Good Governance en stakeholderleeratelier management voor uitvoeringsorganisaties, maatschappelijke ondernemingen en hun opdrachtgevers
Nederlandse School voor Openbaar Bestuur De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (nsob) verzorgt sinds 1989 hoogwaardige postacademische opleidingen. Vanaf haar aanvang streeft de nsob er naar om met geavanceerde en uitdagende opleidingen voor het topsegment van het management in openbaar bestuur en publieke sector bij te dragen aan een hoogwaardig openbaar bestuur. De nsob is sinds 2006 niet alleen een hoogwaardig opleidingsinstituut voor de publieke sector, maar tevens een denktank. Zie voor meer informatie en een overzicht van de overige opleidingsprogramma s en activiteiten www.nsob.nl.
Good governance en stakeholdermanagement Een leeratelier voor uitvoeringsorganisaties, maatschappelijke ondernemingen en hun opdrachtgevers Woord van de decaan Good governance en stakeholdermanagement staan bij uitvoeringsorganisaties en maatschappelijke ondernemingen hoog op de agenda. Zij zijn druk bezig strategieën te ontwikkelen voor het aangaan van vruchtbare en duurzame verbindingen met groepen in hun nabijheid. Ook voelen deze organisaties zich genoodzaakt om, behalve aan de politieke bazen ook aan de samenleving als geheel aan te tonen dat zij hun bestuur goed op orde hebben. Het leeratelier Good governance en stakeholdermanagement van de NSOB ondersteunt organisaties bij dit cruciale ontwikkelingsproces. Begeleid door een topcast aan docenten en praktijkleermeesters gaan de deelnemers in kleine groepen zelf aan de slag met vraagstukken uit hun concrete organisatiepraktijk. Zij krijgen niet alleen vernieuwende inzichten aangereikt die zij in het dagelijkse werk direct toe kunnen passen, maar leren ook verschillende perspectieven te verbinden en over de schutting van de eigen organisatie heen te kijken naar oplossingen bij anderen. Prof. dr. Mark van Twist
Opbouw programma Het leeratelier beslaat vijf modules van elk drie dagen over de volgende thema s: Omgevingsontwikkelingen Sturing en stakeholdermanagement Toezicht en verantwoording Publiek ondernemerschap en samenwerking Intern en extern management De eerste twee dagen van elke module worden gebruikt om kennis uit de theorie en de praktijk te bespreken. Docenten benutten tijdens de moduledagen een brede variëteit aan werkvormen. In plaats van hoorcolleges voeren zij een gestructureerde dialoog met de deelnemers en zetten zij gericht opdrachten in om de aangeboden kennis te verwerken. Tenslotte wordt op de toepassingsdagen stil gestaan bij de koppeling tussen de theoretische kennis en de werksituatie van de deelnemers. Naast plenaire reflectie op de aangereikte stof werken de deelnemers aan hun eindopdrachten. Faculty Programmaleiding De programmaleiding van het leeratelier Good governance en stakeholdermanagement is in handen van prof. dr. M.J.W. van Twist (decaan NSOB, hoogleraar Erasmus Universiteit Rotterdam, bijzonder hoogleraar Radboud Universiteit en buitengewoon collegelid Algemene Rekenkamer). Mag. phil. P.M. Karré, die onder andere promoveert op een governancegerelateerd onderwerp, is als leermanager tijdens de moduledagen aanspreekpunt voor deelnemers en docenten. Docenten en praktijkleermeesters De kwaliteit van het leeratelier Good governance en stakeholdermanagement komt tot uitdrukking in de docenten die bij de opleiding zijn betrokken. Zij zijn gezaghebbend in hun vakgebied en beschikken over grote didactische vaardigheden. Practitioners, de zogenoemde praktijk-leermeesters, geven acte de presence ter ondersteuning van de vertaling van theorie naar praktijk. Philippe Raets plaatsvervangend secretarisgeneraal, Ministerie van BZK en lid van het curatorium De NSOB biedt met dit leeratelier een prikkelende en uitdagende opleiding aan die uitermate nuttig is voor iedereen die naar verdieping zoekt. Het mooiste is als je koppels hebt, dat je samen met iemand uit een partnerorganisatie in de leergang gaat zitten. Dat is uitermate verstandig. Er zijn veel misverstanden over en weer. Je kent elkaar alleen als je elkaar ook in andere verbanden ontmoet. Dan leer je het meeste. Ik zelf vind het als psg prettig om mensen in huis te hebben die over de nodige intellectuele bagage beschikken om toepassingsgericht en op het niveau van de relevante omgeving van het departement na te denken over het governancevraagstuk. Het gaat niet om trucjes, instrumenten en pasklare oplossingen. Je moet inzichten opdoen, in verwarring worden gebracht en leren om vanuit verschillende perspectieven tegen situaties en problemen aan te kijken. Het is namelijk jouw ambacht als ambtenaar om hier op een slimme manier mee om te gaan. 2
Good governance en stakeholdermanagement Onder andere de volgende docenten en praktijkleermeesters zijn betrokken geweest bij dit leeratelier: Prof. dr. F.R. Ankersmit, Universiteit Groningen Prof. mr. R. Bekker, programma secretaris-generaal vernieuwing Rijksdienst Prof. mr. dr. J.A. De Bruijn, Technische Universiteit Delft Mr. A.W.H. Docters van Leeuwen, oud-bestuursvoorzitter AFM Prof. dr. P.H.A. Frissen, Universiteit van Tilburg, NSOB Dr. H. Goedkoop, VPRO / NPS Prof. dr. F.L. Leeuw, Universiteit Maastricht, directeur WODC Prof. drs. M.H. Meijerink, voorzitter Raad voor de Volksgezondheid en Zorg Prof. dr. C.J. van Montfort, Universiteit van Tilburg, Algemene Rekenkamer Dr. K. Putters, Erasmus Universiteit Rotterdam, lid Eerste Kamer Dr. T. Schillemans, Universiteit Utrecht Prof. mr. M. Scheltema, oud-voorzitter WRR Drs. E.F. Stoové, voorzitter Raad van Bestuur Sociale Verzekeringsbank Prof. dr. M. Thaens, Erasmus Universiteit Rotterdam Prof. dr. R. J. in t Veld, voorzitter RMNO Curatorium Voor de opleiding Governance en stakeholdermanagement is een curatorium ingesteld dat toeziet op de kwaliteit van de opleiding en de decaan en de leermanager bijstaat in de verdere ontwikkeling van de opleiding. In het curatorium hebben zitting: Mw. drs. Th.A.J. Burmanje, voorzitter Raad van Bestuur Kadaster Mr. H.W. van Heuven, directeur Aedes vereniging van woningcorporaties Drs. B.J. Klerk, voorzitter Raad van Bestuur ProRail (voorzitter curatorium) Prof. drs. M.H. Meijerink, voorzitter Raad voor de Volksgezondheid en Zorg Drs. P.F.M. Raets, plaatsvervangend secretaris-generaal Ministerie van BZK Drs. E.F. Stoové, voorzitter Raad van Bestuur Sociale Verzekeringsbank Bert Klerk voorzitter Raad van Bestuur, Prorail en voorzitter van het curatorium Het is buitengewoon belangrijk om als uitvoeringsorganisatie goed stil te staan bij je taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden en de manier waarop jij die vastlegt. Anders krijg je lopende de rit problemen. Het expliciet maken van verwachtingen is heel belangrijk. Bij het nader invullen van de relatie, een fase waar veel verzelfstandigde organisaties, in elk geval de mijne, nu midden in zitten, word je vaak terug geworpen op datgene dat destijds bij de vormgeving van de relatie niet, niet goed genoeg of impliciet geregeld is. Dan is kennis uit zo een opleiding heel nuttig en bruikbaar. Oud-deelnemer: De samenstelling van het docentencorps had niet beter gekund! Zo veel geleerd! Maar zou ik dezelfde leergang nogmaals volgen, dan zou het leerproces even effectief zijn door de nieuwe dingen die je voor de tweede keer hoort. 3
De opleiding nader beschouwd Module 1 Omgevingsontwikkelingen De wereld waarin verzelfstandigde uitvoeringsorganisaties opereren, is niet altijd even overzichtelijk. Er is inmiddels wel een Kaderwet zbo s, maar daarnaast hebben deze organisaties ook hun eigen instellingswetten en is het vaak onduidelijk om welke redenen er voor een bepaalde organisatievorm is gekozen. Europees beleid en veranderingen in de positie van de staat in de samenleving maken deze situatie bepaald niet overzichtelijker. De omgeving van zelfstandige uitvoeringsorganisaties is niet alleen voor beginners complex, maar ook voor professionals die al langer met deze organisaties bezig zijn. Module 2 Sturing en stakeholdermanagement In module 2 wordt ingegaan op de feitelijke relaties van zelfstandige uitvoeringsorganisaties en maatschappelijke ondernemingen met hun omgeving, in het bijzonder de departementen. Door de verschillende rollen die de organisaties vaak tegelijkertijd moeten spelen (opdrachtgever opdrachtnemer, moeder dochter, toezichthouder onder toezicht gestelde) zijn hun relaties meervoudig en complex en is het belangrijk een goed evenwicht te vinden. Module 3 Toezicht en verantwoording Er is vandaag de dag vaak sprake van branchevervaging, bijvoorbeeld als woningcorporaties ook in de zorgmarkt actief worden. Soms is dit ingezet door beleid, maar vaak ook door organisaties zelf. Deze ontwikkelingen raken aan de borging van publieke waarden en van de ministeriële verantwoordelijkheid en roepen daarom vragen op wat betreft de vormgeving van toezichtrelaties. Moeten wij toe naar meer of minder of juist naar ander toezicht? Zijn de klassieke toezichthouders überhaupt in staat om de resultaten van dergelijke ontwikkelingen op hun waarde te kunnen schatten? Hoe om te gaan met stapeling van toezicht en welke mogelijkheden zijn er voor een verbreding van de publieke verantwoording naar de stakeholders toe? Module 4 Publiek ondernemerschap Steeds meer verzelfstandigde organisaties zien zichzelf als maatschappelijke ondernemingen en omarmen een meer bedrijfsmatige cultuur. Dit heeft tot discussies geleid of, en zo ja onder welke condities, deze organisaties activiteiten voor andere opdrachtgevers ( de markt ) mogen uitvoeren. Daarnaast kunnen dit soort hybride organisaties te maken krijgen met een aantal spanningen, die een afgeleide zijn van de combinatie van publieke en private activiteiten, geldstromen, culturen en waarden. Deze spanningen kunnen positief uitvallen (hybriditeit kan synergie creëren), maar ook negatief. Dan kan er sprake zijn van loyaliteitsconflicten, een verminderde politieke aanstuurbaarheid en botsende waarden en culturen op de werkvloer. In deze module wordt bekeken hoe organisaties zich hier tegen kunnen wapenen en hoe hybriditeit werkbaar en productief kan worden gemaakt. Module 6 Intern en extern management De afsluitende module behandelt de uitdagingen en kansen die de status als verzelfstandigde organisatie of maatschappelijke onderneming biedt voor het interne en het externe management. Diverse bedrijfsmatige technieken die deze organisaties gebruiken om efficiënt te kunnen opereren worden belicht, zoals prestatiemeting (benchmarking, kengetallen), kwaliteitszorg, managementinformatiesystemen, kostprijzen, en het baten lastenstelsel. Daarbij wordt ingegaan op de vraag wat je met deze technieken kunt doen, maar ook wat je er niet mee kunt. Eveneens wordt stil gestaan bij de lastige kwestie van de omgang met belangstelling van buiten in tijden van grote mediabelangstelling en incidentenpolitiek. 4
Slotbijeenkomst Het leeratelier wordt afgesloten met een slotbijeenkomst, waarbij de deelnemers hun essays presenteren. Een jury bespreekt deze kritisch. Als de rapporten en presentaties volgens de jury voldoen aan de kwaliteitseisen van de opleiding, ontvangen de deelnemers hun certificaten. Aanvullende informatie over dit programma en een rooster met de onderwijsdata zijn te vinden op www.nsob.nl. Oud-deelnemer: De bijdragen van de docenten en praktijkleermeesters waren allemaal interessant en het niveau erg hoog. Ik vond het heel leerzaam om begeleid te worden door docenten die allemaal hun sporen hebben verdiend. Leerzame modules. Goede leergang. Heeft voldaan aan verwachtingen. Met plezier gevolgd!!! Praktische informatie Deelnemers Het leeratelier richt zich op mensen die werken bij verzelfstandigde organisaties, maatschappelijke ondernemingen en kerndepartementen of die op één of andere wijze in hun dagelijkse werk te maken hebben met op afstand geplaatste uitvoeringsinstellingen. Binnen de verzelfstandigde organisaties en maatschappelijke ondernemingen denken wij aan het management maar ook aan de hogere beleids- of staffuncties; bij de ministeries aan de eenheden die in het bijzonder belast zijn met het beleid voor de omgang met zelfstandige uitvoeringsorganisaties. Het leeratelier vraagt om deelname van actieve, leergierige mensen die, met deskundige ondersteuning, zelf verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces nemen. Kosten De kosten van deelname aan het leeratelier bedragen 9.750,- euro (BTW-vrij; prijsniveau 2009). Studiebelasting Naast het volgen van de collegedagen hebben de deelnemers tijd nodig voor het bestuderen van de literatuur, het voorbereiden van de moduledagen en het werken aan de eindopdracht. Locatie De bijeenkomsten vinden plaats bij de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur in het centrum van Den Haag. Per openbaar vervoer en te voet eenvoudig en snel te bereiken via de stations Den Haag Centraal en Den Haag Hollands Spoor. Zie www.nsob.nl voor een routebeschrijving. Contactinformatie Voor aanvullende informatie over dit leeratelier kunt u contact opnemen met de leermanager Mag. P.M. Karré (karre@nsob.nl of telefoon (070) 302 49 22) en mw. A. Poldermans (poldermans@nsob.nl of telefoon (070) 302 49 18).
NSOB Lange Voorhout 17 2514 EB Den Haag (070) 302 49 10 www.nsob.nl