling van de Antwerpse Haven. Het directiecomité van het Gemeentelijk Havenbedrijf keurde in juli 2002 een visienota goed over de afbakening van de Ecologische Infrastructuur binnen de zeehaven. Daarin wordt een lijst met gebieden opgesomd waarvan het havenbedrijf vindt dat ze door het Vlaams gewest dienen afgebakend te worden als GEN of GENO. Zowel de Slikken en schorren langsheen de Schelde, de Kuifeend, de Oude Landen en Bospolder en Blokkersdijk zijn in deze lijst vermeld. 3.4 Conclusies De Adviesraad dringt er op aan dat het college van burgemeester en schepenen voor het einde van het openbaar onderzoek een advies formuleert over de afbakening van de GEN en GENO s en daarbij rekening houdt met de in dit advies voorgestelde goedkeuringen, schrapping en uitbreidingen.