Salesiaanse vorming van kleuterleidsters en leerkrachten van het basisonderwijs

Vergelijkbare documenten
Salesiaanse vorming van nieuwe personeelsleden ter plaatse

In dialoog met Don Bosco een opvoedingsproject

Salesiaanse vorming van nieuwe personeelsleden ter plaatse

In dialoog met Don Bosco een opvoedingsproject

Ontwerp van een draaiboek voor het onthaal, de begeleiding en de salesiaanse vorming van nieuwe personeelsleden ter plaatse.

Werken in Teamverband Vragen voor een groepsgesprek

In dialoog met Don Bosco een opvoedingsproject

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

Opvoedingsproject. Nieuwen Bosch Humaniora Gent

We willen kansen scheppen om uw kind evenwichtig te laten ontplooien. We houden rekening en hebben respect voor de eigen mogelijkheden van elk kind.

Vijf opdrachten voor het Katholiek Basisonderwijs in Vlaanderen

Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs Guimardstraat 1, 1040 BRUSSEL. Deel 1 Opvoedingsproject

GIBO HEIDE. pedagogisch project

Functiebeschrijving mentor

SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels

Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015)

1. Pedagogisch project - visie

Ludo Guelinckx WEGWIJS IN OKB

Een boog van solidariteit: vrijwilligerswerk

Pedagogisch Beleidsplan

Niet in grote woorden, maar eerder door een consequente beleving proberen we christelijk op te voeden.

ONDERWIJS MAKEN WE SAMEN

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!

Don Bosco Groenveld. en Don Bosco Groenveld plus. Visietekst

Deel 1 Opvoedingsproject

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

dialooghouding We stellen u onze visie even voor.

1 Werken aan de schooleigen christelijke identiteit (opdracht 1)

Leren met ambitie. jong en oud, hand in hand. een thuis vanuit. redelijkheid/rationaliteit, hartelijkheid/emotionaliteit, geloof/zingeving

Visietekst rond de samenwerking tussen het basisonderwijs en het secundair onderwijs

Aandacht, affectie, waardering, respect en ondersteuning.

De (vak)docent als Pedagoog en Sociaal Agent

Opdrachtverklaring. Pedagogisch Project. vzw BuBaO Sint-Lievenspoort

Deel 1: Pedagogisch project Vrije Basisschool Lenteland

-Onze school behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijsnet. Het schoolbestuur is de gemeente Olen.

MOGELIJKHEID TOT EXPLORATIE BIEDEN

Sint - Joris. Pedagogisch project. Sint-Jorisinstituut Bazel. Pedagogisch project S.W.P

Voorbereiding Methodiek 5

Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie

Obs de Bouwsteen. Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN. actief burgerschap en sociale integratie

OPVOEDINGSPROJECT DE LINDE

BELOFTE-FORMULES DOOPLITURGIE. voor het doopsel van meerdere kinderen

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

Gezien het bovenstaande zijn kunstvakken direct of indirect betrokken bij het nastreven van vakoverschrijdende

Van je moeder moet je het hebben, van je dochter kun je het krijgen! Mayke Smit & Alice Altink

Schooljaar Protocol grensoverschrijdend gedrag - Basisschool De Vijf Hoeven

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

VISIE PEDAGOGISCH PROJECT

Visie pastoraal in Monsheide

Deel 1. Opvoedingsproject

Wij gaan met plezier naar school.

SAMEN SCHOLEN in Ter Aar

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT

1. Algemene situering van de cursus NCZ leraar secundair onderwijs-groep 1 2. Doel van de cursus NCZ

Onderwijskundige doelen

Doelen relationele vorming

Don Bosco Halle dé STEM school. Infoavond 22/02/2019

Bijzonder procesdoel 4: beleven van de democratie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

Inhoudsopgave 1. Brede School Schimortera (=BredeSchool Schimortera) 2. Doelstelling BSS 3. Mensvisie BSS 4. Mensvisie BSS 5. Pedagogische visie van B

Functiebeschrijving van preventie adviseur

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Ankerpunten voor morgen

Pedagogisch beleidsplan Integraal Kindcentrum de Weide

Samenwerken aan welzijn

Klas-in-zicht Wat? Hoe gaan we tewerk? Aan de slag en verder?

Identiteit in woorden Stichting St. Josephscholen Nijmegen

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1

Spannend: Participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg.

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren).

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

Burgerschapsvorming LVGS

WILLEM VAN ORANJE Ons Identiteitsbewijs, bestaande uit onze beginselen en ons paspoort Definitieve tekst d.d. 4 maart 2016

Kinderen met een handicap op de schoolbanken

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

SWOT. Werkblad 1 Sterke punten. 1.Omgevingsgericht heid

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Verkennen van de vele kanten van een mens met een psychiatrische aandoening. Birgit Bongaerts

PROCESDOEL 1 VRIJ EN ZELFSTANDIG LEREN DENKEN EN HANDELEN

Visie op burgerschap en sociale integratie

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Klasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime?

INFORMATIEBROCHURE EXAMENCOMMISSIE BASISONDERWIJS. Centrale Examenschool Sint-Lievencollege

Uitwerking kerndoel 3 Nederlandse taal

Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan Vorselaar 014/ / /

Attituderapport. Eerstes. Schooljaar Don Boscocollege Zwijnaarde. Naam... Nr... Klas...

De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap

GRO TE REIS. Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2

ALGEMENE FUNCTIEGEGEVENS. Kinderbegeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang. Functiebeschrijving

Life Skills: de ervaring van VIA Don Bosco. Educaid uitwisseling 12 december 2012

Competentieprofiel medewerker BAAL

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs

1 ste graad 2 de graad 3 de graad. Communicatie. Creativiteit. Praatronde - klasraad (Vakoverschijdende eindtermen: Gemeenschappelijke stam)

Actieplan sociale veiligheid

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

BELEIDSPARTICIPATIE DOOR EEN KINDERRECHTENBRIL

Transcriptie:

Salesiaanse vorming van kleuterleidsters en leerkrachten van het basisonderwijs De opvoedingsdoelen Vrijheid samen DON BOSCO zijn plaats geven

1. Voorafgaande opmerkingen Met deze tekst beogen we een bijdrage te leveren tot het concretiseren, het dichterbij brengen van het salesiaans pedagogisch project: in dialoog met Don Bosco, een opvoedingsproject naar de wereld van het basisonderwijs. Op p. 12 van dit opvoedingsproject lezen we: We schrijven dit project voor het geheel van de Vlaamse Don Boscogemeenschap. Dat verplicht ons vrij algemeen te blijven. Scholen, jeugdtehuizen, internaten, bezinningscentra en speelpleinen zullen vanuit de eigen situatie en de eigen noden een vertaling horen te maken van dat project in een visietekst en werkplan. In die zin is dit opvoedingsproject niet alleen een voorstelling van datgene waar wij in de werken van Don Bosco Vlaanderen voor staan en gaan, maar ook een aanzet tot bezinning op de eigen praktijk. Het is dus een uitdaging, om wat algemeen verwoord werd, te vertalen naar de wereld van het basisonderwijs, maar getrouw te blijven aan de algemene tekst. De voorliggende tekst is vrij uitvoerig omdat we enerzijds het opvoedingsdoel vrijheid waarover het hier gaat, breed willen situeren binnen het opvoedingsproject, binnen het werken in een salesiaanse context en ook binnen het breder maatschappelijk gebeuren. Anderzijds willen we ook een aantal heel concrete voorbeelden geven hoe je als leerkracht, als kleuterleidster de kinderen, de kleuters kunt helpen opvoeden tot vrije mensen. Ondanks het feit dat de twee opvoedingsdoelen: vrijheid en verantwoordelijkheid elkaar sterk oproepen en samen kunnen omschreven worden, kozen we er voor om de beide opvoedingsdoelen elk afzonderlijk toe te lichten. De reden hiervoor is dat we elke opvoedingsdoel in zijn specificiteit voldoende tot zijn recht willen laten komen. 2. Enkele bespiegelingen Vorming en ondersteuning van nieuwe maar ook ervaren leerkrachten en kleuterleidsters is een wezenlijk deel van het personeels- en nascholingsbeleid van een school. Om dit te waar te maken moet het een gepland aspect zijn in het globale schoolgebeuren. De directeur is de eindverantwoordelijke voor dit beleid wat niet wil zeggen dat hij dit niet samen kan bespreken met zijn team vanuit het perspectief van een samen-gedragen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van onderwijs en leven op school. Werken binnen een salesiaanse context, vanuit het opvoedingsproject versterkt nog het belang van het samen schoolmaken, van het samen verantwoordelijkheid opnemen voor een leefbare school, waar kinderen en leerkrachten groeikansen, leerkansen krijgen om zich te ontwikkelen op de vele aspecten van hun mens-zijn. En waar, specifiek wat de leerkrachten betreft, zij leerruimte aangeboden krijgen om zich professioneel te ontwikkelen. Opvoeden van kleuters, van kinderen gebeurt doorheen het dagelijks onderwijzen en met hen leven in de klas, op de speelplaats, in de refter, op uitstap... Waartoe willen we ze opvoeden, in welke richting willen we hen helpen uitgroeien? 2

Vrijheid is één van de doelen die in het opvoedingsproject naar voor wordt geschoven en waaraan in een Don Boscoschool wordt gewerkt. Ook al wordt het in deze context apart behandeld, het moet steeds verstaan worden in relatie met de drie andere opvoedingsdoelen (verantwoordelijkheid, verbondenheid en zingeving) en in het perspectief van de integrale ontwikkeling van het kind. De omschrijving van de opvoedingsdoelen in het opvoedingsproject gebeurde tegen de achtergrond van het daar gehanteerde mensbeeld, maar ook vanuit de ruimte en de tijd waarin we opvoeding gestalte moeten geven d.w.z. Vlaanderen bij ste het begin van de 21 eeuw. In de maatschappij waarin wij leven dient de hedendaagse opvoedingswerkelijkheid zich aan als een veelheid van ideeën, stromingen, normen, levenswijzen, waarden,... waarin vaak weinig ordening te vinden is. Omdat we ons met ons opvoedingsproject midden in die veelheid plaatsen, komen we in een spanningsveld terecht van ons aanpassen aan die werkelijkheid en tegelijkertijd ons kritisch ertegenover opstellen. Vandaar dat we opteren voor een communicatief opvoedingsmodel. Als opvoeder staan we in de ruimte tussen de vele opvattingen en reflecties die jongeren hebben bij de vragen die ze zich stellen i.v.m. het leven in het algemeen en de vrijheid in het bijzonder. Wanneer we deze elementen in een gesprek met de jongeren kunnen opnemen ontstaat groei naar meer menselijkheid. Naast formele (vormings)momenten bieden ook informele gesprekken inspiratie om van het opvoeden tot vrijheid werk te maken. 3. Tekst uit het opvoedingsproject: vrijheid In ons mensbeeld hebben we beschreven hoe de mens een dynamisch wezen is, er op uit om zich te ontwikkelen tot een complete en unieke persoon. Dat kan alleen maar binnen een groei in persoonlijke vrijheid. Die vrijheid is een van de belangrijkste dingen die een mens bezit en die hij wil nastreven. Die vrijheid zal hij in ieder geval trachten te ontwikkelen. Zelfs al heeft hij nog niet direct een ideaal voor ogen, hij wil loskomen uit en zich ontpoppen. Daartoe moet de mens de nodige ruimte en middelen krijgen. Dat is het recht van de (jeugdige) mens. In zijn muziek, in zijn jeugdbeweging, in zijn uitgangsleven, in zijn idolen, in zijn fantasieën, in zijn hang naar vriendschapsbanden, in zijn tv-kijken, in zijn school, zijn thuis, in zijn (on)geloof, in zijn relaties, in zijn seksualiteit... is de jongere op zoek naar zichzelf en naar het invullen van zijn eigen levensproject in vrijheid. Opvoeden is de jongere bijstaan bij zijn zoektocht naar vrijheid en zelfstandigheid. Het is hem helpen zich vrij te maken van eenzijdigheid en beperktheid. Het is hem helpen zich te verlossen van angst en vervreemding. Zich integreren in die maatschappij, maar er zich tegelijkertijd ook kritisch tegenover opstellen, is de opgave. Een kritische socialisatie kan men dat noemen, maar hoort dat ook te worden. Wat dat in praktijk betekent moet ingevuld worden binnen de concrete situatie waarin de jongere zich bevindt en waarin de opvoeding plaatsheeft. In dialoog met Don Bosco: een opvoedingsproject, Don Bosco Centrale, Sint-Pieters- Woluwe, 2001, p. 35-45. 3

Deze tekst: vertaald naar het basisonderwijs Opvoeden is de kleuter, het kind bijstaan bij zijn zoektocht naar vrijheid en zelfstandigheid. Het is het kind, de kleuter helpen zich vrij te maken van de voortdurende afhankelijkheid en nabijheid van volwassenen en hem stimuleren om zelf op tocht te gaan, om zelf de wil te ontwikkelen taakjes op zich te nemen die hij normaal, gezien zijn ontwikkelingsfase, kan uitvoeren. Daartoe heeft de kleuter, het kind, een klimaat nodig dat voldoende veiligheid en warmte biedt, zodat het kind zijn angst en onzekerheid overwint om die stapjes te zetten. 4. Doelstellingen De kleuterleidsters/leerkrachten maken kennis met de inhoud van de vier opvoedingsdoelen zoals die in het opvoedingsproject zijn omschreven. De kleuterleidsters/leerkrachten zijn gemotiveerd om het werken naar die opvoedingsdoelen in hun onderwijspraktijk te integreren (implementatie) in het algemeen en de vrijheid in het bijzonder. De kleuterleidsters/leerkrachten zien zowel in hun onderwijspraktijk als in de vrije momenten kans om kleuters/kinderen tot een grotere vrijheid te brengen. Opvoeden tot vrijheid veronderstelt het aangeven van grenzen. De leerkrachten en de kleuterleidsters kunnen op correcte manier grenzen aangeven en deze ook motiveren. De kleuterleidsters/leerkrachten zijn zich bewust van de risico s en valkuilen verbonden aan een naïeve invulling van het begrip vrijheid en aan de hantering ervan in de praktijk. 5. Inhoud Verschillende actoren spelen in het proces van volwassen worden van kinderen een belangrijke rol: ouders, familie, buurt, school, jeugdbeweging,... maar ook opiniemakers zoals de media, reclame,... treden al vlug binnen in de wereld van het kind. Volwassen worden is een kwestie van leren verwerken van wat men van anderen in de wisselende omstandigheden van het leven heeft meegekregen en van wat zich onophoudelijk in het leven aandient. In die zin is volwassen worden een proces van emancipatie, van ontvoogding waardoor het kind zijn eigen persoonlijkheid vormgeeft. Ook het jonge kind staat reeds voor deze opgave. Een kind doet doorheen de dag heel wat ervaringen op, die het al of niet een goed gevoel geven. Goed wanneer het aansluit bij zijn beleving (intuïtief en aangeleerd) van wat fijn en goed is. Ongemakkelijk of onzeker, wanneer dit niet het geval is. Met andere woorden, datgene wat het kind meemaakt, wordt getoetst aan vroegere ervaringen en aan de waarden die volwassenen (in de eerste plaats het thuismilieu) via het samenleven hebben voorgeleefd en doorgegeven. Dit emancipatieproces krijgt steeds een eigen, specifieke invulling. Kinderen worden opgeroepen om op een persoonlijke manier inhoud te geven aan hun levensproject. Daarom is het belangrijk dat de leerkracht/de opvoeder zijn levenswaarden communiceert maar eveneens dat hij het kind ook structuren en 4

methodieken aanreikt om zijn levensproject te toetsen en te bevragen. Het is belangrijk dat kinderen dit leren doen in communicatie met de mensen die hen omringen en in een kritische reflectie op de werkelijkheid waarin zij staan. In die zin heeft een kleuterleidster en een leerkracht een zeer belangrijke opdracht. Ze zijn heel sterk referentiefiguren, voorbeelden waar de kinderen naar opkijken en bovendien zijn de kinderen nog zeer ontvankelijk. Vrijheid is een populair begrip dat vaak door de betrokkenen op een voor hen zo gunstig mogelijke manier wordt ingevuld. Vrijheid is echter rijker dan zomaar meegaan met elke impuls. Vrijheid veronderstelt grenzen. Dit moet ook pedagogisch gehanteerd worden. Een te grote hoeveelheid vrijheid schrikt heel wat kinderen af. Ze weten niet wat ze daarmee moeten aanvatten. Het is belangrijk om op een soepele wijze, gelijktijdig met de vrijheid, een kader aan te reiken. De kunst is grenzen aan te geven die noch te rigide, noch te ruim zijn. Vrijheid staat nooit op zichzelf. Ze staat ten dienste van en maakt deel uit van het proces van volwassenwording, van menswording. De vrijheid die aan kinderen geboden wordt, zal steeds in overeenstemming moeten zijn met hun draagkracht (leeftijd, verantwoordelijkheidszin, maturiteit... ). Opvoeden tot vrijheid veronderstelt regelduidelijkheid voor de leerkrachten, de kleuterleidsters en voor de leerlingen. Het is belangrijk dat elk op zijn niveau vertrouwd is met de (inperkende) regels die ten grondslag liggen aan de schoolorganisatie. Centrale vraag hierbij is: in welke mate de kinderen structuur, veiligheid, toezicht nodig hebben en in welke mate de kinderen zelfstandigheid aankunnen. Opvoeden tot vrijheid is zoals gelijk welke andere opvoeding een relationeel gebeuren. De kwaliteit van de relatie leerkracht - kind zal in grote mate mee bepalen of van een leerkracht aanvaard wordt dat hij de vrijheid van het kind inperkt dan wel het aanspoort tot zelfstandigheid en zijn perspectief verruimt. Opvoeden tot vrijheid kan maar wanneer de kleuterleidster/de leerkracht vertrouwd is met het kind en zijn leefwereld. Opvoeden tot vrijheid kan maar door te geloven in kinderen, hen vertrouwen te geven en hen de ruimte te bieden om te mogen mislukken. Kinderen opvoeden tot vrijheid vraagt meer van de leerkracht. Hij wordt de begeleider van de kinderen in hun proces van volwassenwording. Kinderen hebben nood aan oefenplaatsen en -kansen om zich gaandeweg deze vrijheid eigen te maken. Kinderen vrijheid geven is tevens accepteren dat het de andere kant kan uitgaan dan wat men voor ogen had. In het opvoeden tot vrijheid ben je als leerkracht/kleuterleidster (zoals voor het geheel van het onderwijs- en opvoedingsgebeuren) je eigen instrument. Je draagt jezelf altijd mee: je eigen opvattingen, waardenhiërarchie, kwetsuren, angsten en onvrijheden, verworven vrijheid,... Het is dan ook belangrijk dat de kleuterleidster/de leerkracht een goed beeld van zichzelf heeft. Opvoeden tot vrijheid heeft ook alles te maken met opvoeden tot weerbaarheid. Durven neen zeggen t.a.v. ideeën, uitnodigingen, gedrag,... die niet levengevend zijn. Vrijheid is nooit absoluut. Het particuliere belang moet rekening houden met het algemene belang. Mijn vrijheid staat in verhouding tot de vrijheid van de anderen. 5

Kleuters, kinderen moeten leren dat hun vrijheid geen synoniem is van individualisme. Ook de vrijheid van de kleuterleidster/ de leerkracht is begrensd door een kader, o.m. door de bakens van het opvoedingsproject. Vrijheid veronderstelt ook engagement en verantwoordelijkheid. Ouders kiezen in vrijheid voor deze school en moeten er dus ook de consequenties bij nemen. 6. Toepassingsvelden Van algemene naar zeer concrete activiteiten Kinderen kansen geven om met vrijheid te leren omgaan door zelfstandig werk in te bouwen en hen hierbij te begeleiden. Voorbeeld Een knutselwerkje moet binnen de 4 dagen klaar zijn. Het kind krijgt de ruimte om binnen het bestek van vier dagen zelf te bepalen wanneer het aan die taak werkt. Dit vraagt van de kleuterleidster en de leerkracht een zekere soepelheid. Kinderen een zekere vrijheid laten, gebeurt best op een gedoseerde en gedifferentieerde wijze (naar leeftijd, maturiteit, ervaring, intrinsieke capaciteiten,...) en met de nodige begeleiding vanwege de leerkracht/kleuterleidster. Vrijheid verwerven t.a.v. opiniemakers, media, reclame t.a.v. wat men zegt,... In lessen deze standpunten bespreken, steeds rekening houdend met de leeftijd van het kind. Denk maar aan reclame op televisie rond snoepen, speelgoed, computerspelletjes, relaties... Een grote uitdaging is hier de blik van de kinderen te verruimen zonder te moraliseren. Voorbeeld Grote discussie tijdens het vrije spel: twee meisjes speelden trouwen en werden uitgelachen omdat meisjes met mekaar niet kunnen trouwen. Een kleutertje kwam tussenbeide met de zekerheid dat het mogelijk was want zijn mama is niet meer met papa, ze is nu met haar vriendin en ze wonen samen. Kinderen begeleiden bij bibliotheekbezoek, uit welke boeken kan een kind vrij kiezen? Van leerkrachten mag verwacht worden dat zij nadenken over wat zij hun leerlingen te lezen geven. Luisteren naar verhalen van de axenroos en die verhalen spelen in rollenspel. De leerkracht kan een verhaaltje vertellen rond leren kiezen, en daarna samen met de kinderen praten rond kiezen en leren tevreden zijn met wat men koos. Het niveau van het verhaal moet uiteraard aangepast worden aan de leeftijd van het kind. Leerlingen kansen geven tijdens het lesgebeuren Participatieve lesmethodieken (vooral dan voor de derde graad) Leren overleggen en luisteren naar verschillende meningen 6

Groepswerk Kinderen stimuleren om een eigen mening te formuleren over een bepaald thema Kleuters heel concreet laten kiezen tussen een appel, een peer of een snoepje Werken aan vrijheid via inspraakmogelijkheden Participatie via de leerlingenraad Kinderparlement Bij aanvang van het schooljaar samen met de kinderen het school- en klasreglement bespreken Samen met de kinderen afspraken maken Regels en afspraken kunnen naleven zonder echte dwang Kinderen betrekken bij de evaluatie van de leefregel, weliswaar rekening houden met de leeftijd van het kind Dialoog leerkracht-kind Opmerkingen: Het is een grote kunst om deze vormen van participatie en inspraak zo te organiseren dat de frustratie die er ongetwijfeld mee gepaard gaat voor alle betrokkenen zo gering mogelijk is. Ook al zijn de resultaten van de inspraakprocedures op het eerste zicht vrij banaal, toch is het proces, de afgelegde weg, vaak erg leerrijk. Het is tevens belangrijk dat leerkrachten inzien en ook in de praktijk brengen dat niet over alles onderhandeld kan worden. Ook voor de opvoeding tot vrijheid is het belangrijk dat kinderen geconfronteerd worden met het feit dat bepaalde dingen niet ter discussie staan. Door leerlingen te wijzen op beleefdheidsregels leert men hen om te gaan met de spanning tussen particuliere belangen (mondigheid, individuele vrijheid) en het algemeen belang en de belangen van anderen. Het is belangrijk dat een school geregeld de veelheid van regels die er gelden kritisch evalueert en indien ze pedagogisch niet dienstig zijn - het gaat dan niet op de eerste plaats om het comfort van de leerkrachten maar om de groei van de leerlingen - ook afschaft. Leerlingen zouden bij dit evaluatieproces kunnen betrokken worden. Het is in school- en klasverband mogelijk om leerlingen regelmatig keuzemomenten aan te bieden Een boek mogen kiezen uit een lijst verplichte literatuur Een ruime waaier activiteiten aanbieden tijdens de middagonderbreking (sport en spel, cultuur, koor, bibliotheek,...) Differentiatie: hoekenwerk Kinderen kiezen samen welk thema ze willen uitwerken voor het schoolfeest Kinderen mogen uit vier data kiezen om een toets te agenderen Kinderen confronteren met keuzes leert hen ook dat iedere keuze een offer is. Kiezen is ook steeds verliezen 7

Relatie kind-leerkracht/kleuter-kleuterleidster Een heel eigen aspect van ervaren van vrijheid is het gegeven dat leerlingen zich vrij mogen voelen om een leerkracht aan te spreken omtrent aspecten van het leven die het schoolgebeuren overstijgen. De omgang leerlingen - leerkracht buiten de klassituatie biedt ook heel wat kansen om met vrijheid en grenzen om te gaan, ook al is het voor de leerkracht dan misschien wat moeilijker om grenzen te stellen. Mogen leerlingen je als leerkracht met de voornaam aanspreken tijdens een vakantieactiviteit? 8