STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21506 5 augustus 2015 Besluit van 2 juli 2015 nr. 2015001171 tot aanwijzing van een onroerende zaak ter onteigening in de gemeente Rheden krachtens artikel 72a van de onteigeningswet (onteigening voor de aanleg van een rotonde ter hoogte van de kruising Arnhemsestraatweg Daalhuizerweg/Nordlaan te Velp, met bijkomende werken) Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Ingevolge artikel 72a, eerste lid, van de onteigeningswet kan onteigening plaatsvinden onder meer voor de aanleg en verbetering van wegen, bruggen, bermen, spoorwegwerken, bermsloten en kanalen, alsmede daarop rustende zakelijke rechten. Daaronder wordt op grond van artikel 72a, tweede lid sub a, mede begrepen onteigening voor de aanleg en verbetering van de in het eerste lid bedoelde werken en rechtstreeks daaruit voortvloeiende bijkomende voorzieningen ter uitvoering van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening. Het verzoek tot aanwijzing ter onteigening Burgemeester en wethouders van Rheden (hierna: verzoeker) hebben Ons bij brief van 17 november 2014, kenmerk 120207 verzocht, om ten name van de gemeente Rheden over te gaan tot het aanwijzen ter onteigening van een onroerende zaak in de gemeente Rheden. De onteigening wordt verzocht om de aanleg mogelijk te maken van een rotonde ter hoogte van de kruising Arnhemsestraatweg- Daalhuizerweg/Nordlaan te Velp met bijkomende werken, in de gemeente Rheden. Planologische grondslag De onroerende zaak waarop het verzoek betrekking heeft, ligt in de gemeente Rheden. Het plan van het werk is in overeenstemming met het bestemmingsplan Velp Midden, Locatie kruising Arnhemsestraatweg Daalhuizerweg/Nordlaan van de gemeente Rheden dat bij uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 18 september 2013, zaaknummer 201304557/1/R6, onherroepelijk is geworden. Het plan van het werk op het werkterrein is in overeenstemming met het bestemmingsplan Velp Midden. Dit bestemmingsplan is op 16 december 2008 vastgesteld door de gemeenteraad van Rheden en nadien onherroepelijk geworden. Toepassing uniforme openbare voorbereidingsprocedure Overeenkomstig artikel 63, tweede lid, van de onteigeningswet en artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) hebben het ontwerp koninklijk besluit en de in artikel 63 van de onteigeningswet bedoelde stukken vanaf 29 januari 2015 tot en met 11 maart 2015 in de gemeente Rheden en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage gelegen. Overeenkomstig artikel 3:12 van de Awb heeft Onze Minister van Infrastructuur en Milieu (Onze Minister) van het ontwerp koninklijk besluit en van de terinzagelegging van de onteigeningsstukken openbaar kennis gegeven in De Regiobode en in de Staatscourant van woensdag 28 januari 2015 nr. 2003. Verder heeft Onze Minister het ontwerp koninklijk besluit overeenkomstig artikel 3:13 van de Awb, voorafgaand aan de terinzagelegging toegezonden aan belanghebbenden, waaronder de verzoeker. Daarbij zijn de belanghebbenden gewezen op de mogelijkheid om schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren te brengen en op de mogelijkheid over de zienswijzen te worden gehoord. Overwegingen Noodzaak en urgentie De kruising Arnhemsestraatweg Daalhuizerweg/Nordlaan is één van de knooppunten in de hoofdont- 1 Staatscourant 2015 nr. 21506 5 augustus 2015
sluitingsstructuur van het dorp Velp. De wegen hebben primair een verkeer afwikkelende functie, zogenaamde gebiedsontsluitingswegen. De huidige verkeersregelinstallatie (VRI) op het kruispunt Arnhemsestraatweg Daalhuizerweg/Nordlaan is afgeschreven en gedateerd en kan het verkeersaanbod niet verwerken, waardoor er verkeersopstoppingen ontstaan. De gemeenteraad van Rheden heeft in 2008 het Verkeerscirculatieplan Velp (VCP) vastgesteld. De doelstelling van dit plan is om de verkeerscirculatie in Velp te verbeteren. Hiertoe is een maatregelenpakket opgesteld. Eén van de maatregelen uit het VCP is het aanleggen van een éénstrooksrotonde met aanliggend fietspad op het kruispunt Arnhemsestraatweg Daalhuizerweg/Nordlaan ter vervanging van de bestaande verkeersregelinstallatie. Met de aanleg van deze rotonde, wordt de verkeersveiligheid en de doorstroming van verkeer op deze kruising verbeterd, hetgeen bijdraagt aan het verbeteren van de gehele verkeerscirculatie in Velp. Om de werken en werkzaamheden tijdig te kunnen realiseren wenst de gemeente Rheden de eigendom te verkrijgen, vrij van lasten en rechten, van de onroerende zaak die in het onteigeningsplan is begrepen. De verzoeker heeft met de eigenaren overleg gevoerd om deze onroerende zaak minnelijk in eigendom te verkrijgen. Dit overleg heeft vooralsnog niet tot overeenstemming geleid. Omdat het ten tijde van het verzoek naar het oordeel van de verzoeker niet aannemelijk was dat het overleg op afzienbare termijn tot vrijwillige eigendomsoverdracht zou leiden, heeft gemeente Rheden een verzoek ingediend tot aanwijzing ter onteigening van deze onroerende zaak, om de tijdige verwezenlijking van het plan van het werk zeker te stellen. Uit de Ons bij het verzoek overgelegde zakelijke beschrijving blijkt dat de werkzaamheden in 2015 van start gaan, dan wel wanneer verzoeker het eigendom van de gronden verkregen heeft. Daarmee is aannemelijk dat zal worden voldaan aan de door Ons voor de aanvang van de werken en werkzaamheden gehanteerde termijn van ten hoogste vijf jaar na de datum van dit aanwijzingsbesluit. Zienswijzen Binnen de termijn dat het ontwerp koninklijk besluit ter inzage heeft gelegen, zijn daarover zienswijzen naar voren gebracht door N. Goosens, appartementsgerechtigde mede-eigenaar van de onroerende zaak met grondplannummer 1, verder te noemen: reclamant. Overeenkomstig artikel 63, vierde lid, van de onteigeningswet heeft Onze Minister reclamant in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Reclamant heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Overwegingen naar aanleiding van de zienswijzen Reclamant brengt in de zienswijze het volgende naar voren. 1. De onteigening ziet op een deel van de voortuin van het appartementengebouw waarvan reclamant als appartementsgerechtigde mede-eigenaar is. Bij brief van 14 juni 2013 is namens verzoeker aan reclamant en de overige appartementsgerechtigden een aanbod gedaan voor een bepaald bedrag. Dit bedrag valt uiteen in een vergoeding voor de waarde van de grond, een vergoeding voor de waardevermindering van het appartement, een vergoeding voor bijkomende kosten voor de herinrichting van de grond en een tegemoetkoming in de planschade. Ten aanzien van het aanbod inzake de schadeloosstelling voor het gedeelte grond dat voor onteigening in aanmerking komt, kan reclamant het bod niet aanvaarden omdat er een aanzienlijk verschil is tussen het bedrag dat door een door de Vereniging van Eigenaren ingeschakelde taxateur is berekend en het bod dat de verzoeker heeft uitgebracht. Het verschil is in belangrijke mate te verklaren doordat de door reclamant ingeschakelde taxateur, anders dan de verzoeker, een differentiatie aanbrengt ten aanzien van de waardevermindering van het appartement ten gevolg van de onteigening. Reclamant betoogt dat differentiatie met zich mee brengt dat verzoeker ten onrechte het uitgangspunt van unanimiteit hanteert. Verzoeker had niet voor iedere appartementsgerechtigde hetzelfde bod, moeten uitbrengen, maar een individuele taxatie moeten verrichten omdat gelet op de ligging van de diverse appartementen ten opzichte van het onteigende deel van het perceel in de ogen van reclamant niet alle appartementsgerechtigden dezelfde aanspraak hebben. 2. Daarnaast wordt een aanbod gedaan tot huur van een gedeelte grond om als werkterrein in te richten en te gebruiken, dan wel aankoop van dat gedeelte grond. Ten aanzien van het aanbod tot huur of koop van dat gedeelte, gaat reclamant niet akkoord. Reclamant wenst in het geheel geen gronden te vervreemden ten behoeve van het inrichten en gebruiken als werkterrein, noch anderszins daartoe aan derden ter beschikking te stellen. 2 Staatscourant 2015 nr. 21506 5 augustus 2015
De zienswijze van reclamant geeft Ons aanleiding tot de volgende overwegingen. Ad1 Het betoog van reclamant ziet op de hoogte van de schadeloosstelling en is financiële van aard. In dit verband merken Wij op dat de onteigening ingevolge artikel 40 van de onteigeningswet plaatsvindt op basis van een volledige schadeloosstelling voor alle schade die de onteigende partij rechtstreeks en noodzakelijk lijdt door het verlies van zijn onroerende zaak. Artikel 41 van de onteigeningswet ziet daarnaast op de te vergoeden waardevermindering van het overblijvende. De samenstelling en de hoogte van de schadeloosstelling staan Ons in het kader van de administratieve onteigeningsprocedure niet ter beoordeling, maar komen bij het ontbreken van minnelijke overeenstemming aan de orde in het kader van de gerechtelijke onteigeningsprocedure. In het kader van de administratieve onteigeningsprocedure wordt evenmin getreden in de vraag of alle schadecomponenten in de schadeloosstelling zijn opgenomen. Ook dit aspect komt bij het ontbreken van minnelijke overeenstemming in de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan de orde. Overigens is Ons uit de door de verzoeker overgelegde stukken gebleken dat in het aanbod aan alle appartementsgerechtigden binnen de Vereniging van eigenaren waaronder ook reclamant, een post waardevermindering van het overblijvende wordt toegekend als onderdeel van de vermogensschade. Deze is gedifferentieerd per appartementsgerechtigde. Deze waardevermindering is het hoogst voor de appartementen die het dichtstbij de geplande rotonde zijn gelegen en neemt af naarmate de afstand tot de geplande rotonde toeneemt. Verzoeker heeft bij de biedingen aan de appartementsgerechtigden een overzicht overgelegd waarin per appartement alle bedragen waaronder de omvang van de waardevermindering en de differentiatie zijn weergegeven. Wij kunnen reclamant dan ook niet volgen in zijn stelling dat er geen differentiatie per appartementsgerechtigde in het aanbod is aangebracht. Ad 2 Ten aanzien van de in de onderhavige procedure betrokken werkstrook merken Wij op dat gronden die tijdelijk nodig zijn voor de uitvoering van een werk in het algemeen in de onteigening op grond van Titel IIa van de onteigeningswet ter onteigening kunnen worden aangewezen. Hierbij geldt echter dat de onteigening een uiterst middel is. Alleen indien met een eigenaar/gebruiker in de minnelijke sfeer geen overstemming kan worden bereikt over huur van de benodigde grond of, indien dat niet tot de mogelijkheden behoort, over eigendomsoverdracht of beëindiging van gebruiksrechten, zal de noodzaak tot onteigening van de betrokken grond aanwezig zijn. De verzoeker om onteigening heeft aangegeven dat deze grond voor de uitvoering van het werk niet kan worden gemist. Voor het realiseren van de rotonde is gedurende de aanlegfase een tijdelijke werkstrook nodig in de tuin van het appartementencomplex. De strook is met name noodzakelijk om de tijdelijke omleidingen te kunnen realiseren waarbij er voldoende ruimte overblijft om de uiteindelijke nieuwe verhardingen op een veilige manier te kunnen aanleggen. De noodzaak tot beschikbaarheid van het onderhavige werkterrein achten Wij hiermee genoegzaam aangetoond. Uit door de verzoeker verstrekte informatie is gebleken dat het minnelijk overleg vooral gericht geweest is op het huren van het benodigde perceelsgedeelte. Daarvoor is bij brief van 14 juni 2013 voor zowel de huur en eventuele koop van het werkterrein een aanbod gedaan. Dit aanbod is herhaald bij brieven van 8 oktober 2013, 27 februari 2014 en bij email van 17 oktober 2014. Omdat zowel over de huur als de koop van het werkterrein geen overeenstemming is bereikt, is de benodigde oppervlakte in het verzoek om onteigening opgenomen. Gelet op het vorenstaande geeft de zienswijze van reclamant Ons geen aanleiding om het verzoek tot aanwijzing ter onteigening geheel of gedeeltelijk af te wijzen. Overige overwegingen Uit de bij het verzoek overgelegde stukken blijkt, dat de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaak bij de uitvoering van het overgelegde plan van het werk niet kunnen worden gemist. Ons is niet gebleken van feiten en omstandigheden die overigens de toewijzing van het verzoek in de weg staan. Het moet in het belang van een vlotte en veilige doorstroming van het verkeer en verbetering van de infrastructuur noodzakelijk worden geacht dat gemeente Rheden de vrije eigendom van de door Ons ter onteigening aan te wijzen onroerende zaak verkrijgt. Wij zullen, gelet op het hierboven gestelde, het verzoek van gemeente Rheden tot het nemen van een besluit krachtens artikel 72a van de onteigeningswet toewijzen. 3 Staatscourant 2015 nr. 21506 5 augustus 2015
BESLISSING Gelet op de onteigeningswet, op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 1 april 2015, nr. RWS-2015/13363, Rijkswaterstaat Corporate Dienst; gelezen het verzoek van burgemeester en wethouders van Rheden bij brief van 17 november 2014, kenmerk 120207; de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 3 juni 2015, no. W14.15.0104/IV; gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu 29 juni 2015, nr. RWS-2015/ 24553, Rijkswaterstaat Corporate Dienst; Hebben Wij goedgevonden en verstaan: Voor de aanleg van een rotonde ter hoogte van de kruising Arnhemsestraatweg Daalhuizerweg/ Nordlaan te Velp, een en ander met bijkomende werken, in de gemeente Rheden, ten name van gemeente Rheden ter onteigening aan te wijzen de onroerende zaak in de gemeente Rheden aangeduid op de grondtekening die ingevolge artikel 63 van de onteigeningswet in de gemeente Rheden en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage heeft gelegen en die zijn vermeld op de bij dit besluit behorende lijst. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Wassenaar, 2 juli 2015 Willem-Alexander DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus 4 Staatscourant 2015 nr. 21506 5 augustus 2015
Grondplan nr. Te onteigenen grootte Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Velp Als Ter grootte Sectie van en nr. Ten name van ha a ca ha a ca 1. 0 01 80 0 35 82 F 2304, 2. 0 01 05 overgegaan in: In de (onder)splitsing betrokken zakelijk recht, eigendom: Vereniging van eigenaren: Vereniging van Eigenaars Arnhemsestraatweg nummers 28 t/m 74 en 2 t/m 38 (alle even nummers), Velp. wonen (appartement) F 2457 A1 Elk ½ Eigendom: Bernardus Johannes Wilhelmus Bremer (overleden), gehuwd geweest met Cornelia Johannes Maria Bosman, Velp; Cornelia Johannes Maria Bosman, gehuwd geweest met Bernardus Johannes Wilhelmus Bremer (overleden),velp. wonen (appartement) F 2457 A2 Derkje Hendrina Lubbers, Velp. wonen (appartement) F 2457 A3 Anna Jager, gehuwd met H.A.F.M. Essing, Velp. wonen (appartement) F 2457 A4 Cornelia Gerarda Maria Schoenaker, Velp. wonen (appartement) F 2457 A5 Anna Pierre Zenden, Maastricht, gehuwd met Catharina wonen (appartement) F 2457 A6 Anna Pierre Zenden, Maastricht, gehuwd met Catharina wonen (appartement) F 2457 A7 Beekhuizen Onroerend Goed B.V., Velp, zetel: Groessen. wonen (appartement) F 2457 A8 Martinus Lambertus Wilhelmus van Veghel, Velp. wonen (appartement) F 2457 A9 Christina Elisabeth Rensink, Velp (overleden), gehuwd geweest met Johannes Hendrikus Lohnstein (overleden), Velp. wonen (appartement) F 2457 A10 Mandy van Harn, Velp. wonen (appartement) F 2457 A11 Orsin van de Kamp, Bergen op Zoom. F 2457 A12 Niels Goossens, Velp. wonen (appartement) F 2457 A13 Gustavo Patricio Nuñez Contreras, Velp. wonen (appartement) F 2457 A14 Gertrudis Maria Josephina Bonné, Velp. wonen (appartement) F 2457 A15 Marcus Johannes Lohnstein, Velp. wonen (appartement) F 2457 A16 Theodora Johanna Maria Evers, Velp. wonen (appartement) F 2457 A17 Elk ½ Eigendom: Berend Jan de Wilde, gehuwd met Elisabeth Wilhelmina Maria Zonderland, Velp; Elisabeth Wilhelmina Maria Zonderland, gehuwd met Berend Jan de Wilde, Velp. wonen (appartement) F 2457 A18 Jessica Eva Otten. wonen (appartement) F 2457 A19 Elk ½ Eigendom: Franciscus Hendrikus van den Dungen, gehuwd met Johanna Catharina Maria Broer, Velp; Johanna Catharina Maria Broer, gehuwd met Franciscus Hendrikus van den Dungen, Velp. wonen (appartement) F 2457 A20 Hendrikus Martinus Slijper, Velp. wonen (appartement) F 2457 A21 Erwin ten Have, Velp. wonen (appartement) F 2457 A22 Elk ½ Eigendom: Wilhelmus Theodorus Antonius Hendrikus Bouman, Bennekom; Wilhelmus Johannes Aleida Nuij, Bennekom. wonen (appartement) F 2457 A23 Conradus Paulus van Baal, Velp. wonen (appartement) F 2457 A24 Elisabeth Anna Petronella Maria Ariëns, Velp. wonen (appartement) F 2457 A25 Elk ½ Eigendom: Mark ter Hoeven, gehuwd met Esther Wilhelmina Petra Gerritsen, Velp; Esther Wilhelmina Petra Gerritsen, gehuwd met Mark ter Hoeven, Velp. F 2457 A26 Henricus Petrus Johannes Doornink, Antwerpen (B), gehuwd met mevrouw Angélique Elisabeth Teunissen, Velp. F 2457 A27 Martinus Lambertus Wilhelmus van Veghel, Velp. F 2457 A28 Beekhuizen Onroerend Goed B.V., Velp, zetel: Groessen. F 2457 A29 Beekhuizen Onroerend Goed B.V., Velp, zetel: Groessen. F 2457 A30 Martinus Lambertus Wilhelmus van Veghel, Velp. wonen (appartement) F 2457 A31 Anna Pierre Zenden, Maastricht, gehuwd met Catharina wonen (appartement) F 2457 A32 Anna Pierre Zenden, Maastricht, gehuwd met Catharina F 2457 A33 Beekhuizen Onroerend Goed B.V., Velp, zetel: Groessen. F 2457 A34 Theodora Johanna Maria Evers, Velp. F 2457 A35 Gertrudis Maria Josephina Bonné, Velp. wonen (appartement) F 2457 A36 Marcus Johannes Lohnstein, Velp. 5 Staatscourant 2015 nr. 21506 5 augustus 2015
Grondplan nr. Te onteigenen grootte Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Velp Als Ter grootte Sectie van en nr. Ten name van ha a ca ha a ca F 2457 A37 Hendrikus Martinus Slijper, Velp. F 2457 A38 Beekhuizen Onroerend Goed B.V., Velp, zetel: Groessen. F 2457 A39 Beekhuizen Onroerend Goed B.V., Velp, zetel: Groessen. F 2457 A40 Mandy van Harn, Velp. F 2457 A41 Jessica Eva Otten. wonen (appartement) F 2457 A42 Elk ½ Eigendom: Franciscus Hendrikus van den Dungen, gehuwd met Johanna Catharina Maria Broer, Velp; Johanna Catharina Maria Broer, gehuwd met Franciscus Hendrikus van den Dungen, Velp. F 2457 A43 Mark ter Hoeven, gehuwd met Esther Wilhelmina Petra Gerritsen, Velp. 6 Staatscourant 2015 nr. 21506 5 augustus 2015