ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.

Vergelijkbare documenten
Eindtermen Wonen en leven in India

Lichamelijke opvoeding

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar

Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst.

eindtermen basisonderwijs

Leerplan GO! Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Eindtermen lager onderwijs die van toepassing zijn tijdens Op stap voor het klimaat

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

WO-NAT De leerlingen nemen gericht waar met al hun zintuigen. WO-NAT De leerlingen noteren hun waarnemingen op een systematische wijze.

Lesvoorbereiding: Printmedia (beroep: drukker)

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Lesvoorbereiding: Grafische sector (beroep: drukker)

Eindtermen Nederlands lager onderwijs

DOELSTELLINGEN OP ZOEK NAAR HET COUDENBERGPALEIS

Lesvoorbereiding: Social profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker)

Eindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Onderwijskundige doelen

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist)

Klasbezoek bibliotheek 2de-3de kleuter

1. Wereldoriëntatie - Natuur

De Oude Kaasmakerij. Algemeen

Blommetjes Naar het boek van JonArno Lawson en Sydney Smith

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de

LEGO MINDSTORMS EEN INLEIDING TOT PROGRAMMEREN COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK

LEGO MINDSTORMS EEN INLEIDING TOT PROGRAMMEREN COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien,

Eindtermen en leerdoelen WO

Secundair Onderwijs Eindtermen Artistieke Opvoeding 1ste graad

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 8

PLANETEN- PAD COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK. Vlaanderen In Actie Pact 2020

Lesvoorbereiding: Bouw (tegelzetter, metselaar, schilder)

Eindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

Tendensen op het vlak van leesen luistervaardigheid aan het einde van het basisonderwijs: evidentie uit de peilingen in 2007 en 2013

PLANEET X. Reisgids voor de leerkracht COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK. Lid van de

SPACE MISSION COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK

Waar wacht je op?! Zwaartekracht! COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK

2. Leergebiedoverschrijdende eindtermen sociale vaardigheden

Lesvoorbereiding: Chemie, kunststoffen en life-sciences (beroep: Onderzoeker)

Lesvoorbereiding: Chemie en Kunststoffen (beroep: Onderzoeker)

Interactieve rondleiding 3 de graad LO Waar water waakt

JK OK L1 L2 L3 L4 L5 L6

SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Interactieve rondleiding Op pelgrimstocht LO Heilige Plaatsen

Schuilt er een onderzoeker in jou?

NAVIGO-NATIONAAL VISSERIJMUSEUM 1

Lesidee: maak de baan vrij

Interactieve rondleiding 2 de graad LO Megamachtig

PLANETENTOCHT COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK. Vlaanderen In Actie Pact 2020

Individueel werkplan

Lesvoorbereiding: Horeca (beroepen: kelner en barpersoneel)

Lesidee: niet stunten op straat

Het Orkest. 2 e graad LAGER ONDERWIJS. Beste leerkracht,

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

Eindtermen wiskunde. 1. Getallen. Nr. Eindterm B MB NB Opm. B = behaald MB = meer behaald NB = niet behaald Opm. = opmerking

Leerplandoelen Drama (GO)

Inbreken in de klas Werken aan een krachtige leeromgeving: lager onderwijs

Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie

NAVIGO-NATIONAAL VISSERIJMUSEUM 1

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands

Studiedag Duurzame Ontwikkeling

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

Ontwikkelingsdoelen en eindtermen Bee-Bot

Interactieve rondleiding 1 ste graad LO Met de poesjepoppen doorheen Antwerpen

1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader

Openingsuren en bereikbaarheid: Ma Di Wo Do Vrij ZA

ROCKET SCIENCE COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN

Interactieve rondleiding en atelier 1 ste, 2 de en 3 de leerjaar Heerlijke stad

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden -

EINDTERMEN HERINNERINGSEDUCATIE

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

STERRENKLOK COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK

BIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN

Eindtermen en ontwikkelingsdoelen voor explorer in de B-stroom. Gemeenschappelijke vakoverschrijdende eindtermen

5 EINDTERMEN. De leerlingen : 1.2 kunnen veiligheidsafspraken naleven.

BIJLAGE 2 RELATIONELE EN SEKSUELE VORMING IN DE LEERPLANNEN. Inleiding. verwijst naar ontwikkelingsaspecten uit het OWP

Klankmakerij - lesdoelen

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten

Echte helden. ALICE PANTERMULLER, Christiane Hansen ISBN NUR 273 D/2014/6186/20. Uitgeverij Bakermat. Suggesties: Emy Geyskens

Lesbrief Da s pas andere koek!

LEERPLANDOELEN OVSG WERELDORIËNTATIE

Les 5 : eigen familiegeschiedenis

I = Richtsnoer WO II NATUUR Leerlijn 1 ALGEMENE VAARDIGHEDEN: 6

ATTITUDINALE DOELEN VOOR DE KLEUTERSCHOOL Klas : Schooljaar : Thema's I II III trimester

Zoveel heb ik jou lief

3 LEERPLANDOELEN. De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding:

Spelend leren en ontdekken

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

Dagactiviteit: AFRIKA VERTELT : ÇA BOUGE EN DAT BEWEEGT VZW Doedeskaden

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad)

Transcriptie:

Wereldoriëntatie ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. NATUUR ET 1.6 De leerlingen kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van organismen beïnvloedt. ET 1.12 De leerlingen kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven. ET 1.17. De leerlingen kunnen gezonde en ongezonde levensgewoonten in verband brengen met wat ze weten over het functioneren van het eigen lichaam. ET 1.23. De leerlingen tonen zich in hun gedrag bereid om in de eigen klas en school zorgvuldig om te gaan met afval, energie, papier, voedsel en water. ET 1.24. De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden uit de omgeving illustreren hoe mensen op een positieve, maar ook negatieve manier omgaan met het milieu. ET 1.25. De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden uit hun omgeving illustreren dat aan milieuproblemen vaak tegengestelde belangen ten grondslag liggen; ET 1.26. De leerlingen tonen respect en zorg voor de natuur vanuit het besef dat de mens voor zijn levensbehoeften afhankelijk is van het natuurlijk leefmilieu. TECHNIEK MENS ET 2.18. aan de hand van voorbeelden uit verschillende toepassingsgebieden van techniek illustreren dat technische systemen nuttig, gevaarlijk en/of schadelijk kunnen zijn voor henzelf, voor anderen of voor natuur en milieu ET 3.1. De leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit. ET 3.2. De leerlingen kunnen beschrijven wat ze voelen en wat ze doen in een concrete situatie en kunnen illustreren dat zowel hun gedrag als hun gevoelens situatiegebonden zijn. ET 3.7. De leerlingen hebben aandacht voor de onuitgesproken regels die de interacties binnen een groep typeren en zijn bereid hiermee rekening te houden. MAATSCHAPPIJ ET 4.4. De leerlingen kunnen illustreren dat welvaart over de verschillende landen in de wereld en in België ongelijk verdeeld is. ET 4.8. De leerlingen kunnen illustreren dat verschillende sociale en culturele groepen verschillende waarden en normen bezitten. ET 4.13. De leerlingen kunnen het belang illustreren van de fundamentele Rechten van de Mens en de Rechten van het Kind. Ze zien daarbij dat rechten en plichten complementair zijn. TIJD ET 5.3. De leerlingen kunnen in een kleine groep voor een welomschreven opdracht een taakverdeling en planning in de tijd opmaken.

ET 5.8. De leerlingen kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand, die voor kinderen herkenbaar is en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert. ET 5.7 De leerlingen kennen de grote periodes uit de geschiedenis en ze kunnen duidelijke historische elementen in hun omgeving en belangrijke historische figuren en gebeurtenissen waarmee ze kennis maken, situeren in de juiste tijdsperiode aan de hand van een tijdband. ET 5.9. De leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, het heden en de toekomst, hier en elders. ET 5.10. De leerlingen beseffen dat er een onderscheid is tussen een mening over een historisch feit en het feit zelf. RUIMTE ET 6.2 kunnen in een praktische toepassingssituatie op een gepaste kaart en op de globe evenaar, de polen, de oceanen, de landen van de Europese Unie en de werelddelen opzoeken en aanwijzen. ET. 6.9. De leerlingen kunnen aspecten van het dagelijks leven in een land van een ander cultuurgebied vergelijken met hun eigen leven. BRONGEBRUIK ET 7. De leerlingen kunnen op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen. Lichamelijke opvoeding ET 1.19. De leerlingen kunnen zich in een spel inleven en hierbij verschillende rollen waarnemen. ET 1.22. De leerlingen kunnen een danscombinatie onthouden en zonder aanwijzingen uitvoeren. Nederlands LUISTEREN ET 1.2. De leerlingen kunnen informatie achterhalen in een voor hen bestemde mededeling. ET 1.3. De leerlingen kunnen informatie achterhalen in een voor hen bestemde informatieve radio-uitzending. ET 1.5. De leerlingen kunnen de informatie op een persoonlijke en overzichtelijke wijze ordenen bij een uiteenzetting of instructie van de leerkracht. ET 1.7. De leerlingen kunnen de informatie op een persoonlijke en overzichtelijke manier ordenen bij een voor hen bestemde informatieve tv-uitzending. ET 1.8. De leerlingen kunnen op basis van hetzij een eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen de informatie beoordelen die voorkomt in een discussie met bekende leeftijdsgenoten. ET 1.9. De leerlingen kunnen op basis van hetzij de eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen de informatie beoordelen die voorkomt in een gesprek met bekende leeftijdsgenoten. SPREKEN ET 2.3. De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze over een op school behandeld onderwerp aan de leerkracht verslag uitbrengen.

ET 2.5. De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze vragen van de leerkracht in verband met een bepaald onderwerp beantwoorden. ET 2.6. De leerlingen kunnen van een behandeld onderwerp of een beleefd voorval een verbale/non-verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdgenoten. ET 2.7. De leerlingen kunnen bij een behandeld onderwerp vragen stellen die begrepen en beantwoord kunnen worden door leeftijdsgenoten. ET 2.8. De leerlingen kunnen een instructie geven, zodat iemand die vertrouwd is met de situatie, ze kan uitvoeren. ET 2.9. De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met hun eigen mening, hetzij met andere bronnen in een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen. ET 2.10. De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met hun eigen mening, hetzij met andere bronnen tijdens een discussie met bekende volwassenen over een behandeld onderwerp passende argumenten naar voren brengen. LEZEN ET 3.1. De leerlingen kunnen de informatie achterhalen in een voor hen bestemde instructie voor handelingen van gevarieerde aard. ET 3.4. De leerlingen kunnen de informatie ordenen die voorkomt in voor hen bestemde schoolen studieteksten en instructies bij schoolopdrachten. ET 3.5. De leerlingen kunnen de informatie ordenen die voorkomt in voor hen bestemde verhalen, kinderromans, dialogen, gedichten, kindertijdschriften en jeugdencyclopedieën. SCHRIJVEN ET 4.2. De leerlingen kunnen een oproep, een uitnodiging, een instructie richten aan leeftijdgenoten. ET 4.6. De leerlingen kunnen schriftelijk antwoorden op vragen over verwerkte inhouden.. Muzische BEELD ET 1.1. De leerlingen kunnen door middel van kunst en beeldbeschouwing een persoonlijk waardeoordeel ontwikkelen over beelden en beeldende kunst van vroeger, van nu en van verschillende culturen. ET 1.2. De leerlingen kunnen door betasten en voelen (tactiel), door kijken en zien (visueel) impressies opdoen, verwerken en erover praten. ET 1.3. De leerlingen kunnen beeldinformatie herkennen, begrijpen, interpreteren, en er kritisch tegenover staan. ET 1.4. De leerlingen kunnen plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend vormgeven is. MUZIEK ET 2.1. De leerlingen kunnen muziek beluisteren en ervaren, muzikale impressies opdoen uit een geluidsomgeving.

ET 2.2. De leerlingen kunnen improviseren en experimenteren, klankbronnen en instrumenten uittesten op hun klankwaarde en in een muzikaal (samen)spel daarvan gebruikmaken. ET 2.3. De leerlingen kunnen openstaan voor hedendaagse muziek, muziek uit andere tijden, andere landen en culturen. DRAMA ET 3.1. De leerlingen kunnen genieten van een gevarieerd aanbod van voor hen bestemde culturele activiteiten. ET 3.5. De leerlingen kunnen ervaringen, gevoelens, ideeën, fantasieën uiten in een spel. ET 3. 7. De leerlingen kunnen genieten van, praten over, kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen, de beleving. BEWEGING ET 4.1. De leerlingen genieten van lichaamstaal, beweging en dans. ET 4.2 De leerlingen kunnen een eenvoudig bewegingsverhaal opbouwen met als vertrekpunt iets wat gehoord, gezien, gelezen, gevoeld of meegemaakt wordt. ET 4.3 De leerlingen kunnen samenwerken met anderen: o om een eenvoudig dansverloop op te bouwen o om al improviserend te reageren op elkaars beweging. ATTITUDES ET 6.4. De leerlingen kunnen vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen. ET 6.5. De leerlingen kunnen respect tonen voor uitingen van leeftijdsgenoten, behorend tot de eigen en andere culturen. Wiskunde GETALLEN ET 1.9. De leerlingen kunnen in gesprekken de geleerde symbolen, terminologie, notatiewijzen en conventies gebruiken. ET 1.21. De leerlingen zijn in staat om in concrete situaties (onder meer tussen grootheden) eenvoudige verhoudingen vast te stellen, te vergelijken, hun gelijkwaardigheid te beoordelen en het ontbrekend verhoudingsgetal te berekenen. ET 1.25. De leerlingen kunnen eenvoudige procentberekeningen maken met betrekking tot praktische situaties. ET 1.27. De leerlingen zijn in staat uitgevoerde bewerkingen te controleren, onder meer met de zakrekenmachine. ET 1.28. De leerlingen kunnen in contexten vaststellen welke wiskundige bewerkingen met betrekking tot getallen toepasselijk zijn en welke het meest aangewezen en economisch zijn. METEN ET 2.11. De leerlingen kunnen in een reële situatie rekenen met geld en geldwaarden. ET 2.12. De leerlingen kunnen kloklezen (analoge en digitale klokken). Zij kunnen tijdsintervallen berekenen en zij kennen de samenhang tussen seconden, minuten en uren.

Leergebiedoverschrijdende eindtermen ICT ET 1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. ET 2. De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. ET 3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving. ET 4. De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde omgeving. ET 6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren. LEREN LEREN ET 1. De leerlingen kunnen losse gegevens verwerven en gebruiken door ze betekenis te geven en te memoriseren. ET 2. De leerlingen kunnen op systematische wijze verschillende informatiebronnen op hun niveau zelfstandig gebruiken. ET 3. De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie (ook andere dan teksten) verwerven en gebruiken. ET 4. De leerlingen kunnen eenvoudige problemen op een systematische en inzichtelijke wijze oplossen. ET 6. De leerlingen kunnen op niveau leren met nauwkeurigheid, efficiëntie, wil tot zelfstandigheid, voldoende zelfvertrouwen, een houding van openheid, kritische zin. Sociale vaardigheden RELATIEWIJZEN ET 1.2. De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. ET 1.3. De leerlingen kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders. ET 1.4. De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen. ET 1.5. De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken. ET 1.6. De leerlingen kunnen kritisch zijn en hun eigen mening formuleren. GESPREKSCONVENTIES ET 2. De leerlingen kunnen in functionele situaties een aantal verbale en non-verbale conventies naleven. SAMENWERKEN ET 3. De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.